Niet agrarische bestemming LANDBOUWSStONMN ZATERDAG 3 SEPTEMBER !%fl EEN LANDBOUWBELANG VAN DE EERSTE ORDE No. 2541 Frankering bij abonnement* Terneuzeo. 48e rfaawgAttfir ZEEUWS LAHfi BOUWBLAD waarin opgenomen Dfi BOERBNJBUGD ■VJDT" Officieel Orgaan ran de ZHEUWSB LANDBOUWMAATSCHAPPIJ •a de LANDBOUW JONGBREN GBMEBNSGHAP ZEELAND ONLANGS lazen wij een artikel over hetverlies van landbouwgrond voor uitbreidings plannen e.d., waari.ii stond dat bij 'n opinie onderzoek onder landbouwers over de vraag Wie als de grootste vijand van de landbouw wordt beschouwd, wellicht hiel de coloradokever of het aardappelaaltje als zodanig zou worden aangewezen, maar de stedebouwkundige. De enige reden dat deze ontwikkeling voor onze landbouw een zo n belangrijke bedreiging- vormt, is dat er grote schaarste aan landbouwgrond is. Ieder, die op deze manier een perceel grond kwijt raakt, ziet een evenredig deel van zijn inkomen wegvallen, omdat het nu een maal in ons land bijna onmogelijk is geworden voor het verloren gegane stuk grond terug- te kopen of elders te pachten. Hoewel vcor deze onttrekking van landbouwgrond bepaalde vergoedingsregelingen bestaan, waar we hier niet verder op ingaan, betekent dus de behoefte aan landbouwgronden voor deze niet-agrarische doeleinden een bedreiging van het bestaan van vele landbouwers. OOK IN ZEELAND NEEMT GRONDONTTREKKING TOE IN onze provincie, die één van de dunst bevolkte van ons land is en waar tevens slechts in enkele gebieden industrievestiging van enige omvang plaats vond, was de vraag naar gronden voor een niet-agrarische bestemming tot voor kort vrij beperkt. De laatste tijd zien we echter door de behoefte aan het scheppen van woongelegenheid, aan terreinen voor rekreatie en voor industrievestiging, verbreding van kanalen, nieuwe of betere wegen, de vraag naar landbouwgronden in sterke mate toenemen. Te verwachten is dat deze drang tot onttrekking van landbouwgrond aan de oorspronkelijke bestemming in de toekomst nog groter zal worden. Het is daarom voor de gehele landbouw in het algemeen en voor elke landbouwer persoon lijk van het grootste belang op de hoogte te zijn van hetgeen op dit gebied kan gebeuren. Pas wanneer het lukt om op deskundige wijze over de plannen op dit gebied mee te praten bestaat de mogelijkheid de bedreigde belangen van de landbouw zo goed mogelijk te ver dedigen. WEEST ZUINIG MET KOSTBARE GROND VOOROP willen we stellen dat het alleszins begrijpelijk is dat men voor woningbouw, wegenaanleg, industrievestiging e.d., beschikken moet over uitbreidingsmogelijkheden. Hoewel dit ten koste van landbouwgrond moet gaan, zijn de huisvesting van onze steeds toenemende bevolking, de eisen, die het moderne verkeer stelt aan de wegen en het schep pen van werkgelegenheid door middel van industrievestiging, nationale zaken, waar wij als Nederlanders allen bij betrokken zijn en ook allen belang bij hebben. We dienen als goede Nederlanders, hoewel het ons pijn doet onze gronden verloren te zien gaan, het belang van het streven naar welvaart voor onze gehele bevolking terdege bewust te zijn. H. K. H, Prinses Wilhelmina, die tijdens baar regering: meer dan 50 jaren Beschermvrouwe van de Z. L. M. is geweekt, herdacht op 31 augustus j.l. haar 80e verjaardag. Aan de andere kant mogen wij echter wel de eis stellen dat men op dit punt zo zuinig moge lijk met onze grond is en daarbij wel degelijk rekening houdt met onze belangen. DESKUNDIGHEID IS BITTERE NOODZAAK MET het stellen van deze eis in zijn algemeen heid zijn we niet klaar, daar we niet mogen verwachten dat wanneer men onze belangen niet ke*it, daar rekening mee houdt. In de eerste plaats is het dan noodzakelijk dat wij als gehele landbouw ons mei deze wat men wel noemt ruimtelijke ordening bezig houden en ons voldoende op de hoogte stellen. Nog te velen onder ons menen dat zij persoon lijk geen invloed hebben en dat zij hun bedrijf op een zodanige plaats uitoefenen dat zij nooit met deze zaken in aanraking zullen komen. Een waarschuwing aan deze laatsten is toch wel op zijn plaats, daar dikwijls gronden aan hun be stemming worden onttrokken op plaatsen, waar men enkele jaren daarvóór er nog niet over dacht. Denkt u b.v. eens aan de aanleg van nieu we wegen in dikwijls afgelegen gebieden. Verder zal het nodig zijn dat de landbouw er naar streeft in alle colleges, waar men over deze plannen dien! tb oordelen, een deskundige stem kan laten horen. Wij geloven dat nog te dikwijls het niet genoeg op de hoogte zijn van deze zaken tot gevolg heeft, dat niet voldoende met de landbouwbelangen rekening wordt gehouden. Hoewel wij toegeven dat het, vooral bij om vangrijke plannen, dikwijls moeilijk is om de in gewikkelde materie te overzien, rust toch op de landbouwvertegenwoordigers in de bestuurscol leges mede de taak over de landbouwbelangen te waken. WANNEER we dit neerschrijven denken we in de eerste plaats aan de gemeenteraden. In. de meeste plattelandsgemeenten zijn één of meerdere landbouwers raadslid of wethouder. Bij het totstaUdbrengen van een uitbreidingsplan door een gemeente zullen in de eerste plaats de landbouwer raadsleden of -wethouders moeten proberen een zodanige deskundigheid te bezitten dat de schade, die de landbouw wordt toege bracht, zo gering mogelijk is. Dit is nog van te meer belang, omdat de plan nen worden opgesteld door op dit gebied ge specialiseerde mensen, de z.g. stedebouwkun digen. Komen onze landbouwvertegenwoordigers niet voldoende voor de zaak van de landbouw op, dan bestaat het gevaar dat wellicht geheel te goeder trouw - de stedebouwkundigen niet ge noeg rekening houden met de belangen van de land en tuinbouw. Ook op provinciaal niveau is het meespreken van de landbouw bij de beoordeling der plannen van het grootste belang. Het reeds enige tijd ge leden uitgevoerde besluit om de Vaste Kommis sie en de Agrarische Kommissie, die op provin ciaal niveau deze plannen beoordelen, te reorga niseren, is dan ook ten zeerste toe te juichen. Beide Kommissies behoren tot de Provinciale Planologische Dienst, welke de vraagstukken op het gebied van de ruimtelijke ordening in de pro vincie beoordeelt. Jammer genoeg moeten we vaststellen dat de landbouw niet de kans krijgt bij alle plan nen, waarmee landbouwgrond is gemoeid, in voldoende mate zijn stem te laten horen. We zullen ernaar moeten blijven streven door de betrokken instanties in staat te worden ge steld als belangrijkste partij mede onze belan gen te mogen behartigen. GEBRUIK VAN GRONDEN NIET AAN BANDEN LEGGEN UOEWEL het natuurlijk onmogelijk is alle be- zwaren, die er van landbouvvzijde tegen uit breidingsplannen e.d. kunnen zijn, te noemen, willen we een zeer belangrijke met name noe men. Zo zien we de laatste tijd verschillende uitbrei dingsplannen, die van te grote omvang geacht moeten worden. Hiertegen bestaan van de zijde van de landbouw zeer grote bezwaren. Zodra een uitbreidingsplan n.l. is goedgekeurd, is het gebruik van de gronden praktisch bevro ren. Verbouwingen of het stichten van nieuwe» gebouwen wordt niet meer toegestaan. Het ver anderen van de bestemming van de gronden zal meestal beschouwd worden als een verandering om de schadevergoeding te verhogen en zal mits dien niet voor vergoeding in aanmerking komen Uiteraard is het onmogelijk elk jaar een nieuw uitbreidingsplan op te'Stellen. Aan de andere kant is een uitbreidingsplan voor een te lange tijd voor de landbouw onaanvaardbaar, daar aan passing van de bedrijfsvoering aan zich wijzi gende omstandigheden niet mogelijk is. In de woningwet, waarin het opstellen van uit breidingsplannen wordt geregeld, wordt uitdruk kelijk vermeld, dat een uitbreidingsplan voor ten hoogste 10 jaar mag dienen. 11UI.I hebben de indruk dat verschil- lende plannen van de laatste tijd, ook met name in onze provincie, meer een afspiegeling zijn van wat men wel zou wensen dat er voor woningbouw en industrievestiging nodig zou zijn, dan van wal er aan werkelijke behoefte is te verwachten. Ieder, die in welke vorm dan ook iets met uitbreidingsplannen heeft te maken, zal zich tegen deze te grote plannen moeten verzetten, daar anders het agrarisch gebruik van grote oppervlakten cultuurgrond voor tien tallen jaren aan banden wordt gelegd. Gaarne willen we in een volgend artikel nog eens nader ingaan op enkele belangrijke punten hij niet-agrarische bestemming van landbouwgronden, voor de individuele landbouwer. v. L

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 1