NOORD-BRABANTSE MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW ZITDAG BOEKHOUDBUREAU. GRONDONDERZOEK. INKUILEN MET DE MACHINE. C.A.O. VOOR DE TUINBOUW IN NOORD-BRABANT. WEDEROPBOUW BOERDERIJEN. DE VOEDERWAARDE VAN GEDROOGDE LUCERNE, KLAVER EN GRAS. BRIEVEN UIT CANADA. NIEUWENDIJK: Donderdag 18 October, 10—12 uur, Café v. d. Heuvel. Teneinde de dure meststoffen zo doelmatig mo gelijk op zijn gronden te kunnen aanwenden zal iedere boer, die met zijn tijd mee gaat, de vrucht baarheidstoestand van zijn percelen van tijd tot tijd willen doen onderzoeken. Het najaar is een zeer geschikte tijd om hiervoor grondmonsters te laten nemen. Waar moeten deze monsters worden onderzocht? Hierover blijkt Ibij velen nog vrij wat misverstand aanwezig te zijn, wat mede veroorzaakt wordt door het feit, dat de laatste tijd verschillende particu liere laboratoria voor grondonderzoek zijn ver- rezen. Grondonderzoek kost geld. Wil men de waarborg, dat dit geld zo verantwoord mogelijk wordt besteed, dan adviseren wij met klem het volgende: le. laat Uw grondmonsters nemen in overleg met de assistenten van de Rijkslandbouwvoorlich- tingsdienst. 2e. de monsters van de kleigronden dienen voor ons gewest te worden gezonden naar het Bedrijfslaboratorium voor Grondonderzoek te Goes, die van de zandgronden naar 't Bedrijfs laboratorium voor Grondonderzoek te Geldrop. Deze laboratoria zijn met medewerking van de boeren-organisaties tot stand gekomen. Grond onderzoek is een zaak van vertrouwen. Daarom eerst goed geïnformeerd en zonodig eerst inlich tingen ingewonnen bij de Rijkslandbouwvoorlich- tingsdienst of Uw eigen organisatie. Prov. Demonstratie op 18 October te 10 uur, op het bedrijf van de heer Nieuwenhuijzen te Rijen. Laagst raat 104. Het inmaken van gras is nog steeds een van de belangrijkste bezigheden op het gemengde bedrijf. Belangrijk: omdat het er om gaat zoveel mogelijk veevoer te winnen voor de winter. Belangrijker nog omdat het eenmaal gewonnen veevoer met zo weinig mogelijk verliezen bewaard moet worden. De ervaring van de laatste jaren heeft duidelijk bewezen, dat de slagingskansen van de machinale kuilen bij een goede behandeling alle andere kuil- methoden verre overtreffen. Bovendien fs gebleken, dat voor de beperking van de eiwitverliezen hetzelfde geldt. Dit legt ons de plicht op aan deze methode nog meer bekendheid te geven. Zo is in het voorjaar in Best een demonstratie gegeven van het machinaal inkuilen van gras. Op 18 October wordt aansluitend daarop een provinciale demonstratie gegeven van het machi naal inkuilen van bietenkoppen en -blad, lupinen en stoppelknollen. De toegang is gratis. Het demon stratieterrein ligt slechts 10 minuten van het sta tion Rijen. Iedere Brabantse boer kan deze demonstratie dus gemakkelijk bezoeken. Wij verwachten zeer vele landbouwers bij Nieu wenhuijzen, Langstraat 104, Rijen op Donderdag 18 October om 10 uur. Ir. J. M. SCHIJEN. Bij beschikking van 17 September j.l. werd door het college van Rijksbemiddelaars goedgekeurd de C.A.O. voor de Tuinbouw in de provincie Noord- Brabant voor het contractjaar 19511952. Gedrukte exemplaren van deze C.A.O. kunnen besteld worden door storting van 25 ets. op post rekening 67646 ten name van de Noord-Brabantse Mij van Landbouw, Noordhaven 21, Zevenbergen. Het aanvragen van urgentieverklaringen. Belanghebbenden worden er op gewezen dat de werkwijze bij het verlenen van urgentieverklarin gen voor herbouw van door oorlogsgeweld getrof fen boerderijen, enigszins is gewijzigd. Tot nu toe werden urgentieverklaringen afgegeven zonder dat daarvoor een aanvrage was ingediend, zodat de betrokkenen die hiervoor in aanmerking kwamen automatisch op de urgentielijst werden geplaatst. Thans is dit niet meer het geval. Degenen die in 1952 willen herbouwen en menen daarvoor in aanmerking te komen, dienen zich daarover in verbinding te stellen met de Stichting voor de Landbouw in Noord-Brabant, Spoorlaan 46 te Tilburg. Dit geldt ook voor hen die in het verleden reeds een aanvrage hebben ingediend, welke tot nog toe niet is ingewilligd, In de praktijk hoort men meermalen door boeren 'beweren, dat gedroogd gras, bij een gelijkblijvend gehalte aan eiwit, niet kan concurreren met kracht voer. Of dit werkelijk zo is, blijft voor het ogenblik nog een vraagpunt, dat nog niet opgelost is. Dat door sommige boeren aan de waarde van gedroogd gras getwijfeld wordt, heeft naar onze menirtg een geheel andere oorzaak. Bij het onderzoek van gedroogd gras wordt bijna altijd alleen het R.E. (ruw eiwit)-gehalte in het product en in de droge stof bepaald. Zeer velen zijn van mening, dat zij dit R.E.-gehalte kunnen vergelijken met het gehalte aan V.R.E. (verteer baar ruw eiwit) in krachtvoer. Gebaseerd op deze gedachte worden dan voederrantsoenen samen gesteld met gedroogd gras, waarmede men echter geheel bedrogen uitkomt. Hoe de verhoudingen tussen het R.E. en V.R.E. zijn leert ons het volgende. Van de monsters die in ons ambtsgebied van ge droogde producten werden genomen, werden enkele monsters zowel op R.E. als V.R.E. onder zocht. Gedroogde lucerne. Genomen werden 21 monsters, hoogste gehalte aan R.E. 21,9 laagste gehalte aan R.E. 13,4 gemiddeld gehalte aan R.E. voor deze 21 monsters 16 Van 8 monsters werd tevens het V.R.E. bepaald, gemiddeld was van deze 8 monsters het gehalte aan R.E. 16 en het gehalte aan V.R.E. 11,5 Hieruit blijkt dus dat 72 van het R.E. verteer baar is. Gedroogde klaver. Genomen werden 20 monsters, hoogste gehalte aan R.E. 21,9 laagste gehalte aan R.E. 10,8 gemiddeld gehalte aan R.E. voor deze 20 monsters 15,4 Van 2 monsters werd tevens het gehalte aan V.R.E. bepaald, gemiddeld was van deze monsters het gehalte aan R.E. 18,5 en het gehalte aan V.R.E. 14,2 Hieruit blijkt dus dat 77 van het R.E. verteerbaar is. Gedroogd gras. Genomen werden 34 monsters, hoogste gehalte aan R.E. 23,2 laagste gehalte aan R.E. 8,6 gemiddeld gehalte aan R.E. voor deze 34 monsters 15 Van 6 monsters werd tevens het gehalte aan V.R.E. bepaald, gemiddeld was van deze monsters het gehalte aan R.E. 17,2 en het gehalte aan V.R.E. 12,1 Hieruit blijkt dus dat 70 van het R.E. verteerbaar is. Het monster dat het laagste gehalte aan R.E. had, dus 8,6 werd ook op V.R.E. onderzocht wat 4 bleek te zijn. Het R.E. is dus in dit geval slechts voor 47 verteerbaar. Bij dit monster blijkt volgens ons duidelijk, dat de verteerbaarheid bij te laat maaien snel daalt. Opmerkelijk is ook dat het eiwitgehalte vooral in klaver laag is, wat mogelijk een gevolg kan zijn van het feit, dat men dikwijs in een te ver gewor den groeistadium maait. Uit het bovenstaande menen wij te mogen con cluderen, dat de verteerbaarheid van het ruw eiwit voor klaver en lucerne niet hoger dan 75 en voor gras niet hoger dan 70 berekend mag worden. Rentabiliteit van het drogen. Van de 34 grasmonsters, die onderzocht werden lag in 41 van de gevallen het gehalte V.R.E. nog juist boven 10 (V.R.E. berekend door 70 van het gehalte aan R.E. te nemen). In de rest van de gevallen bleef dit er beneden. Dit resultaat stemt wel even tot nadenken. Wan neer we de droogkosten stellen op 15 per 100 kg gedroogd product en voor productie-kosten, (be mesting, pacht enz.) 5 per 100 kg gedroogd pro duct rekenen, dan komen de kosten van 100 kg ge droogd product op 20. Bij een gehalte van 10 V.R.E. in het gedroogde product kost 1 kg V.R.E. 2. Bij een gehalte van 15 V.R.E. in het gedroogde product kost 1 kg V.R.E. 1,33. Nemen we als vergelijking een kracht voeder, dat 25 V.R.E. bevat en stellen we de prijs hiervan op 35 per 100 kg, dan kost 1 kg V.R.E. 1,40 per kg. Hieruit kunnen we concluderen dat bij 15 r/< V.R.E. in 't gedroogde product het drogen rendabel is, terwijl bij een gehalte van 10 het drogen niet meer rendabel te noemen is. Ernstig zouden wij alle belanghebbenden dan ook willen aanraden om bij gras, dat voor drogen be stemd is er vooral voor te zorgen, dat voldoende stikstof wordt gebruikt en tijdig wordt gemaaid. De Wnd. Rijkslandbouwconsulent, Ir. L. J. P. KUPERS, De Hoofdassistent voor Voeder en Weidebouw. M. MULDERS, Strathroy RR6 Sept. 24-51. Geachte Vrienden, Hier is Uw vriend weer uit Canada! De avondjes beginnen weer te komen en ik voelde mij weer niet erg op mijn gemak voor ik jullie weer iets van ons uit Canada had laten weten. Naar wij hier over het algemeen lezen zitten jullie daar nog steeds te tobben met de zware belastingen. Maar ik heb ook een keer gelezen dat Minister Lieftinck goed vooruitgang maakt met de financiële toestand in Nederland. Dus maar moed houden en de kop niet laten zakken, dan komt het misschien nog wel eens goed in Holland. Wel, wij hebben de oogst hier weer achter de rug en er wordt niet over geklaagd. De tarwe dorste gemiddeld 40 bushels van de acre (41% are), de haver gaf van 70100 bushels van de acre. Wij hadden nog een perceel dat royaal 100 bushel haver per acre opleverde. (Omgerekend 2700 kg tarwe per ha en 3825 kg haver per ha). De bonen- oogst is nog in volle gang, maar wij hebben dit jaar geen bonen. De tarwe is weer gezaaid en be gint er weer op te komen. Wij hebben 30 ha in het zaad, die wordt hier gezaaid tussen 1020 Sept. en meestal op omgeploegde kunstwei of beter gezegd het hooiland, want hier praten ze over geen kunstwei, maar gewoon hooiland. Nu staan wij klaar om de silo's te gaan vullen. De corn (maïs) begint al af te sterven, de onderste helft van de bladeren is al afgestorven en de kolf- bladeren beginnen open te springen. Dan is de maïs geschikt voor de silo. Zoals ik al eerder schreef wordt de maïs bij ons met een harvester gemaaid en gelijk tot fijn haksel gesneden (met kolf en al) en op de wagen gebla zen. Aan de silo staat de hakselmachine met de messen er uit genomen (dan noemen ze het hier de blazer) en die blaast het door pijpen boven over de 40 voet hoge silorand in de silo. De rest van het maïsveld laten wij rijp worden en wordt dan met een maïsplukker geplukt en in ronde koepels, gemaakt van een sneeuwfence, opgeslagen tot wij ze malen voor het vee. De kolven worden in zijn geheel met een hamermolen gemalen, iedere week een partijtje en soms met sneeuw en al. Maar als er wat veel sneeuw bij is, wordt het meel gemak kelijk warm in de zak en dan malen wij niet zo veel vooruit, wat te begrijpen is. Dan hebben wij er nog een farm bij waar geen silo bij staat en daar voeren wij ook maïs. En nu kom ik op het punt waar ik vorige keer mee op gehouden ben. Dat is het maaien van de ongeveer rijpe maïs met een zelf binder en dan op hopen zetten, op dezelfde wijze als riet en voeren van het land af. Dan worden geregeld enkele hopen gehaald en met een hakselmachine gesneden met kolf en al en zo gevoerd. Nu wordt 'hier door verschillende boeren beweerd, dat de maïs van het land af (al staat die in sneeuw en vorst) beter voert als uit een silo. Ik zou zeggen maïstelers, zoek je oude hakselmachine op, maar ik denk dat het niet zo gemakkelijk zal zijn om dat met de hand te draaien, want die maïsstokken zijn nog al hard. Hier wor den al die machines door een tractor gedreven en haast nooit electrisch. Dat komt wel omdat ze veel verplaatst worden en de meeste staan ook op wielen. Om nog eens terug te komen op die geplukte maïs in crippen (koepels van sneeuwfence) is het volgens mij ook goed te doen, daar jullie geen sneeuwfence zullen hebben, grove gaas of honden gaas te gebruiken en die rond zetten met een mid dellijn van 2 meter en dan desnoods 2 hoog. Zet het op planken of oude deuren iets van de grond. Als je ze vol schept van de wagen blijven ze van zelf recht staan, mits men ze een beetje zorgvuldig volgooit. Dan kan men ze desnoods nog wat af dekken van boven voor de vele regen die daar soms valt. Ik denk, dat dit een van de voor deligste bewaarmethoden is. Hier staan die crip pen een hele winter onafgedekt en worden na Nieuwjaar ook zo afgeleverd voor de handel. Rechtstreeks van het land wordt gewoonlijk 30 ffc korting gerekend voor uitlichten. Maar met uit lichten wordt hier nog al gemakkelijk rekening gehouden, b.v. als de tarwe van het land geleverd wordt, wordt het vochtgehalte berekend, waarbij boven de 7 de korting wordt gerekend en boven 15 wordt dit dubbel in rekening gebracht van de 7 af. Ik heb hiermee een beschrijving gegeven over de maïs en hoop deze winter nog wel eens iets meer van mijn ervaringen in de landbouw en verder Canadese werkwijze, levenswijze en natuur te be schrijven. Ik heb in mijn brief nogal eens wij geschreven, maar daar moet je uit op maken dat ik over het bedrijf schrijf van Robert McCulbbin en mijn col lega's die op het bedrijf werken. Nu heb ik nog een bedankje voor diegenen die vergeten zijn op mijn vriendelijk verzoek aan de leden van' de Landbouwvereniging te Sprang- Capelle om eens iets van de vereniging te laten weten. Ik heb steeds gezegd tegen mijn vrouw: hoe zou het met de landbouwvereniging in Capelle gaan? Misschien is er nu wel een die ons daar iets van laat weten, denk er om, allemaal niet tegelijk hoor. Hiermede dank ik U voor de plaatsruimte in Uw landbouwblad en tot de volgende keer. Uw vriend, A. KUIJSTEN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 10