erverkavelingsgebieden
Zeeuwse activiteit bij de bouw
van Coöperatieve Aardappelbewaarplaatsen
Uit de
ZEEÜWSCH LANDBOUWBLAD.
651
De activiteit op het gebied van de bouw van coöp. aardappelbewaarplaatsen is de laatste
maanden in Zeeland niet onbelangrijk. Zo bouwt de coöp. landbouwvereniging „Zeeuws
Vlaanderen" te Terneuzen momenteel een bewaarplaats met een capaciteit van 1.500 ton en ook
in Kortgene, Kamperland en Wissekerke vordert de bouw in coöperatief verband gestadig, terwijl
de coöp. „West-Noord-Brabant" ook plannen heeft de bouw van een bewaarplaats nader onder
ogen te zien. Er blijkt een grote behoefte te bestaan aan bewaarplaatsen, hetgeen inhoudt, dat
het inkuilen van de aardappelen enigszins terrein begint te verliezen. De vraag, die zich on
middellijk opdringt is deze: Welke zijn de financiële voordelen aan de bouw van aardappelbe
waarplaatsen verbonden
De boer kan verschillende wegen bewandelen
bij het bewaren van zijn aardappelen. Daar is
allereerst de klassieke methode van het „in
kuilen".
Een andere methode is een gedeelte van de
schuur als bewaarruimte in te richten, of hij kan
zelf een speciale bewaarruimte bouwen. Daar
naast kan hij van een particulier bewaarruimte
huren of hij kan via zijn landbouwvereniging of
door oprichting van een aparte coöperatieve be
waarruimte bouwen. Mogelijkheden om aard
appelen te bewaren zijn er dus genoeg.
De klassieke methode heeft o.a. als nadelen,
dat de kwaliteit van de aardappel moeilijk in de
hand is te houden, omdat, indien het product
eenmaal onder het winterdek ligt, de boer maar
af moet wachten hoe de aardappel zich verder
gedraagt. De laatste jaren worden, zij het op
beperkte schaal, conserveringsmiddelen toege
past en de ervaringen hiermede zijn, tenminste
wat betreft consumptie-aardappelen, goed te noe
men. Het conserveren is echter vrij duur, maar
bovendien worden de andere nadelen, die aan
het inkuilen zijn verbonden, niet opgeheven. Bij
het huidige loonniveau n.l. gaat het inkuilen,, even
tueel omzetten en weer vrij maken van de aard
appel, met vrii hoge kosten gepaard en, wat even
eens zeer belangrijk is, bij vorst is het meestal
niet mogelijk de aardappelen af te leveren. An
derzijds schept het inkuilen van de aardappelen
mede de mogelijkheid, de vaste kern, voor zover
nog op de bedrijven aanwezig, in de winter aan
het werk te houden. Toch lijkt het ons dat in de
meeste gevallen de nadelen de voordelen wel zul
len overtreffen en vandaar dan ook, dat andere
wegen voor het bewaren worden ingeslagen.
Daar is allereerst het vraagstuk van de kwali
teit. Door toepassing van koelruimten is men
veel beter in staat de aardappel qualitatief op
peil te houden en daardoor wordt het ook mo
gelijk een betere prijs voor de aardappel te
maken, hoewel we er direct aan moeten toe
voegen, dat de kwaliteitsproducten nog niet altijd
die prijs ontvangen, welke ze toekomen. Vooral
in het voorjaar loopt de kwaliteit van de aardappel
bij de oude methode hard achteruit en dit leidt
ook tot een geringere consumptie. Trouwens, het
verbruik van aardappelen per hoofd der bevol
king is over het algemeen sedert de oorlog in
Nederland teruggelopen. Het totale verbruik
daarentegen wordt weer gestimuleerd door de
bevolkingsaanwas. Er zijn echter wijzigingen in
de consumptiegewoonten opgetreden ten nadele
van de aardappel, waaraan wellicht de stijgende
welvaart ook niet geheel vreemd zal zijn. Toch
maakt dit het kwaliteitsvraagstuk bij de con
sumptieaardappel nog urgenter, vooral ook omdat
de binnenlandse markt voor de aardappelver
bouwer van zeer groot belang is.
We raken hiermede op het terrein van de
standaardisering. De consument, die over het alge
meen weinig van kwaliteit en ras afweet, koopt
veelal aardappelen onder allerlei benamingen,
waarbij de vlag op geen enkele wijze de lading
dekt. Zandaardappelen worden rustig als klei-
aardappelen verkocht, furores als red star, bintjes
als eigenheimers en ga zo maar door. Aan deze
toestand behoort een einde te komen, want op deze
wijze vinden allerlei onregelmatigheden plaats
ten nadele van de consument en de aardappelver
bouwer. Standaardisering naar soortklassen (ras
sen), afmetingen van de aardappel en kwaliteit
(zoals kookeigenschappen, rot, beschadiging, mis
vorming, tarra) is dringend gewenst. Dit pro
bleem heeft zeer veel facetten en de gedachten
gaan in dit verband wel eens uit naar verpakte
aardappelen in hoeveelheden aangepast aan de
koopgewoonten van de huisvrouw met op de ver
pakking vermelding van soort, afmeting en kwali
teit, opdat de huisvrouw verzekerd is van wat ze
koopt en de goede producten ook het hoogst in prijs
komen, zodat de aardappelteler, die tracht een
goed product te verbouwen zijn extra kosten ook
meer dan beloond ziet.
Reeds vele malen is het vraagstuk aan de orde
geweest of de verbouwer zelf het product niet een
stapje verder moest brengen op de weg van pro
ducent naar consument. Pogingen om consumptie
aardappelen coöperatief af te zetten hebben nog
niet veel resultaat opgeleverd. Hierbij zat dan de
bedoeling voor één of meer handelsgeledingen uit
te schakelen, teneinde de verbouwer een goede
prijs te verschaffen en de consument een aard
appel van gegarandeerde soort, afmeting en kwali
teit. Tot nu toe wordt slechts 1 van de con
sumptieaardappelen in Nederland coöperatief af
gezet. Belangstellenden in coöperatieve afzet ver
wijzen wij gaarne naar het „rapport inzake de
mogelijkheden van coöperatieve afzet van con
sumptieaardappelen in Nederland" van de Natio
nale Coöperatieve Raad, samengesteld door Drs.
J. L. A. M. Coenen, waarin U interessante gegevens
zult vinden over de mogelijkheden en moeilijk
heden van coöperatieve afzet van consumptieaard
appelen door de verbouwers op de binnenlandse
markt. Het is te hopen dat dit rapport niet ge
heel in het vergeetboek geraakt.
Keren wij terug tot de methoden van be
waring. De nieuwe methoden hebben naast de
kwestie van de kwaliteit het voordeel, dat de af
levering op ieder tijdstip kan geschieden en dit
is vooral belangrijk bij vorst, wanneer de inge
kuilde aardappelen niet af te leveren zijn, zodat
het aanbod gering is en de prijs oploopt, want
dan is er met gekoelde aardappelen een prijsvoor
deel te behalen. Wel is het zo, dat bij een grote
vlucht van het koelen der aardappelen het aanbod
zich sneller kan aanpassen, waardoor het prijspeil
gelijkmatiger wordt.
Wanneer het er om gaat uit te maken of men
coöperatief dan wel individueel koelhuisruimte
zal exploiteren dan hangt veel af van de om
standigheden op de bedrijven. Sommige telers
zijn in staat om met relatief weinig kosten een
bestaande ruimte te bestemmen en in te richten
tot bewaarplaats, gesteld dat men over electrici-
teit kan beschikken. Voor anderen, die over deze
mogelijkheid niet beschikken, dient bouw van een
eigen afzonderlijke koelruimte gesteld te wor
den tegenover coöperatieve bouw. Bij exploitatie
in eigen beheer is men natuurlijk geheel vrij in
doen en laten. Bij coöperatieve bouw is het echter
mogelijk gezamenlijk over een geïsoleerde sor-
teerruimte te beschikken, waardoor ten allen tijde
aardappelen afgeleverd kunnen worden. Ook kan
men dan gezamenlijk de sorteerinrichting en het
interne transportmateriaal zoals transportbanden
exploiteren, hetgeen kostenverlagend werkt. Iedere
teler zal voor zich zelf uit moeten zoeken, welke
methode hem het beste past, waarbij het gewenst
is zich over de diverse mogelijkheden voor te
laten lichten, opdat hij zich een zo goed mogelijk
oordeel kan vormen, met name ook over de ex
ploitatiekosten.
De bouw van coöperatieve bewaarplaatsen
toont aan, dat velen hierin voordeel zien.
Mocht in de toekomst de coöperatieve afzet, de
standaardisatie en de verpakking van consumptie
aardappelen urgent worden, dan kunnen deze cen
trale bewaarplaatsen hun nut wellicht nog meer
gaan bewijzen. J. D.
VERLAGING GEWICHTSGRENS
BACONVARKENS.
Tengevolge van de havenstaking in Londen on
dervindt ook de export van bacon naar Engeland
moeilijkheden. Weliswaar wordt de bacon zoveel
mogelijk naar andere havens verladen, doch on
danks dat heeft het Bedrijfschap voor Vee en Vlees
besloten met ingang van Maandag 18 October de
gewichtsgrens van de bacon te verlagen tot
62—70 kg.
Daar dientengevolge verwacht mag worden, dat
de markt van slachtvarkens overvoerd zal worden,
zal getracht worden deze te ontlasten door export
van vers varkensvlees.
Bruggen over de nieuwe afwateringskanalen
in Schouwen
In aansluiting op een vorig bericht over af
snijding van wegen op Schouwen tengevolge van
het graven der nieuwe afwateringskanalen, kun
nen wij mededelen dat er een viertal noodvoor
zieningen zullen worden aangebracht. Er zullen
n.l. 4 Baily-bruggen gelegd worden. Later zullen
deze bruggen uiteraard worden vervangen door
vaste bruggen. De eerste brug komt te liggen
in de Provinciale weg tussen Serooskerke en
Noordwelle. Verder komen er Baily-bruggen in
de Hogeweg, de Taayersweg en in de weg tussen
Brijdorpe en Looperskapelle.
Plannen voor definitieve vaste bruggen zijn
al in ëen vergevorderd stadium.
De eerste zullen worden aangelegd in de Dirks-
weg bij den Osse, in de Taayersweg ter vervan
ging van bovengenoemde noodbrug en in de
Kievitsweg.
Werkplan voor de Herverkaveling Waarde
In de vergadering van de agrarische subcom
missie van Donderdag j.l. werden belangrijke be
sprekingen gevoerd over het werkprogramma.
Ir. L. Appelman van het Bureau van Uitvoering
kon n.l. mededelingen doen over het geraamde
verloop van de verschillende werken. Zoals het
bij dergelijke ramingen steeds is, zal men natuur
lijk met de mogelijkheid van vertragingen reke
ning moeten houden.
Zal bijvoorbeeld opnieuw een periode van on
werkbaar weer, b.v. vorst, optreden, dan kan het
tijdschema verstoord worden. Wij hopen natuur
lijk, dat de plannen inderdaad kunnen worden
uitgevoerd. Deze zijn zo opgesteld dat de werk
zaamheden in het winterhalfjaar 1955-1956 geheel
gereed komen. Het gemaal hoopt men in October
1955 in bedrijf te kunnen stellen. De waterlei
dingen en kunstwerken komen nog deze winter
gereed, als althans de voortdurende regen geen
vertraging oplevert.
In de loop van het volgend jaar worden de
voorbereidingen voor de toedeling getroffen. Hier
bij behoren o.a. de wenszittingen. In het najaar
van 1955 zullen de nieuwe kavels worden uitge
zet. Men diene te bedenken dat deze toedeling
nog een voorlopig karakter zal dragen. De ad
ministratieve afwikkeling van de herverkaveling
zal nog wel een jaar vergen.
Ten aanzien van de drainage kon meegedeeld
worden, dat de percelen in het Noordelijk deel
van het blok het eerst zullen worden aangepakt.
Met de drainage werkt men dan naar het Zuiden.
Het merendeel der drainagewerkzaamheden zal
na de uitzetting der nieuwe kavels dienen te ge
schieden.
Werkplan voor de Herverkaveling
Zak van Zuid-Beveland
De agrarische subcommissie vergaderde Don
derdag j.l. in Oudelande. Namens het Bureau van
Uitvoering deed Ir. L. Appelman mededelingen
over het geraamde verloop van de uitvoerings
werkzaamheden. De commissie keurde het werk
plan na grondige bespreking goed, onder het aan
brengen van een kleine wijziging.
Besloten werd te zoeken naar een mogelijkheid
om meer algemene bekendheid aan de opgestelde
complexkaart te geven.
De algemene lijn van het plan is om de zwaarst
getroffen gebieden het eerst gereed te maken. Dit
is ook met het oog op de grote belangen van de
fruitteelt van groot belang.
Zoveel mogelijk zal getracht worden de aanleg
van wegen en waterlopen in een bepaald gebied
te doen samenvallen met de egalisatie- en drai
nagewerken.
In het Noordelijk deel van het blok zal echter
de aanleg van waterleidingen kunnen vooruit
lopen op de overige werkzaamheden. Dit is nood
zakelijk omdat het ontwateringsplan als één ge
heel moet worden gezien. Wat betreft de volgorde
waarin de complexwerken zullen worden uitge
voerd, kan het volgende worden meegedeeld.
Na het gereedkomen van de thans aangevan
gen werken zullen de rest van de Coudorpepolder
en de complexen rond Ellewoutsdijk worden aan
gepakt.
Ook het werk ten Z. van Baarland hoopt men
in het voorjaar van 1956 gereed te hebben. Daar
na komen de hieraan aansluitende complexen van
Hoedekenskerke en Oudelande aan de beurt. De
noordelijke gedeelten van deze complexen hoopt
men in 1958 te kunnen opleveren. Het resterende
deel van het blok (Ovezande en Driewegen) zal
het sluitstuk zijn. In 1960 zal het werk geheel ge
reed zijn volgens het opgestelde schema. Men zal
evenwel goed doen te bedenken dat allerlei on
voorziene tegenslagen het werk kunnen vertragen.
Het spreekuur in Waarde
De agrarische subcommissie Waarde besloot
het spreekuur in Waarde nader vast te stellen op
elke 2e en 4e Woensdagmiddag in de maand, van
2 tot 3 uur in Café Kloet. Belanghebbenden wor
den verzocht hiermede rekening te houden.