Stemmen uit de praktijk. BRIEVEN N. O. P. TUINBOUW Fruittelers UIT DE 506 NA DE OOGST VAN KLEIN FRUIT In Augustus 1954 begon de zomer. Mogelijk dat we dit vermelden in de geschiedenissen van het jaar '54. Laten we hopen, dat velen nog een zon nige vacantie zullen hebben. De land- en tuin bouwers kunnen dit ook wel gebruiken met het binnenhalen van de oogst. Hoe het ook zal gaan, het is een feit, dat het oogsten van kleinfruit wel onder zeer abnormale omstandigheden heeft plaats gehad. We zouden ook kunnen zeggen een zachte winter met veel regen. Kersen eten b.v., was behaaglijker bij de kachel dan aan de slootkant of in de boomgaard. Maar ondanks dit alles ging toch het rijpstadium door al was het schoorvoetend. AARDBEIEN Wat van de aardbeien over gebleven was na de vorst, droogte en hagel en wat niet door de regen rotte, moest geoogst worden. Veel is er dan ook niet geoogst. Alleen de Jecunda bleek weer een erge taaie te zijn die veel hebben kan. De hoge prijs heeft voor dit ras en voor sommige goede perceeltjes nog wat goedgemaakt. Ook hebben we kunnen zien dat de teelt van vroege aardbeien in speciale verpakking perspec tieven heeft voor de kleine telers. Deze telers zijn dan ook zeer tevreden en we zullen onge twijfeld een verschuiving zien van de industrie aardbei naar de consumptiesector. Laten we hopen dat een volgend seizoen dit meer onder gunstige omstandigheden tot uiting mag komen. We hopen daar nog wel eens op terug te komen omdat nog steeds de aardbei een der hoofd-zuilen is van het klein fruit-bedrijf. FRAMBOZEN De framboos heeft een goede beurt gemaakt dit jaar. Vooral de Malling Promise gaf een goede opbrengst en was zeer gevraagd. Nog nimmer werden er te Kapelle zoveel frambozen aange voerd als dit jaar. Een bewijs, dat het ook met dit product de richting uitgaat van consumptie en diepvries en het vat beschouwd wordt als het niet rendabelste gedeelte van de oogst. Ofschoon ook de framboos veel te lijden had van het on gunstige weer. Het is echter toch zo dat ze altijd nog behoorlijk van de grond hangen. Met deze teelt, die veel vakkennis en werk vraagt liggen er zeker gunstige perspectieven voor de toekomst. En voor aardbeien en voor de- frambozen wordt het prima product betaald. Een stimulans om het beste van het beste te telen. Een gedurige be spuiting en selectie zal verder doorgevoerd moeten worden. De proeven hiermede, zijn moedgevend. BESSEN Wat de bessen betreft; de zwarte zorgden dit jaar voor een verrassing. De gedachte was dat de prijs rond de minimumprijs zou liggen en de klok op de veiling wees vaak meer dan het dubbele aan. Voor velen nog een meevallertje in die natte beroerde tijd. Want och, als we nog aardig wat beuren waar niet op gerekend was, dan neemt men die nattigheid nog wel op de koop toe. Ook de rode bes hield zich best en werd veel gevraagd. Jammer ook dat het weer de export kwaliteit deed verminderen. Zelfs de Duitse zure heeft gedeeld in de opgaande prijs. De kruisbes liet het ook weer zitten en schijnt toch aan het eind van zijn bestaan te zijn gekomen. Alleen stuk-vruchten in rijpe toestand konden een goede prijs opbrengen. Ik denk dat er weer veel op de brandstapel terecht zullen komen. Jammer dat ze niet mee konden doen met hun zwarte collega. KERSEN Ja, de kersen moesten het weer ontgelden. Regen en wind, soms tot storm, is niets voor een product dat door de zon gekoesterd moet worden. Het is dan ook tragisch geëindigd in de kersen- oogst. Duizenden kilo's -hingen binnenstebuiten aan de bomen. Wie nog de moed en de tijd had, plukte ze voor het vat tegen de prijs van 30 cent per kg. Zo niet, dan gaf men de oogst over aan de vraatzuchtige belagers van onze kersen, de spreeuwen, die zich weinig van de regen en wind aantrokken. En zoals altijd present waren om het leven van de toch al niet opgeruimde kersenteler nog zuurder te maken. Jammer, want de prijs was niet slecht en er was een goede oogst. Wat gunstiger weer zou zeker de prijs en de afzet hebben beïnvloed en de kersenteelt dit jaar wat omhoog getrokken hebben. Laten we ook hier de moed niet opgeven, voor het volgend jaar. Al is kersenteelt een zeer riskante teelt, en niet erg aanlokkelijk, toch volhouden. BRAMEN Dan rest ons nog de bramen, waarvan de oogst nog voor de deur staat. Als de voortekenen ons niet bedriegen, kan de prijs wel eens meevallen en de oogst misschien ook nog wel iets. Mogelijk, dat het voor vele kleine telers de braam is, die de andere teleurstellingen nog wat goed maakt. Met deze beschouwing wil ik deze keer eindigen. We gaan verder met de oogst en volop aan het Yellow's plukken. Nu we met de pluk zijn begonnen komt meer. en meer tot uiting de slag die onze collega's" hebben getroffen door de hagel. Zo ziet men alweer, dat er heel wat fac toren zijn die onze bedrijfsinkomsten kunnen ver kleinen. We hopen dat ons hard fruit onder gun stiger omstandigheden geplukt moge worden dan het zacht fruit. Daarover een volgende maal iets. JAAP UIT 't BOGERDJE. GIPS VOOR GETROFFEN FRUITTELERS De Inspectie Zeeland van de Rijksdienst voor Landbouwherstel maakt bekend, dat fruittelers in de overstroomd geweest zijnde gebieden, die voor nemens zijn in het plantseizoen 1954/1955 boomgaard in te planten, recht hebben op 2500 kg gips per in te planten ha fruit. Aangezien in de winter geen gips beschikbaar zal komen, dienen belanghebbenden zich onverwijld tot de Plaatselijke Bureauhouder te wenden, onder opgave van de oppervlakte die men voornemens is in te planten. De P.B.H. zal dan een gipsbon verstrekken die direct bij de handel moet worden ingeleverd. Postzegel De appel valt niet ver van de stam (zeggen wij). Een goede hond, jaagt edel wild (zegt men in Frankrijk). Edel fruit vraagt een edele bemesting. Chloorarme kali is een veredeld kaliproduct! Beste Jan, Al lang ben ik van plan geweest eens iets van mij te laten horen. Want hoewel jij in Zeeland bent en ik in het kader van de herverkaveling naar de N. O P. ben vertrokken, voelen we ons toch nog nauw aan elkaar verbonden. Ik weet dat er in Zeeland veel over de polder ivordt gesproken; maar dat is ook omgekeerd het geval. Het zijn niet alleen de vele familiebanden die Zee land en de N. O. P. aan elkaar binden. Ook de geaardheid van de streek hier is overeenkomstig met je gewestal lijkt dut op het eerste gezicht misschien niet zo als je in de polder komt. Kom maar eens op een Donderdagmorgen naar de beurs, dan zie je de Zeewen in groepjes staan en achter de boxen van een bepaalde firma duikt de boerenhoed van een Walcherse boer op. Of kom eens naar de kerk en je ziet de Zeeuwse klederdracht nog overal. En ook al zijn er vele uit andere provincies „boer blijft boei'". Het contact met hen is al gelegd als je even met elkaar praat. Waarmee ik maar zeggen wil dat hier een echte boerengemeenschap aan het opgroeien is zoals we die in Zeeland ge woon waren en niet iets Amerikaans zoals wel eens wordt gedacht. Ondanks de grote mate van overeenkomst is er ook veel verschil en vooral daarover wil ik je zo nu en dan eens schrijven. Vandaag wil ik dan eerst eens ivat vertéllen over de grondsoorten. In het Landbouwblad van vo rige week heb je kunnen zien dat zeer zware klei hier niet voorkomt, het is meest "zware en lichte zavel op zand of op veen. Wie voor het eerst hier komt denkt echter al gauw dat de grond hier lichter is dan dat ze werkelijk is. De luchtige en losse structuur bedriegt hei Zeeuwse oog. Pachters van 1948 merken ook al zeer goed dat hun grond op het oog zwaarder is, dat ze in het begin dachten. De zwaarste gronden kunnen eer ive tien jaar verder zijn nog wel eens problemen geven. De zandgronden die met zoet water worden ge-infiltreerd laat ik buiten beschouwing, omdat er bijna geen Zeeuwen zijn die hier pachten. De opbrengsten zijn daar wisselvalliger dan in het grote middengebied van de polder. De zavelgronden zijn zonder uit zondering zeer water opgevend", zodat verdrogen haast nooit voorkomt. In een natte zomer zoals nu, komt dit voordeel niet tot zijn recht. Integendeel want „natte grond is koude grond" en aan warmte hébben we hier dan ook veel gebrek gehad. In het voorjaar is er altijd een goede opgang en als er dan maar warmte komen wil groeit het hard. Meestal is het echter begin Juni eer het goed doorgroeien wil. Het groeit dan in 3 dagen echter meer dan in een week in Mei. Het onkruid komt dan ook in een keer te gelijk. Door de véle re gens en de „opgevendheid" van de grond ging dat dit jaar niet zo gemakkelijk dood. Ook groeien sommige gewassen te geil op, zoals vlas en erwten. De laatste weken lagen deze gewassen hier te rotten op het land. Het is jammer dat zo'n mooie oogst ligt te bederven, maar daar kan niemand iets aan doan. Uiteindelijk valt het misschien nog mee, maar de resultaten zullen niet zo goed zijn als het eerst leek. Over de oogstwerkzaamheden schrijf ik je een volgen de keer. Je vriend, JAAP. We dachten dat het wel aardig voor onze lezers zou zijn de brieven van Jaap aan zijn vriend te publiceren, omdat het contact met oude vrienden zo beter be waard blijft. En ook voor hen die er straks zelf zullen wonen is het prettig de oude contacten in de tussentijd zoveel mogelijk bewaard te hebben. REDACTIE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 6