NOTULEN
EVACUATIE-VEE
THOLEN
y
y
y
t
y
y
ZEEUWSCH
LANDBOUWBLAD
van de Algemene Vergadering der Zeeuwse Landbouw Maatschappij
gehouden op Maandag 22 Juni 1953 ie 1,30 uur in de zaal van de
heer Krijger ie Goes.
Presentielijst:
Aanwezig zijn de heren: Ir. M. A. Geuze, Alge
meen Voorzitter; P. Scheelede Putter, Vice-Voor-
zitter; Mr. J. F. G. Schlingemann, Algemeen
Secretaris-Penningmeester; Ir. J. Bos, Adjunct-
Secretaris; W. C. Sinke en J. de Lange, Notulisten.
Voorts zijn aanwezig ruim 600 leden en belang
stellenden, waaronder vertegenwoordigers van
ruim 50 afdelingen.
Openingsrede Voorzitter. (Deze is elders in dit blad
opgenomen).
De Voorzitter zegt zeer verheugd te zijn, dat zo
veel leden der Maatschappij aan de oproep gevolg
hebben gegeven. Hieruit blijkt duidelijk de belang
rijkheid dezer vergadering, vooral voor de door de
overstroming getroffenen.
Een speciaal woord van welkom richt de Voor
zitter tot de heer C. Philipse, in diens hoedanigheid
van Wnd. Voorzitter van het Provinciaal Bestuur
voor Zeeland, dat op zeer te waarderen wijze op de
bres staat voor de belangen der Zeeuwse Gemeen
schap in deze moeilijke tijd.
Voorts heet de Voorzitter welkom de Burge
meester van Goes, Mr. W. C. ten Kate, welke op
nieuw blijk geeft van de belangstelling van de zijde
van het gemeentebestuur voor de belangen van het
agrarisch volksdeel.
Het verheugt de Voorzitter mevr. Huijsman
Griep, Presidente van de Bond van Plattelands
vrouwen, welkom te kunnen heten. Waar in de
getroffen gebieden, aldus de Voorzitter, de taak
van de huisvrouw als een zeer moeilijke kan wor
den aangemerkt, zo komt het belangrijke werk van
de Bond van Plattelandsvrouwen vooral in deze tijd
bijzonder naar voren.
De Voorzitter begroet voorts Mr. W. F. E. Baron
Van der Feltz, die als lid van de Tweede Kamer in
het verleden reeds heeft blijk gegeven met grote
taaiheid en volharding voor de Zeeuwse belangen
op de bres te staan.
Een woord van welkom spreekt de Voorzitter
tevens tot de vertegenwoordiger der Noord-Bra-
bantsche Mij. van Landbouw; tot de vertegenwoor
diger der Kamer van Koophandel; tot de Secreta
ris van de Prov. Stichting voor de Landbouw, tot
•de heer Stam van de Dienst Wederopbouw Boerde
rijen en tot de Ereleden en adviserende leden. Spr.
stelt het tevens op prijs dat ook zovele belangstel
lenden aanwezig zijn, die met het herstel en de uit
voering der schadevergoeding in de toekomst te
maken zullen hebben of reeds hiermede hadden.
Ook tot de heer J. A. van Nieuwenhuijzen als
Voorzitter van de Landbouwherstelcommissie van
de Stichting voor de Landbouw richt spr. woorden
van welkom. De heer Van Nieuwenhuijze, zelf
midden in het rampgebied woonachtig, beschikt
ook reeds over een jarenlange ervaring op dit ge
bied en dit kan ons slechts tot voordeel strekken.
Een woord van waardering spreekt de Voorzitter
tot de Persvertegenwoordigers voor de wijze, waar
op de Zeeuwse belangen en noden worden behar
tigd en ter kennis gebracht.
Tenslotte verwelkomt de Voorzitter in het bij
zonder de heer Ir. S. L. Herweijer, die op deze ver
gadering over het ontwerp-wet op de watersnood-
schade zal spreken.
De Voorzitter zegt, dat de heer Herweijer even
eens tot de conclusie zal zijn gekomen, dat de pro
blemen thans weer anders liggen, dan bij de vorige
inundaties en dat theorie en praktijk niet altijd
overeenkomen, doch vaak tegenvallers en onbe
grijpelijkheden te zien geven.
Wij hopen, dat U Uw werk, al wordt dit aanvan
kelijk door de procedure nog steeds geremd, straks
met voortvarendheid en tot heil der landbouwende
bevolking zult kunnen doorzetten, aldus de Voor
zitter.
Notulen Algemene Vergadering 15 December 1952.
De notulen van de Algemene Vergadering van
15 December 1952 worden ongewijzigd goedgekeurd
en vastgesteld.
Mededelingen.
De Voorzitter doet mededeling van ingekomen
berichten van verhindering van de Commissaris
der Koningin, Ir. J. D. Dorst, Mr. E. Kuijlman,
Ir. P. R. Bouman en de heer Hendrikse.
De Voorzitter geeft vervolgens een overzicht van
de voorlopige cijfers der Mei-inventarisatie, welke
nog voor wijzigingen vatbaar zijn.
1952
1953
Wintertarwe
74.000
ha
42.000
ha
Zomertarwe
8.000
ha
22.600
ha
Gerst
70.000
ha
102.000
ha
Rogge
183.000
ha
169.000
ha
Haver
132.000
ha
135.000
ha
Maïs
14.000
ha
10.000
ha
Vlas
33.600
ha
26.900
ha
Suikerbieten
62.000
ha
67.000
ha
Klei-consumptieaardappelen
53.985
ha
46.000
ha
Zand-consumptieaardappelen 67.000
ha
63.000
ha
Fabrieksaardappelen
38.000
ha
38.000
ha
Koolzaad
5.700
ha
4.400
ha
Bij vele gewassen vooral bij de gerst zijn
tevens de oppervlakten geteld die in de geïnundeer
de gebieden werden uitgezaaid. Dergelijke gewas
sen zullen vaak practisch niets opleveren.
In het rampgebied werd 6300 ha vlas minder uit
gezaaid.
De verhoging van het suikerbieten-areaal komt
op rekening van het Noorden van het land. Ook
hier geldt echter dat in het rampgebied vele ge
wassen mislukt zijn.
De Voorzitter deelt in aansluiting hierop mede,
dat ruim 4.000 ha aardappelen meer voor de keu
ring zijn aangegeven dan in 1952 (thans 31.892 ha;
in 1952 27.830 ha). Wat de zaai-uien betreft is dit
1100 ha meer dan in 1952, waarvan in Zeeland 500
ha meer dan in 1952.
Vereenvoudiging Loonadministratie.
De Voorzitter doet hierna enige mededelingen
over het dezer dagen bij de Tweede Kamer inge
diende wetsontwerp, hetwelk ten doel heeft enige
bepalingen van de loonbelasting en de verevenings
heffing te coördineren met overeenkomstige bepa
lingen van de sociale verzekeringswetten. Spr. zegt,
dat men dit moet zien als een eerste stap op de
weg van vereenvoudiging, die zeer zeker is toe te
juichen, doch waarvan men nog geen al te grote
verwachtingen moet koesteren.
In dit verband wijst de Voorzitter op de eigen
bedrijfsverenigingen, die zonder twijfel ook nog
veel tot vereenvoudiging van een en ander kunnen
bijdragen. Het verdient aanbeveling hierop in de
toekomst aan te dringen.
Benoeming leden van verdienste.
De Voorzitter draagt vervolgens namens het
Hoofdbestuur de heren P. van Nieuwephuijze te
Kattendijke, Simon van Hoeve te Axel en Em. Ha-
verbeeke te IJzendijke ter benoeming tot leden van
verdienste, wegens hun 50-jarig lidmaatschap der
Z. L. M., voor.
De vergadering betuigt met applaus haar in
stemming.
De Voorzitter brengt de nieuw benoemde leden
van verdienste, voorzover aanwezig, de gelukwen
sen over en spreekt de hoop uit, dat zij nog lange
tijd in gezondheid het werk der Maatschappij kun
nen meemaken.
Verslag Financiële Commissie nazien
rekening 1952.
Op verzoek van de Voorzitter brengt de heer
Suurland namens de financiële commissie verslag
uit van de controle der jaarrekening 1952.
In het verslag wordt de wenselijkheid naar voren
gebracht, dat meer coöperatieve verenigingen lid
der Z. L. M. zouden worden en dat de achterstallige
contributie ad ƒ400,spoedig door de betrokken
afdelingen zal worden afgedragen.
De rekening 1952 sluit met een voordelig saldo
van 3.075,61, terwijl daarnaast 5.000,kon wor
den afgeschreven op de practisch oninbare vorde
ring op de Landstand en ƒ3.000,kon worden ge
reserveerd voor onderhoud van het Landbouwhuis.
De commissie adviseert bij monde van de heer
Suurland de vergadering de rekening goed te keu
ren en de penningmeester décharge te verlenen.
De vergadering betuigt met applaus haar instem
ming.
De Voorzitter dankt de commissie voor haar ver
slag en zegt verheugd te zijn, dat het bij de contri
butieverhoging gestelde doel een overschot op de
rekening 1952 is bereikt geworden.
Hoewel dus 1952 in financieel opzicht gunstig
voor de Z. L. M. is geweest, ziet het er voor 1953
geheel anders uit. Door de watersnood zal de
Z. L. M. dit jaar niet minder dan 32.000,aan
contributie derven, wat bij een begrotingstotaal
van ongeveer 100.000,natuurlijk zeer belangrijk
is. Hiertegenover staat wel de geste der zuster
maatschappijen, die een belangrijk aandeel in het
tekort zullen opvangen, doch daarnaast zullen toch
ook de niet-getroffen leden met een extra bijdrage
de Maatschappij veel steun kunnen geven. Aan
extra bijdragen werd tot dusverre ongeveer
ƒ3.000,ontvangen, wat enerzijds verheugend is,
doch anderzijds nog te weinig is, om de Z. L. M. in
staat te stellen het werk op de gewone voet voort
te zetten. c
De Voorzitter zegt, dat het werk der Maatschap
pij dit jaar meer dan ooit nodig zal zijn en acht
het zijn plicht om voor de mogelijkheid om dit werk
aan te kunnen, op te komen. Indien per lid een
extra bijdrage van gemiddeld enkele guldens kan
worden betaald, zal het mogelijk zijn een sluitende
rekening te krijgen. Hoewel met dit bedrag nog
niets aan steun van getroffen kringen en afdelin
gen kan worden gedaan.
Met een opwekking aan de leden zich in deze
van hun morele plicht te kwijten besluit de Voor
zitter zijn mededelingen en geeft het woord aan de
heer Herweijer,
(Het versiag van deze lezing vindt U elders in
dit nummer afgedrukt)..
Vele veehouders in Zeeuwsch-Vlaan-
deren zullen nog gastvrijheid betonen
aan Thools evacuatie-vee tot dit na
jaar, hetgeen zeer wordt gewaardeerd.
Er zijn echter ook houders, die niet in
de mogelijkheid zijn langer gastvrij
heid te bieden, of gedupeerden in Tho-
len, die enig vee terug kunnen inschik
ken. Het is de bedoeling dit vee in de
week van 6 Juli a.s. terug te voeren.
Zeeuws-Vlaamse veehouders, die hun
rund kwijt moeten, borden dringend
verzocht vóór 1 Juli a.s. de districts
controleur van de Gezondheidsdienst
voor Dieren daarvan in kennis te stel
len. Deze laatsten worden verzocht
hun collega ,W. A. de Wilde te Sint-
Maartensdijk deze berichten door te
geven, opdat voor gezamenlijk ver
voer kan worden zorg gedragen. Thool-
se eigenaren van evacuatie-vee, die vee
terugwensen, of weten, dat bepaalde
dieren niet langer kunnen blijven, wor
den eveneens dringend verzocht de
heer De Wilde daarvan in kennis te
stellen. Ook dienen de laatsten daar
kennis te geven van de dieren, die
reeds verkocht zijn.
v
y
y
y
y
y
y
i
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
S
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
v
Discussie rede Ir. Herweijer.
De Voorzitter wil in de eerste plaats de heer
Herweijer dank brengen voor zijn helder betoog.
Alvorens op enkele punten nader in te gaan
meent spreker de heer Meijers gelegenheid te moe
ten geven enige fiscale mededelingen te doen.
De heer Meijers betoogt, dat tengevolge van de
ramp bij de gedupeerden de voorjaarskosten ach
terwege zijn gebleven, waardoor de winst over het
boekjaar voor de ramp vergroot wordt.
Aan de Minister is nu voorgesteld om de winst
van het afgelopen boekjaar te koppelen aan de
winst in de volgende 4 jaren en dan de uitkomst
te delen door 5.
Indien zulks niet uitvoerbaar mocht blijken te
zijn, is gevraagd de niet gerealiseerde kosten als
onbelaste reserve te laten opvoeren op de balans.
Verder is verzocht om de kapitaalschadeuitke-
ring boven de boekwaarde van verloren gegane
boomgaarden met een vast percentage van 20 te
belasten en niet volgens de progressieve methode.
Omtrent deze belangrijke punten is nog overleg
gaande.
De Voorzitter merkt na dit fiscale intermezzo op,
dat de heer Herweijer enkele misverstanden heeft
weggewerkt. Evenwel meent hij aangaande artikel
17 er op te moeten wijzen, dat voor de vergoeding
van verloren gegane bedrijfsvoorraden een vergoe
ding tegen marktprijs z.i. de enige billijke weg is,
evenals dit voor vee geschiedt.
Spreker wijst in dit verband op de handelaar die
voor zijn verloren gegane goederen wel de markt-
prijswaarde vergoed krijgt, terwijl de goederen die
opgeslagen liggen bij de coöperaties tegen kostprijs
vergoed zouden worden. Dit is z.i. meten met twee
maten.
De heer M. A. Kostense wijst op het grote aan
tal pachtbedrijven in Zeeland en vraagt of er geen
gevaar bestaat, dat wanneer de schade aan ver
loren gegane gebouwen aan ,de eigenaar wordt uit
betaald, deze niet genegen zal zijn te herbouwen.
Waardoor de pachter zonder gebouwen komt te
zitten.
De heer Herweijer antwoordt, dat de herbouw
van gebouwen niet juist geredigeerd is in art. 13.
Zijn standpunt in dezen is echter, dat, indien
men niet wil herbouwen, bekeken zal moeten wor
den of de herbouw noodzakelijk is voor de uitoefe
ning van het bedrijf. Zo ja, dan moet herbouw
plaats vinden.
De heer Glerum van de Dienst Wederopbouw,
merkt in dit verband op, dat de Wet op de waters
nood geen herbouwplicht kent; dit in afwijking op
de wet op de materiële oorlogsschade. Indien men
echter niet herbouwt, wordt daardoor de uitkering
tot een mimimum gereduceerd.
De heer Moerman merkt op, dat de gipsnormen
voor zwaardere gronden z.i. te laag zijn gesteld,
gezien de ervaring opgedaan bij de vorige inun
datie.
De heer Herweijer wijst er op, dat over dit punt
uitvoerige besprekingen zijn gevoerd met de Rijks-
land- en Tuinbouwconsulenten. De normen zijn zo
ruim mogelijk genomen, hoewel deze voor een be
paalde grondsoort misschien wel eens ongunstig
uitvallen.
De heer C. Philipse zou in artikel 55, aangaande