flSEPTflv WANNEER SUPER STROOIEN? O, ANNELIESE LET OP DE UITBREIDINGSPLANNEN. DELFT Benut die kans 552 COMS bereiken ons vragen over het meest gewenste tijdstip voor het strooien van super. Velen zijn er de laatste jaren toe overgegaan om de super in het najaar te strooien, b.v. in Sep tember of October. Men heeft de super dan gekocht tegen NAJAARSPRIJS, welke nogal wat lager is clan de voorjaarsprijs. De super kan dan direct op het land; opslaan in de schuur is niet nodig. Verder is het land voor de kunstmeststrooiers gemakkelijker begaanbaar en berijdbaar. Het land is veel gelijker dan in het voorjjaar, wanneer het nog in de ploegsneden ligt. Het najaarsstrooien is dus wel erg aanlokkelijk. Tevens kwam men tot de conclusie, dat de ge wassen er niet minder om groeiden, er was immers niets van te zien. Zodoende is dit gebruik sterk toegenomen. Tegen deze methode kunnen echter verschillende BEZWAREN worden ingebracht. (Advertentie). In de eerste plaats is het effect van een VERSE fosfaatbemesting groter dan van een vroeger aan gewende. Proef-ondervindelijk is wel vastgesteld, dat een verse bemesting 3 x effectiever is dan een oude bemesting met super. Hoewel een najaars gift misschien niet geheel als een oude bemesting moet gekwalificeerd worden, ze is althans „ouder" dan de voorjaarsbemesting, die vlak voor 't zaaien van de gewassen wordt gegeven. Deze laatste is een „verse" bemesting. Er kan dus wel degelijk verschil in effect tussen voorjaars- en najaarsaan wending bestaan. In de tweede plaats wordt de in het najaar aan gewende super ondergeploegd. Dit is vooral het geval als de aanwending kort voor het op winter - voor ploegen gebeurt. De bovenzijde van de grond, waarop de super ligt, wordt dan voor een groot deel onder in de voor gebracht. Zodoende komt de super op 15 a 25 cm diepte te liggen. Voor de in het voorjaar te zaaien gewassen kan dit nadelig zijn. Immers, de jonge kiemplantjes hebben dan nog niet voldoende wortels ontwikkeld om over de ondergeploegde super te kunnen beschikken. In dergelijke gevallen kan tijdelijk fosfaatgebrek op treden. Dergelijke verschijnselen verdwijnen later in het groeiseizoen veelal. De planten hebben ge lukkig een behoorlijk vermogen om zich te herstel len. Was dit niet zo, dan zouden de foutief toege paste cultuurmaatregelen zich veel sterker wre ken. Niettemin zou het onverstandig zijn om op zettelijk fouten te maken. Daarom dienen wij ons wel te realiseren wat de gevolgen van onze han delwijze kunnen zijn. Wordt de super reeds begin September aange wend en de grond wordt nog meerdere malen be werkt met ploeg, egge en cultivator, dan zal de super meer met de grond gemengd worden door een laag van ongeveer 15 cm. Ploegt men dan op wintervoor op 20 a 25 cm, dan zit de super dus minder diep en behoorlijk verdeeld door de grond. Strooit men de super op de groenbemesting en men doet dit vroeg, b.v. vóór half September, dan zal bij voldoende regenval de super nog een eind de grond indringen. Gaat men dan op wintervoor ploegen, dan komt deze meststof niet al te diep, temeer ook omdat de groenbemesting niet diep ondergeploegd wordt. Men kan echter ook bezwaren aanvoeren tegen het in het voorjaar over de ploegsneden strooien van super. Vooral als de grond erg ongelijk ge ploegd is en de ploegsneden z.g.n. op huizen staan. Bij de eerste grondbewerking worden de sneden gelijkgeëgd of gesleept en de pas gestrooide super komt dan met de losse grond van de koppen in de laagten terecht. Van een goede, horizontale ver deling van de plantenvoedende stof is dan ook geen sprake meer. Immers op de plaats van de koppen van de sneden bevindt zich dan in het ge heel geen super meer. Met het oog hierop zal, vooral op ongelijk geploegd land, de superbemes ting en ook wel andere kunstmeststoffen het beste toegepast worden na de éérste grondbewer king. TERNEUZEN. Vlanaf 17 Augutus 1954 gedurende vier weken ligt ter gemeentesecretarie voor een ieder ter in zage een ontwerp van een plan tot partiële herzie ning van hefi uitbreidingsplan in onderdelen gele gen in de gemeente Terneuzen. Gedurende bovengenoemde termijn kunnen be langhebbenden bezwaren indienen bij de gemeente, raad. ELKERZEE. Vanaf 10 Augustus tot en met 7 September 1954 ligt ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inza ge een ontwerp vabi het wederopbouwplan. Belanghebbenden kunnen vóór 8 September 1954 bezwaren tegen dit ontwerp indienen bij de ge meenteraad. NOORDWELLE. Vanaf 12 Augustus 1954 gedurende vier weken ligt ter gemeentesecretarie voor een ieder ter in zage een ontwerp van het wederopbouwplan. Belanghebbenden kunnen gedurende deze termijn bezwaren tegen dit ontwerp indienen bij de ge meenteraad. Concluderende Zouden wij kunnen zeggen: 1. Super strooien vlak vóór het op wintervoor ploegen is niet aan te bevelen. 2. Super strooien eind Augustushalf Septem ber en dan door de grond mengen tijdens de l»ewerking of op de groenbemesting is, vooral uit economisch oogpunt, een aanvaardbare methode. 3. Super strooien in het voorjaar na de eerste grondbewerking is voor het gewas het beste. Hieraan moet nog toegevoegd worden, dat gron den met een slechte chemische vruchtbaarheid, dus lage fosfaatcijfers en/of andere gebreken zoals slechte structuur, onvoldoende ontwatering enz., sterker zullen reagerén op een verkeerde aanwen ding van super dan gronden in goede conditie. Verder bestaat er verschil in de gewassen. Vlin derbloemigen, vlas en bieten, moeten vooral in het kiemstadium kunnen beschikken over een behoor lijke hoeveelheid fosfaat; bijgevolg moet dit onder hun bereik zijn. Dat de opbrengsten van de gewassen weinig of in het geheel niet reageren op de aanwendingstijd van de super komt, zoals reeds is opgemerkt, door het herstellingsvermogen van de planten, indien er van een achterblijven in groei sprake geweest is. Dit laatste komt op onze goede klei. en zavel gronden niet veelvuldig voor. Wellicht mag dit toe geschreven worden aan de in het algemeen goede fosfaattoestand van deze gronden. De practische betekenis van dit vraagstuk is voor de gronden met een goede fosfaattoestand van weinig betekenis. Op gronden met een slechte fosfaattoestand zal najaarsaanwending afgeraden moeten worden. Tenslotte kan nog gewezen worden op de moge lijkheid de super met de kali gemengd uit te strooien. Diverse boeren doen dit al jaren. Men verkrijgt hiermede een zekere arbeidsbesparing. Aan het mengen moeten echter hoge eisen gesteld worden. A. DE REGT. R. L. V. D. Axel, 24 Aug. 1954. Evenals het vorig jaar heeft ook nu weer het Bedrijfslaboratorium te Oosterbeek een reductie in het uitzicht gesteld voor de monsters, die vóór 1 October zijn verzonden. Wilt U voor de komende winter ruwvoeders laten onderzoeken, dan moet men hiermede thans niet meer wachten. Vanzelf sprekend dienen de voorraden hooi en/of kuil „uit gewerkt" te zijn vóór zij worden bemonsterd. Door vroeg in te zenden bereikt men twee din gen, en wel in de eerste plaats, dat het onderzoek goedkoper is, en in de tweede plaats, dat U het resultaat tijdig thuis hebt. ZET de radio aan en U ihebt een grote kans, dat U dit liedje van het meisje, waarop maemand boos kan wordem, weer eens hoort. Zeer vele mensen luisteren er met genoegen naar en kennen het wijlsje uit hun hoofd. Om deze reden hebben wij het aangedurf d weer eens iets bekends te laten horen, in de hoop, dat U het niet weer vergeten zult. Is Grondonderzoek nodig? Wanneer men alle kosten optelt, welke een land- houwer jaarlijks maakt alvorens hij de oogst bin nenhaalt, dan komt men tot een bedrag van 1000,tot 1300,per ha. Hiervan komt zeker 10 a 15 op rekening vatm de post meststoffen. Men kan dus zeker niet zeggen, dat bemiesten goed- koop is. Het is dan ook zaak, dat men er naar streeft het voor mestjstoffen benodigde bedrag zo goed mogelijk Vast te stellen en zo economisch mo gelijk te besteden. Dit kan alleen gebeuren, wan neer de bemestingspolitiek gebaseerd wordt op het grondonderzoek. Dafm geeft men niet te veel, wat geen zin heeft, maar ook niet te weinig, waardoor de opbrengsten gedrukt kunnen worden. Laat daarom Uw percelen onderzoeken. Heeft men dit reeds gedaan, dan is een hernieuwd onderzjoek na 5 jaren dikwijls gewenst. Men karn dan zijn eigen bemestingspolitiek eens controleren. Is grondonderzoek duur? Een monster van 2 iha klei- en zavelgrond kost 10,55. Per ha is dit 5,27, voor welk bedrag men ongeveer 5 jaar een basis voor de bemestingspoli tiek heeft. Per ha en per jaar kost het grondonder zoek dan 1,05. Dit is nog niet 1 der bemestingskosten. Voor zandgronden komt men op 0,80 per ha en per j'aar. Waarop laten we de grond onderzoeken? Naast fosfaat- en kaligehaltes, welke voor alle gronden belangrijk zijn, is op de oude zandgronden, zoals wij die in Zeeuws-Vlaanderen langs de grens van onze Zuiderburen kennen, vooral de zuurgraad van de grond zeer belangrijk. Is deze te laag, dan krijgt men de zure ziekte in de gewassen, benevens magnesiumgebrekverschijnselen. Een 'halve of een kwart opbrengst is hiervan het gevolg. Er dient dam gekalkt te worden, maar hoeveel? Teveel kalk is op zandgrond ook schadelijk. Men krijgt dan rnangaangebrek en -schurftige aardappelen. Alleen via het grondonderzoek is de juiste hoeveelheid kalk aan te geven. Wie neemt het monster? Wilt U een perceel laten bemonsteren, dan kunt U dit opgeven aan de assistent vajm de Rijksland- bouwvoorlichtingsdienst in Uw rayon. Er zijn echter cpk monsternemers in onze dienst en wel: J. Hamelink, Vaartiwijk N 10 te Axel, Tel. 01155608, voor Oost Zeeuws-Vlaanderen. A. Del- laert, Sint Eligiusplein 2 te Oostburg voor West Zeeuws-Vlaanderen. Ook aam hen kunt U opgeven dat U Uw grond wilt laten onderzoeken. Waar gebeurt het onderzoek? De monsters, welke door de assistenten of de monsternemers genomen zijn, worden onderzocht op het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewas- onderzoek te Goes. Dit is het laboratorium van de landbouworgani saties, dus Uw eigen laboratorium. De uitslag vaim het onderzoek wordt door ons bekeken en van een advies omtrent de bemestings politiek voorzien. Dit gebeurt echter alleen, wan neer het grondmonster op het Bedrijfslaboratorium te Goes is onderzocht. Hiervan kunt U zicih steeds door de monsternemer laten overtuigen door hem om zijn legitimatiebewijs te vragen, hetwelk voor Zeeuws-Vlaanderen qndertekend is door de Rijks- landbouwcomsulent: Ir P. R. Bournan. De vraag, die in het begin gesteld is, kan alleen met ja beantwoord worden. Het onderzoek moet op de juiste plaats uitgevoerd en van een advies voorzien worden, dat goed opgevolgd wordt. Axel, 31 Augustus 1954. A. DE REGT.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 4