Wat enigszins van belang is deze week
H1
No. 2541 Frankering bij abonnement; Terneuzen ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1%0
48e laargaiig
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
8IVM^ Officieel Orgaan van de
waarin opgenomen
DE BOERENJEUGD
Officieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ
•n de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND
OVERZICHT
AARDAPPEL IN OPSPRAAK
JET Duitse blad ,,Kartoffelwirtschaft" produceert de laatste tijd veel cijfers over de pro-
1 duktie en het verbruik van aardappelen in de E.E.G.-landen. Nu blijft het opstellen van
een aardappelbalans min of meer een slag in de lucht, maar één voorzichtige conclusie kun
nen v/e ongetwijfeld trekken. Namelijk, dat er in het E.E.G.-gebied normaliter voldoen
de aardappelen zijn. Temeer daar de consumptie-aardappelen voor een deel verwisselbaar zijn
met de aardappelen uit de veevoedersector en zij het in geringe mate met de fabrieksaard
appelen. Met andere woorden, als het aanbod van aardappelen voor menselijke consumptie
zeer krap is, is een vlotte aanvulling uit de veevoedersector mogelijk. Omgekeerd als het aan
bod van eetaardappelen ruim is, zal een deel naar de voersector vloeien. De markten tussen
de aardappelen voor diverse bestemmingen zijn dus weinig gescheiden en daar de vraag naar
consumptie-aardappelen weinig prijsgevoelig is, ligt de aardappel vooral in goede oogstjaren
niet bepaald sterk in de markt. Ja, die vraag. De consumptie per hoofd daalt nog voort
durend en het ziet er naar uit, dat de bevolkingstoename deze daling niet vermag te com
penseren.
Het lijkt er wel eens op, dat de aardappel eert
zorgenkind gaat worden. Allerwege rijst de
vraag: wat kunnen we doen om de teruggang in
het verbruik af te remmen of zo mogelijk geheel
tot stilstand te brengen? De consument stelt in
de moderne welvaartsstaat hoge eisen aan de
ver- en gebruiksartikelen. Er bestaat wat dat be
treft een wisselwerking tussen vrager en aan
bieder. Want de producenten en handelaren van
hun kant trachten elkaar de loef af te steken in
kwaliteit, service, verpakking en wat dies meer
zij.
Bij de aardappel nu gaan door de gestegen wel
vaart de vervangingsartikelen een grotere rol
spelen. We willen hiermee geenszins beweren
als zouden er geen aardappelen meer geconsu
meerd worden. Echter wel. dat de concurrentie
van andere voedingsmiddelen sterker wordt.
GEZONDE BELANGSTELLING
NOGMAALS, wat kunnen we hier aan doen?
We kunnen beginnen te constateren, dat er
ïn de aardappelbranche sedert enkele eeuwen
praktisch niets veranderd is. Alleen daardoor al
lopen we achter, want anderen zitten niet stil.
Gelukkig valt er thans een kentering te consta
teren. De lijst met organisaties en instellingen,
die zich de laatste jaren met de aardappelen
bezig houden, begint langzamerhand indrukwek
kend te worden. Ook de propaganda voor het
aardappelverbruik steekt schoorvoetend van wal.
Schoorvoetend in deze zin, dat de consument
daar gaat het toch om er nog niet veel van
merkt. Maar wat niet is kan komen, of beterzal
moeten komen. Daar zullen we van overtuigd
dienen te raken. Nu zijn propaganda en reclame
maken mooie dingen, maar dan zal er ook wat
goeds aangeboden moeten worden. Wel, daaraan
blijkt nog veel te ontbreken. De onderzoekingen,
onder meer naar de wijze waarop het produkt de
uiteindelijke verbruiker bereikt, wijzen het uit.
Ook voor de aardappel geldt, dat we verticaal
moeten denken. Anders gezegdalle schakels van
producent via de handelsgeledingen tot consu
ment zullen van de noodzaak om een uitgebalan
ceerd produkt te leveren doordrongen moeten
zijn. Anders komen we er nooit.
Smaak, kleur, uiterlijk, sortering, knolvorm,
zuiverheid, verpakking, gewicht, het zijn allemaal
punten, die afgestemd moeten zijn op de consu
menten. Eén ding is duidelijk: de kwaliteit zal
aan hoge eisen moeten voldoen. Over smaak valt
nog steeds niet te twisten. Maar wel over de sor
tering, over rotte, beschadigde, zieke, misvormde
en blauwe knollen. Daar kunnen we wel wat aan
doen.
Gelukkig komt er wat leven in de brouwerij.
Er is veel te doen, temeer daar de diverse scha
kels zo omvattend zijn. Noemen we de grote
groep telers, de handelaren en in het bijzonder
ook de detailhandelaren in aardappelen. Een
enorme verscheidenheid, evenzo in opvattingen.
Met name de telers zullen de handen eveneens
uit de mouwen moeten steken. Er zijn inmiddels
initiatieven ontwikkeld om gezamenlijk de afzet
ter hand te nemen.
Kwaliteit voorop. De consument goed be
dienen. Als „Kartoffelwirtschaft" gelijk heeft,
dan zal alleen de kwaliteitsklasse het op den
duur winnen. De aardappel als massa-artikel
zal zich opsplitsen en alleen de kopgroep zal
zich goed kunnen handhaven. Het getoto met
de aardappel als inzet moet tot het verleden
gaan behoren. Geen gesol meer. De aardappel
is een volwaardig voedingsmiddel. Dat zij de
leus.
AFZET EN ZELFBOEN
NIET ALLEEN BIJ AARDAPPELEN
JARS. Schelhaas heeft in Economische Statis-
tische Berichten in een tweetal artikelen ook
een soort balans opgesteld ten aanzien van de
zuivel. Het evenwicht tussen produktie en con
sumptie is blijkbaar een geweldig belangrijk eco
nomisch gegeven. Wij willen dit geenszins ont
kennen, maar merkwaardig genoeg krijgt de pro
duktie doorgaans de grootste aandacht. Voor
drs. Schelhaas gaat deze uitspraak echter niet
op. Hij stelt nadrukkelijk, dat stimulering van de
afzet in het E.E.G.-gebied mogelijkheden biedt.
In het zuivel-sortiment zitten ongetwijfeld vele
welvaartsprodukten die nog voor een groter ver
bruik in aanmerking komen. Ook enkele rede
voeringen binnen de kring van de boerenstands-
organisaties verdienen in dit verband vermelding.
Het is o.i. een gelukkig verschijnsel, dat naast de
zeer belangrijke landbouwpolitieke vraagstukken,
die doorgaans sterk in de produktiesfeer liggen,
de afzetfacetten sterker de aandacht krijgen. Het
sluitstuk van iedere produktie is tenslotte de af
zet. Dat boeren en tuinders door samenwerking
bij de verwerking en afzet de tijd verstaan is
buiten kijf. Dat de standsorganisaties dit positief
tot uitdrukking brengen, kan slechts worden toe
gejuicht. De E.E.G.-strubbelingen hebben dan in
ieder geval dit voordeel, dat ze ons dichter bren
gen tot het begrip markt. Het integratie-proces
ofwel „de industrialisering van de landbouw"
helpt hieraan stellig een handje mee. Een nog
nauwere samenwerking tussen standsorganisatie
en coöperatie komt zeker gewenst voor. En land-
bouwvoormannen hebben dat ook met nadruk
naar voren gebracht.
ENGELAND DOET NIET MEE
AAN DE E. E. G.
INMIDDELS al oud nieuws. Engeland is nu
eenmaal nooit erg continentaal ingesteld ge
weest. Meer atlantisch met het Britse gemene
best in het centrum. En van dat centrum is En
geland zelf nog steeds het middelpunt, al zijn er
middelpuntvliedende krachten werkzaam.
Of Engelands besluit om niet aan de E.E.G.
mee te doen verstandig is, zal de geschiedenis
moeten leren. Een onzer dagbladen vreesde nu
reeds zeker te weten, dat het niet zo was. Onder
tussen moeten we dat dagblad direct toegeven,
dat Nederland van de E.E.G.-partners van ouds
her het minst continentaal gedacht en gehan
deld heeft. Dat brengt ons in een bijzondere po
sitie. Namelijk, dat wij ernstig moeten toezien,
dat de E.E.G. niet té continentaal wordt. Afslui
ting is niet alleen voor Nederland funest, maar
voor het gehele Euromarktgebied. Als klein
landje zullen we er voor moeten waken en des
noods strijden, dat de in- en uitvalswegen met de
rest van de wereld ruime doortocht mogelijk ma
ken. Niet alleen economisch gezien. Overigens
wordt het niet gemakkelijker om als klein staatje
in deze wereld van macht en geweld groot te
zijn. In de woestijn wordt meerdere malen tever
geefs geroepen
Op 1 augustus j.I. vierde de Commissaris der
Koningin in Zeeland, Jlir. Mr. A. F. C. de Casem-
broot, onder overweldigende belangstelling zijjn
12/2 -jarig ambtsjubileum.
Vanaf' deze plaats wensen wil onze Commissaris,
die altijd zeer grote belangstelling heeft voor het
wel en wee van de landbouw in Zeeland fra
't algemeen en van de Zeeuwse Landbouw Maat
schappij in 't bijzonder, nog vele voorspoedige
jaren toe bij de uitoefening van zijn ambt.
Klaarblijkelijk is de E.E.G. één grote graan
schuur, althans naar landbouvvmaatstaven ge
meten. De graanpolitiek staat tenminste voort
durend in de branding. Wij hebben dat nooit zo
geweten. Onze invoer van overzee nam ons zeker
te veel in beslag. Alweer zo'n punt waarvoor
Nederland bij de andere partners op de bres moet
staan. Voor granen geldt n.l. evenzeergeen con
tinentale oogkleppen. Om in de beeldspraak te
blijven: coupeer het Europese paard in gepaste
mate.
IN NEDERLAND ZELF
vraagt de oogst alle aandacht. Veel vakantie
gangers. Boer en toerist hebben in ieder geval
één ding gemeen. Ze verlangen allebei naar goed
weer. De een om te werken en de produkten
prachtig binnen te halen. De ander om te kun
nen genieten van zijn vakantie. Maar iemand die
werkt, kan gelukkig ook genieten. Zeker de boer
bij zijn oogstwerkzaamheden. Veel succes. Ook
met de afzet.
Nederland reist, rust en werkt. In ons rustige
landje veroorzaakte de toto enige rimpels. Afge
wacht moet worden in hoeverre de Eerste Kamer
nog deining kan veroorzaken. Brood en spelen.
Dat de spelen zo de aandacht hebben, zal er op
duiden, dat er brood voldoende is. Niet bij brood
alleen. De interpretatie is ruim te nemen.
Over het bijmengenspercentage van de in
landse tarwe is het laatste woord niet gespró
ken. Er zit kennelijk meer achter. Maar daarom
behoeven we het niet te bruin te bakken. Kijk>
nu komen we alweer in de granen terecht.
Temeer, mooi weer maakt dorstig en het bier is
nog steeds best. Wie zei daar iets over brouw-
gerst? Valt daar nog een verstandig woord over
te zeggen? Soms worden alleen maar daden
gevraagd. De boeren en tuinders in Nederland
weten er in deze tijd van het jaar alles van. Het
is aanpakken geblazen.
J. DIJ.