Paard en paardensport Friesland helpt het getroffen Zeeland
Oaicl
erwajs
Bestrijding zaadonkruiden in
zomergranen
ZEEUWSCII LANDBOUWBLAD
Door dr. Grashuis werd voor de afdeling Fries
land van het Noord-Nederlands Warmbloed Paar
denstamboek gesproken over paardenfokkerij in ver
band met de voeding en de verpleging.
Dr. Grashuis is één van de meest populaire land-
bouwsprekers in het midden en Noorden van ons
land. In Zeeland geniet hij minder bekendheid en
daarom zal ik dit keer eens uitvoerig op zijn rede
ingaan, want wat in Friesland gezegd werd, is mis
schien wel speciaal op ons van toepassing. Veel
aandacht besteedde dr. Grashuis aan de mineralen-
voorziening. Hiervan verdient vooral de fosfor ge
noemd te worden, maar deze kunnen we weer niet
los denken van de kalk.
Vlinderbloemige gewassen hebben een hoog ge
halte aan kalk, maar naar verhouding vaak een
laag fosforgehalte. Door de ruime verhouding kan
een fosfor-tekort ontstaan, hetgeen gemakkelijk
aanleiding kan geven tot beengebreken en moeilijk
heden bij de voortplanting. Het is daarom gewenst
als hooi nooit uitsluitend klaverhooi of lucernehooi
te verstrekken, maar liefst minstens de helft van
de hooigift te doen bestaan uit grashooi. Ook de
weersomstandigheden spelen hier een rol. In zeer
droge zomers nemen de planten weinig fosfor
uit de grond op. In een nat seizoen met weinig
zonneschijn daarentegen bevat het gewas vaak een
overmaat aan fosfor. Zodoende kunnen bepaalde
weersomstandigheden indirecte invloed uitoefenen
op een meer of minder igoede vruchtbaarheid der
dieren.
Juist vooral in Zeeland, waar veel lucerne en
klavers gevoerd worden, ds het van belang eens op
deze dingen te wijzen. Het is al meer voorgekomen,
dat een hengst in Zeeland onvruchtbaar heette en
verkocht werd. Tot verbazing van de verkoper
bleek hij dan elders in den lande een goede be-
vruchter te zijn.
Maar ook op eventuele andere oorzaken werd
gewezen.
Sporenelementen spelen ook een grote rol bij de
voortplanting. Het sporenelement mangaan is in
verband met de vruchtbaarheid zeer belangrijk. Een
tekort hieraan werd echter in ons land slechts een
enkele maal geconstateerd. Toch zou het geen won
der zijn, als wij er hier ook mee te maken zouden
krijgen, want mangaangebrek in bieten en erwten
komt nog wel eens voor.
Een vette conditie der paarden dient te worden
vermeden. Het maakt echter nog wel verschil hoe
deze conditie werd verkregen; werd ze veroorzaakt
door een eenzijdig rantsoen, dan is dit erger dan
wanneer het rantsoen gevarieerd was samengesteld.
Een te vette voedingstoestand is voor de merrie
funester dan voor de hengst. De eicellen zijn n.l.
bij de merrie bij de igeboorte in aanleg reeds alle
aanwezig. Ontstaan door een verkeerde voeding
afwijkingen aan de eierstokken, dan kan zo'n paard
blijvend voor de voortplanting ongeschikt worden.
De zaadcellen kunnen daarentegen dagelijks gevormd
worden. Blijkt een hengst minder goed te bevruch
ten als gevolg van onjuiste voeding, dan kan dit
verbeterd worden door een juister rantsoen te ver
strekken.
Daarom moeten we paarden niet het hele jaar
in tentoonstellingsconditie houden. Vaak zien we
dat het bevruchtingspercentage in de echte fokge-
biedèn veel lager is dan in gebieden met soort-
loze" dieren. Dit zal waarschijnlijk geen kwestie
van soort zijn, maar van een voortdurend (te) goede
conditie.
Volgens dr. Grashuis lukt het drachtig worden
meestal het beste bij een opgaande voedings
toestand, dus tijdens de overgang van een iets schrale
tot een goede conditie. Een goed rantsoen moet ook
in de nodige vitaminen voorzien. De voornaamste,
waaraan aandacht geschonken dient te worden, zijn
de vitaminen A en D. Onvoldoende voorziening van
carotine, waaruit het vitamine A wordt gevormd,
geeft o.a. aanleiding tot verwerpen en tot veulens
met weinig weerstand bij de geboorte. In ruiterhooi
en gedroogd gras komt veel carotine voor, terwijl
in deze behoefte ook kan worden voorzien door 5 kg
koude kuil of 2 kg rode wortelen. In de zon ge
droogd hooi is de voornaamste bron voor vitamine
D. Komen de paarden in de winter bij helder weer
een poosje buiten, dan krijgen de dieren ook vita
mine D.
Aan het slot legde dr. Grashuis er de nadruk op,
dat gestreefd dient te worden naar een in alle op
zichten evenwichtige voeding. Bij het toepassen der
k.i. bij rundvee is het niet drachtig worden door
infectie vrijwel uitgesloten. Men merkt daardoor
thans des te duidelijker, dat de voortplanting nog
vaak gestoord wordt door fouten in de voeding.
Juist nu we weer midden in het dekseizoen zitten,
kunnen deze raadgevingen van pas komen. Het is
in het belang van hengsten-, als van merriehouders,
dat een zo groot mogelijk aantal levende veulens
geboren wordt. Indien U moeilijkheden hebt, gaat
dan eens na of één van de genoemde punten de oor
zaak kan zijn. Nu hebben we nog volop de gelegen
heid het te veranderen. Overgangen in de rantsoe
nen dienen echter steeds geleidelijk aangebracht te
worden.
TOONTREDER.
Op Woensdag 29 April j.l. wapperde op de
Grote Markt te Goes de Friese naast de
Zeeuwse vlag.
Dit had een bijzondere reden. De eerste ge
schenkzending van 73 stuks vee uit Friesland
zou door de heer Stienstra, Provinciaal Voed-
selcommissaris van Friesland, worden overge
dragen aan de georganiseerde landbouw in
Zeeland.
De heer Stienstra gaf bij de overdracht te
kennen, dat hij het een bijzondere eer vond
om als blijk van medeleven, namens .de Friese
bevolking deze eerste zending te kunnen over
dragen.
De heer C. de Putter aanvaardde deze zen
ding dankbaar als Voorzitter van de Stichting
voor de Landbouw in Zeeland. Het doet een
mens bijzonder goed te weten, dat in tijden
van nood door anderen hulp geboden wordt.
De Zeeuwse landbouw is daarom de Friese
landbouw zeer erkentelijk en spreker hoopte
en vertrouwde dat hierdoor de vriendschaps
banden tussen Friesland en Zeeland ver
stevigd zullen worden.
Vervolgens was het woord aan Dr. G. Wage
naar als Voorzitter van de speciale geschenk-
zendingcommissie, die er op wees, dat dit
jongvee zijn bestemming zeker onder de
zwaarst gedupeerden zal vinden.
Spreker deed een beroep op de Friese ver
tegenwoordigers om zo mogelijk met de vol
gende zendingen te wachten, omdat juist die
genen die hiervoor het meest in aanmerking
komen, op dit moment nog geëvacueerd zijn.
Vervolgens werd nog het woord gevoerd
door de heer C. Philipse, namens het Provin
ciaal Bestuur, en de heer Ir. J. D. Dorst als
Provinciaal Voedselcommissaris.
Vele hartelijke woorden zijn er deze middag
gesproken. En als reden hiervoor stonden daar
op de markt de 73 dieren, spontaan door de
Friese boeren afgestaan voor hun gedupeerde
collega's in Zeeland.
Wij mogen zeer dankbaar zijn voor deze
Friese spontaniteit. Ook zullen de Friese
vertegenwoordigers naar huis gekeerd zijn
met de wetenschap, dat Zeeland dergelijke gif
ten niet alleen van node heeft, doch ook weet
te waarderen.
VOORBEREIDENDE CURSUS RIJKSLANDBOUVV-
WINTERSCHOOL GOES.
Daar zich een voldoend aantal leerlingen heeft
aangemeld kan de voorbereidende cursus aan de
Rijkslandbouwwinterschool te Goes voortgang vinden.
De cursus wordt gedurende de maanden Mei, Juni
en Juli telkens één dag per week gegeven en begint
Woensdag 6 Mei a.s., 9 uur v.m. in de R.L.W.S.,
Ravelijn de Groene Jager 8 te Goes.
EINDLES R.L.W.S. TE GOES.
Onlangs werd weer een nieuwe jaargang van deze
school afgeleverd; de namen van de geslaagden ston
den afgedrukt in ons vorige nummer. De bijeen
komst welke onder leiding stond van de vice-voor-
zitter van de Commissie van Toezicht, de heer D. W.
Lindenbergh, kenmerkte zich door een kort en
krachtig karakter.
Voor de bestrijding van jonge, éénjarige zaad
onkruiden als korenbloem, herik, hennepnetel,
witte krodde (dubbeltjes) e.a. kan men gebruik
maken van D.N.C. middelen. Men sproeit als het
gewas 10 - 15 cm groot is met plm. 0,5 D.N.C.
naar 800 - 1000 liter water per ha.
D.N.C. middelen zijn: Aadinol, Jebonal extra,
Kewa perfect, Nipton, Trifocide, Nitroleum, D.N.C.
Ialine e.a.
Men moet oppassen voor overlappen, omdat dit
veel schade aan de gewassen kan veroorzaken. Bij
fel, zonnig weer kan men deze concentratie iets
verlagen, omdat de werking dan heftiger is. Bij
een schrale Oostenwind moet men bij voorkeur
geen bestrijding toepassen.
De landbouwers die een vernevelaar bezitten
kunnen van de vernevelbare D.N.C. middelen ge
bruik maken.
Vernevelbare D.N.C. middelen zijn: Aadinol-
Supra, D.N.O.C.-Denocide, Duphar D.N.C. pasta,
Jebo pastol en Tripastide.
Van deze middelen gebruikt men 15 - 20 kg, op
gelost in 100 - 150 liter water per ha.
Voor de toepassing van deze middelen gelden
dezelfde voorschriften betreffende de lengte van
het gewas, onkruiden, weersgesteldheid enz. als
voor de reeds lang bestaande D.N.C. middelen.
Verder kunnen de meeste zaadonkruiden gedood
worden door aanwending van 200 - 250 kg kalk-
stikstof per ha.
R.L.V.D. Axel. R. C. C. DE BRUYCKERE,
Axel, 22 April 1953.
In de natuurkundeles gegeven door Ir. E. H. Gast
man, vierde de metereologie hoogtij in de beruchte
depressie van 1 Febr. j.l. Daarna volgde de fruit-
teeltles, verzorgd door de heer C. L. de Wilde, die
een aantrekkelijk overzicht gaf van de omvang van
dit vak.
De diploma's werden na de gebruikelijke wel
komstwoorden uitgereikt door de heer D. W. Lin
denbergh, die ook als eerste de geslaagden kon ge
lukwensen.
De directeur der school Ir. J. Versteeg legde de
nadruk op de toekomst, waarna namens het gemeen
tebestuur van Goes de heer J. J.. van Melle het woord
voerde.
Namens de Z. L. M. bood de seer. Mr. J. F. G.
Schlingemann een drietal boeken aan, bestemd voor
de drie beste leerlingen te weten resp. W. A. G. Dek
ker uit Wemeldinge, A. v. 't Westeinde uit Nieuw-
dorp en A. Remijn uit Lewedorp. Spr. wees op het
belang van goede organisaties op landbouwgebied.
De heer Lindenbergh kon namens de C.B.T.B. nog
een gedenkboek aanbieden aan de vierde van de
ranglijst G. Hoek.
Namens de leerlingen en de ouders werd resp. het
woord gevoerd door de heren F. A. van Gilst en
W. N. van Liere.
De heer C. Burger kwam als voorzitter van de
Ver. van Oud-leerlingen op de hem eigen wijze op
voor de belangen van deze vereniging en bood even
eens gelukwensen aan. Na enige korte toespraken
van de directeur en de heer Lindenbergh, behoorde
dit slot van het schoolseizoen weer tot het verleden.
-o-
RIJKSLANDBOUWWINTERSCHOOL
SCHOONDIJKE.
De uitslagen van de overgangs- en eindexamens
1953 zijn als volgt:
Bevorderd van de le naar de 2e klasse:
A. E. Cuelenaere te Aardenburg (Eede) en J. Ros-
seel te Aardenburg (St. Kruis)R. J. de Croock te
Breskens; P. Pladdet te Biervliet; C. J. Brakman, E.
G. Buijsse, Ant. v. d. Hemel, A. J. Luteyn, J. A. de
Smit en Joh. van 't Westeinde te Groede; Dom. Jan
sen te Hoek; Ant. Modde Az. te Oostburg; A. van
Iwaarden en Th. C. M. van de Vijver en U. Kouijzer
te IJzendijke.
Afgewezen: één.
Het einddiploma werd behaald door:
H. Mabesoone te Aardenburg; R. Cuelenaere te
Biervliet; F. de Boer te 's-GravenhageG. Buijsse te
Groede; Dom. Jansen en M. de Jonge te Hoek; W.
Temmerman te Hoofdplaat; G. de Badts Rz. en Jac.
de Koeijer te Schoondijke; W. Remijn te Sluis; H.
Mussche, Joh. de Smet, O. Waatjes en W. Wijffels te
IJzendijke en Joh. Luteyn Az. te Zuidzande.
Afgewezen: geen. De opgave is niet volgens rang
orde.
De Dr. Hulzinga-prijs wérd toegekend aan W. Re
mijn te Sluis*