DE MAATSCHAP
EN DE SOCIALE VERZEKERING
een S-iericLit voorU
.WETENSWAARDIGHEDEN VOOR WERKGEVERS
(60)
210
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
£EN maatschap is een overeenkomst, waarbij twee of meerdere personen zich verbinden om
iets in gemeenschap te brengen met het doel het daaruit ontstane voordeel met elkander
te delen.
De wet geeft geen bepaalde voorschriften omtrent de wijze van oprichting van de maat
schap. In de praktijk zal men echter de rechten en verplichtingen van de leden der maat
schap nauwkeurig omschrijven. Dit kan in de vorm van een onderhandse of authentieke
akte gebeuren. Hierin wordt dan o.m. het beheer, de winstdeling', de verhouding tegenover
derden en het beëindigen van de maatschap nadrukkelijk vastgelegd.
Tot zover deze korte en geenszins volledige uiteenzetting betreffende de maatschap. Het zou
ons te ver voeren om hier deze overeenkomst volledig te behandelen.
Hoewel de maatschap een niet zo veel voorko
mende vorm van overeenkomst in Zeeland is,
lijkt het ons toch nuttig naar aanleiding van
enige recente uitspraken van de Centrale Raad
van Beroep op de maatschap betrekking hebben
de, te bespreken.
Wat was n.l. het geval? Niettegenstaande de
tussen boer en arbeider op basis van maatschap
gesloten overeenkomsten, achtte de B.V.A.B. afd.
Friesland) de arbeid als in loondienst verricht
en beschouwde de arbeiders onder de sociale
verzekeringswetten vallend.
De boeren ontvingen premie-aanslagen en gin
gen hiertegen in beroep. Na door de Raad van
Beroep in het ongelijk gesteld te zijn, besliste
echter de Centrale Raad van Beroep in gunstige
zin en oordeelde dat ten onrechte premie gehe
ven was.
Op een tweetal van deze beslissingen willen wij
nader ingaan.
tN het eerste geval betrof het een gezegelde
1 en geregisteerde overeenkomst, waarin par
tijen het volgende waren overeengekomen.
De ondergetekenden zouden vanaf een bepaal
de datum voor gezamenlijke rekening het kwekers-
bedrijf uitoefenen, dat voorheen door de eigenaar
voor eigen rekening werd verricht. Eigendoms
overdracht vond niet plaats, zodat de eigenaar al
les wat tot dit bedrijf behoorde, inclusief de aan
wezige reserves, aan zich hield.
Partijen hadden wederzijds het recht om vóór
1/12 van ieder jaar de overeenkomst op te zeggen
en indien dit niet tijdig had plaats gevonden,
werd de overeenkomst geacht met een jaar te zijn
verlengd.
Is dat wel economisch
PR zijn de laatste jaren en misschien al veel
langer ai heel wat „toverwoorden" in de
landbouwpers gehanteerd en misschien is het
wel aardig er enkele de revue te laten passeren.
Een ervan is „specialisatie". Hiermee bedoelt
men dan voor de boer het zich toeleggen op min
der produktie-inrichtingen en produkten. Eco
nomisch gezien heeft specialisatie grote voorde
len.
Teelt men bij voorbeeld minder produkten dan
zal men minder omschakeling hebben van werk
tuigen, minder kantverliezen en wellicht een
betere organisatie.
Het inzicht in de marktsituatie van enkele pro
dukten is gemakkelijker dan van een groot aan
tal. Als nadeel wordt vaak de kwetsbaarheid aan
gehaald en inderdaad zit hier wat in.
Eerstens heeft men bij het telen van slechts
zes gewassen, wanneer één ervan totaal mis
lukt één zesde deel in het bedrijf verspeeld. Zijn
er twee gewassen dan een tiende deel als één ge
was mislukt. Beseft men echter wel dat hoe gro
ter het aantal gewassen des te groter de kans dat
één ervan slechte resultaten geeft. Minder gewas
sen, minder kansen, maar indien het mis loopt
met één ervan, is het ernstiger.
Overigens zijn er ook kansen op extra goede
resultaten, in opbrengst op prijs en daarvoor
geldt hetzelfde.
Wij geloven, dat, wanneer men de nodige voor
zichtigheid betracht met de verkooppolitiek en
men bovendien de uitgaven naar een gemiddeld
inkomen zet, middels reservering in de betere
jaren, deze risico's wel overkoombaar zijn.
Daarnaast ontstaan de grote schommelingen
in ons inkomen niet zozeer door verschillen in
prijs of opbrengst van één enkel produkt maar
veel meer door de wisseling in goede en slechte
jaren.
Wat betreft de risicospreiding zijn wij dus niet
erg ongerust over het verminderen van het aan
tal produkten. De economische voordelen van
meer specialisatie zijn daarentegen naar onze
mening bijzonder groot. De arbeidsverdeling
speelt echter óók een belangrijke rol maar in ver
band met de arbeidsspreiding van ondergetekende
behandelen wij dat volgende week.
WARMENHOVEN.
Ten aanzien van de jaarlijkse winstdeling was
overeengekomen dat „partijen de winsten en
verliezen van het betreffende bedrijf gezamenlijk
zullen genieten of dragen", met, dien verstande
dat de „arbeider" een gegarandeerde minimum
winstaandeel genoot van ƒ2000,per jaar.
j N het tweede geval luidde de eveneens schrif-
telijke overeenkomst dat voor gezamenlijke
rekening een veehouderijbedrijf gevoerd zou
worden en wel onder de volgende bepalingen.
Het bedrijf bleef eigendom van de eigenaar. De
overeenkomst zal elk jaar aanvangen op 1/5 en
eindigen op 30/4 van het daarop volgende jaar,
behoudens buitengewone gevallen. Voor beide
partijen gold een opzeggingstermijn van ten
minste 2 maanden voor het einde van het kon-
traktjaar. Bij de aanvang der overeenkomst
wordt de levende inventaris door beide betrokke
nen op waarde geschat, evenzo de pachtwaarde
van het bedrijf. De eigenaar zal uit de opbrengst
van het bedrijf vooruit ontvangen 3Vè van de
waarde van de levende inventaris, de pachtwaar
de en een bedrag van ƒ2500,— voor afschrijving
der dode inventaris. Vervolgens delen beide be
trokkenen gelijk op. Beiden hebben gelijke rech
ten en verplichtingen ten opzichte van elkaar en
van het bedrijf.
IN dat geval was dus geen sprake van een be-
dongen minimumaandeel in de winst. De ven
noot die alleen zijn werk inbracht kreeg echter een
wekelijks voorschot van 70,van de andere, en
elk van beiden achtte de veronderstelling dat de
opbrengst lager zou zijn dan overeenstemde met
deze betalingen zo onwaarschijnlijk, dat het alleen
een theoretische zaak was dat dan op het voor
schot terugbetaald zou moeten worden.
In beide gevallen overwoog de C. R., dat geen
der overeengekomen bepalingen in strijd was
met het wezen van een maatschap, en deze over
eenkomsten, in hun geheel genomen, beantwoord
den aan de voorschriften omtrent maatschap, op
genomen in het B.W. Dat gold zowel voor het
gegarandeerde minimumaandeel voor de vennoot
die slechts zijn werk inbrengt (eerste geval) als
ook voor de vergoedingen die de kapitaal inbren
gende vennoot voor zich bedongen had (tweede
geval).
U'
fITDRUKKELIJK constaterende dat ook in
deze beide gevallen de overeenkomsten door
partijen waren nageleefd, en de „arbeiders-ven
noten" hun winstaandeel hadden genoten, besliste
de C. R. dat geen dienstbetrekking tussen deze par
tijen bestond en dus ten onrechte premie geheven
was.
Tot zover deze uitspraken. Wel dient, als op ba
sis van maatschap, een overeenkomst wordt aan
gegaan, er met nadruk op gewezen te worden dat
bij eventueel voorkomend ongeval of ziekte, de
arbeider niet door de soc. verzekeringswetten ge
dekt is en dus voor dekking van dit risiko op an
dere wijze voorzieningen getroffen moeten wor
den.
B.
DE VOEDING VAN DE AARDAPPEL
Van alle gewassen reageert de aardappel wel het sterkst
op de bemesting.
Geef dit gewas daarom ruim de beschikking over voedings
stoffen.
Bij de bemesting van aardappelen vraagt het fosfaat,
allereerst de aandacht.
Het belangrijkst is de vorm waarin dit wordt toegediend.
Aardappelen vragen gemakkelijk opneembaar, in water
oplosbaar fosfaat.
Superfosfaat is hier dus de aartgewezen meststof.
Zowel op de opbrengst als op de kwaliteit van de aardappel
oefenen de bijzondere eigenschappen van superfosfaat een
opvallend gunstige invloed uit.
Bij de teelt van pootaardappelen op proefvelden kwam dit
in het afgelopen seizoen weer duidelijk naar voren.
Om het hoogste rendement van een superbemesting te
verkrijgen dient men echter ook de juiste aanwendings-
methode toe te passen.
Onze proeven, waarbij de super over de open plantgaten of
de open ruggen werd gestrooid, geven ook hierover ophel
dering.
4
fosfaatbemesting
in kg/ha
aanwendingsmethode
knol
opbrengst
in kg/ha
600 super
600 super
over de open plantgaten
na het poten
43890
40950
ONS ADVIES, gebaseerd op veeljarig onderzoek met aard
appelen, luidt: BEMEST DE AARDAPPEL RUIM MET FOSFAAT.
500-700 KG/HA SUPERFOSFAAT IS ALLESZINS VER
ANTWOORD!
Pas de juiste aanwendingsmethode toe. Dit vergroot het
rendement van de meststof en de rendabiliteit van de.
aardappelteelt.
t
Op een goed geleid landbouwbedrijf kan superfoi
worden gemist.
niet*
Vrsag ons gretlfl
vlufl»chrllt No. 51
„Superfosfaat inl
korrelvorm"
STICHTING VOORLICHTINGSDIENST VOOR JuPERFOSFAAl^
POSTBUS 24 WAGENINGEN
(AdfJI
OPBRENGST-
DERVING DOOR TE
LAAT ZAAIEN
Verschillende cul
tuurtechnische maat
regelen, zoals grond
verbetering, egalisa--
tie, drainage enz. ma-
ken de groeiomstan-:
digheden voor gewas
sen gunstiger. Daar
naast hebben deze
maatregelen vaak
ook tot gevolg, dat
de grond in het voor
jaar vroeger bewerk
baar is, zodat eerder
kan worden gezaaid.
In het februarinum
mer van het Land
bouwkundig Tijd
schrift behandelt de
heer G. P. Wind aan
de hand van litera
tuuronderzoek de in
vloed van de zaaitijd
op de opbrengsten.
Schrijver komt tot
de conclusie, dat iede
re dag later zaaien
dan in verband met
seizoen en de toe
stand van de grond
mogelijk is, een op-,
brengstverlaging
geeft. Deze is in het
vroege voorjaar nog
klein, maar stijgt in
april tot belangrijke
waarden. Vooral in
een ongunstig voor
jaar is het dus van
belang zo vroeg als
mogelijk is te zaaien.
Bij haver en gerst
werd nagenoeg nooit
schade door te vroeg
zaaien geconstateerd
Zomertarwe, bieten
en aardappels kunnen
wel nadeel onder
vinden door te vroege
zaai. Door één dag te
laat zaaien in febru
ari wegens ongunsti
ge weersomstandig
heden kan een schade
optreden van één tot
enkele guldens per
ha. Dit bedrag loopt
op tot ongeveer 20
gld/ha/dag in begirt
mei.