DE NATIONALE TENTOONSTELLING IN BRUSSEL
586
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD.
/"\ok nu weer heeft de Nationale tentoonstelling- in Brussel van Nederlandse zijde
de belangstelling ondervonden, welke ze zo ruimschoots verdient en ook uit andere
landen waren diverse deputaties naar België gekoxnien om weer eens getuige te zijn
van een jaarlijkse show die als manifestatie van een oude en gerenommeerde fokkerij
een uitstekende reputatie geniet.'
Deze reputatie te handhaven zal zeker in de bedoeling liggen van de Belgische fok
kers van heden en men zal daarin slagen ook, mits andere wegen dan de laatste jaren,
bewandeld wórden».
Zeker, we zijn weer met genoegen naar Brussel geweest; de Centenaire alleen al
imponeert ons telkens opnieuw, het totaal der inzendingen liet niets te wensen en
de kwaliteit evenmin, de ontvangst was als vanouds zéér voorkomend en men zou van
een zeer geslaagde tentoonstelling kunnen spreken ware het niet, dat de belangstelling
ontbrak. Op Vrijdag- en Zaterdag zou men nog a^n het binnenhalen van de oogst heb
ben kunnen denken, maar pok op Zondag was er, dat wil zeggen, naar Brur selse maat.
staven gemeten, veel te weinig publiek. Daar zullen allerlei oorzaken voor zijn, sommige
van interne, andere van meer algemene aard, want ook in Nederland gaat des fok
kers pad niet bepaald over rozen, maar met pas ,,Den Bosch" achter de rug moet men
wel tot de conclusie komen, dat de situatie in België beslist minder florissant is dan
hier. waar men, kost wat kost en ondanks alles toch een bezoek aan de Nationale niet
zcu willen missen. De liefhebberij is niet dood in België, zeker niet, maar men maakt
een crisis door, een crisis die overwonnen kaïn worden en overwonnen zal worden in
dien men de handen inéén slaat en in eensgezindheid eendrachtig de goede zaak dient.
We zijn sterk geïnteresseerd bij de mooije Belgische fokkerij om niet te betreuren de
downstemming-waarvan deze heden ten dage doortrokken blijkt. We zijn te sterk ge-
iiitjeresseerd om niet veel liever volle tribunes in de Centenaire te zien, tribunes vol
enthousiast en spontaan reagerend publiek.
Foto „Het Zuiden", Den Bosch.
De Belgische Kampioenshengst 1954
MATADOR DE BUVRINNES j
Men kan ons geloven: we zouden veel liever een
optimistisch geluid hebben laten horen; de
ondertoon in mineur in dit praeludium ligt ons
niet; enfin, we hopen van harte verbetering te
zien, reeds bij de eerstvolgende keer. En tharfl de
paarden: die waren goed! Natuurlijk was er ook
nu weer kaf onder het koren, maar waar vindt
men dat niet?
Nog steeds valt de uniformiteit te loven en zijn
het de volwassen merriën, die in dit opzicht de
aandacht trekken. Verdienstelijk waren de heng
sten met afstammelingen; zonder overdrijving
mag men zeggen, dat men thans in België weer
beschikt over enkele raceurs, die er mogen zijn;
geen vad.erpaarden weliswaar met de individuele
potentie van een Albion, een Avenir, en een Es-
poir, maar toch goede.
Bij de twee-jarige hengsten, in grote getale aan
wezig, noteerden we verschillende, die de gelederen
der ouderen straks met ere kunnen aanvullen; d,e
jaargang 1952 is beslist niet slecht in België. Min
der opvallend zwaar van jbenen dan enkele jaren
geleden zijn ze wel, maar een achteruitgang is dit
niet. Wat thans in de piste werdt toegelaten is
„naturel" en dus betrouwbaar.
De sanering is ongetwijfeld doeltreffend geweest.
Eerste der oudere hengstén grote maat werd na
dat velen hem een zó groot succes niet hadden
toegedacht. De 8-jarige Matador de Buvrinnes,
d. Epernay de Brucom—Préféré de Thuillies-
Averiir Pier en I^ayot) een machtig paard, dat 't
tot dusver pooit vèpder dan de derd,e of de vierde
plaats had gebracht, maar eerste stond met af
stammelingen in Mons. Een groot paard is deze
Matador, zeer typisch en goed geproportionneerd
desondanks; aan zijn zware en uitdrukkingsvolle
benen kleven enige détailfoutjes, maar zijn actie
is geweldig voor een paard van zijn gewicht en
zijn jaren. Gaillard de Schelderode, kampioen in
Vilvoorde destijds werd tweede; Gamin de la Ge-
nette derde, en vierde Barnum du Flamand, het
paard van Van Doorslaer, dat, zoals het zich nu
vertoonde, toch, naar wij meenden te mogen ver
wachten, zeer hoge ogen gooien moest. We zien
in Den Bosch w.el eens verrassende beslissingen
nemen;- deze worden echter door die in Brussel
Foto „Het Zuiden", Den Bosch.
De Belgische Kampioenmerrie 1954
CARTOUCHEDE DANSONSPENNE
niet zelden overtroffen. Ecu de Romiée, zoon
van Costaud en welbekend in ons lancT, won ver
diend de middenmaat. Best in het zware been-
werk, goed in de voeten en met ibrillante allures,
maar een tikje vrouwelijk is toch wel zijn aardig
gelijnd koffer,
Een andere Costaud-zoon, óók verleden jaar eer
ste, plaatste zich aan de spits van de vier-jarige,
grote maat. O.i. hoort Quo Vadis dos Volées (De-
meuldre en Simoens), in de middenmaat thuis.
Ook hij is een beetje als merrie gebouwd, maar
niettemin een mooi, mals paard, dat goed mar
cheert, maar in zijn benen reeds enige sleet ver
toont als gevolg waarschijnlijk van een iets te
rijkelijke voeding. Niet aantoonbaar de mindere
leek ons de regelmatige en correcte Seigneur de
St. Marcoult, zoon van de grote Destin de la Mous-
serie (Langhendries en Slachmuylders). Vanzelf
sprekend is het ons niet mogelijk alle klassen te
noemen en slaan dus over wat minder belangrijk
lijkt. Fifils du Chateau, d. van Destin de la Mous.
serie (Malhecq, Brasseur en D'Haens), uit de be
kende Marguis du Chateau, die ook de moeder is
van Balzac II, eerste der drie-jarige, grote maat
herinneren: we ons als één-jarige en hadden we
toen, eerlijk gezegd, weinig vertrouwen in zijn
toekomst, hij is uits'tekend meegegroeid; een Ibest
paard is hij geworden, best van type, wat laag
van rug, met enorme gewrichten en zware, expres
sieve ibenen. Aiglon de Vierset, d. van Arsouil'le
d'Enée (Simoens), eerste in de middenmaat, is
eveneens een paard, dat d,e aandacht trekt; regel
matig, diep, sportig- en best van koffer, met veel
natuur en goed beenwerk. Een best veulen, fors,
gelijnd, typisch en gebeend is Élégant de Feluy, d.
van Matador de Buvrinnes (Malbecq en D'Haens)
eerst,e van de zeer goede categorie der grotemaats-
twee-jarigen. 2. Crésus de Ouesmes, d. van Wallon
de Libenne (Simoens). Best gelijnd en zwaar, met
een uitstekend achterbeen, forse boulets, koten en
voeten, imaar wat smal vóór en achter en met een
ontsierend hoofd. Eerste van de middenmaat:
Gamin de l'Eaugrenée, d. van Matador de Buvrin
nes (Simoens en Desmyter) uit de schitterende
Bayard de la Poste-dochter Boulotte de l'Eaugre
née is een rondom best veulen met een minimum
aan tekortkomingen. Overschakelend op de imer-
riën noemen we als ereste Cartouche de Donsens-
penne, d. van Favori du Rat d'Eu (Brasseur), eer
ste de roudere, grote maat. Volmaakt is geen
paard en ook op deze wondermooie en zeer zware
merrie valt nog een kleinigheid te verleggen, maar
dat doet aan haar superioriteit niets
af. Extra! 2. De bekende massieve
en gebeende Gazelle de Laeffeld,
thans van Henquin, die zich in de
gangen beter liet zien dan ooit tevo.
ren. 3. De evenzeer bekende Idole
de la Maison Blanche, d. van Idéal
de Courtrai (Roppe); enorm paard
maar met voor haar zes jaren
te veel dat doet denken aan sleet.
Orpha. des Volées, d. van Costaud,
van Fosseur, eerste in de midden
maat is kennelijk een dochter van
haar fameuze vader, massaal en
mooi, zeer breed, maar wat vlak in
de croupe, terwijl het achterbeen wat
weinig macht vertoont zo ook de
voorarm, maar de voeten zijn best
en de gangen extra, toch is het ge
heel ons te weinig geblokt om naar
onze smaak uitgesproken typisch
te zijn dn het ras. 2. Unique de Brai-
ves, d. van Trait d'Union de la Vieille
Cour (Henry). Paard om te stelen
en dan te schilderen, al is de voor
stand dan ook ver van volmaakt;
gebouwd in 't genre en met de kleur
van de lichtbruine merriën van De
Dobbelaere. Pierrette de Fonval,
ook van Henry, eerste der veulenmerriën, grote
maat, d. van Epernay de Brucom is een merrie van
allerbeste klasse met slechts hier en daar kleine
onvolmaaktheden. Haar stalgenote, de Patriote
de Valmont-dochter Quenelle de Fonval winnend de
middenmaat na overkeuren, is eveneens uitsto
kend ofschoon misschien niet van zó superieure
kwaliteit. Ze versloeg overigens terecht de be
kende Creole de Dansonspenne, d. van Favori du
Rat d'Eau (Brasseur) een uitstekende merrie op
de achterhand na; ze zoogde een nog betrekkelijk
jong veulen van de veelomstreden O'lympien de la
Loge. Eerste der merriën van 4 en 5 jaar, grote
maat: Gauloise de St. Aubin, d. van Conquéraait de
Belles Pierres (Goheur) is een reuzin, weliswaar
misschien een beetje rond van lijn, maar enorm
zwaar en massief, diep en breed, met uitstekendie
benen en voeten; de voorbenen althans benaderen
het ideaal. Idem middenmaat. 1. Radieuse de
Frasnes, d. van Prince de Kaakenbeek (Poppe)>
Wat kort van schouder, maar niettemin een
mooie, vooral in de achterhand beste merrie met
te loven benen. Idem, kleine maat. Gemakkelijk
eerste de Costaud-dochter Sarah d'Hérente (Si
moens). Typisch vrouwelijk, extra van soort,
vierkant en met ibest beenwerk dat-we, naar we
ons van vorige gelegenheden menen te herinne
ren, uitstekend gebruikt. Tosca de Kooigem* d.
van Brutal de la Montagne (De Paep) eerste der
grote drie-jarigen, is vrijwel op alle punten extra
en als haar geen ernstige tegenslagen overkomen
een toekomstige kampioene. Van de twee-jarigen
zagen we weinig. Wel viel ons op Lily du Tom-
bois, d. van Matador de Buvrinnes (Sauvage)niet
te diep nog, maar voor 't overige een beeld van
een veulen, vol ras en distinctie. Het merkwaar
dige was, dat niet zij, maar een tamelijk gewone
Vadrouille-dochter de klasse won. Maria de Dan-
sonspenne, een 15-jarige, nog best bewaarde doch
ter van Espoir de Quaregnon (Mad. Dotremont),
was eerste der raceusesze is de moedero.rrf.
van de buitengewone Cartouche de Dansonspenne.
Matador de Buvrinnes was niet alleen eerste in zijn
categorie, hij wist óók de klasse der stamvaders
te winnen met een uitstekende progenituur, samen
gesteld uit typische, best gelijnde, sterke en ge
beende jonge paarden,^ Hij is beslist een goed
vaderpaard. Tweede werd met een zeer regel
matige groep van 10 tweejarige zonèn van gemid
deld zeer goede klasse de Azur-zoon Ideal- de Hou
tave (Siimoens), die naar men weet in Sluis aan
de grens werd afgekeurd. De collectie trok zeer
de aandacht; menig veulen daaruit herinnerde in
zijn lijnen meer nog dan aan de vader, aap de
grootvader Azur n de Knokke, die zo men weet in
Nederland is (Samen Sterk). VVallon de Lityjnne,
van Costaud en oud-k&mpioen werd derde;/ de
weinig typische, in z'n achterbenen totaal versleten
Destin de la Mousserie, vierde; Laboureür de. Sal
monsart, die bijna niet meer lopen kan, maar naast
enkele eenvoudige, toch ook enige zeer opvallfende
producten vertoonde, vijfde. Als zesde sloot de rij
de oud-kaimpioen Vadruoille d'Enée. Al met al
maakté de categorie een goede indruk. Helaas, de
loten verminderen jaarlijks in getal. Men kent de
reden. Mad. Coheur werd eerste met een lot vos
sen w.o. Gauloise de St. Aubin en familieleden van
deze; een zeldzaam best lot, maar liever hadden we
misschien nog gènomen de bruinen van Poppe, die
tweede werden. De voskleur wordt schaars in Bel
gië en wa^r dit in vele jaren niet gebeurde was het
verrassend een lot in deze kleur te zien winnen.
Laat ons kort zijn inzake wat nog resteert: Mata
dor de Buvrinnes werd een kampioen, die men als
zodanig wel waardeert al is hij niet de volimaakste
die ooit in de Centenaire werd toegejuicht; het feit,
dat hij zich een uitmuntend vererver heeft getoond
zal denkelijk mede de keus hebben bepaald. Car
touche de Dansonpenne behaalde 'het kampioen
schap der merriën en wij willen er liefst maar geen
kwaad van horen. Défilé en demonstraties, of
schoon de moeite van het zien waard, waren in ver
gelijking met wat we voorheen wel eens meemaak
ten in de Centenaire een vrij tamme vertoning.
De Minister van Landbouw Lefebvre vertegeasvooi-
digde de regering en reikte de prijzen uit.
CQEENBRANDER,