H
ILLES
i
>G
Plattelandsvrouw
Paard en paardensport
S l
1 IK ER BI E T E
A A D
HILLESHÖC HILLESHÖG
Verplichte
Voorjaarskeuringen 1953
Korte wenken voor de praktijk
VOOR DE
i
i
-Q» STANDAARD
de vroegrijpende E biet vroegrijpend - hoog gehalte
-ti.'V. HOLLANDSCH ZWEEDSCHE ZAAD MAATSCHAPPIJ KONINGSLAAN 26 AMSTERDAM-Z
Daar binnenkort met de voorbereidingen voor de
verplichte voorjaarsstierenkeuringen wordt be
gonnen, komt het ons gewenst voor enige toelich
ting te geven omtrent de verplichtingen voor de
stierhouder.
Ingevolge artikel 5 van het Zeeuws Stierenregle
ment is iedere stierhouder verplicht in de maand
Januari aangifte te doen bij het hoofd der plaatse
lijke politie (i.e. het gemeentehuis) van alle bij
hem aanwezige stieren van 8 maanden en ouder.
Dit geldt thans tevens als aangifte voor de keu
ring, zodat men geen afzonderlijke keuringsaan-
vrage behoeft te zenden.
Niet gekeurd behoeven te worden:
a. Stamboekstieren.
b. Voorlopig ingeschreven stamboekstieren.
c. Volbloedstieren, die op twee achtereenvolgen
de voorjaarskeuringen zijn goedgekeurd.
Wel dient men van deze stieren op het gemeente
huis een aangifte van aanwezigheid te doen.
Voor de voorjaarskeuringen dient men te voren
geen geld op te zenden; men. betale bij goedkeuring
7,50 aan de jury.
Het programma der voorjaarskeuringen zal
tijdig ter kennis van belanghebbenden worden ge
bracht.
Voor nadere inlichtingen wende men zich tot het
Secretariaat der Commissie, Landbouwhuis, Goes
(Telef. K. 1100—2345).
H. A. A. Baron COLLOT D'ESCURY,
Voorzitter.
Ir. A. E. BRUIJNING, Secretaris.
Bij de jaarwisseling is het rem zeer goede ge
woonte de beste wensen voor het komende jaar
uit te spreken. En bij deze goede gewoonte wil ik
me in deze rubriek ook aansluiten en alle paarden
liefhebbers in 1953 veel succes en voorspoed wen
sen met hun edele viervoeters in alle takken van
de paardensport.
Als ik in 1953 onverhoopt weer eens vurig uit
mijn slof (in dit verband beter: uit mijn pen)
schiet, moet U maar denken: het is een paarden
vriend, die mij mijn feilen toont.
Het afgelopen jaar was in menig opzicht een
rumoerig jaar. Des te meer is het te hopen, dat
1953 rust en eensgezindheid zal brengen. Het Paar.
dencentrum zal dan ook kunnen uitgroeien tot wat
het beoogt te zijn.
Onlangs las ik in een courantenberichtje dat de
middag van de Z. L. M.-tentoonstellingsdag te Zie-
rikzee (19 Juni 1953) in het teken van het paard
zal staan. Ook in dit opzicht moeten we met ons
allen, als paardenmensen, zorgen goed voor .den
dag te komen. In ons hart leeft de stille hoop, dat
Jan Vogelaar die dag ook weer mee kan maken en
met zijn vrolijke lach aan het geheel nog meer luis
ter zal bijzetten. Hij gaat goed vooruit. Zijn opti
misme (én dat van Groenewege) heeft hem hierin
veel geholpen. Alle paardenmensen wensen Jan
dan ook een heel voorspoedig 1953 toe.
Even terugblikkend in het afgelopen jaar, wil
ik nog enkele dingen aanhalen uit de rede van de
heer Lievens, directeur van het Veeteeltwezen in
België, gehouden op de Algemene Vergadering van
„Het Trekpaard", op 14 Maart 1952 te Den Haag.
Hier zei hij onder meer:
„Dit betekent dan dat we ook niet alles moeten
„verwachten van een ten top gedreven selectie,
„Welke uitgevoerd dient binnen het kader van de
„practische mogelijkheden en met zoveel mogelijk
„klare, practische resultaten. We denken hierbij
„aan de in de laatste tijd zo druk besproken kwes-
„tie van trekkrachtproeven en doorlopende con-
„tröles op de bruikbaarheid. Nu menen we dat
„het geheel van hoedanigheden en eigenschappen
„welke; eigenlijk de gebruikswaarde van het paard
„op het bedrijf bepalen, zo ingewikkeld zijn dat
„het ons nogal moeilijk 'lijkt, een voldoende objec-
„tief en klaar beeld daarvan te verkrijgen, alleen
„met behulp van gemiddelden, welke bij deze proe-
„ven en controles kunnen bekomen worden. Dat
„betekent niet dat zij totaal dienen uitgesloten te
„worden, en het is ons niet onbekend dat in ver
schillende landen van Europa en dan nog in
„hoofdzaak bij sommige van onze meest belangrijke
„afnemers er een tendens bestaat om meer tot
„deze; onderzoekingen over te gaan".
Een volgende keer zal ik misschien nog eens
iets anders uit zijn zeer belangrijke rede aanhalen.
Deze rede heeft naar mijn gedachte niet die aan
dacht ontvangen als ze wel verdiende en is nadien
niet genoeg besproken. U moet zelf Uw conclusie
maar trekken uit deze aangehaalde passage. Ik heb
alleen enkele onderstrepingen aangebracht.
Tot de volgende keer.
TOONTREDER.
Houdt bij het opstellen van Uw bouwplan rekening
met de eiwitbehoefte van Uw veestapel in de stal-
periode 1953/'54. Lucerne is naast een eiwitrijk voer
ook nog een weldaad voor de grond. Men dient er
evenwel rekening mee te houden, dat toevoeging van
het Zeeuwse mineralenmengsel hierbij vaak zeer
nuttig is.
De winter is bijzonder vroeg begonnen en er is nog
heel wat bietenloof beschikbaar om groen aan het
vee te voeren.
Wees echter zeer voorzichtig met het voeren van
bevroren voedsel, want dat is uit den boze.
Op verschillende bedrijven ligt de pulp nog onaf
gedekt in de kuilen. Na verloop van tijd drijft de
bovenste laag naar beneden en er ontstaan grote ver
liezen, terwijl de dieren dit materiaal minder goed
of zelfs in het geheel niet willen eten. Breng daar
om een goede bedekking aan op Uw pulp. Het geld
dat de arbeid hiervan U kost, komt ruimschoots
terug aan een betere kwaliteit voedsel.
Bij regen en sneeuw is het een goede gelegenheid
om de werktuigen eens een extra beurt te geven.
Verwijder modder en andere onreinheden. Na het
opdrogen flink invetten.
Alle onderdelen kunnen nu ook rustig nagezien
worden en zo nodig gerepareerd.
Staat bü U het gras in het weiland met de voeten
in het water? Als men U zo behandelde was U in een
oogwenk snip-verkouden. Met het gras gaat het al
niet veel beter. Om volgend jaar een maximale pro
ductie te halen, is het nu een eerste vereiste om op
staand water te verwijderen.
Kijkt de greppels na!
Bevroren aardappelen kunnen heel goed na ge
stoomd te zijn ingekuild worden.
Bevroren voederbieten kunnen eveneens ingekuild
bewaard worden, mits zy eerst fijngemalen zijn.
Wist U, dat soms groeistofbeschadiging optreedt
na het gebruik van bestrijdingsmiddelen die niet goed
afgesloten bewaard werden in de omgeving van even
eens niet goed afgesloten groeistoffen? Groeistoffen
kunnen verdampen en de damp hiervan kan zodanig
in andere middelen trekken dat deze groeistofbescha
diging te zien geven.
Groeistoffen moeten dus niet alleen vorstvrij maar
ook goed afgesloten bewaard worden.
Op grond, die met aardappelmoeheid besmet ver
klaard is, mag U geen aardappelen en geen toma
ten verbouwen. Op alle andere grond mag U
slechts eenmaal in de drie jaar met aardappelen
terugkomen.
December, de feestmaand bij uitnemendheid,
die voor de meeste huisvrouwen de nodige zorgen
en beslommeringen meebrengt, vliegt voorbij. We
vallen van de ene drukte in de andere, zitten
voortdurend in tijdnood en voor wij er erg in
hebben, staan wij aan het einde van het jaar.
Oudejaarsavond, de laatste avond van het jaar.
Deze avond is anders dan alle andere avonden,
hoe sommigen, die graag voor nuchtere mensen
worden aangezien, ook beweren dat er geen enkel
verschil is. I
Laten wij het elkaar maar eerlijk bekennen: er j
is iets van weemoed in ons. Wij staan even stil j
bij wat het oude jaar ons bracht en beter dan
anders beseffen we, dat uren, dagen, maanden, j
jaren als een schaduw voorbijvliegen.
Doch wij moeten niet te lang stil staan, we
moeten verder. Is het eigenlijk niet overbodig,
deze waarschuwing aan ons, moderne mensen te
geven We zullen heus niet te lang stil staan, we
zijn immers veel te verlangend weer verder te
gaan. We leven snel en gejaagd. We leven in een
gemechaniseerde wereld. De moderne voertuigen
Vit een geheim iveekboek van
Bram uit de Slikhoek
Weer is er haast een jaar voorbij
Vergleden in de schoot der tijden.
Straks gaan we weer het Nieuwe in
't Zal geven droefheid en verblijden.
i
Het jaar 1952 heeft weer bijna afgedaan. Het
nieuw jaar lokt ons weer, want de mens hunkert
naar hetgeen nieuw is. Wat zal het ons brengen
Het is alles nog verborgen en toch weten we dat
het onze gezinnen droqfenis en verblijden zal
geven. We hopen, dat het laatste meer zal zijn
dan het eerste.
Wanneer we 1952 uit boeren-oogpunt bezien, dan
kunnen we heus tevreden zijn. De opbrengsten
waren goed, soms zelfs zeer goed, en de prijzen,
hoewel lager dan vorig jaar, waren niet te laag.
Bij de fruitteelt waren de opbrengsten goed, doch
de prijzen te laag en alleen een uitnemend product
bracht nog redelijk op.
Wat zal 1953 ons laten zien We zullen er wel
op kunnen rekenen, dat de voedergranen lager in
prijs zullen zijn. Ja, we zijn n^tuurjijk .Iprood-
etende profeten, doch de laatste maanden zijn deze
hard teruggelopen en naar boven zullen ze voor
lopig wel niet gaan. We dienen hierop ons dus
in te stellen. Maïs, gerst en haver zijn de voeder-
granen die hun hoogste top wel bereikt hebben.
Het mesten van varkens zal dus goedkoper kun
nen worden, doch de prijzen van bacon zijn hierop
al vastgesteld, dus lager.
De vaste lasten zullen helaas niet hard naar
beneden gaan en dat doet de top (de winst) veel
dalen. We hopen dat de vereenvoudiging van de
loonadministratie in 1953 haar beslag zal krijgen,
maar toch zien we er in 1953 nog geen grote ver
anderingen in komen, het is nog zo maar niet in
kannen en kruiken. Wanneer de boer zo lang
moest wachten met eigen besluiten te nemen als
Den Haag, dan waren we zeker 50 jaar achter.
Het is met die administratiezaak één lijdensweg.
Langzaam is ze bij stukjes en beetjes gekomen
en is een berg geworden, doch het zal nog lang
duren eer deze zal zijn opgeruimd. Vele mooie
wensen, die we allen zeker hebben, zullen in 1953
niet vervuld worden, als het dan déze maar was.
Laten we hopen dat 1953 ons, landbouwers,
leden van de Z.L.M., een goed gezegend jaar moge
schenken; wanneer het de boer goed gaat, gaat
het allen goed, dus allen, jong en oud, een ge
lukkig Nieuwjaar toegewenst door de
SLIKHOEKERS.
hebben ons geleerd in kilometers te rekenen. We
rijden 70, 80, 90, misschien wel eens een keer over
de honderd. In duizelingwekkende vaart vliegen
wij aan veel wat goed en mooi is voorbij, zonder
ons de tijd te gunnen, van deze schoonheid te
genieten. Wij hebben geen tijd meer om een frisse,
gezonde wandeling te maken, we hebben geen tijd
meer om te genieten van al wat de natuur ons
biedt, geen tijd te beseffen dat we bevoorrecht
zijn boven honderdduizenden, die gedoemd zijn
bun leven te slijten in dichtbevolkte stadswijken.
Zo heeft ook het jachtige leven van de moderne
mens ons plattelanders te pakken.
Gelukkig dat er tenminste nog een oudejaars
avond is, waarop we in een stemming komen, die
ons dwingt even stil te staan en om te zien. Mis
schien komen we op die avond tot het besef, dat
het gejaag en gejacht nergens toe dient, dat de
tijd zonder dat, toch al snel genoeg voort gaat en
wij in een rustiger tempo mogelijk meer van ons
leven genieten en er meer van maken.
L. N. H.-G.