Het landbouwbedrijf m ontwikkeling r~ In dit nummer No. 2535 Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 25 JUNI 1963 48e Jaargang ZEEUWS LANDBOUWBLAD waarin opgenomen DE BOERENJEUGD Officieel Orgaan van de ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ en de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND Ir J. M. A. PENDEBS Secretaris van de Landelijke Land bouw voorlichtingsraad. |\E heer Penders begon zijn inleiding met een schets van de ontwikkeling van het aantal landarbeiders. Het aantal landarbeiders daalde in de periode 1947-1957 in Nederland met 38 °/o. In Zeeland is ten dele door de afgesloten ligging van verschillende gebieden waarin het Delta plan verandering zal brengen de afname ge ringer geweest, namelijk rond de 20%. Deskundi gen achten een verdere daling met 25 in de komende 10 jaar mogelijk. Verkorting van de ar beidsduur dringt zich in de naaste toekomst op, ook voor de landarbeiders. Tegenover een verho ging van arbeidslonen met 100 staat er een van 20 voor de nieuwwaarde van werktuigen. Een en ander leidit tot een versnelde mechanisa tie. Menselijke arbeid wordt in toenemende mate vervangen door kapitaal (machines, werktuigen). Per werker in de landbouw zijn gemiddeld 50.000, in de tuinbouw 100.000 geïnvesteerd. In het algemeen blijkt de mechanisatie niet te heb ben geleid tot lagere produktiekosten. De mecha- nisatiegraad van een bedrijf blijkt in de praktijk geen deugdelijk kengetal voor een optimale be drijf sexploitatie, evenmin als de produktie per man. Er kan een groot verschil zijn tussen tech nisch en economisch optimum. Gezien de grote investering vraagt mechanisatie grotere produk- tie-eenheden per bedrijf. Anderzijds neemt in schakeling van werk door derden toe, waarbij het aantal loonwerkers sterker toeneemt (momenteel 3000) dan dat van de werktuigcoöperaties, waar van het aantal zelfs achteruit gaat sinds de sub sidiëring in het kader van de Dienst Kleine Boe ren afgelopen is. De bedrijfsleiding inclusief de administratie (afschrijving) en gerichte aanpas singin bouwplan, in teeltwijze (b.v. gelijke rijenafstand, tijdige voorbereiding van werkzaam heden) vormen hier het knelpunt. Er zijn zeer goede uitzonderingen, als bijvoorbeeld de werk tuigencoöperaties in Westkapelle en die in Zuid- zande, een vorm van voorbeeldige en voordelige samenwerking van rond 10 bedrijven. Ten aanzien van introductie en toepassing van verschillende nieuwe technische ontwikkelingen, als het bewaren van aardappelen in luchtge- koelde bewaarplaatsen, het ventileren van hooi en het drogen van graan vindt individuele toe passing reeds op vrij uitgebreide schaal plaats. Toch blijken zelfs de voor Nederlandse verhou dingen grotere bedrijven allengs te klein om tot individuele aanschaf van verschillende moderne landbouwmachines over te gaan. Een sproeima- chine vraagt ruim 20 ha bouwland, een aard- appelpootmachine inclusief verzamelrooier min stens 4 ha aardappelen om individuele aanschaf verantwoord te maken. ,,Met het centraal stellen van de bedrijfs leiding kan niet volstaan worden bij de aanpassing en ontwikkeling van de land bouw voor grote delen van het platteland. Maatregelen die de capaciteit, ook in finan cieel opzicht, van de agrarische bevolking te boven gaan door verbetering van de cul tuurtechnische produktieomstandigheden, ontsluiting en toerusting van het platte land, blijven daarom noodzakelijk. Zij zul len het niveau van de bedrijfsvoering en de leefbaarheid van het platteland aanmerke lijk kunnen verhogen". Aldus ir. J. M. A. Penders, inspecteur van de Landbouwvoorlichting, op de Algemene Vergadering van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij op 16 juni 1960, gehouden in de „Prins van Oranje" te Goes. 0 De inleiding door Ir J. M. A. Penders gehouden op de Algemene Vergade ring der Z. L. M. te Goes op donder dag 16 juni j.l. op pag. 481, 483 en 491 De notulen van deze vergadering wor den in ons volgend nummer opge nomen. De notulen van de Hoofdbestuursver gadering volledig in dit nummer op de pagina's 485 t/m 487 en 499 to Het oogsten en dorsen van graszaad pag. 490 en 491 to De tuinbouwrubriek geeft deze week het slot van het artikel over de win terbloemkoolteelt, in het bijzonder het oogsten van dit produkt behan delend. Verder een aantal berichten en gegevens over de fruitteelt op pag. 488 en 489 to Koprotbestrijding in plantuitjes, een verslag over de regionale Varkens- fokdag voor YV. Zeeuws-Vlaanderen en de Pootgoedsituatie op pag. 493 Zitdagen Boekltoudbureau der Z.L.M pag. 482 In machines en werktuigen is rond 2 miljard gulden geïnvesteerd, dat is gemiddeld 1000, per ha. Jaarlijks wordt ruim 100 miljoen daarin geïnvesteerd. Import van trekkers, waarvan er 400 soorten draaien, bedraagt 40 miljoen, de werk tuigenimport bedraagt reeds meer dan 35 mil joen, waar.an ruim een derde wordt geëxpor teerd. De factor landarbeid met daaraan nauw ver bonden technische, economische en sociale aspec ten is de primaire factor bij de structuurverande ring in de landbouw. Bouwplah en beschikbare ar beidskrachten dienen aan elkaar aangepast te worden. ïfilÉ DE BEDRIJFSGEBOUWEN DE bedrijfsgebouwen vormen een knelpunt ten aanzien van de arbeidsproduktiviteit en met name op een weidebedrijf waar het percentage aan arbeid in en om de gebouwen tot 70 opge schoven is, tegenover rond 20 i> op de akkerbouw bedrijven. Naar schatting is 90 ondoelmatig in gericht. Op de weidebedrijven is twee derde ouder dan 50, een derde ouder dan 100 en/of een zesde ouder dan 150 jaar. Het gebouw is evenals een landbouwwerktuig een produktiemiddel dat in betrekkelijk korte tijcf afgeschreven moet kunnen worden bij de ontwik keling van de techniek en het zich aanpassen van de bedrijfsorganisatie aan de zich sterk en snel wijzigende produktie-omstandigheden. Tegenover betrekkelijk geringe en kostbare nieuwbouw (per jaar worden 500 nieuwe boerderijen na brand en in ruilverkavelingsgebieden gebouwd) zullen vooral doelmatige verbeteringen aan bestaande bedrijfsgebouwen noodzakelijk zijn. Een moderne grupstal behoeft voor melkvee niet minder doel matig te zijn dan 'n loopstal, die voor jongvee en mestvee voordeel heeft maar voor open weidegebieden wat betreft het weer en het stro verb ruik vooralsnog nader be proefd moet worden op uiteindelijk* voordelen. Het oogsten en dorsen van graszaad Op pag. 490/491 behandeld de heer J. E. Wolfei t van P. A. YV. te YVageningen verschillende oogst- en dorsmetUoden bij de graszaadteelt. DE PRODUKTIE- FACTOR GROND IYE produktiefac-i tor grond is in beweging. Sinds 1919 daalt het aantal be drijven groter dart 20 ha relatief en stijgt dat in de grootteklasse 10-20 hectare. Na 1950 zet deze gang zich voort, waarbij ook de bedrijven van 1- 10 ha afnemen. De praktijk reageert dus metterdaad on danks de belemme ring van bindende regelingen, die een soepele aanpassing bemoeilijken. De op pervlakte is een be trekkelijke (deen- maat naar gebied en bovendien een dyna- (Zie verder pag. 483)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 1