KORT VERSLAG VELDSCHUREN INSTAALCONSTRUCTil HATUMEB0»tel.477-ALBLASSERDAM 582 ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD. van de vergadering van hei Dagelijks Besiuur der Z. L. M., gehouden op Dinsdag 14 September te Goes. De Voorzitter, Ir M. A. Geuze, opent de vergade ring en heet alle aanwezigen van harte welkom. MEDEDELINGEN. Tarwe. Er is nog al heel wat inlandse tarwe aam de markt. Dit is mede één van de oorzaken, dat in vele gebieden de richtprijs niet wordt gehaald. Op 27 September a.s. komt het A.V.A. aan de markt en hopenlijk zal het dan beter gaan, hoewel het de vraag is of over genoeg opslagruimte beschikt kan worden. Er is 50.000 ton tarwe vrij gegeven om in de mengvoeders voor kippen te wórden ver werkt, hetgeen eveneens de prijs zal kunnen be- invloeden. Het Dagelijks Bestuur vestigt er de aandacht op, dat diegenen, die hun tarwe met eigen garnituur maaidorsen er goed aan doen bij de plaatselijke bureauhouder een blok dorshrief jes aan te vragen die zij moeten invullen en straks moeten inleveren. Ten aanzien van de prijs van de tarwe van oogst 1955 is nog niets bekend:. Wel zijn hierover be sprekingen gaarde en vertrouwd moet worden dat een zelfde richtprijs uit de bus zal komen, waarop de Stichting voor de Landbouw heeft aangedron gen. De werldvoorraden van tarwe in het nieuwe seizóen. De voorraden van tarwe en bloem in de vier belangrijkste exportlanden hadden per 31 Juli de volgende omvang (na omrekening). in 1000 metr. tons 1954 1953 1952 1951 1950 Ver. Stat. 24.580 15.220 6.970 10.780 11.560 Canada 15.980 9.880 5.810 5.140 3.050 Argentinië 2.260 2.830 590 1.090 Australië 3.250 1.700 980 1.590 2.070 Totaal 46.070 29.630 13.760 18.100 17.770 Over de reservevoccraden in de Donaulanden alsmede Rusland is weinig bekend, zodat men daar voor moeilijk een betrouwbaar cijfer kan opgeven. Het is echter te betwijfelen, dat de exportlanden achter het IJzeren Gordijn quanta van enige om vang ten verkoop kunnen aanbieden. In Frankrijk moet de reserve meer dan 500.000 ton bedragen. In de vóóroorlogse jaren werd 't prijsverloop in het nieuwe seizoen reeds van het begin af aan gedicteerd door de oogst- en voorraadcijfers van de vier grote exportlanden. Als dat momenteel nog steeds zo was, zouden de vooruitzichten bepaald op een baisse duiden. Een resevevoorraad uit voorgaande oogsten van 46 millioen ton is reeds voldoende ter dekking van alle importbehoeften voor een geheel seizoen, terwijl er dan nog een restant overschiet. Doch hierbij komen dan nog de nieuwe oogsten, welke in de Ver. Staten en Oanada juist binnengehaald worden. Deze zijn dermate groot, dat zowel de V. S. als Canada een groter surplus van tarwe uit de nieuwe oogst ter beschikking zullen hebben dan in een periode van 12 maanden op vlotte wijze afgezet kan worden (derhalve zonder hierbij nog rekening te houden met de reserves). De vooruiziehteni voor de oogst in Australië en Argentinië steken gunstig af bij die. voor de laatste oogst. De cijfers van de reservevoorraden in de vier grote exportlanden zijn, nog van een ander gezichts punt bezien, interessant te achten. Zij leveren namelijk het bewijs, dat het binnenlandse verbruik in die landen niet als in vroegere jaren reageert op de hoogte van het prijspeil- In de V. S. schijnt het verbruik nog steeds terug te lopen, ondanks de bevolkingstoename. Hetzelfde geldt voor Canada en Australië. De prijssteunpolitiek van deze lan den vormt een beletsel voor de concurrentiepositie van tarwe op de binnenlandse voedermarkt. De regeringssubsidies zijn namelijk beperkt tot export transacties. Voorts is van invloed, dat de reclame voor het gebruik van „protective foods" zoals melk, fruit enz. zeer effectief is, waarvan 't brood- verbruik dan de weerslag ondervindt. Deze tendenz naar een kleiner tarweverbruik in de exportlanden springt vooral in Australië in het oog. De voedertarwe wordt daar nota bene tegen een hogere prijs verkocht dan de tarwe, bestemd voor de menselijke consumptie. De tarwevocrraad in dat werelddeel is inmiddels sterk aangegroeid. Deze ontwikkeling brengt de juistheid van de toe gepaste stabilisatiemethodes in het geding en wellicht ook de toekomstige positie van de tarwe- verbouw in Australië. Hoewel de situatie sinds de dertiger jaren gewij zigd is, mag men de mogelijkheid niet uitsluiten, dat de regeringen van de exportlanden door de be nauwende omvang van hun sucplusvoorraden ge dwongen worden om op de een of andere wijze hum graanoverschotten weg te werken. Te wijzen is op de verkopen van tarwe als voeder. In het komende seizoen zal er steeds meer drang in die richting ontstaan. Er dient overigens rekening mee gehouden te worden, dat de exportlanden: Canada, de V. S. en Australië nog steeds gebonden zijn ten opzichte van het I.W.A. Bij de huidige constellatie zijn daarom geen ingrijpende wijzigingen van het marktbeeld te verwachten. Het is niet uitgesloten, dat het in het I.W.A. vastgestelde minimum de functie van een algemeen wereldminimum zal vervullen, zolang althans als het I.W.A. gehand haafd blijft. Er zijn weliswaar bijv. in de V. S. marktfluctuaties te verwachten, doch in verband met de overvloedige voorraden kan er moeilijk een hausse ontstakn. Eventuele „Schönheitsfehler" in de prijsstructuur kunnen snel weggewerkt wor den door de grote tarwemonopolies via zekere prijsconcessies. Het bestaan van het I.W.A. mag zeker nog niet over het hoofd gezien worden. De verkooppolitiek van de drie betrokken exportlanden kan tot op grote hoogte alleen verklaard worden in samen hang met deze overeenkomst d.w.z., dat zij de prin cipes van. het I.W.A. niet ontrouw wensen te wor den. Elk dezer landen heeft een vermindering van zijn tarweverkopen voor lief genomen; elk heeft ook aan een vermindering van de afzet de voorkeur gegeven boven een prijzenoorlog. Een: déconfiture van het I.W.A. zou in het merendeel der exportlanden als een ramp beschouwd worden. Voorzover thans te overzien is, ligt een (mislukking van het I.W.A. echter nog niet im het verschiet; hoogstens is een prijsdaling tot het I.W.A.-minimum te verwachten. Rassenlijst. De Minister heeft voorgesteld het bindende karakter van de Rassenlijst af te schaffen, in ver band met het bevorderen van de internationale samenwerking en het verruimen van het econo mische verkeer tussen de 'landen. Over deze kwestie wordt uitvoerig van gedach ten gewisseld. Er zijn volgens het Dagelijks Be stuur vele bezwaren verbonden aan een loslaten van: het bindende karakter van de rassenlijst. De kans zou aanzienlijk zijn, dat verschillende buiten landse slechte of minder geschikte rassen in ons land verhandeld zouden kunnen worden. De vergadering acht, na het vraagstuk van alle kanten te hebben bezien, gezien het hoge peil, dat de Nederlandse landbouw mede door een binden de rassenlijst heeft bereikt en gezien het feit, dat geen hoge verwachtingen gekoesterd mogen wor den van éénzijdige Nederlandse stappen ten, aan zien van de landbouwintegratie het niet in het belang is van de Nederlandse landbouw, dat de rassenlijst vooralsnog wordt vrij gegeven. Zaaizaad wintertarwe. Alle ongekeurde tarwerassen zijn vrijgegeven verhandeld, te worden, dus enkel op de partij ge keurd door de N.A.K. Heffing 3,50 per 100 kg. Stro-export thans wederom onbeperkt toege staan. De stroprijzen zijn oplopend. Ongekeurde zaaischokkers en dito winterkool- zaad zullen zonder heffing vrij verhandelbaar ge geven worden. Aardappelen. Ter vergadering worden mededelingen gedaan inzake de stand en de gezondheidstoestand van de aardappelen in de verschillende delen van Zeeland. Het is wel duidelijk gebleken, dat in de onge- spcoeide aardappelen veel ziekte voorkomt, terwijl bij de besproeide, indien dit tenminste niet mis lukt is door de vele regens, de opbrengsten goed te noemen zijn Globaal kan gezegd worden, dat de opbrengst in Zeeland, die zeer goed leek te wor den door de weersomstandigheden teruggebracht is tot het normale. Vernomen wordt, dat in de andere delen van ons land veel schade aan de aardappelen is ontstaan. In de omliggende landen schijnen dit jaar nogal veel aardappelen te zijn, behalve waarschijnlijk in Engeland. Schade en herstel. De vergadering vraagt zich af waarom normen die reeds lang zijn vastgesteld, zoa'ls herstelbewer- kingskosten en de tuinbouwnormen nog niet voor publicaite zijn vrij gegeven. Het doet in dit verband vreemd aan, wanneer sommige van deze nog vertrouwelijke normen in andere bladen wel gepubliceerd worden. Gips. Gezien de slechte structuur van de geïnundeerde grond, het wegzakken van combines, het rotten van aardappelen enz. meent het D. B., dat de gips- normen; met het oog op een noodzakelijke aanvul lende verstrekking voor 1955 ten spoedigste we derom dienen te worden bezien. Aanvullende bijdrage oorlogsschade. De aandacht van betrokkenen wordt er op ge vestigd, dat aanvragen voor een aanvullende bij drage oorlogsschade vóór 1 October moeten worden ingediend bij de Rijksdienst voor Landbouwherstel, Hooftskade te 's-Gravenhage. Dit is absoluut de uiterste datum. Fruit-afzet. De fruitopbrengst in Europa is dit jaar zeer groot. Hij wordt geschat op 4.700.000 ton, dat is 500.000 ton meer dan vorig jaar. Wat betreft de afzet-mogelijkheden kan medegedeeld worden, dat de onderhandelingen met Oost-Duitsland gaande zijn waarin een bedrag voor groenten en fruit van verschillende imillioenen betrokken zou zijn. De Vlas. De opbrengsten van het vlas lopen nogal wat uiteen. Naast hele goede zijn er ook minder goede. Afzetmogelijkheden lijken er voldoende. Werkgeversaangelegenheden. Het D. B. bespreekt de stand van zaken betref fende een eventuele nieuwe loonronde. Naar reeds bekend is hebben de gezamenlijke werkgevers organisaties in Nederland een loonsverhoging van 5 aangeboden. Dit was méér dan uit het rap port van de Sociaal Economische Raad was te be rekenen, teneinde het gestegen welvaartspeil zo billijk mogelijk ook voor de loontrekkenden te ver delen. De arbeiders-vakverenigingen hebben ech ter 7 geëist, omdat zij vreesden dat prijsverhogin gen en een eventuele huurverhoging de gevolgen van een 5 loonsverhoging weer te niet zouden doen. De vergadering is van mening, dat het welvaarts peil in de landbouw in de afgelopen periode zeker niet zodanig gestegen is, dat na de laatste ingegane 5 loonsverhoging een nieuwe loonronde in de bedrijfstak landbouw te rechtvaardigen valt. Niettemin zal de landbouw niet achter kunnen en mogen blijven, aangezien het wegtrekken van arbeiders naar andere bedrijfstakken hierdoor slechts vergroot zou worden. De vergadering komt dan ook tot de conclusie, dat, indien er een nieuwe loonsverhoging moet komen, deze dan maar bin dend moet worden opgelegd door de Regering, en dat in ieder geval doorberekening in de kostprijzen van de landbouwproducten noodzakelijk is. Compensatie ïoontoesïag voor Schouwen en Duiveland. In verband met het grote tekort aan arbeiders op het zwaar getroffen eiland Schouwen en Duive land en mede in verband met het feit, dat practisch allen, die op dit eiland loondienst verrichten, een ramptoelage verkrijgen, is enige tijd geleden voor de landbouw een nieuwe C. A. O. tot stand geko men, waarbij hogere lonen mochten worden uit betaald. Hiertegenover zou door de Regering een compensatie worden uitbetaald aan de werkgevers. In verband met ambtelijke suggesties, die men op S. en D. besproken heeft met de sociale com missie voor dit eiland, zou deze compensatie uitge drukt worden in een bedrag per ha, waarbij ver schil zou gemaakt worden tussen intensieve en extensieve gewassen. Dit bedrag per ha zou dan aan allen, die grond in gebruik hebben op S. en D. worden uitbetaald, aangezien in dit bedrag de hoe veelheid arbeid, die per ha moet worden verricht, zou worden uitgedrukt. Nu hét op uitvoering aan gaat komen, blijkt dat de Overheid slechts bereid is over de werkelijk uit betaalde lonen een compensatietoeslag te verlenen, hetgeen zou betekenen, dat alle boeren, die hetzij zelf, hetzij hun familieleden, die niet in loondienst zijn, arbeid in de landbouw hebben verricht, deze arbeid zouden hebben moeten doen tegen een loon, dat lager ligt dan van de laagst betaalde arbeider. De onbillijkheid van een dergelijke beslissing springt duidelijk in het oog. Getracht zal worden alsnog via besprekingen deze onbillijkheid weg te werken. Landbouw- en landbouwhuishoudonderwijs. De commissie voor het Landbouwhuishoudonder wijs van de Z. L. M. besprak in haar laatste gehou den vergadering de positie van de commissies van toezicht en de versterking van de band tussen leer krachten der Z. L. M. Tot hoofd van de Lagere Landbouwschool te Scherpenisse werd benoemd de heer A. C. van Heusden te Dubbeldam. Vraagpunten. Besloten werd een drietal vraagpunten aan de afdelingen voor te leggen ter behandeling in de wintervergaderingen, n.l. Bevordering van de rundveefokkerij; Het ijzeren bouwplan, en Korting wegens tarra. TQjribw-tste»* fes. v il (Advertentie)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 2