Alba Tarwe
LANDBOUWBEGROTING
v
r
r
J
ZITDAGEN
L BOEKHOUDBUREAU
tconomiscK-TéchnoloCTisch hi
WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
Prijsbeleid in d° landbouw blijft gericht
op redelijke bestaansmogelijkheid
ZITDAGEN SECRETARIAAT Z.L.M.
D. J. VAN DER HAVE
No. 2090. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1951.
39e Jaargang
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Dit blad verschijnt elke ZATERDAG. Overname artikelen
slechts geoorloofd met duidelijke bronvermelding.
Leden van de Z. L. M. en van de N.-Br. Mij van Landbouw
ontvangen het blad gratis.
ABONNEMENTSGELD voor niet-leden van deze organisa
ties bedraagt 10,per jaar.
Redactie:
Secretariaat der Z. L. M.,
Landbouwhuis, Goes - Tel. 2345
ADVERTENTIETARIEF: Per mm 13 cent, minimum per
advertentie 1,95. Incassokosten 0,15.
Regelabonnementen tegen speciaal tarief.
Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster N. V. v/h
Firma P. J. VAN DE SANDE te TERNEUZEN of aan het
Landbouwhuis te GOES.
INHOUD: Zitdagen Boekhoudbureau en Secreta
riaat der Z.L.M. Landbouwbegroting 1952 75
jaar Rijkslandbouwonderwijs in Nederland (III)
Op de ere-galerij Adreswijziging P.B.H. Tarwe-
prijs voor de boer Diepe grondbewerking De
E.N.C.K. een bekende naam op alle wereldzeeën
Het leggen van lattenroosters Stichting examens
van de georganiseerde landbouw R.A.R.-dag te
Goes De Boerenjeugd Het oogsten van maïs
Optreden van de steenbrand in tarwe -De Sta-
ring's Almanak 1952 N.-Brabantse Mij van Land
bouw Het kleinvee op de tentoonstelling en markt
te Oostburg Tuinbouw Jubileum fokdag te
Oss Markt- en veilingberichten Bram uit de
Slikhoek Uit de Kringen en Afdelingen.
Ook in het komende begrotingsjaar zal het prijsbeleid in de landbouw er op zijn
gericht de werkers in deze bedrijfstak een redelijke bestaansmogelijkheid te ver
schaffen, terwijl tevens prijsmaatregelen nodig zullen zijn voor de producten, die
voor de voedselvoorziening in Nederland van bijzondere betekenis zijn.
Aldus de Minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening in de aan het prijsbeleid ge
wijde paragraaf van de Memorie van Toelichting
op het Landbouw-hoofdstuk van de Rijksbegroting-
1952.
Waar de beheersing van de prijs over het alge
meen slechts kan worden verkregen door maat
regelen ten aanzien van de productie en de afzet,
zal om een te grote bemoeienis hiermede te voor
komen steeds nauwkeurig moeten worden nage
gaan, welke plaats het product inneemt in de be
drijfsvoering van het goed-geleide bedrijf. Met het
oog op het bij de prijsvaststelling voor agrarische
producten te volgen beleid onderscheidt de Minister
enkele categorieën, waarvoor een bepaalde gedrags
lijn kan worden vastgesteld, n.l.:
1. Producten, waarvan de voortbrenging uit een
oogpunt van algemeen belang moet zijn ge
waarborgd en waarvan de prijsvorming nage
noeg geheel door de Overheid moet worden be
heerst. Tot deze categorie kunnen worden ge
rekend: tarwe, koolzaad, suikerbieten en con-
sumptiemelk. De prijs, welke de producent voor
deze producten ontvangt, zal minstens gelijk
moeten zijn aan de kostprijs, vermeerderd met
een redelijke ondernemingswinst.
2. Producten, die voor zover niet begrepen
Onder de eerste categorie gerekend kunnen
worden tot de basisproducten, welke uit hoofde
van hun betekenis voor de bedrijfsuitkomsten
bijzondere aandacht verdienen. De prijsregelin
gen ten aanzien van deze artikelen, waarvan
in het algemeen de vrije uitloop der prijzen
naar boven kan worden toegestaan, behoeven
om deze reden geen volledige garantie in te
houden. In verband met het belang van deze
artikelen, zowel voor het landbouwbedrijf als
voor het land zelf, zal die garantie toch zodanig
moeten zijn, dat voor het gemiddelde bedrijf
onder normale omstandigheden op deze pro
ducten geen verlies wordt geleden. Tot deze
producten zijn te rekenen: melk (voor zover
geen consumptiemelk), vlees, voedergranen en
aardappelen.
3. Producten, waarvoor geen prijsregeling wordt
ontworpen en waarvoor ook de marktrisico's
geheel voor rekening komen van de producent.
Dit is het geval voor vlas en karwijzaad, blauw-
maanzaad, erwten en bonen, vele tuinbouw
producten, enz.
De Minister stelt zich voor bovenaangegeven ge-
dachtengang ten aanzien van de prijsregelingen in
de landbouw nader uit te werken in overleg met
de Stichting voor de Landbouw.
HET LANDBOUW-EGALISATIEFONDS
Tekort geraamd op 110 millioeii gulden.
In de Memorie van Toelichting op de begroting
van het Landbouw-Egalisatiefonds voor het dienst
jaar 1952 wijst de Minister van Landhouw, Visserij
en Voedselvoorziening er op, dat met het oog op
het bijzondere karakter van dit fonds, de in de be
groting opgenomen cijfers slechts met het grootste
voorbehoud omtrent de uiteindelijke juistheid daar
van kunnen worden verstrekt. De beweging der
wereldmarktprijzen in het begrotingsjaar, waar
omtrent onmogelijk voorspellingen kunnen worden
gedaan, is wel de belangrijkste factor voor de on
zekerheid van de in de begroting van het Land
bouw-Egalisatiefonds uitgetrokken bedragen.
Aangezien thans in veel sterker mate dan
voorheen bovendien nog zeer belangrijke ver
schillen bestaan tussen de wereldmarktprijzen gel
dend bij betaling in dollars en bij betaling in andere
valuta, is de onzekerheid omtrent de te betalen im-
portprijzen nog toegenomen, omdat de hoeveelheid
dollars, die gedurende 1952 voor de aankopen be
schikbaar zal komen, nu nog niet te bepalen is.
Het nadelig saldo van het Landbouw-Egalisatie
fonds wordt voor 1952 geraamd op 110 millioen
gulden, waarbij een voordelig saldo van 62.375.000
voor het landbouw-deel en een nadelig saldo van
172.375.000 voor het consumenten-deel, tegen 130
millioen gulden in 1951.
Bij de berekening van het nadelig saldo van het
Landbouw-Egalisatiefonds voor 1951 ten tijde van
de Regeringsverklaring in Maart j.l. werd dit be
groot op 175 millioen gulden. Daarbij was rekening
gehouden met het resultaat van de voorgenomen
subsidieverlagingen voor een geheel jaar, terwijl
de berekeningen uiteraard waren gebaseerd op
het prijzenniveau op de wereldmarkt op dat tijdstip.
Hoewel de meeste van de subsidieverlagingen eerst
in Maart van dit jaar of later zijn ingegaan en uit
dien hoofde zou zijn te verwachten, dat het bedrag
van 175 millioen gulden zou moeten worden ver
hoogd, wordt deze verhogende factor meer dan ge
compenseerd door de gevolgen van de prijsverla
gingen op de wereldmarkt voor veevoeder en mar
garinegrondstoffen. Het resultaat is dan ook, dat
aan de hand van de thans geldende wereldmarkt
prijzen de raming van 175 millioen gulden kan
worden teruggebracht tot 130 millioen gulden, een
verlaging dus van 45 millioen gulden.
BEZORGDHEID, ONDANKS ACTIEVE
AGRARISCHE HANDELSBALANS.
De balans van im- en export van producten, res
sorterend onder het Ministerie van Landbouw, Vis
serij en Voedselvoorziening, vertoont een export
overschot, dat in 1950 lager was dan in 1949, doch
in de maanden Januari t/m Mei 1951 ongeveer
55 groter was dan in de overeenkomstige periode
van 1950. Ongeveer drievierden van de export van
deze producten is gebaseerd op voortbrengselen
van de Nederlandse land- en tuinbouw, de veeteelt
en de visserij, terwijl voor slechts ongeveer 25
invoer van grondstoffen uit het buitenland nodig is.
OOSTBURG: Woensdag 3 October in Café „De
Windt."
ZIERIKZEE: Iedere Donderdag in Hotel „Huis
van Nassau."
MIDDELBURG: Iedere Donderdag in Café „De
Eendracht."
(De zitdag van Donderdag 4 October hopen
wij met 2 personen te houden.)
THOLEN: Zaterdag 6 October in Hotel „Hof van
Holland."
GOES: Iedere Dinsdag op het Landbouwhuis.
Komt hier met uw vragen op pacht-, juridisch-,
economisch-, sociaal- en technisch gebied.
Hoewel de balans van de agrarische im- en export
een exportsaldo vertoont, is er niettemin reden om
de toekomst met enige bezorgdheid tegemoet te
zien, aldus de Minister.
In het eerste halfjaar 1951 is geen verbetering
ten aanzien van de betalingsbalans opgetreden. De
dollar- en goudreserves zijn aanzienlijk geslonken.
Met name voor de invoer van producten, ressor
terend onder het Ministerie van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening, is deze ontwikkeling van
grote betekenis. Voor de invoer van broodgraan,
veevoeder en suiker, en in mindere mate oliën en
vetten, blijft Nederland n.l. nog steeds op het dollar-
gebied aangewezen. Weliswaar is de agrarische
handelsbalans in totaal actief, doch de inkomsten
liggen in hoofdzaak in de sfeer van de Europese
Betalingsunie en in veel mindere mate in het dollar-
gebied, terwijl voor de uitgaven de dollars een be
langrijke rol spelen. In het verleden is dit probleem
voor een groot deel opgelost door de Marshall-hulp.
Voor de toekomst moet er echter rekening mede
worden gehouden, dat deze bron minder rijkelijk
zal vloeien, terwijl voorts de criteria, volgens welke
zij wordt verleend, in toenemende mate in plaats
van in het zuiver economische- in het militaire vlak
zullen komen te liggen. De bevordering van de ex
port naar dollar-gebieden wordt in dit verband met
kracht voortgezet.
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
ZAADHANDEL
K APELLE-BIEZELIN GE
dorst uitstekend en heeft het minste schot.