PIROLINE
ZITDAGEN
BOEKHOUDBUREAU
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1954.
waarin opgenomen het NOORD-BR AB ANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M?)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
Garantie- en verrekenprijs voor
melk verhoogd
D. J. VAN DER HAVE
Isch-Technologisch InitiW
voor Zeeland
MIDDEIBURO
No. 2239. Frankering bij abonnement: Terneuzen
42e Jaargang.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
(Bverzicfii
In het nummer van ons blad van de vorige week
heeft de 'heer G„ achter welke letter ongetwijfeld
iedere lezer de naam van onze Algemene Voorzit
ter heeft ingevuld, duidelijk het risico van de boer
'belicht. En hiermede tevens diegenen van repliek
gediend, die in hun studeerkamer systemen zitten
uit te denken, die gebaseerd zijn op cijfers, die
theoretisch zouden aantonen, hoe goed het de een
gaat en hoe minder goed de ander, maar welke
cijfers telkens weer opnieuw door de nuchtere
praktijk worden achterhaald. In verband met het
artikel van de heer Geuze willen wij onze lezers
thans niet onthouden een bericht ivan een Corres
pondent van de „Nieuwe Rotterdamse Courant",
die in het nummer van dit blad van Donderdag 26
Augustus schrijft over
de aanzienlijke schade aan landbouwgewassen.
Genoemde correspondent heeft zich kennelijk
laten voorlichten door deskundigen van het mi
nisterie van Landbouw, Visserij en Voedselvocczie-
ninbg. Hij schrijft dat, hoewel deze deskundigen
zich ir iet durven wagen aan een schatting van de
omvang van de schade, die tengevolge van de ab
normale weersomstandigheden aan de gewassen
iis toegebracht, men. er wel rekening mede houdt,
dat de schade aanzienlijk is. De langdurige droog
te in het begin van het seizoen en de daarna steeds
maar stromende regen hébben humt uitwerking niet
gemist. Van een nationale ramp wenst men stellig
niet te spreken, mede omdat in sommige streken
de oogst van een enkel product hoger zal zijn dan
in vorige jaren.
Onherstelbare schade is toegebracht aan het
gras. Tengevolge Van de droogte in het begin; van
het senzoen is een dunne zode ontstaan, die het
vele water niet heeft kunnen verwerken. De schade
is voor de betrokken boeren groot, omdat zij met
een tekort aan voer voor de winter te kampen
krijgen. Genoemde deskundigen menen, >dat een
en ander zijn invloed op de prijs van het veevoer
niet zal missen.
Zeer zware schade is ook toegebracht aan de
aardappelen en wel speciaal in het Oosten en
Noordoosten van ons land. Grote hoeveelheden
zijn in de grond verrot.
Volgens de laatste berichten, die wijl aan de
N. R. Crt. van 1 September ontlenen, wordt de
schade aan landbouwgewassen tengevolge van de
regenval in „Den Ham" en Vroomshoop in Qver-
ijssel geschat op 1.300.000.
In Groninger:; vreest men het ergste voor de
pootaardappeloogsti. De maïs is practisch niet tot
vruchtzetting gekomen. Het valt te verwachten,
dat er van de 9000 ha slechts een oogst van zeer
geringe betekenis zal worden verkregen. Men be
denke eens wat dit alleen voor schade oplevert!
Bovendien vrezen wij, dat het de animo voor dit
gewas, waarvoor enige jaremi geleden ook van
Overheidszijde werd gepleit, aanzienlijk zal doen
verminderen.
LET OP U SAECK.
HULST: Maandag 6 Sept. in de „Graanbeurs" van
35 uur.
TERNEUZEN: Woensdag 8 Sept. in Hotel „Des
Pays-Bas".
ZIERIKZEE: Donderdag 9 Sept. in Hotel „Huis
van Nassau".
MIDDELBURG: Donderdag 9 Sept. in Café „De
Eendracht".
ST. PHILIPSLANDZaterdag 11 Sept. in Hotel
„De Druiventros".
THOLEN: Zaterdag 11 Sept. in Hotel „Hof van
Holland".
Ons klimaat blijkt heel wat risico's voor de
maïs in te houden. Tenslotte hebben de granen
en de erwten geleden. Ook in onze proivimicie.
Daar staat tegenover, dat de opbrengsten niet
blijken tegen tie vallen, terwijl de prijs voor de
erwten op het ogenblik (tijdelijk?) oploopt.
Voor onze provincie zal nog moeten uitkomen
hoe groot de schade aan de aardappelen is.
De suikerbieten.
Ten aanzien van de suikerbieten kan gezegd wor
den, dat nog wel wat goed gemaakt kaini worden.
Het staat vast, dat gewicht en gehalte zijn achter
gebleven. In de „V. C. S.-Bode" van 1 Sept. 1954
lezen wij, dat het resultaat van het eerste monster-
onderzoek (26 Juli) heeft uitgewezen, dat verge
leken bij de laatste vijf jaren het wortelgewicht
per biet op één na het laagste was. Alleen 1951 gaf
een nog lager cijfer. Het suikergehalte was het
laagste.
Ofschoon velen onzer lezers de cijfers misschien
reeds hebben gelezen, laten wij hieronder het dn de
„V. C. S.-Bode" gepubliceerde staatje toch nog
even volgen, opdat een ieder zich kan overtuigen.
wortelgewicht
suikergewicht
per biet in gr
suikergëh.
per biet in gr
1954
313
10,65
33,48
1953
425
13,07
55,63
1952
437
13,36
58,56
1951
210
10,82
22,83
1950
340
11,63
39,82
Het is voor Zeeland een gelukje, dat het Zuid-
Westen nog het gunstigst uit de bus komt, waarbij
weer Zeeuws-Vlaanderen het beste figuur slaat.
Ook kan gunstig weer in September en October
nog veel verbetering brengen. Daar 'hopen wij
allen maar op, want de suikerbietenopbrengst
speelt voor een akkerbouwprovincie als de onze
een grote rol bij de uiteindelijke financiële uitkom
sten van de bedrijven.
Het riskante boerenbedrijf.
Deze enigszins sombere opsomming doet weer
eens duidelijk uitkomen aan welke risico's de boer
het hoofd moet bieden. Vandaar dat imen bij de
cijfers over de financiële uitkomsten steeds in het
,oog moet houden, dat enkele goede jaren hard
nodig zijn om de slechte risico's op te vaingen.
Wanneer wij zo de negen jaren, die na de oorlog
zijn verlopen en die wij hier in de Zeeuwse land
bouw hebben mogen meemaken, de revue laten
passeren, dan 'herinneren wij ons zeker enkele zeer
goede jaren. Maar naar wij menen zijn dat er
twee geweest. Wij herinneren ons ook twee zeer
natte zomers er» een zeer droge. Er was een prach
tige herfst bij en een kletsnatte. Ec was een wa
tersnoodramp van ongekende omvang. Er waren
op vele plaatsen een of meerdere zeer schadelijke
hagelbuien. Ais wij dan een zeer ruwe balans
voor onszelve zouden trachten op te maken, dan
geloven wij, dat er zeker enkele gelukkige streken
zijn, waar men voor rampen gespaard werd. Daar
staan hele delen van Zeeland tegenover, waar de
boeren één of meer ernstige klappen hebben ge
kregen naast enkele goede jaren.
Alles bij elkaar geloven wij, dat de Zeeuwse boer
zeker niet een te groot deel van de algemene wel
vaart heeft verkregen. Gélukkig is de welvaart
van geheel ons volk weer op earn wat hoger peil
gekomen na de ongelukkige oorlogsjaren.
Dat ook de boerenstand daarvan meeprofiteert
is niet meer dan billijk. En dan zal er hier en daar
wel eens een enkeling bdven het gemiddelde uit
steken, maar even zo goed zullen er zijln;, die onder
dat gemiddelde blijven.
Men vergete bovendien niet, dat de grote massa
dikwijls te veel opziet naar die enkelingen:, wie het
geluk toelacht of die door hun flinkheid en slim
heid boven hun medemensen uitsteken. Naar de
geslaagde handelsman, naar de geslaagde groot
industrieel, naar de geslaagde ambtenaar en boer
mag men nooit de gehele middenstand, ambtena
renstand of boerenstand afmeten. Deze neiging
bestaat maar al te veel, vooral 'bij de leek.
Er wordt aan het inkomen geplukt.
De laatste jaren zijn de lasten behoorlijk geste
gen. Wanlneer wij: opnieuw de bovengenoemde
negen jaren voor de geest halen, dan kunnen wij
constateren, dat de prijzen van verschillende land
bouwproducten gestegen zijn. Doch stellam wij
daartegenover de grote investeringen, die nodig
zijn op het huidige, min of meer gemechaniseerde
boerenbedrijf, stellen wij er tegenover de stijging
van pachten, lonen em sociale lasten en bedenken
wij tenslotte, dat een hoger inkomen door de fiscus
vakkundig wordt afgeroomd, dan menen wij, dat
de algemene toestand van de boerenstand mis
schien wel iets verbeterd is, maar dat er toch nog
genoeg zwakke plekken overblijven. Een van de
ergste is zeker de kapitaalvorming en de daarmee
samenhangende oudendagsvoorziening. Het zal
pas bij een terugslag in de conjucntuur blijken,
hoe sterk de boerenstand zich heeft kunnen ma
ker» in een tijdvak van hoogconjunctuur. En hier
op zijn wij geenszins gerust.
Wanneer men de economische beschouwingen
over de industriële bedrijven leest, dan valt het
op, dat vele industrieën deze tijd van hoogconjunc
tuur gebruiken om de verdiende kapitalen in eigen
bedrijf te 'houden, er uitbreidingen en noodzake
lijke vernieuwingen van betalen en reserves vor
men. Dit punt is zeker ook voer de boerenbedrij
ven van het grootste belang. Wij; zouden het
daarom toejuichen als men, instede vam! na te gaan
hoe men de winsten per ha, die door het L.E.I.
worden uitgerekend, verder dient af te romen of
uit: te smeren over hen, die minder gunstige resul
taten verkrijgen, er de nadruk op legde, dat het
van het grootste belang is, dat men van deze
winsten behoorlijke bedragen besteedde voor in
nerlijke versterking van het boerenbedrijf.
Wlant een terugslag van de conjunctuur zal men
het beste het hoofd kunnen bieden, wanneer men
zijn bedrijf cultuurtechnisch, mechanisch en be
drijf stechnisch in goede staat heeft en bovendien
over nog wat reserves de 'beschikking heeft. Geluk
kig, dat verschillende; instellingen hier wel aan
dacht aan besteden. Het blijft echter een punt van
uiterst belang.
S.
Als gevolg van de loonsverhoging, die in de af
gelopen maand Mei in de landbouw heeft plaats
gehad, is op grond van berekeningen van het L. E. I.
inzake de invloed dezer loonsverhoging op de kost
prijs van melk geconstateerd, dat deze, gerekend
over het gehele melkprijsjaar November 1953
November 1954 met 0,80 per 100 kg is gestegen.
Daarom zijn door de Minister van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening de garantieprijs en
de verrekenprijs voor het lopende melkprijsjaar
verhoogd met 0,80 en gebracht op respectievelijk
21,40 en 23,40 per 100 kg melk met 3,7 vet.
Deze verhoging heeft geen directe gevolgen voor
de consumentenprijs voor melk, omdat de stijging
vooralsnog zal worden opgevangen door een gro
tere subsidie uit het L. E. F.
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
EN ZAADHANDEL
KAPELLEBIEZELINGE.
Opbrensten
zijn bijzonder hoog: