Proef boerderij „De Scheldemonden"
MADO
593
Een bezoek ten volle waard
Het machinaal rooien
van zaaiuien
WETENSWAARDIGHEDEN VOOR WERKGEVERS
ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1960
De proefboerderij ,,De Scheldemonden'' is na de
oorlog met behulp van schenkingen tot stand ge
komen; de stichting die dit bedrijf exploiteert werd
in 1953 door het Rampenfonds in staat gesteld het
bedrijf tot de huidige 30 ha te vergroten. De her
verkaveling zorgde voor een ideale ligging van het
land ten opzichte van de bedrijfsgebouwen.
Enige tijd geleden waren wij de gast van de be
drijfsleider, de heer L. bij de Vaate, die, voordien
werkzaam bij de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst,
vanaf de stichting van dit bedrijf met veel ambitie
deze functie in dienst van wetenschap en praktijk
vervult.
De vruchtwisseling die de heer Bij de Vaate op
de percelen, waarin het bedrijf is verdeeld, toe
past, is overeenkomstig het voor de streek ge
bruikelijke bouwplan. Ten behoeve van de te ne
men proeven is ieder perceel verdeeld in drie stro
ken, waarbij, ten einde de onbetrouwbaarheid van
de uitkomsten der proeven door bodembeïnvloeding
door vorige proef ge wassen tot het minimum te be
perken, iedere strook slechts éénmaal in de drie
jaar voor proefnemingen in gebruik is.
MEDE tengevolge van het steeds toenemende
tekort aan arbeidskrachten wordt, ook bij de
teelt van uien naar een verlaging van het aantal
man-uren gestreefd. Naast een bij de verpleging
van het gewas toenemend gebruik van chemische
onkruidbestrijdingsmiddelen, valt een grotere be
langstelling voor het machinaal rooien waar te
nemen.
Omtrent de ontwikkeling van de thans hiervoor
beschikbare machine kan net volgende worden op
gemerkt.
Nadat in 1958 door de Mechanisatiecommissie uit
de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting „Goeree"-
Overflakkee" in samenwerking met de firma Van
Rumpt te Stad a/h Haringvliet een prototype ont
worpen was, zijn in 1959 een 7-tal machines door
de praktijk aangekocht.
De hiermede opgedane ervaringen mogen zeker
gunstig worden genoemd. Met de machine, waarvan
de rooi-elementen voorop de trekker gebouwd zijn,
kunnen 4 rijen tegelijk worden gerooid. De uien
van de twee buitenrijen worden naar binnen ge
bracht, waarna ze tussen de trekkerbanden op een
zwad komen te liggen. Achteraan de trekker is
een opvoerband met geleiders bevestigd, hierdoor
worden de uien van grond gereinigd om tenslotte
op een smalle legger (zwad) bijeen te worden ge
bracht.
Voor een juist gebruik van de machine is het
noodzakelijk, dat gezaaid is op een rijenafstand
van 33 cm. De meeste aanbeveling verdient het ge
bruik van een zaaimachine, die op een breedte van
2.64 m is afgesteld.
Uit het bovenstaande blijkt, dat voor het gebruik
van de uienrooier, het toepassen van een bredere
dan tot nog toe over het algemeen voor zaai-uien
gebruikelijke rijenafstand, noodzakelijk is.
Uit in 1959 door de S. N. Ui. F. uitgevoerde proe
ven is gebleken, dat het met de Van Rumpt-uien-
rooier uit een oogpunt van gewasbeschadiging te
bereiken resultaat in sterke mate afhangt van de
snelheid waarmede wordt gereden.
Aangetoond kon worden, dat teneinde beschadi
ging van de uien zoveel mogelijk te voorkomen, de
rijsnelheid van de trekker niet meer dan - 5 km
per uur mag bedragen.
Door het rijden met grotere snelheid neemt zowel
de kans op het optreden van wondrot alsmede van
kale uien toe.
De capaciteit van de machine bedraagt 0.35 ha
per uur.
Aangenomen dat het met de hand optrekken van
1 ha zaai-uien gemiddeld 175 uur vraagt, wordt
door het gebruik van de uienrooier een belangrijke
arbeidsbesparing bereikt.
De prijs van röoi-apparaat en opvoerband be
draagt 2.850,
Teneinde van een voldoende capaciteit verzekerd
te zijn, komen zowel loonwerkers als combinaties
van bedrijven voor het aanschaffen van deze
machine het meest in aanmerking.
J. L. KOERT,
Stichting Nederlandse Uien-Federatie.
Middelharnis, augustus 1960.
Gezien het feit dat in onze streken gerst een
vooraanstaande plaats in het bouwplan inneemt,
wordt ook hier aan onderzoek van dit gewas, in
samenwerking met instellingen als het Proefsta
tion voor Akker- en Weidebouw en de afdeling
NaCoBrouvv van het N. I. B. E. M. ruime aandacht
besteed. Van het rassenproefveld kunnen we mel
den, dat de nummers van C.B., M.G.H. en L.B.W.
er goed voorstaan. Het laat zich aanzien dat de tot
nog toe meest geteelde Balder belangrijk minder
uit de bus zal komen.
Aan de uien wordt op het proefbedrijf ook de no
dige aandacht besteed. We mogen ten aanzien van
de hybride-rassen wel verwachten dat de Ameri
kaanse het niet tegen de Nederlandse kunnen op
nemen, dit nog afgezien van de overige bezwaren,
b.v. met betrekking tot de houdbaarheid, die de
Amerikaanse rassen blijken te bezitten.
Interessant waren ook de rijenafstandproeven.
Het blijkt wel dat men zonder bezwaar tot een
rijafstand van 33 cm kan gaan, dit natuurlijk met
dezelfde hoeveelheid zaaizaad. Een belangrijk
aspect dus voor de verdere mechanisatiemogelijk-
heden in deze teelt. Het ligt dan ook in de bedoeling
op de „Scheldemonden" een demonstratie te geven
met mechanische oogstmethoden voor dit gewas.
Twee percelen worden ingenomen door een per
manente bodemvruchtbaarheidsproef. Men tracht
hiermee een oplossing te krijgen voor de vraag of
stalmest voor deze kalkrijke lichte kleigronden, die
representatief is voor een groot deel van Zeeland,
noodzakelijk is om de vruchtbaarheid op peil te
houden en of het mogelijk is om stalmest door
groenbemesting te vervangen. De tijd zal hier
de leermeester moeten zijn, in de gewassen is nog
geen verschil te constateren.
In de tarwe zijn de verschillen gering. De op
brengsten zullen hier wel hoog worden.
Ook van de suikerbieten is weinig te zeggen.
Bij de aardappelen laten de rassenproeven de po
gingen zien om tot vervanging van de Bintje te ko
men. De Bintje doet evenwel een goede opbrengst
verwachten. Onder andere de Burmana en Minke 38
doen pogingen de Furore te vervangen, mis
schien met meer succes.
Uit de proef met verschillende zaaizaadhoeveel-
heden bij het blauwmaanzaad bleek dat op deze ge
makkelijke grond in het mengsel van 0,8 kg
blauwmaanzaad met 7 kg witte kuituurklaver nog
de helft teveel blauwmaanzaad was uitgezaaid om
niet te moeten uitdunnen. De weersomstandig
heden waren bij ons bezoek nog niet van dien aard
geweest, dat tussen de aangeaarde en niet aange
aarde gedeelten verschillen waren te constateren.
De kleine groene erwten lieten een goede stand,
zien. Bij de schokkers, 'n specifieke teelt voor Zuid-
West-Nederland bevindt zich een ras: C.B.51-1-56-4
wat later is en langer stro heeft. Tijdens de heie
groeiperiode heeft, blijkens de mededelingen van
de heer Bij de Vaate, het een ontwikkeling gehad
die afwijkend is van wat we gewend zijn. Dit ras
heeft een prima oogstverwachting en zal rassen
als: Big Ben, Emigrant en Mansholt wel achter
zich laten.
Tot slot vermelden we nog een vruchtwisselings-
proef waarbij de populaties vrij levende aaltjes en
de invloed hiervan op de gewassen wordt nagegaan.
Blijkens onderzoekingen komen op het bedrijf
slechts geringe aantallen aaltjes voor. Hoewel dit
voor een dergelijke proef geen bezwaar hoeft te
zijn is in de gewassen niet veel te zien.
Zoals ook uit het jaarverslag blijkt is de Proef
boerderij „De Scheldemonden" voor diverse instel
lingen een onmisbare schakel in de onderzoekme
thoden.
De vele groepen bezoekers uit heel Zeeland, die
de heer Bij de Vaate vooral in juni en juli in zijn
bedrijf rondleidt, bevestigen onze mening dat ook
voor de praktijk een bezoek aan dit proefbedrijf
alleszins de moeite waard is.
Pr.
DE REGELING VAN DE VAKANTIE VERGOEDING TE VERSTREKKEN DOOK DE
B. V. A. B. BIJ ZIEKTE EN ONGEVAL VAN VASTE ARBEIDERS.
(Advertentie)
wintertarwe het Nederlandse ras
met topprestaties
IN zowel de C. A. O. voor land- als tuinbouw is
de bepaling opgenomen, dat de vaste en los-
vaste arbeiders bij afwezigheid van aanspraak op
loon tijdens ziekte en ongeval niettemin gedurende
een jaar na aanvang der arbeidsongeschiktheid hun
volledige vakantierechten behouden.
E>e werkgever is dan ook steeds gehouden tot
vergoeding van de volledige vakantierechten, ech
ter alleen indien de arbeider aan de werkgever
afdraagt, hetgeen hem door de B. V. A. B. terzake
van de vakantierechten wordt verstrekt of indien
hij zijn werkgever machtigt deze vakantievergoe
ding voor hem in ontvangst te nemen.
Van werknemerszijde wordt vaak geïnformeerd
naar het bedrag van de vakantievergoeding, welke
door de B. V. A. B. over een ziekte- of ongevals
periode wordt vergoed.
Het lijkt daarom dienstig eens na te gaan hoe
deze bedragen worden berekend.
DE VAKANTIEVERGOEDING
ONGEACHT of een werknemer nu een geheel
kontraktjaar of wel een gedeelte daarvan in
dienst is, dient over elke dag, waarover uitkering
wordt verleend (ziekengeld of ongevalsuitkering
gedurende het eerste jaar) een vakantievergoeding
te worden verstrekt ten bedrage van 1/300 van het
loon over de volle vakantie de volle vakantie
toeslag.
LOON
ONDER loon wordt verstaan het loon, volgens
de C. A. O. zonder huurkompensatie, vermeer
derd met die vaste toeslagen per week, welke de
C. A. O. toestaai.
Is het loon niet het gehele kontraktjaar gelijk
maar wisselend, b.v. zomer- en winterloon, dan
dient daarvan een gemiddelde te worden berekend.
Indien de zomerperiode dus b.v. zoals in de land
bouw in Zeeland 39 weken bevat en de winterpe
riode 13 weken, wordt het gemiddeld weekloon ge
steld op: 39 x zomerweek loon 13 x winterweek-
loon 52 (weken).
VOLLE VAKANTIE.
ONDER volle vakantie dient te worden verstaan
het aantal vakantiedagen, waarop de werk
nemer aanspraak kan maken. Dagen als Goede
Vrijdag, 30 april, 1 mei, 15 augustus, 1 november
e.d. zullen, indien de werknemer op deze dagen
vrijaf heeft als snipperdag dus als 'vakantiedagen
worden aangemerkt. Niet als vakantiedagen wor
den beschouwd de dagen, welke de werkgever
verplicht is vrij te geven buiten de „normale"
vakantie om, zoals b.v. bij overlijden van bloed
verwanten, huwelijk e.d. In het algemeen zijn er
13 vakantiedagen per jaar.
De vakantietoeslag is gelijk aan het loon over
2 weken of 12 dagen. In totaal bedragen de va
kantierechten per jaar dus het loon over 25 (13
12) dagen.
De vakantie vergoeding per uitkeringsdag be
draagt derhalve 1/3GG x het loon over 25 dagen,
waarbij een dagloon gesteld wordt op 1/6 van het
gemiddeld weekloon.
DE CHEQUEBON.
DE verstrekking van de vakantievergoeding ge
schiedt per chequebon aan de werknemer,
tenzij deze zijn werkgever heeft gemachtigd de
vakan tie vergoeding voor hem in ontvangst te ne
men. In dit geval wordt de vakantie vergoeding in
geld aan de werkgever overgemaakt op dezelfde*
wijze als de uitkering.
Indien een vakantievergoeding aan de werkne
mer moet worden verstrekt, geschiedt dit in de
vorm van een chequebon. Deze bon is bestemd om
de werkgever in de gelegenheid te stellen de ar
beider de volle vakantie met behoud van loon en
de vakantietoeslag te verstrekken en moet door
de werknemer derhalve vóór of bij de aanvang
van de vakantie of uiterlijk aan het eind van het
kontraktjaar aan de werkgever worden afge
geven; alleen de werkgever kan de bonnen n.l. ver
zilveren.
De werkgever stuurt de van zijn werknemer
ontvangen chequebon naar het gewestelijk kan
toor van de B. V. A. B., die de geldswaarde van de
chequebon aan de werkgever overmaakt per giro
of postwissel.
De werkgever moet deze chequcbon-
ncn aan het gewestelijk kantoor van de
B. V. A. B. uiterlijk inleveren op de
datum welke op de achterzijde van de
chequehon staat vermeld. Na deze
datum ingezonden bonnen kunnen niet
meer worden verzilverd.
OMSLACHTIG.
HET behoeft geen nader betoog, dat deze rege
ling door middel van chequebonnen omslach
tig is en de rechtstreekse betaling aan werkgever
verre hierboven te verkiezen is. Het bezwaar van
vele werknemers, dat zij dan onbekend blijven met
het bedrag, dat voor hen aan de werkgevers wordt
overgemaakt, kan worden ondervangen doordat de
B. V. A. B. aan de werknemer mededeelt, hoe groot
dit bedrag is. Indien de werknemer bij het tekenen
van de machtiging verzoekt om het bedrag aan
vakantie vergoeding aan hem mede te delen, zal
de B. V. A. B. dit gaarne doen. Ter voorkoming
van overbodige administratieve rompslomp ver
dient het dan ook aanbeveling dat de werknemer
de B. V. A. B. machtigt om het bedrag van de
verschuldigde vakantie vergoeding aan de werkge
ver over te maken.
PREMIEVASTSTELLING 1939.
DOOR het Bestuur der B. V. A. B. zijn voor Zee-
land over 1959 de volgende premie-percentages
vastgesteld: ongevallenverzekering 1.5 zieken
geldverzekering 2.6