Schetsen van de Belgische landbouw Verhoging overnameprijs voor baconvarkens Korte wenken voor de praktijk ZEEÜWSCH LANDBOUWBLAD X. Wil men de verschillen in de pachtprijzen tussen België en Nederland globaal uitdrukken, dan kan men stellen, dat de pachtprijzen voor boerderijen in België gemiddeld Vs hoger zijn dan in Neder land, terwijl voor losse landerijen 2/a meer wordt betaald. De lonen in België zijn verder ook onge veer V3 hoger. De wederzijdse vergelijking wordt nog moeilijker als men de kosten van zaaizaad en pootgoed, meststoffen en veevoeders wil gaan ver gelijken, omdat men veelal niet weet w&t er wordt vergeleken. Overigens heeft men in de pacht en de lonen reeds meer dan de helft der productie kosten. We volstaan met het geven van een index cijfer van de productiekosten, dat gebaseerd is op de periode 19361938. Het gevaar hiervan is, dat men deze periode als normaal gaat beschouwen, wat vérgaande gevolgen zou kunnen hebben. Men komt dan tot de volgende indexcijfers: Pacht Lonen Meststoffen Veevoeder Zaaizaad en pootgoed Productiekosten totaal België, Mei 1953. 321 590 260 457 350 474 Men behoeft niet over cijfers te beschikken om te kunnen vaststellen, dat we in Nederland een dergelijk hoog indexcijfer voor geen der productie kosten kennen. Men mag vanzelfsprekend hier niet alleen op afgaan, doch dient tevens de index cijfers van de landbouwproducten er bij te betrek ken, wanneer men vergelijkingen wil gaqn maken. We geven nu een aantal prijzen van landbouw producten per Mei 1953 en het indexcijfer met de zelfde basisjaren. Prijs in Indexcijfer Belg. francs (1936/'38 100) Tarwe 49237) 399 Rogge 384,— 381 Gerst 381,— 370 Haver 312,— 288 Vlas 327, 293 Aardappelen 167,364 Suikerbieten (weréldpiqrktprijs invoerrecht 463 Akkerbouwproducten 379 Eieren 1,80 476 Boter (fabriek) l 491 Boter (bóeren) 75,— Paarden (geslacht) 30,202 Stieren en koeien 19,359 Veeteeltproducten 394 Landbouwproducten 391 PRIJSPEIL ACHTERGEBLEVEN BIJ DAT VAN DE PRODUCTIEKOSTEN. In ons vorig artikel kwamen we tot de conclusie, dat het indexcijfer van de productiekosten 474 be droeg. Dit betekent dus, dat het peil der landbouw producten in België achtergebleven is bij dat van de kosten aan de productie verbonden. En zeker niet onbelangrijk, want terwijl de prijzen der land bouwproducten gemiddeld 3,9 x zo hoog zijn als vóór de oorlog (index 390), zijn de kosten 4,7 x zo hoog geworden (index 474). Nu weet men waarschijnlijk dit verschil weer weg te werken door de hogere opbrengsten, tenge volge van betere methoden en nieuwe rassen. In feite is dit echter een omstandigheid, die alleen meespreekt voor zover de prijs, tengevolge van het meerdere aanbod op de markt, niet zou gaan dalen. De Hogeschool te Gent ging na, wat de bedrijfs- uitkomsten over 1951/'52 zijn van een aantal daar toe uitgezochte bedrijven, gelegen in de polders, de leemstreek, de zandleemstreek, de Vlaamse zand streek en de Kempen. Hier vinden we dus naast elkaar de beste bedrijven (polders en leemstreek) en de slechtste (Vlaamse zandstreek en de Kem pen). In hoofdzaak wordt bij dit onderzoek de zelfde methode gevolgd als die, welke het L. E. I. gebruikt voor de bedrijfsuitkomsten. We vermel den hier alleen een aantal gegevens, die strikt noodzakelijk zijn voor een goed begrip. In onderstaande tabel is dus eerst het netto bedrijfsresultaat uitgerekend, waarbij reeds het loon voor de medewerkende gezinsleden is afge trokken, terwijl de bedrijfsleider, afhankelijk van de grootte van het bedrijf, een toeslag van 10 100 krijgt toegekend. Van dit netto bedrijfs resultaat wordt dan weer de rente van het kapitaal voor de eigenaar dus ook de rente van de ge bouwen en de grond en de eventuele pacht af getrokken. Wat er dan overblijft is winststaat er een teken voor, dan is er verlies geleden. In dat geval kan dus uit de inkomsten van het bedrijf niet volledig de vergoeding voor handen arbeid en de vergoeding voor de bedrijfsleider wor den betaald. Klei cn leen) Zandstreken Zand- Vlaamse Polders Leemstreek leemstr. zandstr. Kempen Gemiddelde grootte 23.9 ha 22.1 ha 13.1 ha 12.5 ha 14.4 ha Bruto opbrengst/ha 21.539 fr 22.272 fr 27.009 fr 28.972 fr 23.457 fr Bedrijfsonkosten/ha 16.740 17.863 23.749 26.647 20845 Netto opbrengst/'ha 4.799 4.409 3.260 2.235 2.612 Pacht en interest/ha 3.625 3.783 3.754 3.783 2.737 Winst of verlies/ha 1.174 626 -494 -1.458 -125 Sociaal inkomen/ha 12.187 13.161 14.690 14.595 12.650 De methode wijkt dus wel wat af van de bij ons gebruikelijke, terwijl ook de rente van het kapitaal voor onze begrippen hoog is. Tenslotte wordt in het sociaal inkomen uitgedrukt het inkomen van het gezin, waarvan door de pachter de pachtsom nog betaald dient te worden, doch waarvan de overige kosten reeds zijn betaald. De negatieve uitkomsten van de bedrijven op de minder goede gronden vragen een nadere verkla ring. Men komt er zeker niet alleen door te zeg gen, dat de opbrengsten er minder zijn, wat trou wens door de hoge bruto-opbrengst per ha ook wel wordt tegengesproken. OVERSCHOT AAN ARBEIDSKRACHTEN. We hebben ter verklaring van dit verschil een andere publicatie van de Gentse Hogeschool ter hand genomen, die een indruk geeft van de produc tiviteit van de arbeid op de bedrijven. Het blijkt nu, dat er op de meeste bedrijven een vrij groot over schot aan arbeidskrachten bestaat; procentisch is dit des te groter naarmate het bedrijf kleiner wordt. De overschotten variëren voor een bedrijf kleiner dan 5 ha van 69101 en voor het bedrijf van 1020 ha van 2338 Voor het kleine bedrijf worden dus steeds in verhouding te veel loonkos ten in rekening gebracht en daar het bedrijf in de zandstreken gemiddeld kleiner is, wreekt deze over bezetting zich hier des te sterker in de bedrijfs uitkomsten. Men dient er overigens rekening mee te houden, dat de gemiddelde bedrijfsgrootte nog aanzienlijk lager is dan de hier weergegeven gemiddelden, die slechts betrekking hebben op de bedrijven, die voor het onderzoek werden uitgezocht. Zelfs als men de bedrijven die kleiner zijn dan 1 ha uit schakelt men rekent dat hierop geen volledig bestaan mogelijk is komt men voor Noord-België op de volgende gemiddelden: Antwerpen 5 ha Brabant 5,2 ha West-Vlaanderen 8,2 ha Oost-Vlaanderen 4,7 ha Limburg 5 ha Het gemiddelde van geheel België ligt wel wat hoger, omdat de gro tere bedrijven meer in het Zuiden gelegen zijn. Toch ligt dit gemiddel de met 6,8 ha nog vrij ver onder het Nederlandse, daar dit ongeveer op 10 ha ligt, indien we alle bedrij ven kleiner dan 1 ha uitsluiten. Over cijfers omtrent de bedrijfs uitkomsten in de overige delen van België beschikken wij niet. De lezer zal echter zelf wel uit de hier weergegeven getallen zijn con clusies weten te trekken over de rentabiliteit van de Belgische land bouw. B. Nog komt het voor dat gerstemeel wordt verstrekt aan het rundvee. Weet U dat er in 1 kg gerstemeel 85 gr. v. r. e. zit en dat dit met maalloon inbegrepen 25 cent kost. Wanneer U 1 kg rundveekoeken voert met 260 gr v. r. e. in 1 kg, dan kost U dit 38 cent. U dient dus 3 kg gerstemeel te geven tegenover 1 kg koeken. Gerstemeel kost U dus 37 cent meer. Gladde vliegtuigbanden moeten gehouden worden op een spanning van 2xk3 atmosfeer, vooral bij ver voer over de weg. Nu de weilanden meer en meer door het vee wor den verlaten, willen we er op wijzen, dat hier niet mag gelden: uit het oog, uit het hart. Ook al behoeft de boer niet meer dagelijks in het veld te komen, toch dient hij zich wel bewust te zijn van de bijzondere plaats die de grond in zijn bestaan inneemt. Daarom zou het vanzelfsprekend moeten zijn, dat hét grasland nu reeds weer „klaar" wordt gemaakt voor de volgende productieperiode. Tenslotte doet men dat in vele delen van ons land wel voor het bouwland. Eén van de eerste dingen die gebeuren moeten is het bijhouden van de sloten en andere waterwegen en daarbij aansluitend de verzorging van de greppels voor de oppervlakte-ontwatering. Verder dient men ook de eventuele bossen op te ruimen. Tenslotte moe ten de laatste mestflatten worden gespreid, dit blijft helaas nog wel eens achterwege; tevens kunt U dan de eventuele molshopen uit elkaar slaan. Een glad veld in de herfst, betekent een egaal grasgewas in het voorjaar; dit betekend alvast een winst voor 1954. En van de winst moet ook de boer het hebben. Reeds enige weken geleden is bekend gemaakt, dat de hoofdafdeling Veehouderij van de Stichting voor de Landbouw het gewenst achtte, dat uit het varkensvleesfonds voorlopig een toeslag op de baconvarkens zou worden gegeven, daar de prijs van de niet-baconvarkens reeds enige tijd lag boven de huidige richtprijs voor tweede kwaliteit bacon varkens van ƒ2,29 per kg geslacht gewicht. Zoals bekend, is het varkensvleesfonds in het vorige najaar ingesteld. In verband met de markt situatie op het einde van 1952, werd met ingang van 8 December 1952 de bestaande prijsuitslag van 0,05 beneden de richtprijs voor tweede kwaliteit baconvarkens vergroot tot 0,10 per kg geslacht gewicht. Hierbij deed de overheid de toezegging het verschil tussen de richtprijs voor baconvarkens en de werkelijk uitbetaalde prijs in geval deze laatste lager zou zijn dan de richtprijs te storten in een varkensvleesfonds. De Stichting voor de Landbouw stond hierbij op het standpunt, dat de gelden van dit fonds op de eerste plaats zouden moeten blijven gereserveerd voor de baconsector, teneinde bij een gunstige marktsituatie een aanpas sing van de overname prijs voor baconvarkens aan die van de overige varkens mogelijk te maken, wanneer de prijs van de laatsten zich zouden be wegen boven de richtprijs voor baconvarkens. Na enig aandringen van de zijde van de stichting heeft het Bedrijfschap voor Vee en Vlees met in gang van Maandag 26 October j.l. de aan de fabrie ken uit te betalen baconprijs (de overnameprijs) gebaseerd op 2,34 per kg geslacht gewicht voor tweede kwaliteit baconvarkens. Het Bedrijfschap heeft daarbij echter de gewichtsgrenzen voor de tot bacon te verwerken varkens vastgesteld op 63 t/m 70 kg geslacht gewicht. De export van vleeswaren naar Engeland is groot; de export van hammen naar Amerika heeft ten opzichte van het vorige jaar een grote vlucht genomen. De waarde van de z.g. afvallen is ge stegen. Al deze factoren hebben er toe medege werkt, dat de pr ijzen van de zwaardere varkens zich tot nu toe hebben kunnen stabiliseren op een niveau van ca. 2,352,38 per kg geslacht ge wicht. Het is dan ook juist om ook de baconvar kens enigermate te laten meeprofiteren van deze tot nog toe gunstige prijsontwikkeling. En in ge val op grond van de aanpassing van de overname prijs voor baconvarkens aan de hogere prijzen voor de andere varkens, de baconexport in de komende weken iets zou toenemen, dan biedt het huidige baconcontract van 35.000 ton tengevolge van de geringe baconexport in de laatste maanden, hiervoor nog enige ruimte. Voorts is zoals door het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel voorziening is bekend gemaakt onlangs met het Britse Ministerie van Voedselvoorziening een aan vullend contract afgesloten voor levering van 7500 ton bacon. Rekening moet echter worden gehou den met het feit, dat de prijs voor deze bacon ca. lV-2 lager is dan de prijs voor de bacon, die nog op het oude contract kan worden geleverd; voorts moet er mede rekening worden gehouden, dat En geland tengevolge van de grote voorraadpositie van bacon op dit ogenblik weinig behoefte heeft aan een ruime baconimport. Het is in deze situatie gelukkig, dat het oude baconcontract nog enige ruimte biedt; voorts dat de export in de niet-baconsector ten opzichte van het vorig jaar, in dit najaar een zo hoge vlucht heeft genomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 7