Enkele mededelingen inzake de rampschade
Stoppelwerktuigen
ZBEUWSCH LANDBOUWBLAD
Ondanks het feit, dat het Ontwerp van Wet op
de Watersnoodschade niet voor September in de
Tweede Kamer behandeld wordt, moet het herstel
niettemin voortgang vinden. Daarom is het nood
zakelijk, dat de Herstel-commissie van de Stichting
voor de Landbouw, waarin als vertegenwoordiger
van de Z. L. M. zitting heeft de heer M. A. Kos-
tense uit Kruiningen, de uitvoering op basis van de
voorlopige regelingen nauwkeurig volgt om de be
langen van de bedrijfsgenoten veilig te stellen.
Deze Commissie van de Stichting voor de Land
bouw heeft 10 Juli j.l. een vergadering gehouden,
waar een vertegenwoordiger van het Ministerie
van Wederopbouw aanwezig was tei; bespreking
van de vraagstukken der gebouwenschade; in de
namiddag had een bespreking plaats met de Direc
tie van de Rijksdienst voor Landbouwherstei no
pens de overige landbouwschade.
Bij de behandeling van de gebouwenschade legde
het Hoofd van de Afdeling Boerderijenbouw van
de Centrale Directie van de Wederopbouw en
Volkshuisvesting de nadruk op de wenselijkheid,
dat de getroffenen zo spoedig mogelijk voorberei
dingen treffen voor de bouw van een vervangende
boerderij, respectievelijk het herstel van de oude
boerderij, voorzover vallende onder de Ontwerp Bij
drageregeling Watersnoodschade Boerderijen 1953.
Zodra een voorlopige financiering tot stand zal
zijn gekomen, kunnen de getroffenen rekenen op
een voorlopige door de Staat te verstrekken bij
drage op basis van art. 14, respectievelijk en daar
voor in aanmerking komende gevallen op basis van
art. 13 van het Ontwerp van Wet Watersnood
schade 1953.
In gevallen, waarbij voorshands alleen tot her
stel van een beschadigd pand wordt overgegaan en
eerst later aan de vervanging van onherstelbaar
beschadigde panden, behorende tot dezelfde boer
derij zal worden begonnen, kan voor dit herstel een
voorschot worden verleend van 2/3 van de goedge
keurde herstelkosten.
Het ligt in de bedoeling nog dit jaar te komen tot
een groot deel der aanbestedingen van boerderijen,
met name in Zuid-Holland en Noord-Brabant en in
zoverre de omstandigheden dit mogelijk maken, ook
in Zeeland.
De Herstelcommissie heeft het voornemen op de
voorgenomen regeling van herbouw en herstel, bin
nenkort uitvoerig terug te komen.
Tijdens de besprekingen met de Rijksdienst voor
Landbouwherstei kwamen met name de navolgende
zaken ter sprake.
1. De voorschotverlening op de bijdragen.
Ofschoon de bedrijfsuitgaven bij de huidige ex
tensieve cultures in de natte gebieden in het alge
meen wel minder zijn, ligt dit voor de verschillende
sectoren in de landbouw toch wel zeer verschillend.
De aangevraagde voorschotbedragen blijken toe te
nemen. De voorschotten worden momenteel niet
verleend dan na aanvrage van de getroffene; hier
bij wordt zoveel mogelijk nagegaan, of deze het
geld voor zijn bedrijf nodig heeft en het geld niet
zal worden gebruikt bijv. voor levensonderhoud,
waarvoor hij in feite, tenminste voorlopig, gebruik
moet maken van de overbruggingsregeling van het
Ministerie voor Maatschappelijk Werk, welke door
de gemeenten wordt uitgevoerd.
De voorschot verlening moet voorts aan de veilige
kant blijven, omdat anders het gevaar bestaat van
terugvorderingen. Aan een bepaald maximum zijn
deze voorschotten in het algemeen niet gebonden;
zij kunnen naar behoefte worden verleend.
De Commissie heeft zich terloops afgevraagd,
of er geen mogelijkheid zou zijn de voorschotver
strekking tot bijv. 70 van de vermoedelijke bij
drage een automatisch karakter te geven zoals dit
indertijd bij de oorlogsschaderegeling is gedaan.
Allereerst dient hierbij echter te worden bedacht,
dat het Ontwerp van Wet nog niet in de Kamer
is behandeld, zodat de daarin neergelegde vergoe
dingsbasis nog niet vaststaat.
Het doen opstellen van voorlopige normen, welke
voor de voorschotfegeling zouden kunnen worden
gebruikt, alsmede de uitvoering van een automa
tische voorschotverlening zou de voorbereiding der
definitieve vaststelling van de uitkeringen, met
name de registratie van de schade, aanmerkelijk
vertragen.
Inschakeling van de Boerenleenbanken of het
Borgstellingsfonds, hetgeen op zich wel mogelijk
is, zal in feite toch weer betekenen, dat genoemde
instanties zich tot de Rijksdienst zullen wenden om
veilige normen of een garantie tot bepaalde be
dragen. Bovendien bestaat de indruk, dat de be
hoefte aan een dergelijke automatische voorschot
regeling althans op dit ogenblik nog niet zo
groot is.
De Commissie heeft zich ermede verenigd, dat
voorlopig het huidige voorschotsysteem zal worden
gehandhaafd; de ontwikkeling in de noodgebieden
zal nauwkeurig worden gevolgd en zodra hiertoe
aanleiding bestaat, zal wederom bij de Directie van
de Rijksdienst voor Landbouwherstei op deze mate
rie worden teruggekomen.
2. De normen voor de vergoedingen.
Het Landbouw Economisch Instituut werkt aan
het opstellen van normen voor de diverse vergoe
dingen. De normen voor de zaakschade (gewassen
te velde) zijn practisch in concept gereed.
Indien bepaalde cultures (bijv. gerst) deel uit
maken van het herstel, dan worden de kosten daar
van vergoed, voorzover zij niet worden gedekt door
de opbrengsten der gewassen.
De normen voor deze zogenaamde kalekosten-
regeling zijn nog in voorbereiding. De opstelling
van kosten bij deze herstelcultures blijkt niet afge
leid te kunnen worden van de normale kosten,
zodat dus een afzonderlijk kostenonderzoek in de
natte gebieden zal moeten worden gehouden.
Deze kalekostenregeling geldt ook voor grasland
en voor de tuinbouw.
Voor de Tuinbouwsector ligt het in de bedoeling
niet gewas voor gewas te becijferen, maar een ver
goeding toe te kennen naar een bedrijfsindeling van
intensieve en extensieve bedrijven.
Wat al dan niet in de verschillende normen moet
worden opgenomen, is nog in discussie. Met name
de voor de verschillende sectoren benoemde Toet
singscommissies zullen hierover moeten oordelen.
Om enkele punten hier te noemen: berekening
van toezicht in de kale kostennorm; berekening
van de algemene kosten in de zaakschade en/of de
kale kosten; berekening van de kunstmest in de
zaakschade en/of vergoeding hiervoor als op het
bedrijf aanwezige voorraad enz. enz.
De Herstelcommissie heeft haar algemeen in
zicht over de principes, waarvan moet worden uit
gegaan, aan de Rijksdienst medegedeeld; zodra de
Toetsingscommissies hun werk beginnen, zal in
tensief contact over deze punten worden opge
nomen.
Buiten de genoemde zaakschade en kale-kosten-
normen zullen nog meerdere vergoedingsnormen
moeten worden opgesteld voor de schade aan de
werktuigen, vee,, boomgaarden.
Ten aanzien van de boomgaarden kan in dit ver
band nog worden medegedeeld, dat in gevallen
waarin de deskundigen menen, dat de boomgaar
den nog kunnen herleven, de werkelijke kosten
van de toegepaste bevloeiing volgens normen zul
len worden vergoed.
3. Taxatie opbrengsten der herstelcultures.
De Herstelcommissie heeft zich ermede ver
enigd, dat de taxatie der gewassen voor de kale
kostenregeling in het algemeen poldersgewijs zal
plaats hebben met de mogelijkheid hierbij uitzon
dering te maken voor die gevallen, waar een indi
viduele taxatie nodig blijkt.
Het bezwaar bij een perceelsgewijze taxatie is,
dat de boer, die alles deed om er wat van te maken
en de boer die de zaak vrijwel liet liggen, de actieve
en de minder-actieve bedrijfsleider tot het zelfde
niveau (100 der kale kosten) worden opgetrok
ken.
De herstelcultures zelf zijn eveneens nader be
sproken. De Commissie heeft de Directie van de
Rijksdienst medegedeeld, dat zij het gewenst acht,
dat de boer zoveel mogelijk vrijheid wordt gelaten
in zijn bouwplan met name ten aanzien van de teelt
van koolzaad.
De Directie verklaarde hiermede accoord te gaan,
waar en voorzover de voorlichtingsdienst hieraan
geen bezwaren verbonden acht (bietenaaltje, zout
gehalte).
Voorts heeft de Commissie erop aangedrongen,
dat proeven zullen worden genomen met winter-
wikken, die een goede grondbedekking geven.
4. Uitvoering schaderegistratie en vergoedings
regeling.
Een aantal punten inzake de schaderegistratie en
de voorgenomen vergoedingsregeling werden
voorts behandeld; de conclusies van enkele punten
volgen hier nevens:
a. De Rijksdienst bindt zich niet bij voorbaat
aan de plaatselijke uitgevoerde taxaties van de
waarde van overgedragen vee: bij dergelijke
taxaties is niet bekend, welk niveau is aan
gehouden. Men zal ook voor dit vee dus tot
normatieve vergoeding overgaan.
b. Voor na de ramp gestorven vee zal van geval
tot geval worden nagegaan, of het vee inder
daad tengevolge van de ramp is gestorven. De
Herstelcommissie adviseert de gedupeerden
met nadruk dit vee bij de registratie op te
geven, met overlegging van vee-artsverklarin-
gen.
c. Vee, dat tijdens de evacuatie belangrijke scha
de heeft opgelopen, kon tot omstreeks Mei
worden overgedragen aan de Overheid. De
Overheid stelt zich nu op het standpunt, dat
degene, die hiervan geen gebruik heeft ge
maakt, geen schade had. De Herstelcommis
sie heeft erop gewezen, dat velen met dit
standpunt onbekend zijn gebleven.
Besloten is, dat de Directie van de Rijks
dienst deze zaak nogmaals zal bezien.
d. Hoeveelheden zaaizaad en pootgoed, die ten
gevolge van de ramp onbereikbaar waren en
daardoor waardeloos werden aangetroffen, val
len binnen de wettelijke schaderegeling.
Overigens zal in deze moeilijke materie de
plaatselijke commissie met beleid te werk moe
ten gaan.
e. De vergoeding voor de zogenaamde S.I.V.A.-
aardappelen is zó geregeld, dat de opbreng
sten hiervan aan de Overheid worden overge
dragen, terwijl de gedupeerde vergoeding, ont
vangt op basis van de komende Wet.
De gedupeerde moet dus de totale afgevoer-
de voorraad by de schaderegistratie opgeven.
f. Ten aanzien van de schade van niet bij de
P. V. C. geregistreerde Landarbeiders zal de
commissie ervoor waken, dat dezelfde goederen
zullen worden vergoed tegen dezelfde normen,
als dit bij de wei-geregistreerde Landarbeiders
het geval is. Eveneens zal zij ervoor waken,
dat de schade, geleden door de Loonwerkers
volgens loyale normen zal worden vergoed.
Ook wat de voorschotverstrekking en straks
de definitieve afwikkeling betreft, zal zowel de
Loonwerker als de niet-geregistreerde Land
arbeider op soepelheid en loyaliteit moeten
kunnen rekenen.
g. Indien voor het herstel van de dijken percelen
worden afgegraven om over kleigrond te kun
nen beschikken, zal men over de vergoeding
hiervoor contact moeten opnemen met de in
stantie, die doet afgraven; in de regel is dit
Waterstaat.
Indien desondanks moeilijkheden overblijven,
kunnen de getroffenen zich wenden tot de Her
stelcommissie in hun provincie, waarna, zo
nodig contact met de Landelijke Commissie
kan plaats hebben.
(Wij maken onze lezers er nogmaals op attent,
dat men zich ook kan wenden tot de Secretaris van
de onteigeningscommissie der Z.L.M., de heer Ir
J. Bos, Landbouwhuis te Goes. Red.)
Met de Directie werd voorts overlegd over de
werkwijze der provinciale Herstelcommissies. Er
werd op aangedrongen, dat, zo enigszins mogelijk,
de grote lijn der uitvoering (registratie, taxatie,
enz.) vooraf in deze commissies zal worden be
sproken. Zowel van de zijde der Directie als door
de Herstelcommissie werd hierbij beklemtoond, dat
het tempo van het overleg zo nodig moet worden
opgevoerd, zodat in ieder geval de uitvoering niet
gaat stagneren.
Tenslotte zij hier nogmaals medegedeeld, dat de
getroffenen, die raad of bijstand behoeven voor
hun individuele schadegeval, zich steeds kunnen
wenden tot het Adviesbureau voor Oorlogsschade
en Rampschade.
De zitdagen in de provincies worden in de Land-
bouwpers aangekondigd.
De laatste jaren heeft men in Zeeuws-Vlaanderen
met diverse werktuigen zien stoppelen.
Na de bevrijding zijn er Amerikaanse rondgaan
de, meerscharige ploegen gekomen, die zowel voor
stoppelen als voor diepploegen worden gebruikt.
Deze ploegen blijken, vooral op de zware grond, als
stoppelploegen minder te voldoen, aangezien de
werkbreedte per schaar te groot is. Hierdoor ont
staat kans op te grof werk. Ook lenen deze ploe
gen zich niet zo best voor zeer ondiep stoppel-
ploegen.
De schyvenegge is een werktuig, dat steeds min
der gebruikt wordt. De lichtere gronden worden
hiermede te fijn gemaakt. Ook voor het bestrijden
van wortelonkruid is dit werktuig ongeschikt.
Schijven ploegen komen in Zeeuws-Vlaanderen
nog weinig voor, alhoewel deze werktuigen ook op
zwaardere grond zeer goed werk kunnen leveren.
De afstelling vraagt nogal wat vakkennis.
De laatste jaren zien we meer en meer, dat de
cultivator, met of zonder ganzevoeten, het stoppel-
ploegen vervangt. Een cultivator met ganzevoeten
eist veel trekkracht, terwijl niet alle wortelonkrui
den worden afgesneden. Een voordeel is, dat men
gemakkelijk werkt en er per dag een grote opper
vlakte kan worden bewerkt.
Speciale stoppelwerktuigen komen in Zeeuws-
Vlaanderen nog niet veel voor.
In verband hiermede leek het de Werktuigen
commissie W. Z.-Vlaanderen en de Studieclubs ge
wenst, in samenwerking met de R. L. V.D. en de
T. C. v. d. Stichting v. d. Landbouw in Zeeland, een
demonstratie te organiseren met stoppelwerktui
gen, vnl. stoppelploegen. Er zal eveneens, ter ver
gelijking van het werk van deze stoppelploegen,
gedemonstreerd worden met een paardenstoppel-
ploeg, een cultivator, een schijveneg, een schijven-
ploeg en frees-machines.
Het perceel, waarop gedemonstreerd zal worden,
ligt nabij Schoondijke.
Als datum is voorlopig vastgesteld 20 Augustus
a.s. Nadere bijzonderheden worden tijdig per ad
vertentie in dit blad bekend gemaakt.