Noord-Brabantsche Mij van Landbouw ZITDAG BOEKHOUDBUREAU. PROV. JONGERENORGANISATIE DER N. B. M. L. IS DUITSLAND ONS HIERMEE VOOR? Rondom de Boerderij OPLEIDING VAN LANDARBEIDERS. ZEVENBERGEN: Donderdag 6 December, 11— 12% uur, Hotel Tholenaar. De Provinciale Jongerenorganisatie der Noord- Brabantse Mij van Landbouw zal op Woensdag 12 December a.s., in hotel Tholenaar te Zevenbergen een ONTWIKKELINGSDAG houden. Aanvang 2 uur n.m. Als sprekers zullen optreden de heer W. G. de Waard, voorzitter der Noord-Brabantse Mij van Landbouw met als onderwerp: Aspecten van de nieuwe pachtw et geving" en Ir. L. J. P. Kupers, Rijkslandbouwconsulent voor Westelijk Noord-Brabant over „Moderne Voeder- en Weidebouw". Na de pauze zullen des avonds enkele interes, santé films worden vertoond. Nadere aankondiging volgt. Namens het Bestuur van de Prov. J ongerenorganisatie, G. A. KNAAP, Secretaris. Mechanisch bietenrooien. Dezer dagen door Duitsland reizend zag ik bij Grevenlbroich een mij tot nog toe onbekende bie- tenoogstmachine werken. Tot nu toe heb ik in Nederland alleen machines gezien die één rij tege lijk mee namen, behalve dan de gewone lichters. Deze „Huntz"-rooier echter lichtte drie rijen tege lijk, nam de bieten op en deponeerde deze in een wagen. Gewerkt werd met ongeveer 3 km snel heid zodat per 3 minuten ongeveer 1000 kg op de wagen kwam. De dagcapaciteit was volgens de gebruiker 3 ha. De bieten waren te voren door een 2-rijige kopper gekopt, wat behoorlijk goed ge daan was, daarna was het loof afgevoerd, gedeel telijk ingekuild en gedeeltelijk gedroogd in de groenvoederdrogerij die dichtbij stond, wat naar men beweerde een best product gaf. Wegens tijd gebrek kon ik dit echter niet bezichtigen. De werking is in het kort als volgt: Aan een ijzeren balk zijn 3 pennenlichters ge monteerd, de gelichte bieten worden opgevoerd door een ongeveer 1.20 m brede stavenketting, waarop op afstanden van ongeveer 50 cm kammen staan. Daar deze opvoerketting tamelijk stijl staat, heeft men moeite dat de bieten er niet op willen, daarom heeft men voor-boven de lichters ook een stavenketting gemonteerd, die de bieten reinigt en dwingt op de opvoerketting te gaan. Van de opvoerketting, die een licht schuddende beweging maakt, vallen de bieten op een rol, welke ten doel heeft blad enz. af te zonderen. Daarna vallen ze op een schuddende stavenketting die ze op de wagen brengen. De wagen rijdt naast de machine. De aandrijving vond plaats door de aftakas van een Lanz Buldog. De gehele machine was gemonteerd op twee luchtbanden. Een steun- wiel voor onder de machine leek mij wel gewenst voor een regelmatige diepgang. Of deze machine in onze zware kleigronden onder alle omstandig heden goed zou werken, is natuurlijk te beproeven, misschien worden teveel kluiten meegevoerd, of zal bij natte grond te veel tarra blijven. De bodem, waarin daar gewerkt werd leek mij een soort löss- grond, welke juist mooi droog was, doch volgens zeggen van de gebruiker werkte de machine vorig jaar in de natte grond ook best. De gehele ma chine weegt volgens mijn schatting ongeveer 1500 kg, zodat de ibodemdruk niet zo bijzonder groot is. Ook de vereiste trekkracht is niet erg groot, een 25 pk trekker lijkt mij ruim voldoende. Tegenover een één-rijige machine heeft deze, mijn inziens zeer veel voor. Vooral minder werkgangen en sneller werk. In die gehele streek heb ik geen handwerk bietenrooien gezien. A. DE LINT, Zevenbergsche Hoek! Bovenstaand artikel werd besproken op de ver gadering van de werktuigencommissie der N. B. M. L., welke hieraan gaarne het volgende wil toe voegen. Hoewel de bovengenoemde machine in Nederland niet bekend is, is het dank zij de uit. voerige beschrijving van de heer De Lint wel mo gelijk hierover een oriënterend oordeel te geven. Het belangrijkste is de grondsoort waarop ge werkt wordt. De grond waarop in Duitsland ge werkt werd is zover wij kunnen nagaan een zandige grond met löss. Deze grond heeft geheel andere eigenschappen dan de gronden, waarop in Neder land de meeste bieten worden verbouwd. Bij droog te wordt de Duitse grond veel minder hard, geeft dus geen, of althans veel minder „kluiten". Dit blijkt uit het gebruik van de z.g. pennenlichters. De ondervindingen in Nederland zijn dat bij droogte door deze lichters zeer veel kluiten worden opgebroken. In het andere geval, indien de Neder landse grond nat is, „kleeft" deze veel meer. Pen nenlichters „smeren" dan de grond aan de bieten en zijn dus ook onder natte omstandigheden in Nederland slecht bruikbaar. Het volgende punt is de reiniging. Deze is in Nederland onder ook maar enigszins natte om. standigheden alleen dan redelijk goed uit te voe ren, indien 'n zeer effectieve reinigings-inrichting wordt toegepast. Door schuddende roosters of stavenkettingen is dit beslist niet te bereiken daar deze dan volsmeren en de tarra zeer hoog ^aat liggen. Als men een 3-rijige bietenrooimaehine met een trekker van ongeveer 25 pk wil trekken en aan. drijven moeten de omstandigheden wel zeer gun- stig zijn, daar onder normale Nederlandse omstan digheden gerekend kan worden op mistens 20 pk voor een één-rijige rooimachine. Indien het nat is, is een zwaardere trekker, of nog liever een lichte rupstrekker de aangewezen trekkracht. Hoewel wij natuurlijk iedere poging om de bie. tenoogst te mechaniseren ten zeerste op prijs stel len lijkt het ons gewenst voorzichtig te zijn met onbekende machines. Onze Nederlandse bieten- gronden hebben nu eenmaal eigenschappen die voor mechanisatie van de oogst zowel bij droog als bij nat weer bijzondere moeilijkheden opleveren. De Werktuigencommissie der N.B.M.L. LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA. De bietenoogst begint weer naar het einde te lopen. De afvoer zowel van het land als van de diverse laadplaatsen is vrij vlot verlopen. Dat de afvoer goed geregeld is, is ook voor een goed werksysteem bij de boeren van groot belang. Wanneer de afvoer niet regelmatig kan plaats vin den, kan dat tot allerlei moeilijkheden bij de werk verdeling aanleiding geven. Door de regens der voorgaande weken zijn nu ook de zeer harde gron den dermate doorweekt van het vocht, dat daar ook de laatste weken het zaaien mogelijk was. Van wege de zeer zachte weersomstandigheden komt de tarwe, welke enkele weken terug is gezaaid, zeer snel boven. Meestal kan tarwe in November gezaaid, soms lang in de grond blijven, waardoor dan bij het in treden van sterke vorst dergelijke tarwe het zwaar te verduren krijgt. Laten we echter nog maar niet het slechtste ver. wachten en hopen dat de weersomstandigheden ons verder gunstig gezind zullen blijven. Verschillende maïstelers wachten het weer niet langer af en gaan de maïs met de hand plukken. Sommigen ontvliezen dan ook en laten door mid del van doorblazen van lucht, zoals door 't Consu- lentschapp is geschreven de maïskolven voordro- gen. De maïs houdt daardoor veel beter een goede kleur, en wordt minder stukgewreven bij 't dor. sen. Tevens behoeft na 't dorsen veel minder vocht uitgedroogd worden, dus is dat drogen veel goed koper! Nu verschillende telers gaan plukken is, het mo gelijk, dat juist de overblijvende percelen nog ster ker worden bezocht door de vele honderden kraaien. Deze plaag, welke vooral in onze omgeving met zijn vele bomen voorkomt, dient wel zeker geor ganiseerd bestreden te worden. Thans tracht ieder door verjagen en soms door 't schieten van enkele exemplaren zijn veld te be veiligen. Doch dan trekt de grote schare weer naar een ander perceel om de magen te vullen. Hier ligt zeker een probleem, dat zowel door de boerenorganisaties en/of Vereniging voor Bedrijfs voorlichting in samenwerking met de Gemeente besturen dient te worden aangepakt. Op sommige plaatsen worden soms in 't voorjaar de nesten der kraaien vernietigd. Dit dient evenwel in groter verband te geschieden, zodat in 't gehele Land van Heusden en Altena en omgeving, waar de kraaien hun broedplaatsen hebben, deze dan op bepaalde tijdstippen in georganiseerd verband worden op geruimd. Collega's, raadsleden en anderen wien dit pro bleem ter harte gaat, begint reeds nu hieraan uw aandacht te besteden, opdat volgend voorjaar de kraaien hier rust noch duur kunnen vinden! DE WESTHOEK. Langzamerhand begint het landelijk tafereel te veranderen. De meeste bieten zijn van het veld. De laatste dagen heeft men wel enige stagnatie gehad van de grote regenval. Nu lijkt het of het weer beter weer gaat worden. Veel verschil in suikergehalte is er niet geko men. Het gehalte is eerder lager dan hoger ge worden, als we het dag-gemiddelde der fabrieken in onze Westhoek gaan bekijken. De tarwe staat er op de meeste plaatsen uit. Enkele percelen staan nog wat ongelijk, doordat tijdens het droge weer begin October de grond plaatselijk sterker uitdroogde. Veel land is er I reeds geploegd en nog enkele weken, dan is de rust I in de polders weergekeerd. We kunnen dan eens aan het uitrekenen hoe we hebben gedraaid in 1951. De tijd is daarmee ook weer aangebroken om de lezingen en cursussen te gaan organiseren. We kunnen op dergelijke praatavonden van elkan der en door middel van de spreker nog veel op steken. Verzuim daarom niet om op Uw verenigings avond of -middag een spreker te arrangeren om het een of ander onderwerp, waarmee we in een bepaald gebied te maken hebben, eens breder te belichten. Denk er ook om, dat de werktuigen, welke U niet meer nodig mocht hebben, een goede beurt krijgen. Schoonmaken, invetten en op een plaats zetten waar U er weinig hinder van hebt. Het is het behoud van Uw werktuigen, onderhoud. Denkt U ook aan het openmaken van dammen, die U soms deze zomer voor drinkwater ergens mocht hebben geplaatst, of eventuele dichtgestorte dui kers of heulen? Zijn uw sloten goed in orde? Overlast van nat is erger dan overlast van droogte! Hoef paden, die nu kapot zijn. gereden, kunnen worden gelijk gesleept en diepe sporen gedempt. Houten hekken, die U niet meer nodig hebt, kunnen zachtjesaan ook wor den verwijderd en op een droge plaats worden op geborgen. Bespreek nog eens met de plaatselijke Assistent van de Voorlichtingsdienst Uw zaaiplan en neem nog enkele monsters voor onderzoek op bemesting of bietencysten-aaltjes. BRABANTSE BIESBOSCII. De laatste loodjes kunnen inderdaad het zwaarst genoemd worden op de akkenbouwfoedrijven in de herfst 1951. We zijn wat verwend in de October- maand en nu de tweede helft van November een overmaat van neerslag teweeg brengt, zijn we mis schien wat voorbarig geweest met het vaststellen van het tijdstip, waarop de werkzaamheden geëin digd kunnen zijn. De bietencampagne op de be drijven kan wel ongeveer als beëindigd beschouwd worden, maar de laatste resten bietenblad oprui men bezorgt nog heel wat moeilijkheden. Onder, ploegen is wel gemakkelijker, maar niet voor deliger en bovendien is het veevoeder te schaars om het zonder meer te vernietigen. Waren het voorheen de bieten die het sluitstuk van de oogst vormden, thans is er 'n nieuwe mede dinger op het veld verschenen en wel de maïs. Dit gewas heeft vele tegenslagen te incasseren gehad dit jaar. Om in ons gebied te blijven, is van de uitgezaaide oppervlakte nauwelijks de helft het jeugdstadium te boven gekomen. Van dit kleine gedeelte was nog een behoorlijk gedeelte,, dat niet tot een normaal gewas gerekend kon worden. Aanvankelijk scheen het alsof de maïs het sta dium van rijpheid niet zou halen, maar door de gunstige Octobermaand viel dit enigszins mee. Doch de telers die op dit punt iets ongelukkiger waren en dus het oogsten zo lang mogelijk uitstel den hebben maïs en water geoogst of zelfs omge keerd, want vochtgehaltes van 50 en daarboven waren geen uitzonderingen. Door deze resultaten zal de maïsanimo vermoedelijk sterk verminderen, tenzij er rassen naar voren komen, die èn vroeg rijp zijn èn een hoge productie geven. In verband met de inpolderingsplannen van ons gebied heeft men op diverse plaatsen een aanvang gemaakt met de bodemkartering. Voor dit doel wordt niet alleen de bovengrond maar speciaal ook de ondergrond tot ongeveer 1 meter diepte op granulaire samen stelling onderzocht. Om een juist overzicht te krij- gen van de geaardheid der gronden en het ontstaan na te gaan is 'n zeer nauwkeurige werkwijze nood zakelijk. De resultaten worden na de onderzoekin gen nauwkeurig op een daarvoor bestemde kaart vastgelegd. Het doel van deze bodemkartering is hoofdzakelijk om na te gaan voor welke doeleinden de grond het meest geschikt is en tevens mogelijk heden te scheppen om de grond in een betere cul- tuurstaat te brengen door b.v. andere ontwate ringsmethoden e.d. in te voeren. De Stichting voor de Landbouw heeft een schrij ven gezonden aan de minister van Landbouw, Vis serij en Voedselvoorziening inzake de opleiding tot vakbekwame landarbeiders met behulp van sub sidie van de overheid. Indertijd heeft de Stichting voor de Landbouw in de provincie Groningen plannen opgevat tot het in het leven roepen van een cursus, na het volgen waarvan landarbeiders een diploma „landbouw- machinist" zouden kunnen verwerven. Deze pro vinciale stichting heeft zich toen gewend tot de landelijke Stichting voor de Landbouw om door haar bemiddeling aan de overheid te vragen, of aan landarbeiders een toeslag voor zulk een diplo ma kon worden toegekend en of voor het geven van een dergelijke cursus rijkssubsidie kon worden verkregen. Het dagelijks bestuur van de Stichting voor de Landbouw acht het gewenst dit vraagstuk in zijn algemeenheid aan de orde te stellne en heeft des wege bedoelde brief aan de minister gezonden. In dit schrijven vestigt de Stichting voor de Landbouw er de aandacht op, dat door de, vooral in de laatste jaren sterk toegenomen mechanisatie in de landbouw de eisen, welke aan de landarbei ders worden gesteld, aanmerkelijk zijn verzwaard. Dit geldt in het bijzonder ten aanzien van de arbei ders op de grote akkerbouwbedrijven. Als gevolg hiervan is in vele gebieden het aantal arbeiders, dat voldoende practische en theoretische scholing heeft genoten om de werkzaamheden, voorkomend

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 10