erverkavelingsgebieden
BELASTINGRECHT 1
Uit de
ZITDAGEN
BOEKHOUDBUREAU
De plannen op Schouwen-Duiveland.
ZELFDORSERS MOETEN
DORSBRIEFJE AANVRAGEN
596
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD.
DIJKSBEHEER
Door de Dienst Dijksherstel worden de dijken op
Schouwen-Duiveland weer overgegeven aan de nor
male beheersinstanties, dat zijn de waterschaps- en
polderbesturen. De rechten van beweiding zullen
nu ook weer door de eigenaren uitgeoefend kunnen
worden. Zij die een dijk willen gebruiken voor
hooi- of weiland, zullen echter goed doen zich met
de betrokken polder te verstaan.
TIJDELIJKE TOEDELINGEN
Met het vorderen der werkzaamheden in de
Burgh- en Westlandpolder, het gebied rond Haam
stede, de Gouweveerpolder en de Zuidernieuwland-
polder, is het noodzakelijk tot tijdelijke toedeling
over te gaan.
De agrarischesubcommissie keurde de plannen
voor deze toedelingen goed. De betrokkenen zullen
dus dezer dagen officieel in kennis gesteld worden
van deze maatregelen. Het is goed in verband hier
mee er nog eens op te wijzen dat deze toedeling een
tijdelijk karakter draagt. De definitieve toedeling
op grond van de wetsbepalingen zal pas over enige
jaren plaatsvinden.
Het Bureau van Uitvoering dringt er daarom nog
eens bij de belanghebbenden op aan niet met over
haaste klachten te komen. Alvorens tot de werke
lijke toedeling wordt overgegaan is er nog alle ge
legenheid met ieders wensen rekening te houden.
Er zullen nl. nog zgn. wenszittingen worden gehou
den. Op de wenszittingen krijgen de belanghebben
den gelegenheid hun verlangens ten aanzien van de
toedeling kenbaar te maken. De tijdelijke toedeling
is nodig om aan de herstelde gronden de zo nood
zakelijke goede zorg te besteden. Dit werk kan
natuurlijk niet beter gedaan worden dan door de
landbouwers zelf.
In het Schelphoekgebied is de toestand nog
anders. Tengevolge van de zeer ingrijpende werk
zaamheden is exploitatie van de oude bedrijven niet
mogelijk. Toch zou men plaatselijk kunnen in
zaaien, aangezien de grond weer herstellende is.
Hier is echter een voorlopige toedeling heel moeilijk
te verwezenlijken, daar het gebied nog zeer ontoe
gankelijk en onoverzichtelijk is. Het Bureau van
Uitvoering wil in dit gebied de exploitatie in samen
werking met de betrokkenen nog deze winter voort
zetten. De tijdelijke toedeling zal dan pas het vol
gend voorjaar plaatsvinden. Over de dan te treffen
regelingen zullen nog nadere mededelingen volgen.
DE WERKEN VAN HET A.S. WINTERSEIZOEN
De werkzaamheden aan verscheidene wegen zul
len dezer dagen beginnen. De aannemer Kats uit
Surhuizum gaat in de polder Vierbannen de
Schooiersweg, de Oostweg, de Vissersweg en het
Reigers wegje aanlegden. Deze wegen hebben naar
verhouding van de te verwachten verkeersbehoefte
een verschillende breedte. De totale lengte bedraagt
bijna 6 km.
In de Polder Schouwen worden wegen aangelegd
door de fa. Gebrs van 't Verlaat uit Neder Hardinx-
veld.
Het betreft hier de voortzetting van de Nieuwe
Lage Zoomweg naar de Provinciale weg en een
geheel nieuwe rechtstreekse verbinding tussen
Haamstede en Noordwelle.
Met man en macht wordt voorts gewerkt aan de
hoofdafwateringsleidingen, daar men voor de a.s.
winterregens het ontwateringsplan voor de Polder
Schouwen gereed wil hebben. Voor een goede ont-
zilting is dit absoluut vereist. Er bestaat goede
hoop dat het zal lukken. De fa. Jansen en Homan
uit Haarlem heeft weer een groot werk aangenomen.
Over de nieuwe leidingen zullen verscheidene
bruggen moeten worden gelegd. De fa. de Oude en
de Jonge uit Zierikzee gaat er weer drie aanleggen.
Op enige plaatsen zullen echter snellere oplossingen
moeten komen. Daarom zullen een viertal Bailey
bruggen worden geslagen. Deze uit het geallieerde
militaire kamp stammende bruggen zullen nu dus
op Schouwen nog goede diensten kunnen bewijzen.
De afwatering van de polder Zonnemaire wordt
verbeterd door het leggen van een nieuwe duiker
in de Dreischorsedijk bij de Helleweg. Ook dit werk
wordt door de fa. de Oude en de Jonge uitgevoerd.
Tal van nieuwe complexwerken komen in uit
voering. Wij zullen volstaan met een opsomming
van de goedgekeurde plannen:
Complex 8: in de Vierbannen, begrensd door
Rijksweg, Platte Capelledijk en Rampaertsedi.ik,
groot 76 ha.
Complex 8: in Schouwen ten Z.O. van de Koete-
nestweg, groot 84 ha.
Complex 26: in Schouwen, tussen de Flaauwers-
inlagen, de nieuwe Ringdijk bij Schelphoek en de
Provinciale weg, groot 148 ha. Hier worden per
celen, die daarvoor in aanmerking komen, geploegd,
één keer overlangs en één keer dwars, waarmee
men goede resultaten denkt te bereiken.
Complex 28: in Schouwen in het zgn. Prunje-
gebied bij de Slikweg, groot 121 ha.
Complex 29:~ in Schouwen ter weerszijden van
de Slikweg, groot 120 ha.
Complex 7: in Schouwen ten W. van de Ooles-
weg, groot 45 ha en verder het herstellen van door
dijkafgraving vernielde gronden bij het Kakkers
weel.
Al deze werken zijn of worden binnenkort aan
gevangen.
Het Bureau van Uitvoering heeft de meest nood
zakelijke werken het eerst aangevat. Het is duide
lijk dat het beschikbare materieel en niet te ver
geten het geld, weieens een grens stellen aan de
uitvoering. Uit de opsomming blijkt echter wel dat
er deze winter op Schouwen zeer veel werk verzet
zal worden. Daarbij zal men al doende moeten
leren hoe de uitvoering het best kan geschieden.
Zo is de afgelopen week een proef genomen met
het diepploegen van een perceel bij Ouwerkerk. De
resultaten hiervan waren zeer bevredigend. Van
onder een opgespoelde zandlaag werd een kalkrijke
zavelgrond bovengeploegd. De ploeg ging tot 1.50 m
diep, maar moest dan ook door drie rupstrekkers
worden getrokken. De belangstelling voor deze
proefneming; was zeer groot.
Bij de uitvoering van de werken zal het kunnen
voorkomen" dat sommige percelen tijdelijk afgesne
den worden van het wegennet. Hiervoor zal het
Bureau van Uitvoering zoveel als doenlijk en nodig
is tijdig voorzieningen treffen. Enige overlast zal
echter wel eens onvermijdelijk zijn.
In Ierland zijn de uien schaars en duur, aange
zien de import van Spaanse uien per 30 Juni stop
gezet is en de eigen oogst eerst in October aan de
markt komt. Begin Augustus bedroeg de prijs
16 a 19 per kist, doch half Augustus was deze
al verdubbeld.
In onze publicatie van de tarweregeling oogst 1954
werd vermeld, dat de dorsregeling onge.wijzigd van
kracht bleef. Het blijkt ons echter, dat velen van
de inhoud van deze regeling niet op de hoogte zijn.
Wij menen er dan ook goed aan te doen in het kort
uiteen te zetten, welke bepalingen deze regeling
behelst.
Loondorsen.
De loondorsers maken gebruik van de aan hen
uitgereikte bloes. Op het dorsbrief je moet de totaal
gedorste" hoeveelheid worden vermeld, dus met in
begrip van de 2e en 3e soort.
De teler is verantwoordelijk voor de juiste en
volledige invulling en-dient de op het dorsbrief je
vermelde gegevens met zijn handtekening te be
krachtigen.
Zelfdorsén.
Zelfdorsers moeten een dorsbriefje aanvragen
bij de Plaatselijke Bureauhouder. De invulling van
deze dorsbriefjes spreekt voor zichzelf.
Een dorsbriefje moet binnen 24 uur, na beëindi
ging van de dorsing bij de P. B. H. worden ingele
verd.
Bij een onderbreking van meer dan 24 uur
wordt de dorsing als beëindigd beschouwd.
TERNEUZEN: Woensdag 22 September in Hotel
„Des Bays:;Bas".
ZIERIKZEE: Donderdag 23 September in Hotel
„Huis van Nassau".
ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 23 September
in Hotel „Hof van Holland".
MIDDELBURG: Donderdag 23 September in Café
„De Eendracht".
SEROOSKERKE: Vrijdag 24 September in Café
„Huysse" van 9.— tot 1.30 uur.
IJZENDIJKE: Zaterdag 25 September in Hotel
„Lievense".
In aanvulling op onze vorige schets volgen hier
enkele punten welke in verband met art. 6, lid 2
onze aandacht verdienen.
In de vorige schets spraken we over de land
bouwer-eigenaar, de boer op eigen grond. Dit
dringt de vraag naar voren of nu ook een pachter,
die op het gepachte gebouwen sticht, onder het
bepaalde in art. 6, lid 2 valt.
Deze vraag moet ontkennend worden beant
woord. Onroerende goederen behoren slechts dan
tot het bedrijf van de belastingplichtige, indien hij
tot deze goederen zakelijk gerechtigd is. Zonder
nu hierop' verder in te gaan, kunnen we vaststellen,
dat dit met de pachter niet het geval is. We willen
willen hier verwijzen naar de art. 626 lid 1 en
656 B.W.
Bovenstaande wil nu niet zeggen dat deze mening
niet voor bestrijding vatbaar is. Volgens meerdere
schrijvers brengt goed koopmansgebruik mee, dat
gebouwen welke een pachter op het eigendom van
een ander bouwt tot zijn bedrijfsvermogen behoren.
Dit laatste zou dan echter weer niet inhouden dat
deze gebouwen voor de pachter Onroerend Goed
zouden zijn. Indien dit laatste niet het geval is
zou art. 6, lid 2 toch weer niet gelden.
We kunnen hier verder aan deze strijdvraag geen
aandacht schenken. We wilden er alleen op wijzen
om onze lezers te doen zien, welke vragen zich
hier kunnen voordoen.
Een tweede punt wat hier besproken kan wor
den is- de verkoop van gebouwen die worden afge
broken. Is een winst welke hiermede wordt be
haald belast. Deze vraag moet bevestigend worden
beantwoord.
De jurisprudentie heeft uitgemaakt, dat verkoop
van deze gebouwen beschouwd moet worden als
verkoop van toekomstig roerend goed. Daar in
art. 6. lid 2 van Onroerende goederen sprake is, is
hier van geen vrijstelling sprake (B. 8930).
Ook tegen deze opvatting is reeds meermalen
verzet gerezen. Men voert we] aan dat de waarde
verandering wel zal hebben plaats gehad toen de
gebouwen nog onroerend goed waren (voor de af
braak). Het zou er dan niet toe doen op welke
wijze deze waardeverandering wordt gerealiseerd,
hetzij dan door verkoop van toekomstig onroerend
goed of toekomstig roerend goed. Ook op deze
strijdvraag gaan we niet verder in.
Een derde punt dat we hier willen noemen, is,
welke de fiscale gevolgen zijn van ruilverkaveling,
in verband met het bepaalde in art. 6, lid 2.
De vraag is dus hier of de waardeverandering
door verkaveling van externe, of van interne aard
is. O.i. is dit niet twijfelachtig. Deze waardever
andering ontstaat in de uitoefening van het bedrijf
en valt dus buiten de vrijstelling van art. 6, lid 2.
Als vierde punt willen we hier bespreken de
schadevergoedingen agrarische onroerende goe
deren.
Stellen we eerst het geval, dat een landbouw-
schuur verbrand. Nemen we aan dat dit betreft de
schuur, welke we in onze vorige schets noemden.
Boekwaarde van deze schuur was 12.000,Door
de brand daalt de waarde van deze schuur (restan
ten in de grond) tot b.v. 1000,—. Er kan dan ten
laste van de winst worden afgeschreven 11.000,
Indien nu deze schuur verzekerd was voor
30.000,komt door de brand een winst tot uit
drukking van 19.000,en deze winst is belast
voor de Ink. Bel. Slechts voorzover deze winst aan
cojuncturele of monetaire factoren te dan
ken is, zou de vrijstelling van art. 6, lid 2, gelden.
Over de gevolgen der vergoedingen voor ver
loren gegane gebouwen door oorlogsgeweld en
inundatie willen we spreken bij de behandeling
van art. 11 van het Besluit Ink. Bel. 1941.
We merken nu reeds op, dat de fiscale gevolgen
van deze verschillende rampen niet gelijk behoeven
te zijn.
We hebben in voorgaande en in deze schets vrij
uitvoerig stilgestaan bij de gevolgen der waarde
veranderingen van tot het landbouwbedrijf van de
belastingplichtige behorende onroerende goederen.
We zijn in geen geval volledig geweest. Allerlei
theoretische strijdvragen hebben we rustig laten
liggen.
De aanleiding tot de vrijstelling van art. 6, lid 2,
is gelegen in de zeer bijzondere rol die de onroe
rende goederen en speciaal de grond in het agra
risch bedrijf spelen.
Het is voor de belastingplichtige van groot (fis
caal) belang om de waardeveranderingen van deze
onroerende goederen buiten de winst voor de In
komstenbelasting te houden en art. 6, lid 2, is hier
door van groot practisch belang.
M.