ZITDAGEN BOEKHOUDBUREAU 1 P if Zaaitarwe! ZATERDAG 16 OCTOBER 1954. ZITDAGEN BOEKHOUDBUREAU. D. J. VAN DER HAVE -concitüaah-Tüchnologü»cn voor Zeeland MIDDELBURO No. 2245. Frankering bij abonnement: Terneuzen 42© Jaargang. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.) de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen ©verzie fit Twee weken geleden schreven wij over de tarwe- prijs. Wij hebben daar niets meer aan toe te voe gen, doch willen wel even vermelden, dat de reacties van vele kanten dezelfde waren. In verschillende landbouwbladen, uitgegeven door onze zusterorga nisaties werd gewag gemaakt van de ernstige te leurstelling, die het verlagen van de tarweprijs verwekt heeft, vooral tegen de achtergrond van de verhoogde kosten. Deze bladen vroegen zich af of do meerdere welvaart van ons volk aan de boeren stand onthouden zou worden. Ook uit onze lezers kring, zowel in Zeeland als in Noord-Brabant, kwa men mondelinge en schriftelijke reacties, die blijk gaven van de ernstige ontstemming, die Minister- Ma nsholt met deze prijszetting heeft teweeg ge bracht. Er waren er, die de reactie van de Stichting voor de Landbouw te slap vonden. Nu diene men te be denken, dat het voor een Bestuur van een instel ling, als de Stichting voor de Landbouw, niet zo eenvoudig is te bepalen, welke houding men moet aannemen bij alle regelen, die de Overheid stelt. Men kan niet elk ogenblik met de vuist op tafel slaan, wanneer er iets gebeurt, waar men het niet mee eens is of wat men anders"^zou willen. In de eerste plaats maakt een dergelijk kraehtsgebaar slechts indruk, wanneer men er een uiterst spaar zaam gebruik van maakt. In de tweede plaats is het intensieve overleg, dat Minister Mansholt na de oorlog met het Bestuur van de Landelijke Stich ting pleegt te houden, over het algemeen zegen rijk voor de landbouw geweest. Wat echter belang rijker is, is dat dit van 's Ministers kant een geheel vrijwillig overleg is. De bewindsman is alleen ver antwoording schuldig voor zijn landbouwbeleid aan de Volksvertegenwoordiging, te weten de Tweede en Eerste Kamer der Staten Generaal. Dat hij er ook van zijn kant verstandig aan doet het bedrijfsleven te horen, spreekt vanzelf. Maar juist in de manier waarop, kunnen grote verschil len zitten. En niemand zal ontkennen, dat de ma nier, waarop Minister Mansholt het georganiseer de landbouwbedrijfsleven raadpleegt, en tevens tracht te betrekken bij zijn beleid en nooit schroomt dit beleid in openbare algemene vergaderingen in alle delen des lands te verdedigen, een buitenge woon prettige manier is. Naar wij menen te weten, heeft de Voorzitter van de Stichting, de heer H. D. Louwes, in de maan delijkse bespreking met de Minister heel duidelijk zijn teleurstelling over het verlagen van de tarwe prijs uitgesproken. Uit de reacties in de landbouw bladen, thans extra gesteund door mondelinge en schriftelijke reacties uit boerenkring, is hetzelfde gebleken. Hiermede is de kous af. De Kamerleden zullen het hunne wel zeggen over het door de Mi nister voorgestelde beleid. En dan zal de tarweprijs het volgende jaar 25 cent bedragen en heeft een ieder er zich bij neer te leggen. Slechts de les blijft over. De les, dat de boerenstand via zijn eigen or ganisaties zijn stem zal moeten verheffen, elke LET OP V SAECK. I TERNEUZENWoensdag 20 October in Hotel „Des Pays Bas". ZIERIKZEE: Donderdag 21 October in Hotel „Huis van Nassau". ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 21 October in Hotel „Hof van Holland". MIDDELBURG: Donderdag 21 October in Café „De Eendracht". keer, dat er aan zijn rechten getornd wordt en dat deze organisaties zich terdege hebben te beraden hoe hun toporgaan, de Stichting voor de Landbouw, en straks de P. B. O., dient te reageren. Eenheid geboden. Tevens, dat slechts eenheid de meeste kans op invloed en dus succes biedt. Eenheid in ieder geval naar buiten. Tweespalt tussen bijvoorbeeld akker bouw en veehouderij is evenzeer uit den boze als een stemming wekken tussen zand- en kleibedrij- ven. Het is juist de taak van een toporgaan als de Stichting voor de Landbouw om de verschillende belangen, die wel eens tegenstrijdig lijken, te co- ordineren en dit als één stem naar buiten uit te dragen. Vandaar, dat wij een uitlating uit het blad van de „Veenkoloniale Boerenbond" ten zeerste be treuren, waarin de overzichtschrijver tot uitdruk king brengt, dat hij geen traan zou laten over de cent verlaging van de tarweprijs, want dat hier door de verhouding tot de onderbetaalde rogge, beter werd. Ons inziens past het ons verheugd te zijn over de compensatie-regeling, die er voor de roggeteelt getroffen is en dienen wij allen in de landbouw sector de verlaging van de tarweprijs in een tijd van stijgende kosten, te betreuren. Vandaar tevens, dat wij theorieën als van Dr Vondeling verwerpen. Men dient zich onzes in ziens niet steeds te vergapen aan hoge inkomens op een betrekkelijk klein aantal kleibedrijven. Deze inkomens worden bovendien, zoals Ir Geuze duide lijk uiteenzette, door de na-oorlogse regeringen vak kundig afgeroomd, zoals men het nu bijna 10 jaren na de bevrijding nog altijd onze goede Nederlandse melk doet. Wij moeten ons veeleer bezinnen op middelen om de kleine bedrijven, en dan speciaal op de mindere grondsoorten, vooruit te helpen. In de industrie geldt hetzelfde. Men denkt er toch ook niet over om de President-Directeuren van concerns als Philips, Unilever en de Koninklij ke te dwingen uit hun inkomens een fonds te vor men om kleine luiden te subsidiëren. Om deze laat- sten te helpen tracht men de productiviteit op te voeren en daaruit hogere lonen en sociale voorzie ningen te bekostigen. Neen, slechts eenheid naar buiten blijft voor de landbouw geboden. leid. Dit kan men als een soort antwoord zien van de Troonrede, waarin immers de Regering het al gemene beleid openlijk aankondigt. Het algemene debat, dat door de fractievoorzit ters der politieke partijen wordt gevoerd, is voor dit jaar alweer achter de rug. Voor een landbouw blad worden er meestentijds weinig belangrijke din gen gezegd. Ditmaal echter bleken practisch alle partijvoorzitters, op een enkele na, het er over eens te zijn, dat het plan van de Regering om de belas tingen pas met ingang van 1 Januari 1956 te ver lagen, verwerpelijk is. In zijn antwoord heeft de Minister-President ge lukkig doen uitkomen, dat er zeker een redelijke kans bestaat, dat de verlagingen eerder in kunnen gaan, b.v. 1 Juli 1955. Dit zou ook voor de landbouw een welkome ver lichting betekenen van de zware belastingdruk, waarbij wij dan tevens mogen hopen, dat de Twee de Kamer via amendementen nog voor verbeterin gen zal zorgdragen. Voorts deelde Dr Drees mede, dat men de huur verhoging, de verplichte oudendagsvoorziening en de daarmede samenhangende loonsverhogingen en belastingverlagingen in één verband dient te zien. Wij vrezen wel, dat de lasten, die op het landbouw bedrijf komen te rusten, in de toekomst eerder ho ger dan lager worden, weshalve een flinke belas tingverlaging een vereiste wordt. Hoe al deze plan nen in de praktijk zullen uitvallen, kunnen wij pas volgend jaar beoordelen. Het Landbouwbeleid. In de Memorie van Toelichting bij Hoofdstuk XI van de Rijksbegroting, de Landbouwbegroting, kun nen wij de plannen van Minister Mansholt lezen. Zoals reeds drie weken geleden op deze plaats werd uiteengezet, zal het landbouwbeleid van de laatste jaren worden voortgezet. De bewindsman acht dit beleid zó algemeen bekend, dat hij het niet nodig oordeelt er verder op in te gaan. Wel wordt de nodige aandacht besteed aan de kosten, de prijzen en de afzetmogelijkheden. Hoe verschillende de landbouw beïnvloedende kosten-factoren in de laat ste jaren gewijzigd zijn, toont het onderstaande staatje, waarbij men voor het jaar 1949/1950 het getal 100 neemt. Oogst- Vee- Kunst- Zaai- Brand- jaar voeders mest zaden stof Loon Pacht 1949/50 100 100 100 100 100 100 1950/51 117 103 130 115 109 104 1951/52 145 120 142 136 113 110 1952/53 140 113 129 138 121 117 1953/54 120 111 115 134 127 123 De indexcijfers van de prijzen van afgeleverde landbouwproducten loco boerderij zagen er over dezelfde periode als volgt uit: ai c •s e 0> c UD u e Oogstjaar Tarwe bü O X Gerst Haver L "3 S u O S3 w 4) 3 U at X X Totaal Akkerbou producte ns c 3 os •Ji a X u JS Eieren Melk Totaal Veelioude Totaal Landbouv nrodut'tej 1949/50 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 300 100 1950/51 103 131 117 136 119 104 117 117 111 100 105 108 110 1951/52 108 148 131 129 139 115 130 123 132 109 111 117 320 1952/53 115 124 123 114 139 131 129 123 120 115 119 120 122 1953/54 115 93 86 91 168 137 141 121* 116 98 110 112 119 Bij het indienen van de Rijksbegroting geven de Ministers in Memories van Toelichting een overzicht van het beleid, dat zij denken te gaan voeren. De Rijksbegroting zelve valt uiteen in een aantal hoofdstukken en elk hoofdstuk bevat de cij fers van één departement plus de memorie van toelichting van de betrokken Minister. Wil men dus de inkomsten en uitgaven van het departement van Landbouw bestuderen en tegelijk iets weten over de plannen van de heer Mansholt, dan sla men Hoofdstuk XI van de Rijksbegroting op. Na het indienen van de begroting krijgen de Kamerleden, en dus de politieke partijen, de ge legenheid elk hoofdstuk te behandelen, waarbij dan tegelijk het beleid van de verschillende Minis ters aan een waarderende of critische beschouwing onderworpen wordt. Maar vóórdat de verschillen de delen van de Rijksbegroting aan de orde komen, debatteert de Kam^r eerst over het algemene be- A1 deze cijfers zijn ontleend aan het onvolprezen Centraal Bureau voor de Statistiek. (Advertentie). KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF EN ZAADHANDEL KAPELLE—BIEZELINGE. Bestel nu Uw

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 1