Aardstralen 1 V erenigingsleven ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND Het nut van goed landbouwonderwijs Redactie: J. D. Haak Dzn, A. C. Hanse, P. Hendrik se, M. Kosten, L. de Jager, Z. Poppe en M. Poissonnier. Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes. VOOIl DE MANNEN VAN DE PRACTIJK. In het vorige artikeltje over land bouwonderwijs, kwam aan het slot naar voren, dat alle mogelijkheden die de landbouw ontwikkelen, aan elkaar verbonden zijn. Alle mogelijkheden en oorzaken voor deze ontwikkeling kan men zien als schakels, die tezamen een ketting vormen. Het landbouwonderwijs is een scha kel, waar tegenwoordig veel aandacht aan wordt besteed. Dit is nodig, daar het nut van dit onderwijs gebleken is. Het is ook nodig dat het onder de aandacht blijft. Steeds zal de vorm waarin het landbouwonderwijs wordt gegeven en de theoretische onder grond critiscli bekeken moeten wor den. Dit geldt niet alleen voor de mannen van het onderwijs, maar ook voor de leerlingen. Wat de theoretische ondergrond be treft, is steeds weer gebleken, dat een onderzoek naar de grondregels tot ge volg had, dat deze ondergrond werd vernieuwd. Als voorbeeld kan men b.v. de bemestingsleer nemen. Vroe ger ging men uit van de elementen theorie en werd de organische bemes ting overbodig gevonden, terwijl nu de organische bemesting weer in het middelpunt van de belangstelling staat. Deze verandering was het ge volg van wetenschappelijk onderzoek getoetst aan de practijk. Ook de vorm waarin een bepaald in zicht aan de leerlingen wordt opge diend, moet zo goed mogelijk zijn. Dit houdt in dat steeds weer gezocht moet worden naar de juiste methode. De juiste methode heeft als doel om de leerlingen niet alleen wat uit hun hoofd te laten leren wat ze later begrijpelijkerwijs toch weer groten deels vergeten maar om ze een zelfstandig inzicht te geven in die dingen die ze leren. Of een leerling zo'n zelfstandig inzicht krijgt, hangt af van de onderwijzer, maar óók van de leerling zelf. Want een leerling die alles wat hem op school wordt voor geschoteld automatisch als „zoete koek" inslikt is geen goede leerling. Zo iemand komt nooit tot een zelf standig oordeel. Zonder dat een leer ling eigenwijs behoeft te zijn, zal hij niet alleen trouw de lessen moeten volgen cn nakijken, maar zal hij ook alles critisch moeten beoordelen wat men hem tracht in te pompen. Na tuurlijk is hierbij de oonderwijzer zelf èn z'n methode van lesgeven van gro te invloed. Hoe deze methode precies moet zijn, kan ik niet omschrijven, daar ik geen onderwijzer ben. Maar wel staat bij mij vast, dat niet alleen de onderwijzer tezamen met de leer lingen 't leerboekje trouw moeten vol gen, maar dat het in de eerste plaats gaat om het persoonlijk inzicht van de onderwijzer t.a.v. de te behandelen de stof. Daarbij is ook van belang dat de onderwijzer probeert dit inzicht aan de leerlingen over te brengen. Z'n grootste zorg zal dan ook zijn, dat de leerlingen niet alleen vertrouwd worden met hun boekje, maar dat de samenwerking van leraar en leerling goed is. Dat zij elkaar begrijpen en waarderen. Het landbouwonderwijs moet er dus niet alleen op gericht zijn en als doel hebben, om de leerlihgen na hun eindexamen een diploma met een goede cijferlijst te kunnen geven. Het moet er op gericht zijn om na zo'n eindexamen weer een stel jongeren zo goed mogelijk aan de practijk af te leveren. Jongeren, wier inzicht is ver diept. Waarbij het diploma en de cij ferlijst het bewijs, maar niet het doel is. Ook de leerlingen zullen bij hun studie dit doel in het oog moeten heb ben en niet alleen moeten werken om het bewijs. Want dit diploma kun je wel je gehele verdere leven bezitten, maar het is waardeloos wanneer het gevolgde onderwijs niet voor het ver dere leven van belang is. Zoals reeds is gezegd, moeten er op de verschillende landbouwscholen jon geren opgeleid worden voor de prac tijk. Dit wil niet zeggen zoals som migen wel eens menen dat het te genwoordige landbouwonderwijs te theoretisch zou zijn. En dat het geven van allerlei practische adviezen meer op de voorgrond zou moeten treden. Nee, er is een groot verschil tussen onderwijs dat op de praktijk gericht is en onderwijs waar je alleen voor lichting zonder meer zou ontvangen. Onderwijs dat op de practijk gericht is, mag gerust theoretisch zijn. Het is goed om, vóórdat je weer in de prac tijk van het landbouwvak stapt, het geheel van grondregels te kennen. Men kan het zelfs zó stellen, dat wan neer men enkel practische adviezen ontvangt, zonder dat rnen eerst theo retisch onderlegd is, men het funda ment mist, waar men later in de prac tijk op verder kan bouwen. Trouwens, het geven van adviezen is de taak van de voorlichtingsdienst. En op het be drijf zelf kan men de practische din gen leren. Wanneer nu iemand van de land bouwschool komt met de kennis die hij heeft verworven moet hij dit toet sen aan de praktijk. Wanneer hij in een landbouwbedrijf werkt, heeft hij daar ook ruimschoots de kans toe. Dan zal hij ook meer en meer de waarde van dit genoten onderwijs gaan zien. Het nut van dit onderwijs zit hem vooral hierin, dat hij meer achter het „hoe en waarom" is gekomen en dat hij ook zo langzamerhand op deze theoretische grondslag en z'n eigen inzicht z'n beslissingen kan nemen. Hij kan dan ook enigszins beoordelen of alle voorlichting juist is. De boer van tegenwoordig moet van vele dingen op de hoogte zijn. Dit geldt voor z'n bedrijf, dus de vaktech nische kant, maar ook economisch. Het is toch niet meer dan een eis, dat een boer de gevoerde landbouwpoli tiek b.v., enigszins kan volgen? In de geschiedenis is vaak gebleken dat er andere groepen van mensen misbruik maakten van het slecht ontwikkeld zijn van de boer. Nu is er volop de gelegenheid om zich te bekwamen voor de taak die wacht. Deze gelegenheid mogen we met dankbaarheid aangrijpen. Deze dankbaarheid zal tot uiting komen door met de verworven kennnis wat te doen. Wanneer dit zo is, is er pas sprake van nuttig landbouwonderwijs, dat z'n vruchten zal afwerpen voor de persoon die het heeft gevolgd en voor de landbouw in z'n geheel. G. Z. P. We lezen als Z. P. M.'sters „De Boe- renjeugd," dus kunnen we dit onder werp ook wel eens behandelen. We willen allen graag dat het ge zellig is en dat we er iets aan hebben als we naar een vergadering gaaan. Maar buiten de vergaderingen is er nog zoveel dat onze belangstelling ■heeft. Bijv. het korfballen, de excur sies, de ontspanningsavonden, de prov. dagen enz. Dat is voor ons plat- telandsters toch niet onaardig? Er zit hieraan overal een boel werk, dat meestal op een paar mensen aan komt. Dat is niet erg, dat hebben we er voor over. Maar we zijn toch nog niet tevreden. Er zijn vele mogelijk heden, bijv. de gecombineerde avon den met de streek zijn erg gezellig. Het ligt toch eigenlijk aan onszelf, wat we er van maken, kunnen we hen van de winter nog niet eens terugvra gen? We hebben hier ook mensen die voor muziek kunnen zorgen. We kun. nen de zaal gezellig maken, een paar schetsjes instuderen en misschien ook weer'wel wat nieuws bedenken. Dan hebben we wat aan onze vereni ging en wie er idee voor heeft kan er aan meewerken. Wat hebben we aan de pret om eens de een of andere tweedracht in de vereniging te krij gen. Als we allen als jonge plattelan ders elkaar de vriendenhand reiken, is dat niet nodig en we kunnen veel meer bereiken. Maar dan zullen we niet zo eng moeten zijn. Een beetje Amerikaans leren denken is mis schien niet kwaad, waar men de men sen waardeert om wat ze zijn. Alleen dan kunnen we een fijne vereniging hebben. Kijken we eens naar de vors ten. Welke zijn het meest geliefd? De eenvoudigsten, die zichzelf mens weten, niet in eigen kracht, maar met een opdracht in de wereld welke met Gods hulp kan volbracht worden. Ieder mens heeft wel verschillende gaven. Die te ontwikkelen en ze pro beren nuttig te maken zal ons geluk kig stemmen. Kunnen we dit als groep, dan komen we meteen weer al bij de cultuur terecht. Het culturele leven van een volk is van groot be lang. Het kan ons boven het leven van alle dag verheffen. We kunnen zelf genieten door het beoefenen van het een of ander en een ander zal weer van ons spel genieten. Als men sen maken we echter steeds fouten. Dat is niet erg, want ieder zal dat wel eens doen. Laten we als vereniging proberen met elkaar er wat van te maken en ieder een kans geven. Heb ben we eens een fout gemaakt, laten we er niet op blijven haken, maar proberen het goede te doen zegevie ren. Dat kan van ons wel eens een offer kosten, maar we zullen er niet minder gelukkig om zijn. De lezing in Goes over opvoeding door zelfopvoe ding was voor ons allen ook interes sant. Wat betreft de vergaderingen kunnen we daar met elkaar verande ring in brengen? Dat kan alléén als ieder zijn steentje bijdraagt. Het vin den van 'n onderwerp is wel eens moei lijk, maar als we werkelijk willen, kunnen we toch wel eens iets vinden. Eigenlijk ben ik tóch niet ontevre den, want er zijn nog velen, die steeds hun medewerking geven, en dat is prettig. Als we allen de handen ineenslaan, kan het best goed wor den in de Z.P.M. en aan de ontwikke ling die we er door krijgen, zullen we later in ons leven best wat hebben. Dus vriendinnen, allen met moed verder en als we wat op het hart heb ben, laten we dat dan gerust eens luchten, dan ademen we weer de zui vere atmosfeer als na een onweer, welke ook eenmaal bij de natuur schijnt te horen. Op de Volkshoge school zouden we misschien nog wel eens het een en ander kunnen opste ken. Wie in die mogelijkheid is, laat die er gebruik van maken. Het kan een leerschool voor het leven zijn en de vereniging kan er wat aan hebben. DE PRESIDENTE DER Z. P. M. AFDELING IJZENDIJKE. U bij het lezen daar van wel volkomen duidelijk zijn. Het wordt tijd, dat wij de eindeloze critische woordenstroom om gaan zetten jn voor onze organisatie nut tige daden. Nauwelijks is de opschudding over de ontdekking der atoombom voorbij, of een nieuw mysterie duikt op uit het duister van wetenschap en ont dekking; het draagt de gevreesde naam van aardstraal. Wat zijn aardstralen? Wij zullen hier niet bij stilstaan, want momenteel weet dit nog nie mand. Wat voor schade doen zij? Wel, wan neer iemand, b.v. een L. J. G.'er, zich gedurende lange tijd in een aardstra- lenbaan bevindt, kunnen zich door de schadelijke inwerking van de aard stralen stoornissen van allerlei aard voordoen. B.v. rheumatiek, humeu righeid, grote neigingen tot het geven van critiek (meestal afbrekende); ver der slordigheid in het organiseren van verschillende hoogtijdagen door de daarvoor verantwoordelijke per sonen; vermindering van sportieve prestaties, enz. Als middel tegen deze verschillende stoornissen, die voort kunnen komen doordat men b.v. slaapt op een door aardstralen bestraalde plaats, (be straalde plaatsen komen in geheel Zeeland voor!), zou ik voor de desbe treffende slachtoffers enige practi sche wenken willen geven: Verplaatst uw slaapstede eens enige meters ter linker- of rechterzijde, waardoor U wordt gevrijwaard van bestraling. Geleidelijk zullen alle stoornissen verdwijnen. Men moet hieraan ech ter zelf zoveel mogelijk meewerken, door b.v. ook eens naar het idee van een ander te luisteren. Vele L. J. G.'ers, die dit lezen, zul len zich afvragen, of ook zij soms op een bestraalde plaats slapen. Men kan dat gemakkelijk consta teren door even een blik terug te werpen en uw gedragslijn te inspec teren over de afgelopen maanden, wat betreft uw omgang met uw vriend L. J. G.'er, uw activiteit in uw organisatie, uw organisatietalent bij het samenstellen van een sportdag b.v., uw sportieve deelname hieraan en uw critiek gedurende die tijd ge geven, enz. Wij, als L. J. G.'ers, zullen dan tot de conclusie moeten komen, dat wij zo goed als allemaal onze slaapstede een eind moeten verzetten, en dan eens helemaal opnieuw en goed over de gehele linie van onze organisatie beginnen. Wij moeten eens proberen minder egoïstisch te zijn en laten blijken dat wij ook eens iets voor een ander over hebben. Wanneer wij zover zijn kunnen we pas spreken van een onbestraalde L. J. G. met een gezonde geest. En denk dan nog eens terug aan dit slot: „Wees origineel en vertel ook eens iets goeds van een ander!" ANTI-AARDSTRAAL. SPORTCLUB L. J. G. OOST ZEEUWS-VLAANDEREN. Zaterdag 31 Januari vervolg BILJART-COMPETITIE bij H. de Vrieze, Markt, Terneuzen. Alle nog niet-uitgespeelde deelne mers worden verzocht aanwezig te zijn. R. MURRE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 5