SPUITEN Uit en voor de polder Rooien in kleine fruitbedrijven DE TUINBOUW EXPORT VAN POOTAARDAPPELEN TUINBOUW VOORJAARSBESPUITINGEN. In de tuinbouw is de ziektebestrijding, die hoofd zakelijk door spuiten wordt uitgevoerd, één van de belangrijkste teeltwerkzaamheden geworden. Deze ziektebestrijding bevordert vaak in hoge mate de kwaliteit en de kwantiteit van het geteelde product. Wanneer wij de in de verschillende takken van tuinbouw in gebruik zijnde spuitwerktuigen eens bezien, dan kunnen die verdeeld worden in: I. Toestellen voor veldgewassen in de volle grond. Hiervoor wordt nog steeds gebruik gemaakt van de rugspuit voor kleine en ook voor grote opper vlakten. a. lagedruk rugspuiten, met een werkdruk tot 3 ato; b. middeldruk rugspuiten, met een werkdruk tot 5 ato; c. hogedruk rugspuiten, met een werkdruk tot 8 ato. Bij a en b wordt tijdens het spuiten met één hand gepompt. De hogedruk rugspuit daarentegen wordt vooraf op druk gepompt en de druk neemt tijdens het spuiten geleidelijk af. De laatste tijd wordt de middeldruk rugspuit vaak voorzien van neveldoppen. Dit zijn spuitdop- pen, die de spuitvloeistof in sterke werveling bren gen en daardoor deze vloeistof in kleine druppels verspuiten. Bij dit vernevelen wordt de vloeistofconcentratie 5 tot 10 maal hoger dan normaal genomen en de hoeveelheid vloeistof per oppervlakte-eenheid met VsI is teruggebracht. Deze rugspuiten met neveldoppen worden tegenwoordig in de bollen teelt en bij de vroege aardappelteelt veel gebruikt. De vatspuit, die met een druk van 5 tot 15 ato werkt, is grotendeels door de motorspuit verdron gen en wordt steeds minder toegepast. Wanneer deze spuit van neveldoppen wordt voorzien, zal hij vermoedelijk voor verschillende teelten beter bruik baar blijken. II. Toestellen voor het gebruik onder glas. Naast de rugspuit, de kasspuit en de poederver stuivers komen de laatste tijd de dampdrukspuiten en de stoomnevelspuiten naar voren. De dampdrukspuiten of aerosolbommen zijn eigenlijk flessen met een door druk tot vloeistof verdicht gas, waarin het bestrijdingsmiddel is op gelost. Door een kleine opening wordt deze vloei stof in zeer kleine druppels in de lucht geblazen, waarna deze na verloop van enige uren op de ge wassen uitregent. De stoomnevelspuiten zijn toestellen, waar stoom of oververhitte stoom door onder-druk vloeibare bestrijdingsmiddelen uit een reservoir zuigt en deze in zeer kleine druppels in de lucht brengt. De werking is verder als bij de dampdrukspuiten. Met dit toestel kan 500 m-' kasoppervlakte met 100150 gram bestrijdingsmiddel in 5 minuten behandeld worden. III. Toestellen voor gebruik by houtige gewassen. De zeer intensieve ziektebestrijding in de fruit teelt heeft de ontwikkeling van grote toestellen noodzakelijk gemaakt. Thans worden vrijwel uitsluitend toestellen ge bruikt die door motoren worden aangedreven. De motorspuit is wel het meest in gebruik. Met deze machine wordt de spuitvloeistof onder een druk van 20 tot 50 ato en een vloeistofafgifte van 20 tot 130 liter per minuut over de gewassen ver deeld. Er wordt voor een volgroeide boomgaard 3.000 tot 6.000 liter per ha per bespuiting gegeven. De spuiten zijn van één of meer spuitslangen met spuitstokken voorzien, waarmee een spuiter langs de bomen loopt en deze bespuit. Voor het bespuiten van grote oppervlakten veldgewassen wordt ook wel van de motorspuit gebruik gemaakt. De nevelspuit. Steeds meer komt de nevelspuit in de fruitteelt naar voren. Deze spuit brengt de spuitvloeistof, die 10 x zo geconcentreerd is als bij gebruik van een motorspuit, met behulp van een sterke luchtstroom in kleine druppels op de bomen. De hoeveelheid vloeistof bedraagt 200 liter per ha voor een volgroeide boomgaard. Dit betekent een grote besparing ten opzichte van de motorspuit aan bestrijdingsmiddelen, terwijl ook sneller en met minder personen wordt gewerkt. De bestrijdingsmiddelen. Deze zijn in zó grote verscheidenheid en onder zoveel merken in Neder land verkrijgbaar voor alle typen van spuiten, dat wij volstaan kunnen met te vermelden, dat voor elke ziekte die in de tuinbouw bestreden kan wor den, ook de spuit meestal geschikt is. Wel zij er hier nog op gewezen dat voor het bespuiten van gewas sen, waarvan het blad van een vet- of waslaagje is voorzien, een uitvloeier aan het bestrijdingsmid del wordt toegevoegd, zodat de oppervlaktespan ning van de druppels verlaagd wordt en dienten gevolge ook deze bladeren goed nat worden. Deze uitvloeiers zijn bij verneveling minder noodzake lijk en bij te veel toevoeging vaak schadelijk. Voor de toekomst lijkt het dat steeds meer nevel spuiten toepassing zullen vinden in verband met de genoemde voordelen. Misschien zal ook het vliegtuig als spuitmachine voor grote oppervlakten meer in gebruik komen. Wij willen besluiten met op te merken, dat naast een toestel van voldoende capaciteit, een juiste keuze gemaakt moet worden uit de bestrijdings middelen en de bespuitingen op het beste tijdstip moeten worden uitgevoerd. Bovendien moet de uitvoering geschieden door personen die over vol doende vakkennis beschikken en de bestrijdings middelen op alle plantendelen in de juiste hoeveel heid aanbrengen. C. WEGENAAR. Het voorjaar is in zicht, eigenlijk is het er al, de lente is reeds begonnen. Verscheidene van onze fruitrassen zijn bijna aan het z.g.n. muizenoorsta dium, dit betekent dat we al vlug met de voorbloei- bespuitingen zullen moeten gaan beginnen. Waarschijnlijk zijn er al telers, die de eerste be spuiting reeds hebben uitgevoerd. Ik denk b.v. aan die telers, welke het vorig jaar veel aantasting hebben gehad van takschurft op de nog zeer jonge vruchtjes. Eén zo vroeg mogelijke bespuiting, uit gevoerd onder zeer gunstige weersomstandigheden, zal zeer zeker zijn nut hebben. De telers, die in het geheel geen winterbespui- ting hebben uitgevoerd, staan er als het ware op te wachten om met de schurftbestrijding te gaan beginnen. De andere, die wel de winterbespuiting toepasten, doen dit eigenlijk ook wel, doch er is toch een klein verschil, immers verleden week zagen we nog D.N.C.-preparaten verspuiten. De eerste levende luizen zijn gevonden, dat wil dus zeggen, dat we op onze hoede moeten zijn. Waarmee zullen we dit voorjaar spuiten? Met welke middelen gaan we onze fruitvijand no. 1 deze zomer te lijf? Het is niet mogelijk om een recept te geven, dat zonder meer voor elk bedrijf past. Verschillende factoren liggen op de onderscheidene bedrijven ge heel anders ten opzichte van elkaar. We denken b.v. aan de samenstelling van de grond, wel of niet vochthoudend; deze zijn van grote invloed op het gestel of de geaardheid van de bomen. Dan is het ras van grote betekenis, alle midde len worden niet door alle rassen verdragen. Hetgeen dus in dit artikel naar voren wordt ge bracht, moet men beschouwen als een richtlijn. Wanneer er een teler is, die steeds schadelijke ge volgen ondervindt door het spuiten met Koper preparaten, laat het zich verstaan, dat hij deze pre paraten niet zal kiezen, hij zal zijn keuze laten val len op Kwik of wellicht Carbamaten. Bepalen we ons eerst bij het appelschema: Wanneer de bomen zijn gekomen in het muizen oorstadium is het gewenst om zo vlug mogelijk te spuiten. Als het voor Uw bedrijf dienstig is en de aanplant bestaat uit rassen die een koper bespui ting kunnen verdragen, gebruikt dan voor Uw eerste voorbloeibespuiting Koperoxychloride in een concentratie van een V2 Vele kleine fruitteeltbedrijven, waar een ge deelte van de opstand wegens veroudering dient te worden gerooid, kunnen hiertoe om verschil lende redenen niet overgaan. Het ontbreken van grond om opnieuw in te planten en de onmogelijk heid om gezien de grootte der percelen en de omvang van het bedrijf tot de teelt van akker- bouwgewasen over te gaan, blijken namelijk be lemmeringen te zijn voor het rooien van de ver ouderde delen van deze bedrijven. Naar aanleiding hiervan heeft het Bestuur van het Bedrijfschap voor Groenten en Fruit thans be paald, dat aan bedrijven met e^n totale bedrijfs- grootte van maximaal 3 ha, waarvan de teler geen aangeslotene A is, een bijzondere vergunning kan worden verleend voor maximaal de oppervlakte gerooide boomgaard voor de teelt van vroege aard appelen met een nacultuur van spruiten, bloem kool of bonen. Voor bedrijven met een totale bedrijfsgrootte van maximaal 5 ha, waarvan de teler wel aange slotene A is, kan een bijzondere vergunning wor den verleend voor maximaal de oppervlakte ge rooide boomgaard voor dé teelt van vroege aard appelen met een nacultuur van spruiten, bloem kool of bonen, Voor de bedrijven met een totale bedrijf sgrootte boven de 5 ha zal in het algemeen slechts een bijzondere vergunning kunnen worden gegeven voor de teelt van vroege aardappelen zonder nacul tuur. Deze bijzondere vergunningen zullen slechts één jaar geldig zijn, zodat van jaar tot jaar de situa tie kan worden bezien. Mochten, op grond van de wet op de aardappelmoeheid, moeilijkheden voor komen t.a.v. de teelt van vroege aardappelen, dan kan men overleg plegen met de afdeling Tuinbouw van de Provinciale Voedselcommissaris ter oplos sing hiervan. Er zij nog op gewezen, dat witlof wortelen, stamerwten en zaaiuien vrij kunnen worden geteeld. Aanvragen voor deze bijzondere vergunningen moeten vóór 1 April worden gedaan bij de Afde ling Tuinbouw van de Provinciale Voedselcommis- sarissen (opgeven: totale bedrijf sgrootte, opper vlakte bouwland, oppervlakte bestaande boom gaard, oppervlakte weiland en oppervlakte gerooi de boomgaard). Het Bedrijfschap heeft dus mogelijkheden ge opend voor de oplossing van één van de moeilijk heden, waarmede men in het kleine bedrijf bij de vernieuwing van de plantopstand heeft te maken. Koper werkt voorbehoedend en wordt door een eventuele regenbui herverdeeld. Van een koper- bespuiting zegt men wel: ,,daar heeft men lang wat aan". Zo is het ook. De tweede bespuiting kan worden uitgevoerd met kwik; dit kan worden verspoten in een con centratie, zoals die op de verpakkingen staat aan gegeven. Ook voor een derde bespuiting, en als het moge lijk is vóór de bloei voor een eventuele vierde be spuiting kan kwik worden gebruikt. De laatste voorbloeibespuiting zo kort mogelijk vóór de bloei. Mochten weersomstandigheden het verhinderen, er kunnen ook andere redenen zijn, zo kort moge lijk vóór de bloei te spuiten, dan kan de noodzaak aanwezig zijn om een keer tijdens de bloei te moe ten spuiten. Let daarom in die tijd goed op de radioberichten of op regionale waarschuwingen, wat ze U hebben te vertellen over ascosporenuit- stotingen. Tijdens de bloei gebruikt men spuitzwavel in een concentratie van een V2 of een zink- of ijzer- dithiocarbamaat in een concentratie zoals die zijn aangegeven op de verpakking. Het spuitschema voor de peren is in grote trek ken gelijk aan het appelschema, we zullen het echter ook even van nabij beschouwen. De eerste bespuiting wordt, behoudens de uit zonderingen genoemd bij de appels, eveneens in het muizenoorstadium, uitgevoerd met een koper preparaat. Wanneer we schurftgevoelige rassen hebben is een kopermiddel zeer zeker boven andere middelen te prefereren. De 2e bespuiting kan worden uitgevoerd met een kwikpreparaat in een concentratie zoals die is aangegeven. Voor de 3e en eventuele 4e bespuiting gelden dezelfde voorwaarden als bij de appels. Wat de bespuitingen in de bloei betreft, probeer ze te missen, indien het echter beslist noodzake lijk blijkt, gebruik dan spuitzwavel of een dithio- carbamaat. Denk er echter om, mochten er rassen bij zijn, die deze middelen niet verdragen, gebruik ze dan beslist niet. R. A. ADGEVER. Tengevolge van de watersnood zal de teelt van een aantal rassen van pootaardappelen, die voor namelijk in de getroffen gebieden geteeld werden, sterk achteruitgaan. Door het Bedrijfschap voor Zaaizaad en Pootgoed zijn de gevolgen van deze vermindering met het oog op de export van deze rassen onderzocht. Voor de rassen Alpha, Bintje, Eigenheimer en Furore zal de export in 1953 moeilijkheden opleve ren, hetgeen blijkt uit de volgende gegevens: Verminderde opbrengst geschat voor 1953 ton Export in 1951 1950 ton ton Alpha 2.250 11.500 22.000 Bintje 16.500 95.000 95.000 Eigenheimer 10.500 12.500 12.500 Furore 5.250 6.000 6.000 Het zijn dus vooral de rassen Alpha, Eigenheimer en Furore, waarvan de export voor 1953 gevaar loopt niet aan de vraag te kunnen voldoen. Het is dus van belang de teelt van de genoemde rassen zoveel mogelijk uit te breiden om het export tekort zoveel mogelijk op te vangen. De Directeur van de Keuringsdienst Zeeland, J, D. DORST,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 11