EEUWSE EMAGOGIE HET WASSEN VAN ONZE ZOMER GARDEROBE WOL PRODUCTIE DER STAMBOEK SCHAPEN voor de PLATTELANDSVROUW Uit een geheim weekboek van Bram uit de Slikhoek BERICHT VOOR FRUITTELERS. In de Autokampioen van 28 Juli j.l., het auto weekblad van de A.N.W.B., komt een hoofdartikel voor onder de titel: ..Regering valt Parkeermis- bruiken aan". In dit artikel wordt o.i. zeer terecht gewezen op de eenzijdige besteding van de op brengst van de wegenbelasting (tegenwoordig mo torrijtuigenbelasting geheten), niet primair, zoals aanvankelijk de opzet was, voor wegen- en brug genbouw, maar als melkkoetje voor allerlei andere lekken in de Staatsbegroting. Waar het hier om een bedrag ter grootte van 200 millioen gulden aan verkeersbelastingen per jaar gaat, is er alle aanleiding om op een dergelijk punt te blijven hameren. Wat de Autokampioen dan ook doet in een volgend artikel over de ver- keerspuzzles in Zeeland, onder het motto: „Den Haag investeert móét investeren, maar mag Zeeland niet vergeten". Evenwel hebben wij grote bezwaren tegen een gedeelte van de moti vering uit het hoofdartikel, waar de heer J. J. Stols van Capelle bij Zierikzee ons opmerkzaam op maakte. Daar staat o.m.: „Een feit is, dat de automobiel betaalt voor de landbouwsteun". Er schijnen mensen te zijn, die het nooit leren. Wat deze meneer van landbouwsteun zal bedoelen, is in werkelijkheid consumentensteunsteun om té voorkomen, dat het brood, dat deze man eet en de suiker, die hij in zijn koffie doet, te zeer op zijn budget zouden drukken. Nederland heeft een tekort van deze grondstoffen en moet dat tekort invoe ren, voor een prijs duurder dan de gelukkig nog grote basis-hoeveelheden, die de Nederlandse boer op eigen bodem voortbrengt. Velen in de vader landse pers zijn nu al jarenlang Ibezig deze eenvou dige waarheid aan speciaal het stedelijk deel van onze bevolking duidelijk te maken, doch sommi gen van hen schijnen ziende blind te willen blijven. Vele boeren zijn ongetwijfeld, net als de heer Stols en ondergetekende, lid van de A.N.W.B. en achten haar een verdienstelijke en nuttige bond. Maar zij achten dit soort schrijverij niet in over eenstemming met de standing van dit lichaam en hopen voortaan van dit soort demagogie ver schoond te blijven. I i_ Evenals elk jaar werden ook in 1951 een vrij groot aantal stamboekschapen en volbloeden op wolproductie gecontroleerd. Het spreekt vanzelf, dat we op dit gebied nog niet hebben bereikt, wat mogelijk zou zijn geweest, maar toch zijn er o.i. tekenen die er op wijzen, dat we tevreden kunnen zijn en spoort het aan tot volhouden. Het is bekend, dat het schaap het eerste jaar de grootste hoeveelheid wol levert, vooral mee door het feit, dat de jonge lammeren al enkele maanden oud zijn, als de ooien worden geschoren. Bij de lammeren is dus de groeitijd langer. Wij geven hieronder de wolproductie van de 5 beste jarige ooien. 1. B. v. d. Slikke, Sluis, ooi 2752, l.o., 7.73 kg goede eerste, 2. F. Dekker, Schoondijke, ooi 2738 l.o., 7.28 kg, matige prima. 3. N.V. Bathpolders, Rilland, ooi 2643 l.o., 7.28 kg, goede eerste. 4. L. J. Leenhouts, Groede, ooi 2732 l.o., 7.12 kg, goede eerste. 5. A. P. Geluk, St. Maartensdijk, ooi 2704 l.o., 7.96 kg, matige eerste. Wanneer we weten, dat de gemiddelde productie van 89 gecontroleerde jaarlingen 4.9 kg bedraagt, dan zijn de bovengenoemde cijfers zeker als gun stig te beschouwen. De laatste vacht wordt onderaan geplaatst, om dat de kwaliteit dezer vacht onvoldoende is om uit die ooi rammen te kunnen fokken. Bij de twee-jarigen noemen we de beste drie, n.l. van: 1. F. Dekker, Schoondijke, ooi 2397 met 7.28 kg goede eerste. 2. N.V. Bathpolders, Rilland, ooi 2418 met 7.09 kg goede eerste. 3. A. J. Temmerman, Hoofdplaat, ooi 2349 met 6.55 kg goede eerste. Het gemiddelde van de 2-jarigen was 4.58 kg. Tot slot enkele oudere ooien. 1. B. v. d. Slikke, Sluis, ooi 2261 met 7.57 kg goede eerste. 2. W. van Nieuwenhuyzen, Brouwershaven, ooi 2239 met 5.60 kg eerste. 3. J. Boot Nzn, Kerkwerve, ooi 2242 met 5.41 kg eerste. Nu de zomer weer haast ten einde is, vragen allerlei huishoudelijke bezigheden onze aandacht. Verschillende huisvrouwen beginnen al weer te denken aan een kleine schoonmaakbeurt, doch al vorens we hiermee beginnen is het goed onze zomerkleren eens na te zien voordat ze opgeborgen worden tot het volgende zomerseizoen. Tegenwoordig komen er massa's nieuwe stoffen op de markt, waarvan we de namen niet allemaal kunnen onthouden. Laat staan hun eigenschappen. Uit welke stoffen uw garderobe ook is samenge steld, het dragen bij zomersweer maakt een ge regelde wasbeurt noodzakelijk. Dit wassen is zéér belangrijk, want door een verkeerde behandeling kan een aardige jurk of blouse, die we met veel plezier gedragen hebben, bedorven worden. Eén van de weefsels die de laatste tijd veel op gang heeft gemaakt is doupion. Gekleurde stoffen nooit lang weken en in geen geval een weekmiddel als b.v. soda gebruiken, daar dit de kleur aantast. Bij het maken van het sop kunnen we kiezen tussen de vlokkenzeep (b.v. Lux e.d.) of de synthetische soorten (b.v. Lodaline e.d.). Beide zijn goed, want, mits in koud water opgelost, krimpt het te wassen kledingstuk niet en de kleur blijft goed. Vooral vlug wassen en een tweede sop gebruiken is aan te bevelen. Daarna spoelen, goed uitknijpen (het liefst door de wringer halen) en uitdrukken in doeken. Daarna averechts drogen, liefst niet in de zon. Mocht het weefsel na meermalen gewassen te zijn, wat slap geworden zijn, dan kunnen we het z'n oorspronkelijke stijfheid teruggeven door het te halen door een slappe oplossing van gom of gelatine (per liter water 2 tot 5 gr.). Het betref fende kledingstuk wordt in deze oplossing gedom peld en het overtollige vocht er uitgeknepen. Daar na in vochtige toestand aan de verkeerde kant droog strijken. Op dezelfde manier kunnen ook de volgende stoffen behandeld worden: crêpe de chine, crêpe satin, georgette, toile de soie, zijden linnen, cloqué, piqué, ottoman en spanoline. Betreffende de kleur verdient het aanbeveling voor witte kledingstukken niet aldoor synthetische zeep te gebruiken, daar deze niet goed „wit" wast. Bij het kopen van een doupion-weefsel kan het zijn dat er een etiket op aangegeven is, waarop staat „kreukvrij". Deze stof is dan ook inderdaad kreukvrij. Indien het etiket ontbreekt is het mate riaal niet kreukvrij. Dan nog een bekende stof die veel gedragen wordt is Ribfluweel. Ook deze stof moet af en toe eens gewassen worden. We kunnen dit op dezelfde manier doen als andere stoffen, maar het mag nooit worden gewrongen of gewreven. We halen dus ribfluweel in het sop op en neer en wringen het niet, maar we halen het kletsnat uit het spoel water en daarna ophangen om te drogen (niet in de zon). Éénmaal gevormde kreukels bij wringen of wrijven zijn erg moeilijk te verwijderen. Daarna het strijken. We leggen daartoe het weefsel dubbel op de strijkplank met de ribzijde op elkaar. Maak het ribfluweel plaatselijk vochtig en let op dat geen vouwen in het weefsel worden gestreken. Zo hebben we dus met een beetje moeite en werk een frisse en goed verzorgde zomergarde- robe, die een trots is voor onze kast. J. J. M. 4. N.V. Bathpolders, Rilland, ooi 2293 met 5.31 kg eerste. Het gemiddelde van 86 oudere ooien was 4.28 kg wol. Wanneer we bedenken, dat de schapen van de Bathpolders in kuddeverband op de schorren wor den geweid en een heel wat zwaarder leven hebben dan de weischapen, die zich op hun gemak dik kunnen eten, dan mag het zeker als een bijzonder heid worden aangemerkt, dat in alle groepen een ooi uit de kudde van Middenhof voorkomt. De 25 jaarlingen uit deze kudde leverden gemiddeld 5.21 kg wol; vorig jaar 5.25 kg wol. Dit is alleen te bereiken door selectie en het gebruik van gecontro leerde rammen met hoge wolproductie. De ram 153, die meerdere jaren op het bedrijf dekte, heeft daar zeer goed gewerkt. De door deze ram in 1947 ver- verwekte 29 jaarlingen leverden gemiddeld 6.2 kg wil; de 26 in 1948 verwekte gemiddeld 6.3 kg wol. Mede op grond van dit feit werd ram 153 premie waardig. 4 September. Augustus was de regenmaand De natste maand van 't jaar, De boeren en vacantielui Zaten met de handen in hun haar. Zo nat als Augustus '51 hebben we het nog nooit meegemaakt. Er waren maar zes dagen waarin het niet had geregend en we tapten uit de regen meter af 167 mm, in Vlissingen meen ik 126, een groot verschil, doch net 2 x zoveel als normaal. Ér zal nog heel wat narigheid achteraan deze natte maand komen. Het klaarmaken van zaaigraan vooral van tarwe en erwten zal geen sinecure zijn en degene, die Bintjes heeft gerooid en in hopen heeft liggen, zal geen gemakkelijke levering heb ben Het aantal zieke knollen is zeer groot gewor den en er komen er nog steeds bij. We hebben de andere soorten die wat minder vatbaar zijn, maar vlug doorgespoten om erger te voorkomen. Het weer begint iets beter te worden met de Maandag, wanneer het nu maar eens wat droog blijft, zullen we weer gauw aan 't afdorsen zijn. De bovenste schoven uit de schelven zijn ook al wat geschoten, de vorige week hebben ze te lang ach tereen nat geweest. Het beste is, deze er af te zet ten en dan later te dorsen dan heeft men de goede tarwe bij elkaar, steeds maar meer werk. De dagen beginnen ook al te korten en het is 's morgens te lang nat om vroeg te beginnen. Wanneer we naar de bietenvelden kijken, ziet men ook, dat ze te veel regen en te weinig zon ge had hebben. De vergelingsziekte is erg toegenomen en de groei niet hard van zulke percelen. De groei was niet best de laatste 2 weken en het suiker gehalte van 12.10 tot 13.8 gestegen, dat is te weinig doch er is ook bijna geen zon geweest en deze moet via de blaren en wortels, de suiker er in brengen. Wanneer het nu droger gaat worden, zal het suikergehalte ook nog wel veel toe nemen, want dat is nodig, met een kleine 3 weken zitten we weer al te trekken aan bietenoogst '51. Het is verleden week gebeurd hoor, Willem en Plone zijn getrouwd hoor, ja, zonder ongelukken naar ik gehoord heb. De buitenwereld heeft er niet veel van genoten. Zij zijn op de fiets naar 't ge meentehuis gereden, Willem als gangmaker 10 m vooruit en Plone op der Gezelle er achteraan. Dus 't was geen grote feeste, want ze waren maar met z'n tweeën en op reize zijn ze niet meer gegaan, want om 5 uur liep Willem al achter Prins en Mergo en Plone zat onder Starre, de zwartbonte, ze hadden de taken dus vlug verdeeld. Toch moeten we nog even vertellen, dat er een astrant nichtje tussentijds dat zij naar 't gemeen tehuis gereden zijn, onder door een opgeschoven raam gekropen was en op de bedsteedeur een grote foto van die Amerikaanse vijfling heeft geplakt, met er onder geschreven: „Mocht het toch eens wezen", een gezegde dat Plone nogal eens gebruikt. Hoe 't afgelopen is weten we natuurlijk niet, maar dat vragen we later nog wel eens, we zullen de jongelui maar stil van hun wittebroodsweken laten genieten. Als gevolg van o.a. de grote vochtigheid van de laatste tijd treedt bij appels, peren en pruimen veel Monilia op. De Plantenziektenkundige Dienst raadt daarom de fruittelers aan de door Monilia aangetaste vruchten uit de bomen te verwijderen en ook alle afgevallen vruchten spoedig op te ruimen en te vernietigen. Deze vormen n.l. een besmettingsbron voor het nog niet aangetaste fruit. Ook ernstig beschadigde vruchten dient men zoveel mogelijk tijdig uit de bomen ce verwijderen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 8