AREAALHEFFING EN FONDSVORMING
AARDAPPELEN
Bestrijding mond- en klauwzeer
in Europa
„PIROLINE" Zaaigerst
BALDER- en
KENIA GERST, 1 e nabouw
PEKO Zomertarwe
GRAS-enKLAVERZADEN
Wed. P. DEJONGH-Goes
156
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Gedurende de oorlogsjaren en ook nog enkele jaren daarna werden voor de consumptie-aard
appelen door de Overheid gegarandeerde prijzen vastgesteld. Dit systeem van prijsgarantie is ver
laten in 1948, toen de grote oogst een voor velen catastrofale prijsval veroorzaakte. Teneinde al te
grote risico's bij de teelt 'van consumptie-aardappelen te kunnen voorkomen is daarom, op voorstel
van de georganiseerde landbouw, overgegaan tot oprichting van een Consumptie-aardappelfonds.
Het doel van dit fonds is om door het uit de markt nemen van eventuele overschotten een normale
verhouding tussen vraag en aanbod te herstellen en zodoende de prijsvorming gunstig te beïnvloe
den.
Voor de verzekering van het marktrisico is de teler een verzekeringspremie verschuldigd, welke
wordt geïnd in de vorm van een heffing over de oppervlakte voor de verkoop bestemde aard
appelen.
Nu de georganiseerde landbouw zich er over beraadt in hoeverre en op welke wijze in 1954 met
deze fondsvorming door middel van areaalheffing moet worden doorgegaan, is het wellicht gewenst
in het kort na te gaan wat tot nu toe is bereikt.
SALDO FONDS.
Het Consumptie-aardappelfonds waaruit het
zgn. Fabrieksfonds is afgesplitst beschikt thans
over een bedrag van rond 6 millioen. Over de
oogst 3950 t/m 1953 heeft de areaalheffing ruim
ƒ5 millioen en de exportheffing ruim 3 millioen
opgebracht. Verhoogd met de inmiddels gekweekte
rente bedragen de totaalinkomsten zodoende ruim
f8,5 millioen. Hiertegenover staan de uitgaven.
In de eerste plaats de administratiekosten, welke
het eerste jaar vooral tengevolge van individuele
restitutie voor fabriekstelers vrij hoog zijn ge
weest, nl. plm. ƒ200.000.—, doch thans zijn terug
gebracht tot ongeveer 7 r/c van de inkomsten. De
verliezen, geleden over de in het najaar van 1950
en van 1951 uit de markt genomen aardappelen
ruim 80.000 ton, practisch uitsluitend van zand
grond) beliepen totaal plm. 2,2 millioen. Een
gelukkige omstandigheid was, dat de extra export
heffing'4,50 per 100 kg) over de uit oogst 1950
geëxporteerde aardappelen, instede van te vloeien
in het L.E.F., kon worden aangewend voor het
dekken van het door de S.I.V.A. geledenverlies
(S.I.V.A. is Stichting In-^en Verkoop van Aard
appelen, opgericht door de Stichting voor de Land
bouw en organisatie van de aardappelhandel
Het saldo bedraagt thans dus 6 millioen. Aan
gezien de Regering bereid is bij het treffen van
maatregelen een gelijk bedrag te fourneren als
door belanghebbenden bijeen wordt gebracht, staat
(Vervolg van bladzijde 155.)
Mèn kan de meerdere kosten tellen bij die welke
reeds bi.) de buitenluchtkoeling begroot worden.
Hiervoor kunnen we uitgaan 'van de berekening
voor oogst 1951, al zullen we verschillende posten,
in verband met de opgetreden kostenstijgingen,
moeten verhogen.
Kostenbesparing bij aardappelbewaarplaats
oogst 1951:
In één sortering rooien
Zomerdek zetten
Zomerdek stro
Zomerdek stro rijden
Winterdek zetten
Winterdek stro
Winterdek stro loof rijden
Winterdek stro zetten
Schade putpl. effenen
2 maarl omzetten 25 15
Afleveren 3010
Gewichtsbesparing
7.00 ct per hl
8.40
16.00
1.30
15.40
16.00
2.00
1.40
10.00
76.00
28.00
90.00
271.50 ct per hl
Meerwaardig product
Vlotter 'oogstwerk
Vorstbeveiliging
Stich ti ngskost en
Gebouw, grond, enz. 181.000,-^
Woonhuis 14.000,
Materia.-.l 13.000,
Onkosten 4.000,
Exploitatiekosten
Interest 3 van 76.500,
Interest 4 r'< van 135.500.—
Onderhoud gebouwen
Onderhoud machines
Afschrijving 5 van 195.000,
Afschrijving 20 van 13.000,
Stroom
Toezicht
Arbeidsloon
212.000,—
2295,—
5420,—
2500,—
1000,—
9750
2600.—
2000,—
1000,—
2000,—
28565,—
(1.36 ct per hl)
Aan het einde van het betoog van de heer Zink-
weg ontwikkelde zich een aardige discussie, die de
verschillende kanten van dit vraagstuk nog eens
goed naar voren deed komen.
Als cr nu nog verkeerde bewaarplaatsen op
Noord-Beveland gebouwd zouden worden, kan men
zeker de Kring van de Z. L. M. geen verwijten
doen over de onvoldoende voorlichting.
B.
thans in feite ƒ12 millioen ter beschikking. Wan
neer echter bij een grote oogst en onvoldoende
export zeer grote overschotten uit de markt zou
den moeten worden genomen, is dit bedrag nauwe
lijks toereikend om éen al te grote prijsval te voor
komen. Verdere versterking van het fonds is der
halve gewenst.
VRIJSTELLING.
De areaalheffing is verschuldigd over de voor de
markt geteelde aardappelen, waarbij vrijstelling
wordt verleend over een hoeveelheid waarvan
wordt aangenomen dat deze als regel niet in de
markt komt, doch bestemd is voor vervoedering
op eigen bedrijf. Eenvoudigheidshalve is deze hoe
veelheid gesteld op de opbrengst van 1 ha van alle
bedrijven op zandgrond. Deze norm is evenwel te
grof en zeker onder de huidige omstandigheden,
nu er geen veevoederschaarste meer is en de voe
dermiddelen aanzienlijk in prijs zijn gedaald ge
middeld te hoog. Slechts 12 van de zandaard
appelen dragen bij in het fonds, terwijl een veel
groter percentage in de handel komt.
Het risico van overschotten bij zandaardappelen
is veel groter dan bij klei-aardappelen. Bij de laat
ste is er immers een betrekkelijk constante vraag,
vooral wanneer het prijspeil niet al te hoog is:
het overgrote deel (70 a 80 van de consumen
ten prefereert nu eenmaal een klei-aardappel. De
prijsvorming van zandaardappelen daarentegen
hangt niet alleen af van het areaal en de grootte
van de oogst, doch vraag en aanbod worden daar
naast bepaald door tal van andere factoren zoals
de klei-aardappelpositie, export-mogelijkheden, prij
zen der voedergranen, mogelijkheden tot verwer
king in de aardappelmeelfabrieken. Onder normale
verhoudingen zullen de bedrijven op zandgrond
echter steeds een belangrijke hoeveelheid van hun
aardappelen 'op de markt trachten af te zetten en
derhalve groot belang hebben bij een enigszins be
vredigende prijsvorming.
De voorstanders van de fondsvorming bij aard
appelen zijn van mening, dat thans dient te wor
den overwogen op welke wijze de zandaardappelen
zijn van mening, dat thans dient te worden over
wogen op welke wijze de zandaardappelen in meer
dere mate in verhouding tot de voor de markt be
stemde hoeveelheid moeten bijdragen, nog afgezien
van het grotere marktrisico bij zandaardappelen.
In dit verband wordt o.m. g,edacht aan vrijstelling
per stuks vee of verlaging van de vrijgestelde op
pervlakte.
INVLOED FONDS OP PRIJSVORMING.
Inmiddels heeft het fonds in de achter-liggende
periode zijn bestaansrecht duidelijk kunnen bewij
zen en een gunstige invloed uitgeoefend op de
prijsvorming der in de handel gebrachte aard
appelen. Door het uit de markt nemen van een
kwantum consumptiewaardige aardappelen is, zo
wel in het najaar van 1950 als van 1951 zij het
met het doel te kunnen beschikken over een even
tuele reserve voor de voorziening in de consumptie
behoefte in het komende voorjaar een prijs
daling voorkomen. Door bedoelde maatregel is zo
wel voor de zand- als voor de klei-aardappelen
toen een bodem in de markt gelegd.
Voorts oefent alleen reeds het bestaan van het
fonds een prijsstabiliserende werking uit. Men zal
immers, in de verwachting dat bij prijsdaling het
fonds in werking treedt, niet bereid zijn de aard
appelen te vroeg en tegen te lage prijs van de hand
Ie doen. Velen zijn van mening, dat deze preven
tieve werking van het fonds de aardappeltelers
reeds ettelijke millioenen heeft opgeleverd.
FABRIEKSAARDAPPELEN.
De opbrengst aan areaalheffing bij fabrieksaard
appelen wordt gestort in een afzonderlijk fonds,
dat uitsluitend wordt aangewend ten behoeve van
eventuele steun aan fabrieksaardappelen of aard
appelmeel. Het saldo van dit fonds bedraagt thans
plm. 2 millioen. In hoeverre fondsvorming bij
fabrieksaardappelen dient te worden voortgezet
hangt mede af van het in de toekomst te voeren
aardappelmeelbeleid. Er kan hierbij naar worden
gestreefd dat, evenals voor enkele andere basis
producten het geval is, door de Overheid een mini
mumprijsgarantie op basis van de kostprijs van
fabrieksaardappelen wordt verleend. Eventueel
kan daarnaast een aardappelmeelfonds worden ge
bruikt voor het treffen van marktordenende maat
regelen met het doel de afzet en prijsvorming van
het aardappelmeel zo gunstig mogelijk te beïnvloe
den. Ook hierover zijn nog besprekingen gaande.
POOTAARDAPPELEN.
In hoeverre liet Pootgoedfonds moet worden ge
continueerd is voor de georganiseerde landbouw
geen vraag meer. De areaalheffing bij pootaard-
appelen kan worden beschouwd als een zeer nut
tige besteding van boerengelden en als een betrek
kelijk lage premie voor het verzekeren van grote
risico's. In de achterliggende jaren is telkens
weer gebleken, dat met behulp van het Pootgoed-
Egalisatie-Fonds een redelijke bodem in de markt
kan worden gelegd. Ook bij dit fonds is het zo,
dat door belanghebbenden zelf zonder bemoeie
nis van de Overheid maatregelen worden ge
troffen .en door het belanghebbende bedrijfsleven
worden uitgevoerd (door de St. O. P. A.: Stichting
Overname Pootaardappelen, opgericht door de
Stichting voor de Landbouw en organisatie van de
handel). Het Pootgoed-Egalisatie-Fonds levert het
bewijs, dat de risico's, verbonden aan de afzet van
een dergélijk arbeidsintensief product, aan de
voortbrenging waarvan hoge kosten zijn verbon
den zonder enige Overheidsgarantie door be
langhebbenden zelf volledig kunnen worden opge
vangen.
De Ministers van Buitenlandse Zaken hebben aan
de Staten-Generaal ter goedkeuring overgelegd dë
tekst, van de vastgestelde Statuut van de Europese
Commissie voor de bestrijding van mond- en klauw
zeer.
Het onderhavige Statuut is gericht op interna
tionale samenwerking en Voorziet in de oprichting
van een commissie, welke de bestrijding van het
mond- en klauwzeer in Europa met kracht ter hand
zal nemen. Het is voor Nederland, in verband
met de grote verliezen, die genoemde veeziekte in
het verleden heeft veroorzaakt, en de belemmerin
gen, die door het steeds weer optreden van de ziek
te bij de export Van levend vee en vlees worden
ondervonden, van het uiterste belang, dat de be
strijding met kracht en in samenwerking met de
andere Europese landen ter hand wordt genomen.
Volgens het Statuut verplichten de leden-Staten
van de commissie zich tot het nemen van de nodige
quarantaine en sanitaire maatregelen en voorts tot
het uitvoeren van de bestrijding volgens één of
meer ivan de volgende methoden: a. afslachting; b.
afslachting in combinatie met vaccinatie; c. het in
stand houden van een geheel immune veestapel
door middel van vaccinatie; d. vaccinaties in zones
rondom gebieden, waar de ziekte mocht uitbreken.
Wat betreft de deelnemende leden-landen, zij ver
meld, dat op 31 December 3953 de Regeringen van
Ierland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en
Zuid-Slavië reeds te kennen hebben gegeven, dat
zij het Statuut hebben aanvaard. Van de Regerin
gen van Denemarken, Griekenland, Italië, Oosten
rijk, Portugal, Turkije, West-Duitsland en Zweden
ontving de Directeur-Generaal van de F. A. O. be
richt, dat zij in principe bereid zijn het Statuut te
aanvaarden. Ook de Nederlandse Regering richtte
zich in deze zin tot genoemde Directeur-Generaal.
Het Statuut zal van kracht worden, zodra minstens
zes landen, die te zamen ten minste 30 van het
totaal budget van $50.000 aan contributie zullen
betalen, het Statuut zullen hebben aanvaard.
In België werden van 1631 Januari 128 haar
den van mond- en klauwzeer in 95 gemeenten
vastgesteld, waarvan in de provincies Antwerpen,
West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen resp. 4, 11
en 10 gevallen.
Uit voorraad leverbaar:
Originele
le nabouw en handelszaad.
in de voorgeschreven samenstelling voor
inundatiegebieden.
Vraagt onze speciale Prijscourant.
N.V. ZAADHANDEL BOOMKWEKERIJEN