Een pleidooi voor concentratie van het dijksbeheer Kunstmatige inseminatie bij het rundvee Gras- en Klaverzaden INHOUDSOPGAVE GEBRs DE J0NGH ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Voor enige honderden bestuurders van polders en waterschappen hield dezer dagen Prof. Mr G. J. C. Schilthuis, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, een lezing over de waterschapsorga nisatie in verband met de ramp. De Zeeuwse polder- en waterschapsbond heeft gevoeld, dat bezinning noodzakelijk is. Wie zou men beter kunnen vragen dan deze persoon, die ten nauwste betrokken is bij het waterschaps wezen in Zuid-Holland, waar men deze zomer als gevolg van de ramp enige concentraties tót stand bracht? Daar is men overigens reeds veel verder gevorderd met de samenvoeging, zodat Prov. Sta ten van Zeeland goede voorbeelden bij hun arbeid hebben. Het argument dat de Rijksbijdragen aan de cala miteuze polders die aanzienlijk zijn zouden komen te vervallen, kan geen goed argument zijn, de pogingen nu maar verder te staken. Uit de discussie bleek ook wel afdoende, dat de praktijk gekozen heeft vóór concentratie;, enkelen willen zelfs verder gaan dan concentratie van het dijksbeheer en ook dat van wgeen en uitwatering er onder laten vallen. Als dit mogelijk is, heeft men ongetwijfeld de meest practische vorm gevonden, doch men mag er de zaak niet door laten mislukken. Ook de vertegenwoordiging van de eigenaren van gebouwd kwam in de discussie no^ter sprake. Het pleidooi deze' groep rechtstreeks stemrecht te geven en niet via het College van B. en W. zoals de inleider voorstelde kan moeilijk practisch uitvoerbaar worden geacht. Deze categorie heeft wel belangen, doch naar wij vrezen slechts een zeer beperkte belangstelling, d.w.z. voor de hoogte der lasten. Een vertegenwoordiging van de zijde van het gemeentebestuur kan 'daarentegen gezien worden als één van de gemeenschap. Als groot vraagstuk blijft op de achtergrond de finan ciering die voor een niet onbelangrijk deel van Rijkswege zal komen. Welke invloed het Rijk hierbij zal opeisen, zal in hoge mate bepalen in hoeverre de concentratie doorgang zal vinden. De ramp is een nieuwe aansporing om krachten bij het dijksbeheer te concentreren. In de loop der eeuwen hebben particulieren, die hier financiële voordelen in zagen, ingepolderd. Vanzelfsprekend namen ze de kosten voor hun rekening en ont lastten daardoor de achterliggende polders en soms ook de naastgelegen polders. Langzamerhand is men er toe overgegaan de kosten gelijkmatiger te verdelen over de belanghebbenden, veelal onder invloed van watersnoden. In Holland kent men de z.g. Hoogheemraadschappen, die ieder belast zijn met grote gedeelten van de buitenwaterkering. Op Flakkee heeft de watersnood van 1906 de stoot gegeven tot de oprichting van de dijkring Flakkee, nadat reeds twee eeuwen eerder de pro vinciale overheid getracht had het plan te verwe zenlijken. De polders blijven belast met het onder houd van de wegen en de waterlozing. Wat zijn de voordelen van concentratie? Men schept betere waarborgen voor een goed dijksbeheer, doordat men het in handen geeft van financieel krachtige lichamen. Iedere polder heeft belang bij een goede dijk en moet bijdragen in de kosten. De billijkheid wordt zo veel meer in het oog gehouden, terwijl ze ook de medezeg genschap krijgen. Een groter waterschap kan een goed technisch apparaat onderhouden, dat steeds de nieuwste middelen weet toe te passen. Provinciale Staten kunnen, behoudens konink lijke goedkeuring, waterschappen opheffen of in Si Kort verslag verg. Dagelijks Bestuur der Z. L. M. Zitdagen Boekhoudbureau der Z. L. M. Wij lazen voor U. Zitdagen Zeeuws Voorlichtingsinstituut op Verzeke- ringsgebied. (Z. V. V.) Zitdagen Voorlichtingsinstituut voor de Brandverze kering. (Z. V. B.) Zitdagen Adviesbureau voor Oorlogsschade en Bouw bureau voor de Landbouw. Mond- en klauwzeer bestrijding. Lonen en sociale voorzieningen: Accoordtarieven. Het tragisch lot van een klei» volk. Uitnodiging tot bijwoning ploegwedstrijd te 's-Heer- Arendskerke. Ontwikkelingsdag van de Z-. A. R. Uw Volkshogeschool Zeeland. Rassenkeuze Wintergranen. Kiemkracht zaaitarwe oogst 1952. De Boeren jeugd. Een pleidooi voor concentratie van het dijksbeheer. Kunstmatige inseminatie bij het rundvee. Schetsen van de Belgische Landbouw. III. Stekels op den Bleik. Let op de uitbreidingsplannen: Middelburg Vecre Hoedekenskerke Kattendijke. Als U geen bekeuring wilt krijgen bij bietenvervoer. Het onderploegen van „zoute" stalmest. Emigratie. Ervaringen met open veestallen in, Frankrijk. Het weer in de maand Augustus 1953. Van ruw fosfaat tot super. Tuinbouw: Bestrijding perebloesemkever. Radio. Bram uit de Slikhoek. Paard en paardensport. Korte Berichten. Voor de Plattelandsvrouw. Marktberichten. Noord-Brabantscbe Maatschappij van Landbouw. het leven roepen. Zodoende kan men tot instelling overgaan zonder dat de belanghebbenden er mee behoeven in te stemmen. Op de Zuid-Hollandse eilanden heeft men deze zomer verschillende wa terschappen ingesteld, terwijl anderen nog in voor bereiding zijn. Ook de binnendijken worden onder het beheer van dit nieuwe waterschap gebracht; op Flakkee heeft men b.v. het besluit genomen een tweede dijkring te leggen. Ook in Brabant gaat men een waterschap op richten van 60.000 ha. Hier gaat de provincie ech ter minder ver in het aangeven van het reglement en het bestuur. De gebouwde eigendommen heb ben dat heeft de ramp van de le Februari wel geleerd grote belangen bij een goed dijksonder- houd. In het Hoogheemraadschap Delfland wordt b.v. meer dan de helft van het budget door het ge bouwde eigendom opgebracht. Hieruit vloeit voort, dat deze belanghebbenden ook een zeker stemrecht moeten bezitten. Op verschillende plaatsen kent men deze belangenvertegenwoordiging toe aan het College van B. en W. Komend tot de toestanden in Zeeland merkte spreker op dat het zeker niet z'n bedoeling was het College van Ged. Staten te ver tellen wat ze doen moeten. Het dijksbeheer in Zee land is zeer sterk versnipperd. Een 120 water schappen moeten ongeveer 500 km buitendijk onder houden. Zodoende hebben een aantal polders slechts zeer geringe dijkslengten tot minder dan 1 km onder hun beheer. Het is nodig dat er wat gaat gebeuren, aldus Prof. Schilthuis; ook Gedeputeerde Staten in Zee land zullen hier wel van overtuigd zijn. Hoe moet de concentratie tot stand komen? Moet alleen het dijksbeheer bij het nieuwe water schap komen of kan ook de afwatering en het on derhoud van de wegen er bij onder worden ge bracht. Dit laatste kan wenselijk zijn, doch de gebieden behoeven niet altijd samen te vallen. De instemming van belanghebbenden is belangrijk doch niet noodzakelijk. Er komen ook veel tradi ties, historische ontwikkelingen en gevoelskwêsties bij om de hoek kijken. Doch vroegere tegenstan ders kunnen veranderen in voorstanders. Dat is wel gebleken bij verschillende jubilea van waterschappen, waar vroegere opposanten de lof van de samenwerking hebben bezongen. De ver sterking van de financiële draagkracht heeft ook geweldig goed gewerkt, doordat men de werken beter uit kan voeren. Concentratie geeft geen garantie tegen rampen, dat toont een vergelijking tussen Schouwen en Flakkee maar al te duidelijk. Doch de mogelijkheden zijn veel groter geworden. B. De deelname aan de K. in Zeeland neemt nog steeds toe. In enkele jaren tijd is deze gestegen tot ongeveer 2500 veehouders, die 10.000 dieren lieten insemineren. De resultaten van de K. I. gaan langzaam naar boven wat betreft het. bevruchtingspercentage. Het. is niet gemakkelijk om over de behaalde fok- resultaten eer. goed gefundeerd oordeel te vellen. We hebben echter sterk de indruk dat er een aan merkelijke veeverbetering door zal optreden. Thans zijn er sedert het begin van de K. I. in Juni 1948 ongeveer 34.000 dieren geïnsemineerd. Het spreekt wel vanzelf dat die geïnsemineerde dieren voor de overgrote meerderheid gedekt zouden zijn door heel vvat mindere stieren dar$ die bij de K. I. ge bruikt worden, indien er geen gelegenheid voor kunstmatige inseminatie zou zijn geweest. Het is een gelukkig verschijnsel dat bij de veehouderij de klemtoon langzamerhand meer op de productie en vooral ook op de productie-afstamming gelegd wordt bij het beoordelen van de fokwaarde der dieren. Alle stieren welke in Zeeland voor de K. I. ge bruikt werden en worden, voldoen aan redelijke eisen van exterieur, maar komen in het bijzonder uit goede melkrijke families, zodat we beslist kun nen aannemen dat de duizenden nakomelingen van de K. I. de waarde en de productiewaarde van de veestapel in onze provincie beslist gunstig zul len beïnvloeden. Inmiddels zijn slechts de K. I.- afstammelingen welke in 1948 en 1949 verwekt werden thans melkgevende dieren. Dit waren uiteraard de kleinste jaargangen en bovendien wordt steeds een belangrijk deel, vóór ze melk gevend zouden worden, uit de provincie verkocht. De winst voor de provincie zal moeten zitten in de hogere verkoopwaarde voor jonge dieren en een verhoogde productie van de aangehouden dieren. Op de duur zullen we vooral de productie van de K. I.-afstammelingen als maatstaf moeten nemen voör de werkelijke veeverbeterende invloed die de K. I. in onze provincie uitoefent. De bevruchtingsresultaten van de K. I. hebben ook beslist een gunstige invloed uitgeoefend op de rentabiliteit van de veehouderij in de provincie, vooral in die gebieden waar de besmettelijke ge slachtsziekten onder het vee een sterke uitbreiding had gekregen. De K. I. heeft in sommige distric ten en bedrijven de min of meer hopeloze situatie gered, welke door de besmettelijke onvruchtbaar heid was ontstaan. Toch zijn de bevruchtingsresultaten met de K. I. nog niet bevredigend te noemen, Wel worden uit eindelijk 89 van het totaal aantal geïnsemineer de dieren drachtig, maar het duurt soms te lang. Er moeten te veel dieren twee keer en vaker wor den behandeld. In totaal worden 52 van de die ren drachtig na één keer insemineren. Dit kan, gezien de resultaten elders, nog aanmerkelijk ver beteren. Op sommige bedrijven zijn de resultaten veel slechter en andere zeer goed te noemen. De omstandigheden op het bedrijf spelen een belangrijke rol, alhoewel we ons daarmee er niet vanaf mogen maken. In de organisatie van de K. I. is het ook mogelijk wijzigingen aan te bren gen, welke tot een merkbare verbetering kunnen leiden. Ook hebben enkele minder vruchtbare stieren de totale resultaten in de provincie ge drukt. In de loop der jaren sedert de K. I. hier wordt toegepast, is het standpunt gewijzigd ten aanzien van het gunstigste moment waarop de dieren die nen te worden behandeld. Werd toen algemeen aangeraden om de dieren tegen het einde van de tochtigheid te laten insemineren, thans is het standpunt zodanig gewijzigd dat we alle veehou ders aanraden om zo vroeg mogelijk de boodschap pen. door te geven naar de inseminator. Het laat behandelen kan nog wel een redelijk drachtigheids- percentage geven, doch een behandeling in het midden van de periode van tochtigheid maakt de kansen iets gunstiger. Op die plaatsen waar 's Zondags niet wordt geïnsemineerd wordt drin gend aangeraden om de boodschappen toch reeds op Zondag do,or te geven, opdat de inseminator die 's Maandagsmorgens zo vroeg mogelijk kan af werken. G. GROOTENHUIS, Adj.-Directeur van de Provinciale Gezondheidsdienst voor Dieren. Voor Uw benodigde INLANDSE EN IMPORT

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 6