Stemmen uit de praktijk
TUINBOUW
Paard en paardensport
LANDELIJKE
iWERKTUIGENDEMON STR ATIE
VOOR DE FRUITTEELT.
Uit een geheim weekboek van
Bram uit de Slikhoek
ZËEUWSCH LANDBOUWBLAD
TERUGBLIK KOELSEIZOEN 1952
Wellicht is er slechts weinig behoefte om zich
nog te verdiepen in de koelresultaten van de hard-
fruit oogst 1952. We zien immers weer aardbeien
in grote hoeveelheden aangevoerd en de groene
kruisbessen zullen snel volgen.
We bekijken onze bedrijven, hoe het met de
vruchtzetting is en maken weer al de oogstbere-
kening klaar voor 1953.
De oude oogst 1952 is weer voorbij en daarover
nu maar niet meer gepiekerd en nagedacht. Vooral
als het niet naar wens is verlopen. Toch is het
goed om er even bij stil te staan en de resultaten
nader te bekijken, of ze dan ook goed of slecht
waren. Want het is toch zo, dat een groot gedeelte
van onze oogst in het koelhuis wordt opgeslagen
en het ons niet onverschillig is, hoe de financiële
uitkomsten zijn. Die officiële uitkomst was in
grote lijn slecht, evenals het gehele seizoen 1952.
De aanvoer van fruit bleef zeer lang aanhouden
buiten het Koelhuis om en was ruimschoots vol
doende om het binnenland en de geringe export te
verzadigen, uitgezonderd bijv. de „Coks Oranje".
De koelhuizen bleven tot barstens toe vol zitten,
totdat bleek, dat de houdbaarheid van de Goud-
reinette en de Jonathan veel te wensen overliet.
Het Jonathan-bederf nam schrikbarende afmetin
gen aan. Men was genoodzaakt te ruimen, zodat
de veilingen vol stonden met veel minderwaardig
fruit, wat o.a. het binnenland niet verwerken kon.
Gevolg: zeer lage prijzen. Het kwam voor, dat
partijen nauwelijks het koel- plus sorteerloon op
brachten. De koelhuizen waren zeer spoedig ont
ruimd en de enkele telers, die een goed product
bleken te hebben, konden profiteren van de zeer
hoge prijs die in het laatst van het seizoen betaald
werd.
De spreiding en de houdbaarheid liet veel te
wensen over. Door de slechte houdbaarheid liep
de beoogde spreiding volkomen mis. Grote partijen
Jonathan werden geveild toen het nog geen tijd
was voor Jonathan, hetgeen bleek uit de grote
vraag nadat de Jonathan geruimd was.
Wat is er te verbeteren
De aanvoer van ons koelhuis-fruit moet regel
matig zijn en over het gehele seizoen uitgesmeerd
worden. Dit regelt zichzelf meestal als men be
schikt over goed fruit. Maar dit wordt anders wan
neer het fruit in enkele weken op de markt wordt
gegooid, omdat het niet meer houdbaar is. Dan
gaat het mis en wordt er gemopperd: Zie je wel,
koelen kost ons jaar voor jaar geld, enz. In het
najaar maar verkopen, voor veel of weinig geld,
maar niet in die grafkelder, waarmee het koelhuis
bedoeld wordt. De redenering is natuurlijk fout
en is in geen enkel opzicht te verdedigen. Maar
wel moet er gestreefd worden naar betere houd
baarheid.
Hoe moeten we dit doen? Ja, dit is m.i. een
vak apart, waarin men door schade en schande
wijs moet worden. Wie jarenlang gekoeld heeft,
voelt het als het ware aan, welk fruit geschikt is.
Factoren als minder snoeien, minder stikstof, gras
boomgaard, onderstam, grootte van het product,
spelen een rol naar men zegt. Wie daar studie in
zijn eigen bedrijf van maakt, zal tot de conclusie
komen dat er veel van deze factoren geheel anders
uitkomen. Men moet proberen een goed uitge
groeide, gekleurde appel en peer te bewaren, één
die van aanzien en smaak goed is. En niet van die
kleine, keiharde, smakeloze en kleurloze dingen,
die men misschien wel lang kan bewaren, maar
waar we alleen maar de markt mee kunnen be
derven. Precies op tijd plukken, droog plukken
en niet het minste: voorzichtig plukken, vervoeren
en opstapelen, waar nog altijd veel tegen gezon
digd wordt. Het is zeer moeilijk; er zijn er die
meestal altijd goed fruit in het koelhuis hebben
en er Zijn er die bijna altijd slecht uit de bus
komen. Nogmaals een aparte studie in het vak
van de fruitteler.
Meer gasbewaring voor 1953
Maar daar is nog iets waar we m.i. naar toe
moeten nl. naar betere bewaringsmethoden.
Die hebben we gekregen in de gas-bewaring.
Al is het dat we hier ook nog niet in volleerd zijn.
Het is gebleken, dat de gasbewaring prima vol
doet. Een flinke uitbreiding van de gasbewaring
is volkomen verantwoord. We krijgen dan een
veel langere spreiding van goed fruit, hetgeen de
afzet gunstig zal beïnvloeden.
Laten onze Zeeuwse Veilingen niet achteraan-
komen en ook de telers begrijpen, dat we niet
zonder koelhuizen kunnen, om te trachten de
spreiding zo effectief mogelijk te maken. Velen
krijgen een bittere smaak in de mond als men
bvet het koelen spreekt en nemen voor, het niet
meer te doen. Anderen schuiven het op het koel
hui^ ënz. Maar laten we bij onszelf beginnen.
■Reeds nu moet rekening gehouden worden met
het te koelen fruit. o.m. bij de bespuiting, dunnen
bh2. Dan verder et iian meewerken dat we bétere
fcewaargelegehhedën krijgen, voorlopig iri d,e vorm
van gascellen. Daar moet men nu ook mee be
ginnen om op tijd klaar te zijn. Men moet niet
denken dat dan alles oké zal zijn, o neen, daar
denk ik ook niet over. Maar niet versagen, on
danks teleurstelling; men moet vooruit. Juist de
moeilijkheden te overwinnen is ook het mooie in
ons fruittelersbestaan. Wees geen kankeraar maar
een hoeksteen in uw veilingsorganisatie, dan is er
veel te bereiken.
We stappen thans van dit onderwerp af en
keren terug naar onze bedrijven en maken naast
de verschillende studies van grond, zwammen,
kevers en mijten, ook nog een studie van „Hoe
kweek ik goed bewaarfruit en waar kan ik die
goed in bewaren".
Tot de volgende maal.
JAAP UIT 'T BOGERDJE.
VERZEKERING TEGEN IIAGELSCHADE
Hoe groot het risico van hagelschade in de fruit
teelt wel is, behoeft o.i. niet nader uiteengezet te
worden. Vooral het vorige jaar hebben helaas
talloze fruittelers dit zelf aan de lijve ondervonden.
Daarnaast zullen er velen de rampzalige gevolgen
van hagelschade bij buurman of op de veiling met
eigen ogen aanschouwd hebben.
Hagelschade is een ernstig bedrijfsrisico en het
is daarom temeer toe te juichen, dat er mogelijk
heden zijn dit risico als individuele teler af te
wentelen door middel van een verzekering.
In Zeeland is reeds enkele jaren als zodanig
werkzaam de Onderlinge Fruittelers Hagelverzeke-
ring Maatschappij, gevestigd op het Landbouwhuis
te Goes, waarbij een aantal fruittelers het risico
van hagelschade hebben ondergebracht.
Het jaar 1952 heeft ons echter geleerd, dat een
ruime spreiding van dit risico zeer noodzakelijk is.
Zulks is dan ook aanleiding geweest voor de
N.F.O. om een commissie in het leven te roepen ter
bestudering van een verzekering in landelijk ver
band.
Over de resultaten van deze studiecommissie
heeft U het een en ander kunnen lezen in het week
blad „De Fruitteelt".
Opgericht is nl. „De Fruittelers Onderlinge", die
op dezelfde basis werkt als de Zeeuwse Onderlinge,
terwijl daarnaast een herverzekeringsorgaan in het
leven is geroepen, dat een groot deel van het risico
der Fruittelers Onderlinge, de Zeeuwse Onderlinge
e.a. regionale ouderlingen overneemt.
Hiermede is dus inderdaad een ruime spreiding
van het risico verkregen, hetgeen de nodige waar
borgen biedt bij eventuele schade.
De fruittelers in Zeeland en West Noord-Brabant,
die zich tegen dit risico wensen te verzekeren,
kunnen dit nu doen bij de Onderlinge Fruittelers
Hagelverzekering Maatschappij.
Omtrent de te 'bepalen premie mogen wij U ver
wijzen naar de folder, welke in „De Fruitteelt"
werd ingesloten.
Indien U interesse voor aansluiting mocht heb
ben, wordt het ten hoogste tijd nadere inlichtingen
of aangifteformulieren te vragen bij het Secretariaat
der Onderlinge, Landbouwhuis, Goes, /telefoon
K 1100—2345.
Let wel, dat het beter is te voorkomen dan te
genezen.
Door de Technische Commissie „Fruitteelt" van
de Stichting voor de Landbouw wordt in samen
werking met de Kring Rijn en Waal van de Neder
landse Fruittelers Organisatie en met medewer
king van het Instituut voor Tuinbouwtechniek de
jaarlijkse Werktuigendemonstratie voor de Fruit
teelt gehouden op Donderdag 28 Mei te Ressen
Bemmel.
Beschikbaar zijn: gebouwen en terreinen van de
Veiling E.K.V. te Ressen-Bemmel en pl.m. 10 ha
boomgaard en fruittuin van de heren Vernooij en
Meijs.
Gedemonstreerd wordt met: trekkers (rups
trekkers en één-, twee- en verwielige) grond
bewerkingswerktuigen, maaiers, motorspuiten,
nevelspuiten, transportmiddelen, fruitsorteer-
machines, enz. Meer dan 120 machines, waarbij
zeer veel nieuwigheden.
Toelichting wordt gegeven door middel van een
geluidswagen door het Instituut voor Tuinbouw
techniek.
Een inlichtingenkiosk is op het terrein aanwezig.
Vanaf de stations Arnhem, Eist en Nijmegen
onderhouden (gele) bussen van de Gelderse Tram
wegmij een pendeldienst. Ruime parkeergelegen
heid en fietsenstalling op het terrein
Aanvang 11 uur. Sluiting omstreeks 16 uur.
Ditmaal staat de landelijke ruitersport weer
eens in het teken van de belangstelling. Want er
is veel reden tot blijdschap en dankbaarheid. Twee
onzer gedupeerde vrienden hebben namelijk weer
een paard gekregen. Ja gekregen; niet gekocht.
Jan Vogelaar, die weer thuis in Kortgene zit, heeft
een paard van Mellema en Kees Steendijk heeft
ook een paard uit Groningen; de milde gevers van
dit paard zijn me onbekend We hebben weer
reden om met vertrouwen de toekomst tegemoet
te zien. Want ook voor de harnachementen is bij
de Federatie een fonds en als bij het gebruiken
moGht blijken, dat de schade toch groter is dan
verwacht werd (zoals me uit Willemstad werd ge
meld), dan is er ook altijd nog eep >eroep op dit
fonds te doen.
In Willemstad ziet men al weer uit naar een
concours hippique en op Walcheren ook. Of er dit
jaar nog iets van zal komen is nog een vraag. Wel
wordt er al weer over gesproken en het hangt ook
veel van U zelf af. Als er uit ruiterkringen aan
drang op uitgeoefend wordt, dan worden de kansen
veel beter. Zevenbergen stuurde ons ook bericht,
dat alles goed was met leden en paarden, wel wat
materiaalverlies. Over concoursen werd nog niet
gerept. Zo ook zijn we benieuwd hoe imen in Oud-
Vossemeer en in Zeeuws-Vlaanderen over een
dergelijke activiteit denkt. En briefschrijven is
altijd een hele stap; maar wil men weer activiteit
naar buiten dan moeten de organisatoren de steun
hebben van allen. Zo wordt er ook weer gepraat
over het ruiterkamp. Dit kan nu natuurlijk niet
op Renesse gehouden worden, maar misschien
is er op Walcheren ook wel een mooie gelegenheid
te vinden. Dergelijke dingen geven ons een ge
zonde ontspanning in deze vaak zo zorgvolle dagen.
De rest laat ik aan de fantasie van de lezers
over.
TOONTREDER.
19 Mei.
Het wil met de regen nog niet best vlotten; er is
4 mm gevallen, doch verder niet meer. Het is toch
zo nodig voor het kleine goed. De aardappelen
hebben er nog geen last, doch het laat gezaaide
vlas zal niet veel palmen lang worden. Het vroeg
gezaaide vlas heeft een langer wortelgestel en
heeft er minder last van. Van morgen waren er
voor 't eerst enige thrips in 't vlas; we hadden ze
al vroeger verwacht, want er zijn op sommige
plaatsen veel thrips in gerst en zelfs in bieten.
Doch in 't vlas waren ze niet vroeg. We hebben ze
direct maar een dosis DDT te eten gegeven, waar
door ze wel gauw verdwijnen zullen naar een an
dere wereld. Met de kevers in het koolzaad gaat
het goed en wanneer er niet veel „verslag" in komt,
zal het zeer zeker wel goed worden. We hebben
gelezen dat er ook proeven genomen zijn om dit
verslag tegen te gaan. Het zou mooi zijn als hier
een middel tegen gevonden werd. Want het is wel
eens gebeurd, dat we dachten een goede opbrengst
te zullen hebben bij 't snijden. Doch dat er daarna
zoveel verslag in kwam dat bij 't dorsen maar een
matige of slechte opbrengst te voorschijn kwam.
Er is momenteel veel wérk aan de winkel. De
bieten staan op één en moeten nodig gewied wor
den. De aardappels zijn zo hard gegroeid, dat deze
eerst aan de beurt zijn om schoongemaakt te wor
den, daar de eerst gepote volgende week reeds
aangeaard moeten worden. De erwten liggen klaar
en kunnen zichzelf wel helpen. Het hek kan dicht.
Ook de maïs vraagt de aandacht; dit is een gewas,
dat wel eens traag op komt en dan nogal wat on
kruid kweekt. Toch weer wat geleerd van 't jaar;
ja, Jannetje van 't Sas zei niet voor niets: Je bent
nooit te oud om te leren en ze was toen 85 jaar.
We hebben maïs diep gepoot en ondiep. De diep-
gepote staat prima en de ondiepe minnetjes. Ja,
en de diepe stonden zeker 6 cm onder de grond
doch ze komen er uit. De droogte speelt van het
voorjaar ook een rol. Natuurlijk, doch we zijn niet
bang meer voor te diep vallen.
Over gebrek aan werk hebben we niet te klagen.
We zagen de eerste wagens lucerne weer naar de
drogerij rijden; de eerste oogst '53. De lucerne is
best van 't jaar; lang en zwaar; zij kan goed tegen
de droogte, want haar wortels gaan zeer diep (tot
1.80 m, 2e jaars lucerne).
Zo zijn we nog maar een poosje bezig of de
eerste oogst is weer al begonnen. Zondag is het
weer al Pinksteren; het is in de landbouw de
mooiste periode. Dan staat alles nog mooi, fris
en groen. Het is een genot om dan te lopen, te
fietsen of met de auto te rijden door het mooie
droge land. Laten we hopen dat de tijd nabij is,
dat we ook door de nu nog onder water staande
gebieden kunnen rijden. Dat de bevolking weer
terug mag keren en weer op mag gaan bouwen
hetgeen nog verwoest is.