RASSENNUMMER "X Het gaat om meer r .J dan de opbrengst alleen zeeöwse landbouwmaatschappij en de landbouw jongeren gemeenschap zeeland Zitdagen Boekhoud- bureau In dit nummer No. 2511 Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 9 JANUARI 1960 48e Jaargang ZEEUWS LANDBOUWBLAD waarin opgenomen DE BOERENJEUGD Officieel Orgaan van de m is met recht een vraag hoe de toe komst van een nieuw ras zal verlopen. Zal het een aanvulling of zelfs een verbete ring van het bestaande sortiment beteke nen Krijgt het misschien concurrentie van een vrijwel gelijkwaardig kweekpro- dukt, of zullen de toekomstmogelijkheden door onbekendheid of onjuist gebruik reeds bij de start gesmoord worden iHANNEER een nieuw produkt de zorgende hand van de kweker verlaat is er al veel aan te koste gelegd. Na dikwijls zeer moeizame arbeid en veelal grote investeringen lukt het hem zo nu en dan met iets te komen waar de landbouw voor deel mee zou kunnen doen. Er is dan al heel wat onderzoek geschied eer het zover is. Het is goed om als inleiding op de volgen de rassenberichten dit kwekerswerk voor het voet licht te brengen en te onderstrepen van welk een onschatbare betekenis dit voor de landbouw is. OOSTBURGWoensdag 13 jan. in café „De Windt". ZIERIKZEEDonderdag 14 jan. in hotel „Huis van Nassau". MIDDELBURG: Donderdag 14 jan. in hotel „De Eendracht". KORTGENE: Donderdag 14 jan. in hotel „De Korenbeurs". THOLEN: Zaterdag 16 jan. in hotel „Hof van Holland". De praktijk leert dat de kans dat een nieuw ras een verbetering inhoudt wel zéér klein is. Dit blijkt reeds op het kweekbedrijf waar slechts één uit duizen den kweekprodukten toekomst heeft. Het blijkt ook uit het daarna volgend onder zoek, dat aanvankelijk door het Instituut voor Rassenonderzoek van Landbouw gewassen plaats vindt en later over ge heel Nederland wordt uitgebreid. De uit voering van laatstgenoemd onderzoek ge- schiedt door de Rijkslandbouwvoorlich- tingsdienst, waarbij eerdergenoemd In stituut coördinerend optreedt. Uiteraard zal dit onderzoek dat op proefvelden plaats vindt, op centrale pun ten bijeengebracht worden. Proef boerde rijen en centrale proefvelden lenen zich hier goed voor, zodat tevens de voorlich tende waarde bij bezoek door excursies zo groot mogelijk kan zijn. ALVORENS nu opname in de Rassenlijst over- wogen wordt, komt het nieuwe ras enige jaren op deze proefvelden voor, waar het nauwkeurig gevolgd wordt. Vooral de steeds wisselende weers invloeden werken mee om de bedrijfszekerheid van het ras aan te tonen. Gewoonlijk kunnen na enkele jaren in een cijferreeks de verschillende eigen schappen van het ras worden aangegeven en kan daarmede het bedrijfstype en de grondsoort wor den bepaald waarvoor het ras een waardevolle verbetering betekent. Volgt opname in de Rassenlijst dan treedt een volgende eveneens zeer belangrijke fase in met name de kennismaking met het bedrijf. En terecht kan daarbij de vraag gesteld worden of het ras de plaats die het krachtens zijn eigenschappen toe komt ook zal gaan innemen. TAMMER genoeg wordt in het alge meen nog te weinig bewust geko zen. Dit heeft tot gevolg dat een ras niet op de goede plaats komt en hier door niet zijn goede eigenschappen kan tonen, in het algemeen niet aan de ver wachtingen voldoet, kortom teleurstelt. Bij een goede rassenkeuze zullen be- drijfvoering, grondsoort, afzetmogelijk heden de doorslag geven en nooit het simpele feit dat het ras bovenaan het rijtje staatDit ras kan voor een be paald bedrijf het geschiktste zijn, maar behoeft het beslist niet te wezen. Voor beelden kunnen dit verduidelijken. Als gemaaidorst wordt zal een ras dat vatbaar is voor korreluitval, in veel gevallen zodanige ver liezen geven, dat een ander ras dat normaal wat minder opbrengt, de voorkeur verdient. Indien ge hinderd wordt, dan geldt het bezwaar voor korrel- uitval in veel mindere mate. Een ander voorbeeld is de rooibaarheid bij suikerbieten in verband met de oogstmethode. In het algemeen gesteld, zullen raseigenschappen die de arbeid bemoeilijken, arbeidsspreiding in de weg staan of op de een of andere wijze de produktiekosten verhogen, meer nadeel geven dan een paar procenten lagere op brengst. Naast deze bedrijfseconomische facetten zijn er de bedrijfstechnische als „arme of rijke" voorvrucht, grondsoort, onkruidbezetting, voor komen van ziekten in de bodem e.d., die van groot belang zijn bij de rassenkeuze. Het is daarom nodig de rassen van alle kanten te bekijken alvorens te beslissen. iïJOOR een meer bewuste rassenkeuze zal boven- dien de rassenspreiding bevorderd worden, hetgeen vooral ook van grote betekenis is voor de beperking van bepaalde planteziekten, waardoor een ras als Heinê's VII te gronde gericht werd. Een onmisbaar hulpmiddel is hierbij de Rassenlijst die een onschatbare btron van in lichtingen geeft. De Rassenberichten die hier verder volgen, zullen nimmer de volledigheid kunnen geven die de Rassenlijst biedt. Wel zijn deze rassenberichten aantrekkelijk, omdat zij op de bedrijfsvoering in het Zuidwestelijk kleigebied afgestemd zijn. Dr. Ir. C. W. C. VAN BEEKOM. R. L. V. D., Goes. (H Het wekelijks Overzicht Boerderij en Organisatie. De maand januari op het Zeeuwse Landbouwbedrijf Onderzoek voor de praktijk O De pagina „Voor de Vrouw" Is dat wel economisch? 0 De rubriek Vee en Vlees Radio en diverse mededelingen De Rassenberichten '60 pag. 25pag. De Tuinbouwpagina pag. De Boerenjeugdpag. En ten slotte Bram uit de Slikhoek en Marktberichten pag. pag. 19 pag. 20 pag. 21 pag. 22 pag. 23 pag. 23 pag. 24 28 29 31 35

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 1