UIT DE
PROVINCIE
AGENDA
Z. L. M.-AFDELINGEN
llan boerderij en organi
22 Januari 1953.
NOORD BEVELAND.
tiet is over het algemeen fustig op de bedrijven.
Buiten kan er weinig gedaan worden en ook op
het bedrijf zelf is er, behalve het repelen van vlas,
niet veel werk. Eigenlijk zitten we hier ineens mid
den in een probleem waar de oplossing nu niet
direct maar voor het grijpen ligt. De aard van de
bedrijven is immers zo dat er, na de suikerbieten-
oogst, niet veel werkgelegenheid meer is. Wan
neer ook het vlas nog te velde verkocht wordt,
spreekt dit wel heel sterk. De boog kan wel niet
altijd gespannen staan, maar vooral in een wat
laat voorjaar, kan deze slappe periode toch vrij
lang duren. Ook wordt dit de laatste jaren nog in
de hand gewerkt door de hoge prijzen van de kop
pen waardoor het houden van mestvee minder
aantrekkelijk wordt. Dit is wel niet van doorslag
gevende betekenis omdat het houden van veel
mestvee toch ook maar aan een betrekkelijk ge
ring aantal mensen werk geeft. Bij de steeds voort
schrijdende mechanisatie, mag men ook geen ver
andering in gunstige zin verwachten. Voor de ar
beider moet het echter ook geestdodend zijn wan
neer hij lange tijd allerlei karweitjes aan moet
pakken om maar bezigheden te hebben. Het ge
heel is een vraagstuk op zichzelf, waar veel kan
ten aan zitten die elk hun voor- en nadelen hebben.
Het zal dan ook uitermate moeilijk wezen hier
een bevredigende oplossing voor te vinden. Mis
schien is dit ook wel iets te somber voorgesteld.
De tijdsomstandigheden kunnen soms dermate
invloed op de bedrijfsvoering hebben dat deze gro
tendeels zelf de oplossing brengen.
26 Januari 1953.
ZUID BEVELAND.
Het nummer van 17 Jan. heeft onze verwachting
zeker overtroffen. Het geeft een uitvoerige be
schouwing over de bestaande en nieuwe rassen.
Voor menige boer zal dat blad dan ook kunnen
dienen als handleiding bij het opmaken van het
bouwplan.
Het maken van een goed bouwplan is er dit jaar
niet eenvoudiger op geworden. De prijzen van ver
schillende producten zijn een heel stuk gezakt en
ze zullen in de toekomst misschien nog meer dalen.
Daarom is de tijd van een eenzijdige en specula
tieve gewassenkeuze nu zeker voorbij. We moe
ten dus eeh bouwplan hebben dat veelzijdig is,
waardoor een behoorlijke risico-spreiding ten op
zichte van de prijs verkregen wordt. Verder moe
ten we er rekening mee houden, dat dezelfde ge
wassen ook in de toekomst verbouwd kunnen wor
den, dus het z.g. „ijzeren bouwplan", waarbij de
grond gezond blijft, en goede arbeidsverdeling be
reikt is.
Voor de gemengde bedrijven komt daar nog een
factor bij n.l. de teelt van de voedergewassen voor
het vee. Er moet voldoende voer zijn maar ook
geen graat overschot zijn. Een voorafgaande be
rekening van de hoeveelheid voer dat nodig is, is
daarom gewenst.
Nu het de tijd is voor het opmaken van het
bouwplan wil ik nog even de aandacht vestigen
op een insect dat ons in 1952 behoorlijk wat schade
berokkend heeft n.l. de uienvlieg. Ook in het
komende jaar moeten we er rekening mee houden,
dat hij weer massaal op kan treden. Een zaadbe-
handeling met Dextroll RR en D.D.T. moet daar
om algemeen aangeraden worden.
De gedachte dat de uienvlieg in de uien ook
bestreden kan worden met een parathion bevattend
middel valt in de praktijk tegen. Het is ook te be
grijpen wanneer we de levenswijze van dat insect
nagaan: de uienvlieg legt in het voorjaar zijn
eitjes aan de voet van het uienplantje. Daaruit
komen na enkele dagen de larven, deze begeven
zich naar de wortels en vreten zich in de uitjes in.
Het duurt maar een paar dagen en het plantje
sterft af, dan gaan de larven van de uienvlieg naar
de volgende plant met hetzelfde noodlottig resul
taat.
De verplaatsing van de ene plant naar de andere
vindt plaats onder de grond door, er is dus geen
gelegenheid om ze met chemische middels te raken.
Het enigste middel is dus de zaadbehandeling.
Deze zaadbehandeling zal voor de uientelers
zelf dikwijls moeilijkheden geven, ze hebben meest
al maar kleine hoeveelheden zaad en om dan een
goede hoeveelheid toe te dienen is een zeer secuur
werk. Het zou daarom wel het gemakkelijkst zijn,
dat een handelaar in bestrijdingsmiddelen of een
coöperatie dit werk zouden uitvoeren.
Bij het zaaien moet er rekening mee gehouden
worden dat de machine iets wijder afgesteld wordt
dan voor het onbehandelde zaad.
26 Januari 1953.
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN.
We zitten nog midden in het winterwerk. Voor
zover vee aanwezig is, eist dit natuurlijk de nodige
verzorging. Wanneer het dorsen achter de rug is
en er is geen eigen vlas te bewerken, dan blijft er
in een vorstperiode niet veel te doen. Het buiten
werk ligt dan stil, terwijl het werk aan de machines
ook een kouwelijk werk is.
Zodra echter de dooi invalt wordt dit weer ge
makkelijker. Oude fruitbomen worden gerooid,
de aardappels worden eens omgeschept en/of ge
sorteerd, kortom, er is direct weer meer bedrijvig
heid. Iedereen heeft het ineens weer druk, zo
druk zelfs, dat het lijkt of het voorjaarswerk zo
begint.
Goed is het in elk geval om tijdig klaar te zijn,
zowel wat de practische dan wel de theoretische
kant betreft, dus ook het bouw- en weide plan.
Op verschillende gelegenheden heeft de Rijks-
landbouwconsulent Ir Bouman reeds gesproken
over het onderwerp: „Bouwplan en Vruchtopvol
ging"; waarbij aan de hand van een duidelijk op
gesteld boekwerkje deze materie zeer veel stof tot
denken geeft.
Ik vermoed, dat vele toehoorders thuis wel al
eens tot een vergelijking zijn overgegaan en ik
twijfel er niet aan of velen zullen eveneens tot de
conclusie gekomen zijn, dat er soms heel wat
fouten nog gemaakt worden, waarbij het gevaar
niet denkbeeldig is, dat de bodemvruchtbaarheid
en de bodemgezondheid hierdoor bedreigd worden.
Achteruitgang heeft korter tijd nodig, dan het
herstel hiervan vergt.
Ik kan een ieder, die deze zeer leerzame en in
teressante lezing nog niet gehoord heeft, ten zeer
ste aanraden dit de eerste beste gelegenheid welke
zich voordoet alsnog te doen.
26 Januari 1953.
WALCHEREN.
Wanneer U dit artikel leest is de kavel toedeling
in volle gang. Daarmee is de Herverkaveling van
Walcheren in een zeer beslissend stadium ge
komen. De spanning, die er algemeen onder de
grondgebruikers heerst is haast tastbaar gewor
den. De kaveltoewijzing is het gesprek van de dag.
Dit is echter niet te verwonderen, want de grond
die bij een bedrijf behoort is de basis voor het be
staan. Op de gronden van goede kwaliteit is het
risico veel kleiner dan op gronden van matige kwa
liteit. Op slechte grond is het slecht boeren met
veel kosten en matige opbrengsten. „Welke grond
zal ik krijgen", dat is een vraag waarmee elke
boer uit het Herverkavelingsblok reeds enige jaren
bezig is. Deze vraag zal in de komende weken
definitief worden opgelost. Daarmee is een lange
periode van wachten afgesloten en een tijd van het
alsmaar uitstellen van verbeteringen is nu voorbij.
Het. grondonderzoek, dat steeds werd uitgesteld,
kan nu worden uitgevoerd, al spreekt het vanzelf
dat het Laboratorium iri Goes in een week ook niet
alles tegelijk kan. Het verdient aanbeveling om
in 5 jaar zijn gehele bedrijf te laten onderzoeken,
dus elk jaar 1/5 gedeelte.
Velen zullen als gevolg van een te kleine opper
vlakte grasland opnieuw grasland gaan inzaaien,
waarbij een juist grasmengsel van groot belang is.
Het zal voor velen een vreemde situatie zijn
wanneer zij inplaats van 20 of nog meer percelen,
met een verspreide ligging straks te maken krij
gen met 2 of 3 kavels.
Het onrendabele heen en weer rijden kan worden
bespaard en de gewassen kunnen nu een aaneen
gesloten geheel vormen.
De vruchtwisseling zal het eerste jaar wel moei
lijk zijn, maar deze kan men het beste direct goed
opzetten.
Toch zijn er nog vele moeilijkheden te overwin
nen. Talrijke kavelsloten moeten nog worden ge
legd, en vele oude sloten gedempt. Daarnaast bren-
f gen de égalisaties het bouwplan soms danig in de
war.
Al met al zijn we blij dat het nu zover gekomen
is en wensen we elke collega veel succes met het
in orde brengen van zijn nieuwe kavel(s).
26 Januari 1953.
THOLEN—ST. PIIILIPSLAND.
Er is een grote actie op touw gezet om de voe
derbieten vóór 1 April grondig op te ruimen in
verband met de vergelingsziekte. Het is de be
doeling dat op alle plaatselijke afdelingen een ver
gadering aan dit probleem gewijd wordt. De afd.
Poortvliet is de andere dorpsafdelingen voorge
gaan door reeds een avond hieraan te besteden.
We zullen hopen dat de besturen van de andere
dorpsafdelingen even actief zullen zijn, om mee
te helpen de vergelingsziekte een halt toe te roepen.
De suikerindustrie wil dit kwaad eveneens hel
pen bestrijden en zal daartoe op Schouwen-Duive-
land en Tholen deze actie extra steunen, door het
beschikbaar stellen van aandrijfkracht voor de
hakselmachines of hakselmachines om de voeder
bieten gehakseld te ensileren.
Vele percelen wintertarwe staan plaatselijk te
dun, waarbij doorzaaien noodzakelijk zal zijn. Voor
niet te ongelijke rijping verdient doorzaaien met
zomertarwe de voorkeur.
Op verschillende bedrijven moet er nog tarwe
gezaaid worden. Hier en daar wordt voor dit doel
het overgangs tarweras Bersee aangekocht. Dit
moet echter afgeraden worden daar we met veel
minder risico beter een goed zomertarweras kun
nen verbouwen b.v. Peko of Koga.
Aangespoord door de onlangs voltooide aanslui
ting van een flink aantal boerderijen met bijbe
horende woningen onder St. Maartensdijk aan het
P.Z.E.M.-net, zijn er thans plannen om een kring
van boerderijen onder Tholen van electriciteit te
voorzien. Het aansluiten van onze bedrijven op het
electrisch net wordt steeds meer noodzakelijk, niet
alleen om altijd en overal over een goede verlich
ting te kunnen beschikken, maar vooral ook omdat
de bewaring van aardappelen en uien in bewaar
plaatsen met buitenluchtkoeling meer en meer toe
gepast kan worden. In vele gevallen zal blijken,
dat het inrichten van een bewaarplaats met buiten
luchtkoeling in een bestaande schuurruimte en
het aansluiten op het electrisch net voordeliger is,
dan kuilbewaring of bewaring in een coöperatieve
bewaarplaats van de aardappelen. Het is daarom
zeker gewenst dat de Landbouworganisaties bij de
bevoegde instanties helpen pleiten voor een rede
lijke prijs bij het aansluiten van de boerderijen op
het electrisch net. Vooral in Zeeland zijn heel veel
boerderijen nog van electriciteit verstoken. Of
daarbij de ene Provinciale electriciteitsmaatschap-
pij ten opzichte van de andere nog een verschil
lende maatstaf aanlegt voor de z.g.n. onrendabele
gebieden is mede een punt van onderzoek.
26 Januari 1953.
SCHOUWEN-DUIVELAND.
Ons blad van 17 Januari j.l. was wel zeer rijk
aan leerstof voor ons allen. We kunnen nu toch
moeilijk zeggen dat op het gebied van rassenkeuze
niet „voor elk wat wils" was. We hebben nu ten
minste weer een duidelijk de nieuwe sterren aan
het firmament eens goed kunnen vergelijken met
de oude bekende op onze bedrijven. En misschien
is het voor velen weer doorslaggevend geweest
om over te stappen op een ander ras dat door be
proeving een betere uitkomst bleek te geven. We
kunnen dan niet meer zeggen „we zullen het maar
eens wagen met een ander ras", want uit de over
zichten blijkt toch duidelijk dat de R.L.V.D. eerst
de nieuwe rassen op alle grondsoorten terdege
toetst voor wijze als keuze in ons rassensortiment
op kunnen nemen. Vandaar dan ook dat wij het
geen „wagen of risico nemen" meer kunnen noe
men, maar ons volkomen aan genoemde dienst
kunnen overlaten. De praktijk bewijst dit immers
ook duidelijk, want hoe dikwijls ziet men niet dat
een nieuw geadviseerd ras door de R.L.V.D. in
enkele jaren volkomen aan de kop prijkt. En we
willen toch steeds proberen om zoveel mogelijk op
onze bedrijven te bereiken. Of niet? Ja wat de
zijde der akkerbouw betreft volkomen. We hebben
toch alles in kannen en kruiken: Bouwplan
rassenkeuze alles staat reeds op papier. Meststof
fen liggen opgeslagen voor het merendeel ook
reeds in gedachten verdeeld. Maar hebben we nu
al eens een blik op ons weiland geworpen. Hébben
we daar ook al een plan voor klaar. Ais er één
op twee mud tarwe meer gedorsen wordt als bij
buurman dan zijn we goed vèldaan, want we staan
er immers boven. Maar als er op dezelfde opper
vlakte bij buurman 2 koeien meer lopen en nog
meer en beter eten hebben als bij ons, dan vinden
we dat wel mooi, maar toch dringt het dikwijls
niet tot ons door dat daar meer winst op zit als
op de twee mud tarwe. Want door ons gehele ge
bied zien we enkele baanbrekers waar een goede
weide explotatie liggen. Laat ons die tot voorbeeld
dienen. En geef ook Uw weiland die verpleging en
die behandeling die er voor nodig is.
Maak een plan voor uw beweiding. Verdeel de
stikstof over verscheidene keren, en geef geen
grote giften ineens en overal te gelijk. Maar deel
uw percelen in kleinere gedeelten en bemest met
trappen, zodat u ook gras krijgt in trappen. Wat
hebben we er aan als straks bij het naar buiten
gaan van onze koeien overal veel eten staat. Een
groot verlies en slechte weide voor de zomer is
dan het resultaat.
Als voornaamste eisen voor een goede beweiding
moet men stellen:
1. Niet te grote percelen, 5—7 are per koe.
2. Goed kort laten grazen.
3. Na afweiden kleine gift stikstof, en volhou
den bossen maaien en mestplakken spreiden.
Het resultaat zal dan zeker bevredigend zijn
door het betere grasland dat ontstaat waardoor:
meer koeien op dezelfde oppervlakte en meer en
betere winning van wintervoer als hooi of kuil-
voer. En hier vloeit uit voort een beter „onderst
regeltje" en daar boeren we toch voor.
Maandag 2 Februari: Afd. Nieuwvliet te 2 uur.
Lezing met lichtbeelden over Amerika.
Dinsdag 3 Februari: Afd. Retranchement. Lezing
met lichtbeelden over Amerika.
Woensdag 4 Februari: Afd. Waarde te 6 uur.
Geluidsfilms en lezing over Amerika.
Woensdag 4 Februari: Afd. Oudelande te 7 uur.
Vergelingsziekte; maisfilm etc.
Vrijdag 6 Februari: Afd. Nieuw- en St. Joosland
te 5 uur. 75-Jarig bestaan der Afdeling.
Zaterdag 7 Februari: Afd. Sluis. Lezing met licht
beelden over Amerika.
Maandag 9 Februari: Afd. Schoondijke. Z. L. M.-
films.