HET VERVOER
..I.G^excursie naar JEuxemSurg
ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
boerderij
in Nederland
£>e
1940 LONGWY 1944
op de
DE BOERENJEUGD
Redactie: Ad. Doeleman, N. Filius, M. Kosten, Z. Poppe, M. Poissonnier en J. J. de Putter.
Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes.
Op een boerderij worden wagens voor velerlei
doeleinden gebruikt. Gedurende een groeiperiode
op een akkerbouwbedrijf zijn wagens nodig om
meststoffen, zaai- en pootgoed naar het land te
brengen. Later zijn de wagens nodig om oogsl-
producten naar huis, naar een station of haven te
vervoeren. Ten behoeve van de exploitatie van het
grasland worden wagens gebruikt om mest en gier
naar het land te brengen en om hooi en gras naar
huis te rijden. Op vele bedrijven gaat men in de
zomer naar het land met een wagen om te melken.
Verder gebruikt men nog dikwijls een wagen om
allerlei 'kleine boodschappen in het dorp te doen,
Ib.v. werktuigen ter reparatie brengen, producten
bij gebruikers af te leveren, bedrijfsbenodigdheden
te halen, enz.
Hieruit blijkt wel dat er op een boerderij veel
vervoer is en dat het belangrijk is daarvoor een
doelmatige wagen te gebruiken. Van oudsher
heeft men in de verschillende delen van het land
wagens met zeer ongelijk laadvermogen. In het
Zuid-Westen van het land, in onze provincie Zee
land dus, heeft men vaak solide wagens, waarop
zware vrachten aardappelen en bieten vervoerd
kunnen worden. Deze wagens worden steeds door
twee paarden getrokken. In het zandgebied en in
de weidestreken worden lichte wagens gebruikt,
die gewoonlijk door één paard getrokken worden.
Op de akkerbouwbedrijven in het noorden van
Friesland heeft men eveneens kleine wagens, die
over grote afstanden, veelal achterelkaar gekop
peld, gebruikt worden. In Groningen, waar veel
graanbouw is, worden daarentegen grote wagens
gebruikt. Op kleine landbouwbedrijven vindt men
veelal lichtere en kleinere wagens dan op de grote
bedrijven.
In de loop der jaren heeft men zich vaak afge
vraagd of er voor de verschillen in de wagens vol
doende reden bestond. Men achtte ongelijke wa
gens soms niet nodig, zodat er reeds zo tot 30 jaar
geleden hier en daar wagenmakers waren, die
wagens ver buiten hun naaste omgeving aflever
den. De grote verandering is echter gekomen toen
men er ongeveer 15 jaar geleden toe overging wa
gens op luchtbanden te bouwen.
Het bleek immers dat met deze wagens een
zelfde vracht veel minder trekkracht vroeg, of,
anders uitgedrukt, men kon met dezelfde trek
kracht veel zwaardere vrachten vervoeren. Na
tuurlijk is de toestand van de weg van grote
invloed op het verschil in trekkracht tussen een
wagen op luchtbanden en één op ijzeren velgen.
Het grootste voordeel hebben de luchtbanden op
een vrij slechte, ongelijke, verharde weg, zoals vele
wegen zijn, waarover de landbouwers hun produc
ten moeten vervoeren.
Belangrijk is dat de wagens solide gemaakt zijn
en dat ze op soepele banden staan, die berekend
zijn voor het gevraagde draagvermogen. Bij lucht
bandenwagens vormt de bak in de regel de ver
binding tussen het voor- en achterstel. Bij de
wagens voor groot draagvermogen moet de bak
zo sterk zijn dat deze op ongelijk land hoegenaamd
niet meegeeft. Daarom is het van belang dat de
voorwielen zodanig onder de wagen aangebracht
zijn dat op een ongelijke weg alle vier wielen op
de grond blijven.
In de laatste jaren worden op vele boerderijen
de motortrekkers gebruikt voor het trekken van
wagens. Hierbij ligt het trekpunt veel lager dan bij
de paarden. Het is nu van belang dat er laag aan
de wagen getrokken kan worden, opdat de voor
wielen niet te veel in de grond getrokken worden.
De fabrikanten hebben zich reeds meer dan 25
jaar met de bouw van landbouwwagens bezig ge
houden. Zij hebben de gehele ontwikkeling mee
gemaakt en de constructie telkens gewijzigd als de
ervaring en de stand van de techniek daartoe aan
leiding gaven. Hun wagens worden sedert een
tiental jaren in de door hen gestichte fabrieken
gemaakt. Deze wagens zijn in de laatste jaren lich
ter geworden door in de frame-constructie gebruik
te maken van een buis en van in profiel geperste,
dunne staalplaten b.v. Marco, Pelt, Daf, Spijk-
staal enz.
Er worden verschillende typen luchtbandenwa
gens gebouwd: o.a. de 2-tons wagen. Deze kleine
wagen voorziet in een grote behoefte. Hij is spe
ciaal geschikt voor groente- en fruitkwekers,
kleine landbouwers en veehouders en voldoet op
de grotere landbouwbedrijven zeer goed voor het
vele lichte vervoer.
De 3-tons wagen kan gebruikt worden- voor één-
of twee-paards bespanning en tevens voor gebruik
achter tractor. De disselhouder kan op elke ge
wenste hoogte gesteld worden door middel van
een schroef, welke ingebouwd is in de ondersteun,
dit is nodig met het oog op het rijden met kromme
dissel, lange dissel of achter de tractor. Deze
wagen vindt zeer ruime toepassing voor de middel
grote landbouwbedrijven.
De 4- en 5-tons wagens zijn de meest gangbare
voor de grotere landbouwbedrijven. Zij zijn vol
doende sterk om, tot en met snelheden van 12 km
per uur, gebruikt te worden achter tractoren.
Deze wagens zijn voorzien van een weg klapbare
achterkoppeling en op al de typen kunnen twee
menladders bevestigd worden. De achter- en zijbor
den zijn meestal van metalen beschermingsranden
voorzien, dit komt de levensduur van de laadbak
zeer ten goede en voorkomt beschadiging van het
houtwerk.
In de tijd, dat de toepassing van luchtbanden in
de landbouw nog in de kinderschoenen stond, zijn
de wagenbouwers zich reeds gaan concentreren op
de bouw van landbouwwagens. Zij hebben de ont
wikkeling van deze werktuigen van het eerste
begin tot op heden geheel medegemaakt en hebben
op dit gebied in Nederland steeds een vooraan
staande plaats ingenomen.
(Slot.)
Was het het accurate vuur van de Franse 75-gers
dat de nazi's deed terugtrekken en voor een paar
uur het oude geloof in de onoverwinnelijkheid van
Frankrijk wettigde? De Duitse tanks verspreidden
zich in de nevel van de vallei. Robert Casey ging
terug naar Metz en was bezig, zonder het zelf te
weten, het vasteland van Europa te verlaten via
Parijs en de Atlantische kust.
Toen kwam die andere dag in Sept. '44. Een
kapitein en een jeep-chauffeur raadden Robert aan
bij hen te blijven, want ze zouden zo weer beginnen.
Arlon nemen en vandaar was het nog 18 h 20 km
naar Luxemburg, de mooiste plaats ter wereld.
Casey en zijn gezelschap ging enige honderden kilo
meters in slecht weer door een gevaarlijke streek
naar Longwy om een serie oorlogsgeesten te aan
schouwen, waarover wij eindelijk hadden getriom
feerd; voor hem het einde van een lange weg.
Zo stond daar Casey in Sept. '44 weer op de heu
vels buiten Longwy. Het verslagen Duitse leger
baande zich een weg naar Luxemburg. Over deze
weg ratelden er weer tanks, Duitse tanks, maar nu
op de weg terug zonder organisatie, in volmaakte
chaos, trachtend te ontsnappen aan de greep van
de naderbij stormende Franco-Anglo-Amerikaanse
legers. Zij verdwenen spookachtig in de mist om
Marianne te verlaten door dezelfde poort, waardoor
Vroeger werden voor de wagens veelal auto-
assen met naven en auto-wielen gebruikt, welk
materiaal vaak ver versleten was, terwijl onder
delen in de meeste gevallen niet konden worden
nageleverd. Het gebruik van deze tweedehands
materialen heeft veel ellende opgeleverd.
Tegenwoordig zijn er grote assenfabrieken, welke
nieuwe rollagerassen, speciaal geschikt voor de
landbouwwagens, vervaardigen. Bovendien zijn er
voor de landbouwwagens nieuwe schijfwielen ter
'beschikking, welke alle van één standaard-maat
zijn, zodat alle onderdelen onderling verwisselbaar
zijn.
Door toepassing van lichte en speciaal geperste
staalprofielen zijn de wagens in de loop der jaren
sterk verlaagd in eigen gewicht. De 5-tons wagen
weegt dan slechts pl.m. 875 kg.
Gaat men het verlies aan trekkracht over een
geheel jaar eens na, wanneer men steeds bij elke
vracht, ongeacht of de wagen leeg of geladen is,
Ib.v. 250 kg onnodig moet vervoeren, is deze nog
niet zo laag.
In tal van landbouwbedrijven is de mechanisatie
zo ver doorgevoerd, dat de paarden geen of maar
een zeer ondergeschikte rol meer spelen. Zodoende
wordt de laatste jaren de vraag naar speciale aan
hangwagens op veren, voor gebruik achter snelle
wiel-tractoren, steeds groter.
De tractorwagen is van geheel andere construc
tie dan de voorgaande beschreven typen. In de
trekstang is een inlooprem aangebracht, werkend
op de vooras, welke automatisch remt, wanneer de
tractor snelheid vermindert.
Het schamelstuur zwenkt op een kogel draai-
krans, welker grootte afhankelijk is van het draag
vermogen van de wagen en varieert van circa 850
tot 1050 mm diameter.
De veren zijn half-eliptisch en aan beide einden
opgehangen in rubberblokken. Dit geeft de wagen
een geruisloze gang en tevens het grote voordeel
dat de smeerpunten in de veren komen te verval
len. Deze wagens, alsmede het remsysteem, vol
doen aan de wettelijk gestelde eisen voor het ge
bruik achter moderne tractor, jeep of vrachtauto
en zijn voorzien van complete verlichtingsinstalla
ties enz.
A. C. GAKEER, Stavenisse.
zij vier jaar en vier maanden geleden binnen ge
komen waren. Zij keerden niet weer!
De vreselijke terugtocht uit Parijs, de bombarde
menten van Londen, van de Malta-convooien enz.,
was voorbij. De Duitse honden hadden Frankrijk
verlaten, zij keerden niet weer.
Casey trachtte aan enkelen van de kleine groep
te vertellen, die met hem op de heuvel stonden, hoe
hem dit alles aangreep, maar niemand toonde be
langstelling. Het scheen alsof de tijd stilgestaan
had en alsof zij eerst vanmorgen met een gezel
schap verveelde Franse officieren de Maginot had
den omzworven. Nog ontstenneder was het zich de
afstand te realiseren die lag tussen vandaag en
gisteren.
,,Ik zag de Duitsers binnenkomen en ik zie ze
er weer uitgaan", zei hij tegen een vuile soldaat,
die een majoor bleek te zijn. Hij keek hem spot
tend aan.
„Het is waar", zei de majoor, „ze gaan er uit,
maar U hebt toch hier de hele tijd niet zitten wach
ten."
De L. J. G. passeerde de wegwijzer naar Longwy.
Longwy, onbekend bij iedereen. Mij schoot het ver
haal van Robert Casey te binnen, de oude rot, die
angegrepen werd door het schouwspel van Longwy.
Onze bussen zetten hun tocht voort naar het schone
Groothertogdom.
J. M. GELUK.