GEBRs. DE JONGH OnJ erivijs Zuinig met het water Korte wenken voor de praktijk De bestrijding van bladrandkever in erwten ARKOTINE" Emulsie „ARKOTINE" D.D.T. Mengolie GOES SHELL "-Bestrijdingsmiddelen LAGERE LANDBOUWSCHOOL TE OUDELANDE. Voor zaadbehandeling ter voorkoming van RITNAALDSCHADE ongfizcnsieti OVERSTROMINGSRAMP EN SCHADE. Reeds spoedig na het opkomen van erwten, veld- bonen en andere vlinderbloemige gewassen begint dit 4 mm lange snuitkevertje aan de bladranden van de jonge plantjes te vreten, zodat deze randen een typisch gekarteld aanzien krijgen. De grootste schade wordt echter veroorzaakt door de larven. Deze leven in de grond en zijn dus niet te bestrijden. Ze vreten de wortelknol letjes uit, waardoor de planten aan stikstofgebrek kunnen gaan lijden. De bestrijding moet daarom gericht zijn op het doden der kevers, vóórdat ze eieren hebben gelegd. Men moet gaan bestrijden, zodra de eerste vreterij aan het blad waargenomen is. Zodra nieuw gevormde bladeren ook weer wor den beschadigd, moet de bestrijding worden her haald. Het beste kan daarbij gebruik worden gemaakt van D.D.T. bevattende middelen. D.D.T.-olie of emulsie wordt aangeraden om de lange werkingsduur. Hiervan gebruike men 3 liter per ha. Dit kan zowel verspoten als verneveld worden. Verder kan men D.D.T. stuif 5 verstuiven naar een hoeveelheid van pl.m. 30 kg per ha. De werking van stuiven is korter dan van vernevelen of spuiten. H.C.H. is niet geschikt voor de bestrijding van -de bladrandkever. De bestrijding van de bladrandkever kan niet gecombineerd worden met een onkruidbestrijding met behulp van de D.N.B.P.-bevattende middelen. Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst Zceuws-Vlaanderen te Axel. voor R. C. C. DE BRUYCKERE. De bladrandkever vreet aan de bladeren van erwten, bonen en lupine, de larve holt de wortelknolletjes uit. Voorkom deze schade door bespuiting van Uw gewassen met I» of met Raadpleeg vóór toepassing „SHELL" gebruiksaanwijzing Voor de eerste maal in de geschiedenis van deze school vond de diploma-uitreiking plaats. De namen van de geslaagden in volgorde van hun rangnummer zijn: A. Krijger, Borssele, P. J. Dieleman, Ellewouts- dijk, A. Zweemer, Borssele, C. W. v. d. Bosse, Driewegen, P. Goeree, Driewegen, L. Nieuwen- huijse, Borssele, G. van Oosten, Driewegen, J. Steketee, Borssele, en W. Nijsse, Driewegen. Toegelaten tot de eerste klas: C. Duijnkerke, P. Hoogesteger, J. van Liere, Bors sele, C. Kesselaar, W. J. Leijs, Hoedekenskerke, J. C. Moeleker, H. J. Mol, J. J. van Putte, 's Graven polder, M. Minnaard, 's Heer Abtskerke, P. J. Poelman, Oudelande, G. H. Toorenaar, Nisse. Bevorderd naar de tweede klas: Joh. Boone, Hoedekenskerke, Joh. Bruijnzeel, F. C. de Koeijer, J. Walhout, Borssele, H. de Dreu, Ellewoutsdijk, P. C. Huissen, J. W. de Jonge, M. J. Murre, Baarland. H. A. Mol, Oudelande. Bevorderd naar de derde klas: E. Blok, W. de Visser, 's Gravenpolder, J. Hoek man, Terneuzen, M. Kesselaar, Hoedekenskerke, L. Melio, J. Mol, Driewegen, A. Schipper, Oude lande, I. de Visser, Aagtekerke, J. Westveer, Driewegen. Bevorderd naar de vierde klas: J. M. de Bart, Hoedekenskerke, J. P. v. d. Bosse, W. C. Otte, Driewegen, C. Dekker, Borssele, P. Mol, Oudelande, F. de Pree, 's Gravenpolder, S. Smallegange, Ellewoutsdijk. Een product van N.V. NOURY 8, VAN DER LANDE'S EXPLOITATIE Mil. Deventer Verkrijgbaar bij: Jebo-DepötsrVerdugt-agenten en Plaatselijke Coöperaties. (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.) Eén onzer leden schrijft ons het volgende: Gaarne zou ik het volgende onder Uw aandacht willen brengen: De pachtprijzen zijn als gevolg van de prijs- beheersing t.o.v. het algemene prijsniveau slechts weinig gestegen. Stelt men het niveau in 1938 voor los land op 100 dan staat dat in 1950 op pl.m. 110 en voor land met gebouwen op 132. Sedert 1950 begint zich een beperkte stijging door te zetten. Uit de bruto-pachtprijzen moet de grondeigenaar verpachter zijn diverse lasten dekken, en tenslotte nog een netto-inkomen overhouden om van te leven. De kosten voor onderhoud, vernieuwing enz., van gebouwen, zijn thans op minstens het drie- k viervoudige van 1938 te stellen. De kosten van onderhoud, verbetering enz. van dijken, wegen en waterlopen, zullen zeker ook wel op dat niveau liggen. De kosten van levensonderhoud zijn in gelijke mate gestegen. Ook de belastingen zijn verhoogd. Het is duidelijk, dat de eigenaar-verpachter, als hij niet kan ontkomen aan diverse hogere lasten, zal trachten zoveel van de pacht over te houden, dat hij nog, zij het niet in die mate als vroeger, in zijn levensonderhoud kan voorzien. Dit is alleen mogelijk indien hij bezuinigt op de uitgaven van onderhoud enz. van gebouwen, en de waterschapslasten laag weet te houden. Deze gang van zaken is een gevolg van de Regeringsmaatregelen om de pachtprijzen te be heersen en het inkomen van de pachters te bescher men. Hierbij is geen aandacht besteed aan het feit, dat de basis waarop dit inkomen berust (n.l. de grond, gebouwen enz.) door de betreffende maatregelen wordt ondermijnd. Immers de beste gronden, een deel van ons landbouwareaal, zijn alleen tegen zeer hoge kosten te vrijwaren van wateroverlast. De Regering heeft geen bijdrage geleverd om deze ondermijning te voorkomen. Het herstel der dijken door de Regering en voor haar kosten, is slechts een pover gebaar om dit falen te verdoezelen. Door Prof. Minderhoud, Prof. Thurlings en anderen is op de invloed van de lage pachten t.o.v. het onderhoud van dijken en polderwerken, in verschillend verband herhaaldelijk gewezen. Het resultaat was een beperkte pachtverhoging sedert 1951. De verhoging is totaal onvoldoende om de hoge kosten aan dijken en polderwerken te bestrijden en om deze in een staat te brengen, die aan steeds hoger gestelde eisen kan voldoen. Wanneer thans zoals in het artikel „Verzekering en Overstromingsschade", gesteld wordt, dat ver- Door de geringe regenval in dit jaar zijn de grondwaterstanden voor deze tijd van het jaar op een vrij laag peil gekomen. Ook de bodemvochtig heid is minder dan in de voorafgaande jaren 1951 en 1952. Zowel de grondwaterstand als de -bodemvochtig heid liggen ongeveer op hetzelfde peil als in 1950. Indien de regenval in deze zomer aan de krappe kant zal zijn bij een normale verdamping, valt het te voorzien, dat de gewassen op de drogere gron den last van droogte zullen ondervinden. Wij geven de betrokkenen dan ook in overwe ging om het slootwater in droge poldergedeelten niet onbeperkt weg te laten stromen, maar zo mogelijk door schutten of anderszins vast te houden. Ir. J. BUTIJN, Laboratorium van Zeelands proeftuin. Ir. J. A. VAN 't LEVEN, Commissie Waterbeheersing en Verzilting, wacht moet worden, dat geen vergoeding van bedrijfsschade zal plaats hebben en de vergoeding voor materiële schade anderzijds beperkt zal zijn, meen ik dat de Regering door haar maatregelen inzake pachtprijsbeheersing, mede in belangrijke mate debet is aan de opgetreden overstromings ramp en de daaruit voortvloeiende schaden, en zich daardoor niet zonder meer afzijdig kan houden van vergoeding dezer schaden. Ik betreur het, dat in bovengenoemd artikel op boven besproken kwestie niet gewezen is, al was •het maar zeer terloops. Ook in andere artikelen die ik las, wordt het door mij naar voren gebrachte niet of zeer onvol doende belicht. Het komt mij dan ook wenselijk voor, dat hierop de aandacht gevestigd wordt. (Naam en adres van de inzender zijn de Redactie bekend.) Een aantasting door de bladrandkever kan bij erw ten wel een opbrengstdepressie van 1000 kg (of 450,per ha tot gevolg hebben. Spuiten met 4 ltr DDT-emulsie 25 is echter zeer doeltreffend gebleken hiertegen. Bü het opstellen van het bouwplan hebt U mis schien met veel moeite kunnen terugvinden wat er de laatste jaren op een bepaald perceel gegroeid heeft. Dit zou U voorkomen hebben wanneer U in de loop der jaren een bouwboek had aangeschaft. Daarin kunt U niet alleen het gewas, maar ook de bemesting en de opbrengst per perceel aantekenen. Wanneer U dit tot nu toe nagelaten hebt is het zeker t\jd er mee te beginnen. Een bouwboek dat zeer goed geschikt is voor het Zeeuwse bedrijf kunt U verkrijgen bij de Rijksland- bouwconsulent of de assistenten. De kosten bedragen ƒ4,50. Een bespuiting tegen de bladrandkever is bijna steeds verantwoord. Maar dan tijdig, d.w.z. zodra de eerste verschijnselen van vreterij te zien zijn. Bij een bestrijding van de bladrandkever wordt ook de vroege akkerthrips tegengegaan. Vooral in erw ten dicht bij percelen waar vorig jaar erwten ston den is de kans op schade door de thrips vrij groot. De cambridge-rol geeft in het algemeen betere resultaten dan de gladde landrol. Dit geldt in het bijzonder voor de gronden die met zout water over stroomd geweest zijn. Hebt U een rol nodig, koopt dan een cambridgerol. Gips dient regelmatig over de velden verdeeld te worden. Een goede verdeling verkrijgt men door gebruik te maken van een kunstmeststrooier. Voor het plaatsen in de weide dienen electrische afrasteringsapparaten door een deskundige gecontro leerd te worden. De laatste loodjes wegen het zwaarst; dit gezegde geldt in het bijzonder voor de laatste stalmaand. De melkproductie is dan maximaal en daarvoor is wel het een en ander nodig. Zeer vaak ziet men dat de koeien deze productie moeten voortbrengen op „eigen kracht"; de weidetijd is immers in zicht en dan kan de koe dit tekort wel inhalen. Dit is echter niet goed gezien; melk uit de lichaamsreserve's voortgebracht is duur en als de melkgift gaat dalen, dan blijkt het in de weide na een korte „opleving" ook mis te z\jn met de lactatie. Daarom vooral in April doelmatig voeren,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 7