C.A.O. VOOR OOST- EN MIDDEN.
BRABANT.
Rondom de Boerderij
werden woorden van lof gesproken voor hetgeen
hier tot stand werd gebracht. Spreker had ook
vooral met de heer Blank van het Centraal Bureau
zeer prettig samengewerkt ter voorbereiding van
de plannen en hoopte, dat ook de bouw van de
graansilo binnenkort zal mogen verwezenlijkt
worden.
Voorts heeft de Biesbosch behoefte aan een
flinke weegbrug en ook deze zal door onderlinge
samenwerking tot stand kunnen komen.
Bur.g Blok van Almkerk gaf blijk, ook al is de
C.A.V. Altena en Biesbosch in zijn gemeente geves
tigd, de zon toch in het water van de Biesbosch-
haven te kunnen zien schijnen.
De heer De Waard prees als voorzitter der Noord-
Brabantse Mij van Landbouw het initiatief van
Centraal Bureau en Coöp. Aankoopvereniging en
wees er op, dat de opening van deze gebouwen ver
plichtingen oplegt aan de landbouwers in wier be
lang dit werd tot stand gebracht. De coöperatieve
gedachte zal ook hierdoor verstevigd moeten wor
den daar coöperatie in het belang van de boer is.
Voorts voerden het woord de heer Koekkoek
namens de C.B.T.B., Ir. Kupers als Rijkslandbouw-
consulent, de heer G. de Jong namens de Coöp.
Zuivelfabrieken, Ir. Dijkema namens het landbouw
onderwijs, de heer Roosenboom namens het bestuur
van de C.A.V. Nederhemert, waarna de heer C. de
Jong als secretaris van de C.A.V. Altena en Bies
bosch, allen dank bracht voor hun belangstelling
en goede wensen.
Door de heer Van Putten, directeur van de C.A.V.
werd tenslotte nog een kort resumé gegeven van
de stijgende omzetten van de vereniging. Ook uit
de overname van een garage te Nieuwendijk, welke
wordt ingericht ten ibehoeve van de voorziening en
reparatie van landbouwwerktuigen blijkt, dat men
ook op ander terrein met zijn tijd mee durft te
gaan.
En hiermee was deze officiële opening ten einde,
inderdaad een belangrijke mijlpaal voor de coöpe
ratie in het Land van Altena en de Biesbosch. Een
goed geoutileerd bedrijf staat gereed om de land
bouw op concurrerende wijze van dienst te zijn bij
aan- en verkoop van bedrijfsbenodigd heden en pro
ducten.
Moge ook deze vorm van coöperatie steeds meer
gezien worden als een noodzakelijk en onmisbaar
verlengstuk van het boerenbedrijf. Dan zullen ook
deze gebouwen straks blijken ten vol le aan het ge
stelde doel te beantwoorden, namelijk het belang
van de boeren in het Land van Altena en de Bies
bosch hiermee te dienen.
De C.A.O. voor Akker- en Weidebouw en Veehou
derij in Midden- en Oost-Brabant en het Land van
Maas en Waal en Rijk van Nijmegen is intussen
goedgekeurd en gedrukt. Zoals bekend vormde
vooral de regeling van het tijdloon voor inwonende
arbeiders een moeilijkheid, waardoor de totstand
koming van deze C.A.O. werd vertraagd.
De regeling is thans zo geworden, dat het tijd
loon voor inwonende arbeiders, jonger dan 21 jaar,
in onderling overleg tussen werkgever en werk
nemer bij individuele arbeidsovereenkomst wordt
bepaald.
Het hierbij voor kost en inwoning in mindering
te brengen bedrag mag ten hoogste 14 en ten
minste 12 per week bedragen, terwijl voor bewas-
sing en verzorging van kleding maximaal 3 per
week in mindering mag worden gebracht.
Voor volwassen inwonende arbeiders, die niet bij
schriftelijke overeenkomst als leerling zijn aange
nomen, geldt bij een arbeidtijd van 2600 tot 2900
uren per jaar het volgende loon:
A. voor arbeiders van 21 jaar:
tenminste ƒ1976 en ten hoogste ƒ2380 p. jaar.
B. voor arbeiders van 22 jaar:
tenminste 2054 en ten hoogste 2497 p. jaar.
C. voor arbeiders van 23 jaar en ouder:
2622 p. jaar.
Voor volwassen inwonende arbeiders, die niet
bij schriftelijke overeenkomst als leerling zijn
aangenomen, geldt bij een arbeidstijd van 2900
tot 3200 uren per jaar het volgende loon:
D. voor arbeiders van 21 jaar:
tenminste 2204 en ten hoogste 2626 p. jaar.
E. voor arbeiders van 22 jaar:
tenminste 2291 en ten hoogste 2755 p. jaar.
F. voor arbeiders van 23 jaar en ouder:
2756 per jaar.
Opname van alle bepalingen der C.A.O. zou ons
teveel plaatsruimte vergen, zodat wij de werk
gevers in dit gebied adviseeren een exemplaar van
deze C.A.O. te bestellen door overschrijving van
30 cent op postrekening 67646 der Noord-Brabantse
Mij van Landbouw, Noordhaven 21, Zevenbergen.
De C.A.O. wordt dan per omgaande toegezonden.
BRABANTSE BIESBOSCH.
Zo zitten wij dan weer in de tijd, die men zou
kunnen noemen de adempauze tussen graan- eii
bietenoogst. De overige kleistreken uit Zuid-West-
Nederland kennen nu de drukte van de aardappel
oogst. Deze is voor ons gebied van veel geringere
betekenis. Het areaal aardappelen is na de oorlog
ingekrompen en de tekenen wijzen er voorlopig
nog niet op dat voor een volgend oogstjaar deze
oppervlakte weer uitgebreid zal worden. De reden,
waarom de aardappelteelt in ons gebied ingekrom
pen is, kan men in hoofdzaak wel toeschrijven aan
het gebrek aan voldoende geschoolde arbeids
krachten.
Soms hoort men de mening wel verkondigen,
dat b.v. voor het rooien van aardappelen niet persé
geschoolde arbeidskrachten noodzakelijk zijn. De
praktijk leert echter dat met ongeschoolde arbeids
krachten in de eerste plaats de productiekosten
stijgen en voorts een product wordt verkregen, dat
niet aan de gestelde eisen voldoet. Mechanisatie
op het gebied van de aardappelteelt zou hiervoor
in onze streek verbetering kunnen brengen. Om
enkele voorbeelden te noemen: verbeterde rooi-
machines, sorteermaehines en doelmatige bewaar
plaatsen.
Vele landbouwers zien echter op tegen de grote
investeringskosten waarbij als doorslaggevende
factor nog komt dat in 't algemeen gesproken onze
gronden aan de zware kant zijn voor de aardappel
teelt.
Aan de andere kant is het een algemeen bekend
feit dat de aardappel een goede plaats inneemt in
de vruchtwisseling.
Dit is dan ook nog een reden dat de meeste land
bouwers de aardappel in het vruchtwisselingsplan
niet geheel uitschakelen.
Vorige week zagen wij dan de laatste agrarische
najaarsibeurs. De beurs gaf ons deze keer weer een
ruime aanblik .te zien van landbouwmachines op
allerlei gebied. Wel misten wij verschillende grote
firma's, die voorheen altijd present waren. Moge
lijk is dit in verband met de veranderingen, die met
voor- en najaarsbeurs plaats zullen vinden.
In "t algemeen kan gezegd worden, dat er niet
veel nieuws op machinegebied te zien was voor
de landbouw. Wel waren aan verschillende ma
chines verbeteringen aangebracht, vaak door lich
tere en doelmatiger constructie.
Om een voorbeeld te noemen, de bouw van lucht
bandenwagens toont een groot verschil met die
van een aantal jaren geleden. Speciaal geveerde
landbouwwagens waren in diverse afmetingen en
uitvoeringen te zien.
En verder mooie uitvoeringen van gecombi
neerde landbouwwagen-mestverspreiders. Dan wa
ren er zoveel melkmachines te zien, dat men als
leek beslist niet zou weten welk merk nu wel het
meest te prefereren zou zijn.
Dat de techniek ook voortgang vindt om b.v.
boerderijen, die door afgelegen ligging verstoken
zijn van electriciteit- en gasvoorziening, van mo
derne gemakken te voorzien, werd gedemonstreerd
door een firma, die door middel van het bekende
butagas moderne keukenuitrustingen had uit
gevoerd o.a. klein model warmwatergeijser, strijk
ijzer, koelkast, gasfornuis, verwarmingskacheltjes,
enz.
Dit is een greep uit het vele, dat deze najaars
beurs te zien gaf en daarom is voor een ieder,
die met de tijd op de hoogte wil blijven een be
zoek aan de jaarbeurs ten volle verantwoord.
LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA.
Terwijl we deze regels schrijven is de eerste helft
van September reeds ruim gepasseerd.
De graanoogst is inmiddels aan de kant. Hier
of daar zal nog een perceeltje bonen buiten staan.
Deze zijn evenwel over 't algemeen niet best te
noemen.
De graanopbrengsten zijn over 't algemeen
beter, vooral de wintertarwe en de tijdig gezaaide
haver hebben 't over het algemeen goed gemaakt
wat de opbrengst betreft. Ook de stroprijzen zijn
hoog.
Degenen die zich niet hebben laten verleiden om
op de komst van een combine te wachten en op tijd
hun tarwe en haver hebben gemaaid met de zelf-
binder, zullen vrij zeker de extrakosten in de vorm
van hogere stroprijs en meerdere kilo-opbrengst
daarvan, vergoed krijgen.
De grasgroei houdt nog steeds aan. Wanneer
op tijd voldoende vocht aanwezig is, met de nodige
voedingsstoffen, kan er van de goed verzorgde wei
landen, zoals thans opnieuw blijkt, per seizoen heel
veel gewonnen worden. De grasdrogerij heeft
thans ook nog volop werk. Zowel gras als stoppel
klavers zijn er nu weer in ruim aanbod.
De drogerij zal ondanks alle pessimistische
vooruitzichten toch een productie van meer dan
300 ton halen.
Als de ambitie om te drogen zo doorgaat zal er
zeker toch ook wel meer ambitie komen om de
reeds oude drogerij welke evenwel zijn kosten ruim
betaald heeft, door een nieuwe met minstens de
dubbele capaciteit te vervangen. Daarom boeren
van 't Land van Altena en de Biesbosch gezamen
lijk de schouders hieronder.
Zoals vorige week aan de nieuwe Biesboschhaven
te Werkendam een tweetal nieuwe pakhuizen ge
opend zijn door de samenwerking tussen beide
streken, zou volgend jaar de opening moeten kun
nen plaats vinden van een geheel nieuwe gemoder
niseerde drogerij voor gras en klaver.
Eer het echter zover is zullen ook de collega's uit
de Biesbosch hier hun volle medewerking aan die
nen te verlenen.
Voor een moderne drogerij met grotere capaci
teit dient echter ook een zeker areaal klaver en
lucerne beschikbaar te zijn om regelmatig bontinu
te kunnen doorwerken.
De kosten worden hierdoor verlaagd en de zeker
heid is dan aanwezig om ook tijdens perioden van
geringe grasgroei te kunnen doorwerken.
De grondverbeterende werking van de lucerne-
teelt is op enkele bedrijven reeds bekend en ook de
opbrengsten van zowel gedroogde lucerne als lu-
cernehooi zijn dit jaar weer goed.
Daarom is deze winter mede de beurt aan U,
Biesbosch-collega's, om in samenwerking met onze
streek dit probleem tot een goede oplossing te
brengen.
De voorbeelden voor een goede samenwerking in
dezen zijn er, zie naar de reeds genoemde nieuwe
graan- en kunstmestpakhuizen en zeker niet het
minst de pootaardappelbewaarplaatsen in Almkerk.
Wie zou deze nog willen missen?
Daarom tot de eerstvolgende vergadering deze
winter
OOST-BRABANT.
De graanoogst loopt ten einde. Hier en daar
vindt men nog een perceeltje zeer late haver op
het land staan. De maand September heeft
veel goedgemaakt. De boeren die geduld hebben
gehad, hebben hun granen goed droog binnen
kunnen krijgen. Dit is wel een eigenschap, die
veel boeren nog moeten leren. Het is wel eigan-
aardig, dat velen alles er voor over hebben om een
goede oogst te kunnen halen. Men bebouwt zijn
grond goed, geeft prima zaaizaad, bemest goed,
maar met het oogsten kijkt men niet zo nauw.
Dan heeft men gewoonlijk geen geduld om de
zaak goed droog te laten worden. Met als gevolg
dat er dit jaar veel graan te nat is binnen gehaald
of aan de mijt is gereden. En als dit nu maar
direct gedorsen kan worden en het graan gedroogd,
dan is dat nog niet zo heel erg, al kost dit ook
nogal wat ge'ld. Maar wanneer dergelijke mijten
of tassen enkele maanden moeten blijven staan dan
wordt de zaak veel erger. Dan krijgt men muf
graan en stro en dan is het zo jammer, dat dit dan
het resultaat moet wezen van een soms zeer goede
oogst. Ik weet het wel, we hebben een natte zo
mer achter de rug en we moesten dikwijls tussen
de buien door werken. Maar, al te veel gaat men
gewoonlijk af op wat de buurman doet, ook al is
het niet goed.
Ik zat een week geleden met een boer in de trein
die veel koren nog buiten had staan, het was toen
een paar dagen mooi weer geweest. Hij vertelde
me dat hij 's morgens naar zijn haver was wezen
kijken, ze was niet goed. Zijn buurman echter Was
een dag te voren al aan het binnenhalen gegaan
vertelde hij. Zijn mensen gingen die dag de haver
om hopen. Zelfbeheersing is iets wat bij vele
onzer ontbreekt. Dat is natuurlijk iets anders dan
onverschilligheid of luiheid. Als de oogst goed is,
dan niet gedraald. Nog altijd blijft het woord van
de Prediker van kracht: Wie in de oogst vast
slaapt is een zoon die beschaamd maakt, of dat
andere wijze woord: Wie op de wind ziet, die zal
niet zaaien en wie op de wolken ziet, die zal niet
maaien. Maar ik geloof toch, dat er meer bedor
ven wordt door te vroeg binnen te halen dan wat
laat. We moeten op dit punt ook nuchter zijn, en
op het juiste moment ingrijpen. Overal hoort men
de dorsmachines hun werk doen, veel rogge wordt
reeds verkocht en geleverd. Vooral voor het knol-
groen is het goed weer geweest, voldoende vocht
om te ontkiemen.
De aardappeloogst zal niet meevallen. Over het
algemeen is het loof veel te vroeg afgestorven.
De voederbieten zijn uitgesproken slecht. Overal
de vergelingsziekte en maar weinig percelen kan
men vinden die zeer goed zijn, laat ons hopen dat
de groenvoedergewassen een groot gedeelte van
het bietentekort mogen aanvullen.
Gelukkig is er ook dit jaar veel en goed hooi
gewonnen, waardoor een groot gedeelte van het
ruwvoederprobleem voor de winter is opgelost.
Meer zorg biedt in Oost-Brabant de T.B.C.-bestrij-
ding en vele boeren wachten met een bezwaard
fhart 5de voorgeschreven maatregelen af. Niet
dat men tegen de bestrijding zelf is. Helemaal
niet. Daar moet men voor zijn. Alleen maar: zijn
de voorgeschreven maatregelen zo, dat men kan
verwachten dat we in 5 jaar tijds de T.B.C.-bestrij-
ding onder de knie zullen hebben: Zullen door die
te nemen maatregelen niet talloos vele boeren te
zware financiële offers moeten brengen? En zal
de boer daardoor practisch niet het gelag moeten
betalen?
Is de geldelijke tegemoetkoming wel zo, dat de
boer ook gevoelt dat dit niet alleen een boeren-
belang is, maar ook een groot nationaal belang?
Wanneer we het bekende boekje ons door de
Gezondheidsdienst voor Dieren verstrekt, doorlezen
dan stapelen de vragen zich op en wanneer we dan
ons oor te luisteren leggen, dan bemerken we dat
het vertrouwen in de te nemen maatregelen niet
overal aanwezig is. Wat doet men b.v. met de
reageerders? Mogen die nog verder worden ge
mest, bijv. door de koopman, weider? Hoe zit dat
op de veemarkten? Worden de reageerders streng
gescheiden gehouden, of zet men ze rustig naast
elkaar in de veewagen en op de markten.
Hoe zit dat met de reageerders die (zonder dat
de boer er iets aan doen kan) er het tweede, derde
en vierde jaar bijkomen, dus na de telling. Geen
uitbetaling meer? Dan worden dit zware strop
pen, eerst afhouding van het melkgeld en dan ver
mindering van waarde.
En zo kunnen we doorgaan. Ik geloof dan ook
dat, wil men tot een krachtige eensgezinde bestrij
ding van de T.B.C.-bestrijding onder het rundvee
komen, men zal moeten zorgen ten eerste voor een
flinke geldelijke tegemoetkoming, ten tweede voor
een absolute scheiding van de reageerders waar
door besmetting onmogelijk is en ten derde voor
een zeer nauwkeurige controle.
(De inzake het T.B.C.-bestrijdingsplan gestelde
vragen zullen op de op 28 September a.s. te Eind
hoven te houden Kringvergadering door Dr. Kirch,
Directeur van de Gezondheidsdienst voor Dieren
in Noord-Brabant, worden beantwoord. Red.)