DE BOERENJEUGD <3, dia jeugd VAN TEGENWOORDIG KUN JE nog schrijven SCHRIJF DAN MEE ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND AGENDA. Redactie: N. Filius, Koos Janse, M. Kosten, Z. Poppe, M. Poissonnier en J. J. de Putter. Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes. DONDERDAG 29 MAART: Ledenvergadering L. J. G., Afd. Axel. Onder de vele tegenwoordige problemen hoort ook wel de zgn. degeneratie van de jeugd. Ik wil als jongere zo „brutaal" zijn de jeugd met enkele nuchtere feiten proberen te verdedigen. Allereerst is het niet denkbaar dat de karakter eigenschappen na één geslacht plotseling gedegene reerd zijn. Er moeten dus andere redenen gezocht worden. De oorlog. Inderdaad zijn er na de oorlog in ver schillende landen minder mooie voorbeelden van de jeugd te noemen. Maar dragen wij als jeugd daar de verantwoording voor. Zeker niet voor de oorlog! En hoe was het na vroegere oorlogen, dus bij onze voorouders met de jeugd gesteld? Verder leeft de jeugd oppervlakkiger, doch is er bij de ouderen ook niet iets in die richting merk baar. Een gevolg van bange tijden, misschien de loop' der tijden met zijn vele omwentelingen vanto slavenhandel en van slavenhandel tot Maar ook hiervoor kunnen wij toch ook niet alleen aansprakelijk worden gesteld. Wel ligt er hier een (onmogelijke?) taak voor de jeugd om deze omwentelingen in rechte banen te houden. Hierbij komt ik dan gelijk op een verwijt van vele ouderen uit de praktijk van het verenigings leven dat er geen jongeren naar vorenkomen en zich beschikbaar stellen om leidende functies op zich te nemen. Wel weet ik natuurlijk niet of die vroeger beter was alleen constateer ik dat men veel dezelfde mensen in verschillende verenigingen ach ter de bestuurstafel ziet zitten. Of er voor deze enkele personen niet enkele jon geren ter vervanging zijn, geloof ik niet. Maar de ouderen moeten dan ook van hun kant de jongeren de gelegenheid geven hun kunnen te tonen. Krijgt men vooral door veel over degeneratie enz. te praten, juist daardoor niet dat de jeugd gaat denken dat ze lang niet zo geschikt zijn als hun voorgangers en zich daarom misschien onnodig achteraf houden? AD. DOELEMAN. VERSLAG der eerste 5 levensjaren der L. J- G., afd. Oostkapelle en Omstr., ter gelegenheid van ons eerste lustrum op 29 December 1950. Het is vijf jaar geleden thans Dat jongeren keken naar een kans, Tot stichting van een L. J. G. Waaraan een ieder zou werken mee. Zo kwamen elf jongeren bij elkaar In het verenigingsgebouw aldaar, Van Nieuwenhuijzen, Willem, Kees Sprak in zijn openingswoord, zeg jongens wees Nou eens verstandig en sluit je aan, Bij de L. J. G. die zal bestaan, Toen kreeg Joos Ce vaal het woord en liield even Een flinke inleiding over doel en streven, Daarna gaven nog ter inspiratie Twee jongens een gezellige declamatie. Een bestuur werd toen gekozen En tot slot een dankwoord gesproken, Hiermee was de eerste vergadering afgedaan En zijn allen weer huiswaarts gegaan. Maandelijks werd toen vergaderd, reeds En ieder hield op toerbeurt een inleiding steeds, Ja, nog meer jongens werden lid, Wij beschouwden het reeds als een groots bezit. De L. J. G., zij groeide als kool Het werd zowaar vast een symbool. Maar... zoals een ziekte soms bij kinderen Kwam zij ook hier de boel verhinderen, Want, nog maar één jaar na de oprichting Was het maar meer een kleine kring, Die nog ter vergadering kwam. En vraagt ge naar de oorzaak hier dan van Ja, dan geloof ik, zeker en gewis Dat de Mil. Dienst daarvan de grootste oorzaak is. Doch dit duurde slechts één halfjaar En men kwam weer bij elkaar, Want het Str. Bestuur dat deed bericht Dat er Friezen, ja wellicht Ook Friezinnen zouden komen, Om bij ons een dag of 2 te blijven wonen. Schijnbaar gaf dat de leden thans weer moed Want men kwam met groten spoed, Naar de hofstede „De Linge" Waardoor we weer de goede kant op gingen- Daarna kwam weer de winter aan Dat werd voor ons een studiebaan, Vele leden gingen naar Middelburg om les Waar Meneer Braam stond op de bres, Voor de motor, W3nt die man Had daar heel wat kennis van. In 't voorjaar, nog voor dat kwam het werk Hield men een propaganda-avond met Serooskerk, Ook werd een proefveld aangelegd In aardappels, en 't moet worden gezegd Het wieden dat gaf ons maar weinig moed, Maar het ziektebeeld waar het om ging dat was [toch goed. Zo was ook die zomer weer verstreken En werd weer naar de winter uitgekeken, De voorzitter W. van Liere die sprak toen „Zeg jongens nou gaan we eens link aan studie En als bestuur hebben toen wij [doen, Een cursus in elkaar gezet en hij Die deze 2-jarige cursus gevolgd heeft, Die heeft daar veel plezier beleefd. Want de heer Haandriksman die leerde hen Van scheikunde en stikstoffen. Van koolhydraten en zo voort Met alles wat er bij zo'n cursus hoort- Dikwijls hield men in die tijd vergadering En in December stuurde men ook de uitnodiging, Naar de donateurs, zodat zij zagen Waarvoor zij eigenlijk hun „gulden" gaven, En met die guldens in de kas Ging men in de zomer toen alras Een sportmiddag in 't ringrijden organiseren Waarbij 8 leden de lansen hanteerden, De wedstrijd met Serooskerke was begonnen En na afloop bleek dat wij hadden gewonnen. Want Dirk Vos die won de zilveren beker En Jan Poppe een medaille dat was zeker, Maar 't volgend jaar viel het anders uit Want dan zag men tot 't besluit, Al deden wij ook nog zo goed ons besten Wij waren toch maar steeds de lesten. Ja, ja Buurman Serooskerk' ging er van door Met beker, medaille en potlepel hoor! Ook de ontspanningsavonden van vorig jaar Vielen zeker bij velen in de smaak, da's waar- En daarom zijn wij ook deze winter al reeds Met repetities aan de gang geweest, Ook hebben al verschillende leden aan De Z3aiwedstrijden mee gedaan. Zo wil ik ook nog even wijzen op Het feit, dat onze Vice Voorzitter dit jaar stond Zo ziet men dus dat de L- J. G., [aan de kop, Al viel het soms dan ook niet mee, Toch in 't geheel niet stil gezeten heeft Integendeel, er werd gestreefd, Naar Ontwikkeling der jonge plattelander En laten wij ook in de toekomst met elkander Te samen voortgaan hand en hand, Tot nut en welvaart van ons Boerenland. KR. POPPE, "Secretaris Afd. Oostkapelle en Omstr. Wanneer we het resultaat bezien van de opstel lenwedstrijd, dan geeft dit geen opwekkend gevoel zulks in de toekomst te herhalen. Om de leden aan 't schrijven te krijgen schijnt er heel wat te moeten gebeuren, we zien dit wel aan de bijdra gen voor de Beurenjeugd. En wat is de oorzaak ervan? Gebrek aan wil, tijd, of bekwaamheid? Wat het laatste betreft kunnen we toch wel ge rust zijn geloof ik, want alleen al 't feit dat we lid zijn van de L. J. G. en dan ook actief lid, moet reeds voldoende zijn hiervoor. Wat het tweede betreft, gebrek aan tijd, daar valt voor velen wel iets over te zeggen, maar dat zijn diegenen die in de L. J. G. ook het meeste doen. Men heeft het wel eens over vrije tijdbesteding, maar wanneer we de helft van wat er in de winter te doen is willen volgen, dan is men geen avond meer vrij. Om maar bij de L. J. G. te beginnen enkele avonden in de maand vergadering. Is men dan nog secretaris of voorzitter dan kan men nog wel één avond er bij rekenen voor thuiswerk. Eén avond in de week voor 't volgen van een cursus (ik stelt dan nog maar 't geval dat men één cursus volgt)één avond in de week voor repetities van toneelclub voor de te geven ontspanningsavond, later worden dat twee avonden en dan de eindeloze stroom van middagen of avonden met lezingen, film, van allerlei andere verenigingen (verenigin gen van Oud-leerlingen, Voorlichtingsdienst, ver schillende maatschappijen, firma's, fabrieken enz.) En dan wil ik nog maar niet eens nagaan de tijd voor bijv. de voetbalclub, de sportvereniging, mu ziek of schoolclub, waar toch soms ook nog ver schillenden onzer lid van zijn. En dan hebben we toch ook altijd nog diegenen die nog op school zijn en met huiswerk zitten. Dit alles neemt echter niet weg, dat wanneer we werkelijk willen, we best nu en dan iets kunnen schrijven hetzij voor de B. J. of zoals nu aan een opstel over ,,'t Leven op de Boerderij", wat als onderwerp toch zeker wel onze belangstelling ver dient. Velen onder ons zouden hier genoeg over kunnen schrijven maar de één is bang dat hij het te eenvoudig zal doen zodat anderen zullen zeggen wat een flauwe kinderachtigheid eigenlijk, en een ander wil het te mooi doen en begeeft zich in aller lei moeilijke en geleerde zinnen, zodat men weer bang is dat men zal zeggen: wat verbeeldt die zich eigenlijk wel. In dit alles ligt wel één van de grootste oorzaken van het niet doen, men weet dat wat men zegt on der de ogen komt van zijn omgeving en wat zal deze zeggen en oordelen. Met dezelfde oorzaak hebben velen te kampen, wanneer zij eens een inleiding moeten houden voor een vergadering of een vraagstellen. Toevallig las ik deze week een stukje getiteld: „Wat mén van je zegt". Het lag wel op een ander gebied maar een groot gedeelte zou toch op velen onzer van toepas sing zijn. Laten wij toch als L. J. G.-er zijnde ons niet weer houden om iets te doen van hetwelk wij weten dat iet nuttig en goed is, door de angst voor datgene wat men over je zegt, dit is niet alleen van belang van zoveel invloed zijn op onze andere daden en om ons aan 't schrijven te zetten maar 't kan ook beslissingen in het leven N. FILIUS. AFD. 's HEER-ABTSKERKE—NISSE. Op Zaterdag 10 Maart in het verenigingsgebouw „Irene" te 's Heer-Abtskerke, is door de leden van de L. J. G. en Z. P. M. van de Afdeling Oostelijk Zuid-Beveland, het stuk opgevoerd: ,,'t Leven is een loterie", wat een groot succes boekte. Alle spelers (sters) waren goed op hun plaats en er werd zeer vlot gespeeld. Dat de Afdeling 's-Heer AbtskerkeNisse daar de Oostelijke buren zeer erg dankbaar voor waren en nog zijn, dat is te begrijpen en 10 Maart zal niet vlug vergeten zijn. De zaal was goed gevuld en het applaus bewees hoe men het naar de zin had. In de pauze werd een verloting gehouden, die de onkosten ver zullen dekken; er waren dan ook erg veel mooie prijzen die hoofdzakelijk door de leden geschonken waren en waar we alle gevers (sters) ook erg dankbaar voor zijn. De heer J. Sinke zorgde voor de muziek, die ook goed van pas kwam om een vrolijke stemming in de zaal te krijgen. Het was alles bij elkaar een zeer geslaagde avond. De Voorzitter, J. M.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 5