c/nkuhen
RISICODEKKING
STEMMEN UIT DE PRACTIJK!
NATIONALE
Zou U het Uw gezin willen aandoen het
bij Uw onverhoopt vroegtijdig overlijden op
LEVENSVERZEKERING-BANK N.V.
WAAR BIJ HET
OOK OP GELET MOET WORDEN
hoge lasten te laten zitten?Natuurlijk niet!!
DEK DIT RISICO DAN ECHTER Nül
Sluit een flinke kapitaalverzckcring bij de NATIONALE.
(De jaarlijkse premie behoeft voor een kapitaal van
10.000,—, uit te keren op 65-jarige leeftijd of bij eerder
overlijden, voor een jonge boer niet veel hoger te zijn
dan de helft van de gemiddelde bruto opbrengst van één
H.A. gemengd bedrijf).
SCHIEKADE 130 - ROTTERDAM - TELEFOON 82706
Vraagt vrijblijvend advies
HARD VONNIS. IV.
Het Nationale Plan van de tuberculosebestrijding
onder het rundvee is nu in werking. Ter financie
ring van dit plan moet 50 millioen door de vee
houders worden opgebracht en 50 millioen door
de Overheid.
Het spreekt vanzelf, dat het noodzakelijk is, dat
men bij een dergelijke kapitaalsinvestering de
grootst mogelijke zekerheid moet hebben, dat dit
plan gelukt. Daarom moet dit plan in al zijn ge
ledingen nauwkeurig worden nageleefd.
Eén van de onderdelen van dit plan is de 10-
dagen termijn en zolang als deze termijn geldt,
moet er ook de hand aan worden gehouden.
Zowel de naam van de gehele Nederlandse boe
renstand als die van de dierenartsen is met het wel
slagen van dit plan gemoeid.
Het Nationale Plan van de tuberculosebestrij
ding onder het rundvee is beoordeeld en goedge
keurd door alle landbouw-, veeteelt- en zuivel-
instanties in Nederland. Het is dus met recht een
plan van en vóór de Nederlandse boer.
De uitvoering van deze taak is opgedragen aan
de Gezondheidsdiensten, en bij de uitvoering van
deze taak kan van „Befeh'l ist Befehl" geen sprake
zijn. Dit neemt niet weg, dat de eenmaal genomen
besluiten moeten worden nageleefd. Dit kan hard
zijn. „Zachte dokters maken stinkende wonden".
In de tJb.c.-bestrijding is dit ook maar al te vaak
bewezen.
Collega Van der Maas is één van de uitvoerders
van het t.b.c.-bestrijdmgsplan. Hij heeft uit vrije
wil op zich genomen in zijn praktijk de t.b.c. te be
strijden. Hij heeft daarbij echter tevens op zich
genomen „te bevorderen, dat de voorschriften van
de t.b.c.-bestrijding zo nauwkeurig mogelijk wor
den nageleefd en bij overtreding daarvan of andere
tekortkomingen onmiddellijk er reeds uit eigen
beweging kennis van te geven aan de Directeur
van de Gezondheidsdienst".
Wanneer collega Van der Maas het niet met het
plan of een onderdeel daarvan eens is, dan kan hij
zich tot het Bestuur van de Gezondheidsdienst of
tot de Gezondheidscommissie wenden.
De meeste dierenartsen volgen de instructies
van de Gezondheidsdiensten streng op, vaak niet
eens tot hun eigen voordeel. De boeren in hun
praktijk zullen echter ondervinden, dat op den
duur dit de beste en de voordeligste weg is.
Twee en een half jaar lang hébben wij er op
gehamerd, dat de 10-dagen termijn van kracht is.
Men kan ons toch waarlijk niet van gebrek aan
clementie beschuldigen, als wij nu de lijn geheel
strak trekken.
Nergens in Nederland heeft een verklaring een
langere looptijd dan 10 dagen. Ten aanzien van de
subsidie uitkering is deze echter overeenkomstig
de plaatselijke mogelijkheden soms wat beperkt.
Dat collega Van der Maas er in geslaagd is de
10-dagen termijn nog eens onder de aandacht te
brengen van de 'betrokkene, geef ik toe. Er was
echter wel een positievere weg geweest.
G. W.
(Discussie gesloten. Red.)
Augustus pruimenmaand.
Onze vrees, dat het weer mis zou gaan wanneer
de Reine Claude d'Oullins of hier in Zeeland ge
naamd „Washington" in massa aangevoerd zou
worden is helaas bewaarheid geworden. De prijs
zakte in elkaar en men kon enkele dagen voor
minder dan ƒ1,een prima mandje heerlijke prui
men kopen. Want het waren niet de groene on
rijpe ongenietbare vruchten, die in de goot lagen,
maar een prima product waar niets aan mankeerde
werden zowat weggegeven. Hier mankeert iets!
Zijn er te veel Washingtons? Het schijnt van wel en
dan te weten dat het nog helemaal geen topjaar
voor dit ras was! Wat moet er dan wel gebeuren
als er zo een topjaar eens komt?
Het wordt een probleem met onze „Washington".
Een goed ras, een flinke groeier, kan veel kg
geven; een ieder mag ze graag. Maar daar moet
ook wat van binnenkomen anders is de aardigheid
er gauw af. Doordat de Washington schijnbaar
niet voor indirecte doeleinden in één of andere
vorm gevraagd is komt ze op de consumptiemarkt
in grote hoeveelheden, die niet anders geplaatst
kunnen worden dan voor afbraakprijzen. Tegelij
kertijd dumpt ze ook de andere soorten pruimen in
de prijs. Zodat het dan over de gehele pruimen-
linie misère wordt. Hoe moet dit in de toekomst?
Moeten we ze rooien of om-enten met vroege soor
ten? Of zijn we dan Ibinnen een paar jaar weer
overvoerd met vroege pruimen die we niet kwijt
kunnen?
Toch wel eens iets om over te denken hoe dit
opgelost moet worden, want dit is een probleem
dat zich telkenjare herhaalt en in de toekomst nog
urgenter zal worden. Ze worden nog steeds aange
plant als wijker of in een verlaten hoek waar men
alleen denkt pruimen te kunnen kweken.
Hoewel het gevaar bestaat al te veel op platge
treden paden te komen, kan het toch zijn nut heb
ben eens op enkele punten te wijzen, die bij het in
kuilen vaak veronachtzaamd worden.
Niet alleen de methode van inkuilen is van be
lang, ook hoe het gedaan wordt is van bete
kenis. Wanneer we maar een voldoende hoeveel
heid zuur, melasse of gemoesde bieten toevoegen
of Hardelanden zijn we er nog niet. Ook dan be
staat nog de kans op mislukken.
Waar we, behalve het zo juist genoemde, vooral
op moeten letten en waarmede in de praktijk gaar
ne de hand wordt gelicht, is het goed aantrappen
van de massa, snel werken en direct afdekken met
voldoende grond.
Wanneer niet voldoende aangetrapt wordt, blijft
er te veel zuurstof achter. Het materiaal gaat dan
broeien en de kans is zelfs groot, dat de omzettin
gen in het voer geheel in een verkeerde richting
gaan verlopen.
Hard fruit.
We stappen van de pruimen af en kijken nog
eens rond wat er verder zoal te zien is. Het is weer
druk op de veilingen en de hallen zijn goed gevuld
met hard fruit. Ook doet het verpakte fruit weer
zijn intrede. Meer echter ter opluistering dan wel
voor de hogere prijs, wat eigenlijk wel jammer is.
Het blijkt ook hier weer, dat het de export is die.
het hem doet. Nu daar mogen we niet over kla
gen. Als we de oorlogsprijzen uit ons hoofd doen
dan mogen we spreken van een redelijke prijs. Als
het nu zover eens kon komen dat we ons hard
fruit in „eigen hand kunnen houden" d.w.z. dat wij
geregeld een zeker kwantum kunnen aanbieden in
overeenstemming met de vraag zouden we een heel
eind in de goede richting zijn. Ook hier zal samen
werking geboden zijn en zal ieder wat van zijn
individuële vrijheid moeten prijsgeven.
Toch geloof ik. dat het de weg zal zijn; de
Washington kan ons ook in dezen iets leren. We
•hopen dat er dit jaar ook iets voor totstand zal
komen. Dit over het harde fruit, dat thans onze
veilingshallen vult.
Nu nog iets over het product der kleine lieden
„de Braam". Voor de tweede maal boffen de Bra
mentelers en is de smaad weggenomen voor dit
minderwaardige spul van enkele jaren terug.
We kunnen m.i.z. een sterke uitbreiding ver
wachten. Denk er om, je zou ze nu moeten hebben.
De toekomst is onzeker, dus doet geen gekke din
gen. Schatrijk of doodarm zei het boertje en
zaaide heel zijn bedrijf met uien. Hy werd „dood
arm". We zijn zodoende al in September aange
land en de pluktijd van ons winterfruit nadert snel.
Nog één keer spuiten en eindelijk zijn we dan zo
ver. We hopen, dat de storm ons geen parten meer
zal spelen en dat we ons mooie winterfruit, waar
we een gehele zomer aan gewerkt hebben, kunnen
oogsten. Verkopen of in de koelhuizen plaatsen?
Daarover de volgende maal. Tot de volgende keer.
JAAP UIT 'T BOGERDJE.
Om een goede kuil te krijgen, ook bij hakselen,
is het noodzakelijk dat, behalve de man, die het
voeder spreidt, minstens nog twee personen in de
silo aanwezig zijn, die voortdurend het voeder vast-
trappen, vooral aan de kanten, doch ook in het
midden. Het midden houde men steeds 1 tot 1 Vz m.
hoger dan de kanten. Dit is nodig om later inrege
nen te vermijden, daar het midden steeds het meest
zakt. Scheefzakken treedt op, wanneer de silo
steeds aan dezelfde zijde gevuld wordt. Men wis-
sele dit dus steeds af.
Behalve de verliezen, die optreden bij niet vol
doende aantrappen, is de kans groot, dat de boven
kant van het gronddek beneden de silorand zakt.
Het aanbrengen van een afdak boven de silo is dan
noodzakelijk. Inregenen moet ten allen tijde wor
den voorkomen, daar water dat met grond in aan
raking is geweest neutraliserend werkt op de
zuren, die het product conserveren.
Om laatstgenoemde reden moet ook het indrin
gen van grondwater in de silo vermeden worden.
Silo's zonder vaste bodem moeten steeds boven de
hoogste grondwaterspiegel liggen.
Een ander punt, dat onze aandacht verdient, is
snel werken. Wanneer over het vullen van een silo
te lang gedaan wordt, gaan eveneens door broei
verliezen optreden en is weer de mogelijkheid aan
wezig, dat de gisting in een verkeerde richting ver
loopt. In hoogstens 2 dagen moet een kuil geheel
afgewerkt zijn en met grond afgedekt. De dikte van
het gronddek moet 70 cm bedragen. Gehakselde
kuilen moeten in één dag geheel klaar en met een
laag grond ter dikte van 50—70 cm afgedekt zijn.
Men wachtte bij de gehakselde kuilen niet met af
dekken tot de volgende dag. Dit kan reeds funest
zijn. Door het hakselen n.l. worden de plantensap
pen direct vrij gemaakt, waardoor de werking van
bacteriën veel sneller en heftiger om zich heen
grijpt.
Tot slot zij er op gewezen, dat het een groot ver
schil maakt, welk gewas men inkuilt. Hoe eiwit
rijker een gewas is, des te moeilijker gaat het con
serveren en moet dus des te meer zuur, melasse of
gemoesde bieten toegevoegd worden. Schoon ge
wonnen bietenkoppen en -blad kunnen, vooral wan
neer ze gehakseld worden, zonder toevoeging goed
ingekuild worden. Klavers daarentegen, die zeer
eiwitrijk zijn, vragen de grootste hoeveelheid voor
geschreven conserveermiddel.
De laatste tijd gaan stemmen op om klaver teza
men met bietenkoppen en -blad in te kuilen. Wan
neer men over een inkuilmachine beschikt, die de
producten niet moest, doch alleen hakselt, is hier
wel enige risico aan verbonden. Bij hakselen komen
minder suikers vrij dan bij moezen. Deze suikers
zijn wel voldoende om het bietenblad te conser
veren. Wanneer nu echter nog klavers aanwezig
zijn, bestaat de kans, dat de hoeveelheid conser
veermiddel ontoereikend is. Dit gevaar kunnen we
beter niet lopen, te meer daar het altijd moeilijk
heden geeft beide producten gelijk aan te voeren,
terwijl weinig bezwaren tegen apart inkuilen van
deze ruwvoeders bestaan.
Vooral die aspecten van het inkuilen zijn hier
aangeroerd, waar in de praktijk niet altijd voldoen
de aandacht aan besteed wordt.
Moge dit artikel er toe bijdragen, dat hierin ver
andering komt tot voordeel van de boer.
AXEL. R. L. V. D.
IwUMM