Mij van Landbouw
Noord-Brabantsche
ZITDAG BOEKHOUDBUREAU.
ALGEMENE VERGADERING.
AFDELING WOUDRICHEM.
DE NEDERLANDERS IN CANADA.
AFDELING SPRANG-CAPELLE.
KRINGVERGADERING OOST- EN
MIDDEN-BRABANT.
FIJN AART: Vrijdag: 23 Februari, 10—12.30 uur, in
Hotel „De Graanbeurs".
van de Provinciale Jongeren Organisatie der
Noord-Brabantse Mij. van Landbouw, te houden op
Dinsdag 20 Februari, om 2 uur nam., in het ge
bouw van de Chr. Volksbond te Sprang.
Programma:
1. Opening.
2. Jaarverslag van de Secretaris-Penningmeester.
3. Rondvraag.
4. „De betekenis van de K.I. en de ontwikkeling
hiervan in Noord Brabant", in te leiden door
de Weled. Gestr. Heer Ir. A. Th. Ariëns, Rijks-
veeteeltconsulent te Ginneken.
Bespreking.
5. „Ligt de wereld open voor onze agrarische
jeugd?" in te leiden door de Weled. Gestr.
Heer Ir. M. A. Geuze, Voorzitter van de Z. L.
M., te Poortvliet.
6. Pauze, waarin gezamenlijk de zelf meege
brachte broodmaaltijd wordt genuttigd.
7. Korte inleidingen door elke afdeling.
8. Verloting ten bate van het Provinciaal werk.
9. De avond zal zo nodig verder worden gevuld
met toneel en muziek.
10. Sluiting.
Ook de dames zijn welkom!
Het Bestuur:
A. D. BAREL, Voorzitter!
G. A. KNAAP, Secretaris.
Ledenvergadering op Maandag 26 Februari 1951,
n.m. 7.30 uur in Café Bergeijk, Woudrichem.
Agenda:
1. Opening.
2. Notulen.
3. Ingekomen stukken.
4. Rekening over 1950.
5. Verkiezing van 2 bestuursleden. Aftredend
de heren P. van Vlugt en. H. de Lorm.
6. Bespreking ruilverkaveling en wegenplan.
7. Mogelijkheden voor de maisteelt.
8. Lezing door de heer A. Korteweg, Secretaris
der N. B. M. L.
9. Rondvraag.
10. Sluiting. Het Béstuur:
C. M. SCHAAP, Voorzitter.
H. DE LORM, Secretaris.
Op Dinsdag 20 Februari a.s., 's avonds om 7 uur,
zal in de zaal van de heer C. G. van Dijk te Alm-
kerk, een lezing worden gehouden door de Weleerw.
Heer J. van Oijen over:
„Een jaar onder de Nederlanders in Canada."
De heer Van Oijen was een jaar in Canada
werkzaam in kerkeijk verband en de lezing zal dus
o.m. ook het kerkelijk leven in Canada behande
len.
Om het gesprokene duidelijker te maken, zullen
er ook lichtbeelden vertoond worden.
De heer Van Oijen zal ditzelfde onderwerp even
eens behandelen voor de Afdeling Hilvarenbeek
en wel op Maandag 19 Februari a.s-, des avonds
half acht, in de Ned. Herv. Kerk aldaar-
Alle belangstellenden zijn welkom.
De Afd. Sprang-Capelle der N.B-M.L. kwam op
6 Februari j.l. in Café Van Dijk in ledenvergade
ring bijeen. Na een openingswoord van de Voor
zitter, de heer B. Maijers, werd het woord verleend
aan de heer De Waard, voorzitter der N.B.M.L., die
in zijn rede verschillende actuële landbouwvraag
stukken behandelde.
Spreker begon met een overzicht te geven van
de internationale spanningen en moeilijkheden,
waarvan ook onze Nederlandse land- en tuinbouw
de terugslag ondervindt. Als richtlijn voor de hui
dige landbouwpolitiek is aangenomen een redelijke
bestaansmogelijkheid van het goedgelëide en eco
nomisch verantwoorde bedrijf.
Omtrent de uitleg, die aan dit begrip moet wor
den gegeven bestaat echter wel eens verschil van
mening tussen de Regering en de georganiseerde
landbouw. Het mag niet zo zijn, dat wanneer onze
boeren aan de eis tot hogere productie en rationali
satie voldoen, de hieruit verkregen voordelen direct
weer worden ontnomen door een lagere prijsstel
ling jroor diverse producten. Dit systeem zou op de
duur fnuikend werken op persoonlijk initiatief en
werklust.
Spreker behandelde vervolgens de wijze waarop
de kostprijsberekeningen tot stand komen, de
gerstinnameregeling, de regeling van consumptie
aardappelen en de pachtwetgeving.
Voor het zo goed mogelijk behartigen van de be
langen van land en tuinbouw is een zo hecht mo
gelijke samenwerking geboden. De Stichting voor
de Landbouw is als orgaan van samenwerking voor
onze landbouw van het grootste belang en heeft
zeer veel kunnen tot stand brengen. Ook de coöpe
raties zijn organen van samenwerking, op een an*
der vlak doch even belangrijk om de positie van
de landbouw te verstevigen. Spreker wekte allen
op, om op positieve wijze mee te werken in stands
organisatie en coöperatie in het belang van de
landbouw in het algemeen en het eigen bedrijf in
het bijzonder.
Na de pauze verkreeg de heer A. Korteweg,
secretaris der N.B-M.L., het woord om een uiteen
zetting te geven van het doel en het werk der
Noord Brabantse Mij. van Landbouw. Spreker be
gon met de positie te schetsen, waarin onze land
bouw ongeveer een eeuw geleden verkeerde. De
oprichting der eerste landbouwmijen droeg er toe
bij, het standsbewustzijn bij de boeren en tuinders
wakker te roepen. Langs de weg van organisatie
en coöperatie heeft de boerenstand zich weten op
te werken tot het peil van tegenwoordig.
Spreker schetste vervolgens de doelstelling der
N.B.M.L., die er nog steeds op is gericht bij het
streven naar het behartigen van de landbouwbe
langen te zoeken naar datgene wat ons ais boeren
en tuinders verbindt en niet allereerst naar datgene
wat ons scheidt.
Vervolgens werd een overzicht gegeven van het
werk, dat dóór de organisatie wordt verricht.
Vooral ook van de instellingen der N.B.M.L., die
in het belang van de leden zijn opgericht, kan vaak
nog in veel ruimer mate gebruik worden gemaakt.
Spreker wekte vooral op tot meerdere belangstel
ling voor boekhoudbureau en verzekeringen.
De Voorzitter gaf hierna gelegenheid tot het
stellen van vragen, waarvan ruimschoots gebruik
werd gemaakt. De vergadering werd hierna met
een woord van dank aan sprekers en aanwezigen
gesloten.
Op 12 Februari j.l. werd te Eindhovep een ver
gadering van de Kring Midden- en Oost-Brabant
gehouden.
Deze vergadering, welke onder leiding stond van
de heer C. de Zeeuw als voorzitter, werd vrijwel
geheel gewijd aan het voor onze gemengde bedrij
ven zo belangrijke onderwerp: de veevoeding.
Door de heer Ir. Mulder, die als assistent van
Dr. Grashuis verbonden is aan de -bekende proef-
boerderij „De Schothorst" te Hoogland (bij Amers
foort) werden in een zeer interessante rede de ver
schillende aspecten van de moderne vee voedings
leer. behandeld.
De opkomst van deze vergadering had, gezien
het belangrijke onderwerp, groter kunnen zijri. De
aanwezigen zullen echter ongetwijfeld het bijwo
nen van deze vergadering niet als een verloren
middag beschouwen.
De thuisblijvers hadden ongelijk, maar mogelijk
vond dit mede zijn oorzaak in het aanvangsuur
van de vergadering. Daarom is besloten, voortaan
deze vergaderingen om 10 uur v.m. te doen aan
vangen en om 3 uur n.m. te doen eindigen. Men
kan dan weer tijdig thuis zijn om zo nodig te mel
ken en te voeren.
Onderstaand laten wij een beknopt verslag van
de rede van Ir. Mulder volgen-
Moderne veevoeding.
Onze veeteelt heeft de laatste tientallen jaren een
grote vooruitgang geboekt, die behalve door selec
tie en teeltkeuze, ook door verbeterde inzichten in
de voedingsleer is verkregen.
De bouwstenen van het veevoeder zijn eiwit, zet
meel, vetten, met daarnaast mineralen en vitami
nen. Deze stoffen dienen in de juiste verhoudin
gen te worden verschaft.
Voor het opstellen van een goed voederrantsoen
hebben we normen, die op grond van wetenschap
pelijke proeven zijn vastgesteld. Te weinig eiwit in
een rantsoen is onjuist, doch een teveel hiervan is
niet alleen duur, maar kan ook schadelijk werken
voor de gezondheidstoestand van het dier. Kop-
ziekte is b.v. één van de verschijnselen, die dan op
kunnen treden.
Van groot belang zijn de bouwstenen van het
eiwit (aminozuren). Het gaat dus niet alleen en
niet zo zeer om het eiwitgehalte van een bepaald
product of mengsel, maar om de samenstelling van
het daarin aanwezige eiwit.
De mineralen spelen in de veevoeding een be
langrijke rol. Het belangrijkst zijn calcium en fos
for, daarnaast kunnen genoemd worden jodium,
natrium, magnesium, mangaan. Gebrek aan een of
meer van deze mineralen kan op de duur ziekte
verschijnselen veroorzaken. Al deze elementen zijn
in de bekende mineralen-mengsels aanwezig en ko
men ook in de goede mengvoeders in voldoende
mate voor.
Van de vitaminen is vooral het A vitamine be
langrijk. Tekort hieraan kan o.a. onvruchtbaarheid
blindheid e.d. veroorzaken. Dit vitamine komt voor
in levertraan, dohyfral-olie en carotine (rode wor
telen, gele mais).
Bij het inkuilen volgens de warme methode gaai
dit vitamine grotendeels verloren. In gedroogd
gras, koude kuil e.d. treft men daarentegen dit
vitamiije wel aan. B-vitamine komt voor in granen,
voor jong pluimvee zonodig vital bijvoeren. C-vita-
mine komt voor in hakvuehten.
Tekort aan D-vitamine veroorzaakt slechte been-
derengroei en e.t. afwijkingen in het beenderstël-
sel. Zonlicht en buitenlucht zijn een goede bron
hiervoor.
Het E-vitamine is nodig voor de vruchtbaarheid.
Er zijn ook overigens goede voedermiddelen, die
bepaalde gifstoffen bevatten, zodat een teveel hier
van schadelijk kan werken. Dit is b.v. het geval
met lijnzaad. Hierin komt blauwzuur voor, dat
bijv. bij toedienen in slobbervorm vergiftiging kan
veroorzaken. Hiervan dus nooit te veel geven.
De voedering van het pluimvee.
Haver staat bekend als sterk de leg te bevorde
ren. Dit is echter een éénzijdig voer, dat met an
dere granen als gerst, mais en tarwe dient te wor
den aangevuld. Het best is echter ochtendvoer van
een goede samenstelling, daar hierin alle benodig
de voedingsstoffen aanwezig zijn. De productie van
ons pluimvee is door de nieuwe inzichten inzake
de voeding zeer sterk gestegen.
Fokvarkens.
Deze mogen niet te vet worden gemaakt, daar
onvruchtbaarheid hiervan het gevolg kan zijn. In
het eerste begin van de dracht voere men 1015
kg bieten, daarnaast hooihaksel, gedroogd gras of
kuilgras, kg eiwitrijk meel en een eetlepel mine
ralen. In de zomer is de weide voldoende en be
hoeft niet te worden bijgevoederd.
Later in de dracht wat meer eiwitrijk meel en
enkele dsgen voor de geboorte van de biggen wat
lijnmeel .en/of Engels zout.
Biggen.
De biggen dienen een week na de geboorte de
beschikking te hebben -over teelaarde of graszoden.
Dierlijk eiwit is belangrijk (ondermelk, diermeel,
vismeel). Na 23 weken rantsoen als moederdier.
Na 810 weken spenen. Wanneer bij 6 weken
wordt gespeend, dient koemelk te worden bijge
voerd.
Slachtvarkens.
Hiervoor zijn 4 tvpen mengvoeders en wel eiwit
rijk meel, C meel, D meel en DA-meel. Granen die
nen steeds te worden aangevuld met ondermelk en
mineralen. DA-meel is bestemd voor een rantsoen
met zeer veel hakvruchten. Dit meel bevat het
dubbele gehalte aan eiwit en mineralen, 1 kg hier
van naast volop hakvruchten is voldoende.
Rundvee.
Het rundvee is voor een groot deel aangewezen
op producten van het grasland. Dit gransland dient
daarom aan verschillende ei<=«n te voJdo<m:
a. de bemesting moet alzijdig' zijn. Behalve N,P,
K, en Ca is ook stalmestbemesting v,an groot be
lang;
b- het grasbestand dient voldoende goede gras
sen te bevatten, daarnaast ook klavers en kruiden
(b.v. 75 goede grassen, 20 klavers, 5 krui
den)
c. het grasland dient doelmatig te worden
benut. De kwaliteit van- het eras loont van
voorjaar tot najaar sterk uiteen. Vaak is het gras
in het vqorjaar te eiwitrijk. Kopziekte kan hiervan
het gevolg zijn, wat voorkomen kan worden door
het bijvoeren van pulp of e.t. aardappelen of bie
ten. Ook in het najaar kan bijvoeren met het oog
hierop gewenst zijn.
In het belang van de dieren wordt vaak te laat
opgestald, half October is tijd. Van stoppelknollen
voere men hoogstens 50 kg per dag, van bietenloof
max. 60 kg per dag.
Mengvoeders.
Het krachtvoeder wordt vor«troi<t in dc v»m
mengvoeders. Sinds 1935 is hiervoor de C.L.O-
controle ingesteld, waaraan alle coöperaties mee
werken.
Bij de opheffing van de graaninnameregeling in
September 1949 is het menggebod opgeheven. In
plaats hiervan zijn raam voorschriften ingevoerd,
waarbij 12 van het gehalte is voorgeschreven.
Vooral de samenstelling van het eiwit is echter van
groot belang. De huidige regeling houdt dan ook
het grote gevaar in, dat met de samenstelling kan
worden geknoeid. Het verplicht vermelden van de
samenstelling stelt de boer in staat te controleren,
wat hij koopt.
Afvalproducten als havermoutafvalmeel en ger-
stevoermeel behoren niet thuis in goede mengvoe
ders. Men overtuige zich daarom steeds eoed van
wat men koopt en stelle als eis: goede kwaliteit
tegen de laagst mogelijke prijs. Deze waarborgen
worden in ieder geval geboden door onder C.L.O-
controle staafde me^cvoederq va" do coönp-rptïos.
V~n de gelegenheid tot het stellen van vragen
werd o.a. gebruik'gemaakt door de heren Van de
Nieuwegiessen, De B'e. De Vos. Eikelenboom, Van
der Weele, De Wit, Krul en Staal.
Deze vragen betroffen o.a. de opfok van kuikens,
het voorkomen van dunne eierschalen bij pluim
vee, het droogvoederen van varkens en het inkui
len van luoinen zonder melasse.
Dit inkuilen is mogelijk zonder melasse, met
melasse zal de sm^ak echter vaak wat beter z'in.
Een uitvoerige besnreking volgde nog over inkui
len volgens de warme of koude methode. Hoe
eiwitrijker het product, hoe noodzakelijker het zal
zijn om volgens de koude methode (dus met toe
voeging) te kuilen. Voot-od staat, dat de toevoe
ging innig met het te kuilen product dient te wor
den verrvipn^d. D't eeldt 701*^1 \roor melasse als
voor A.I.W-zuur, bieten of anderzins.
Door de Voorzitter werd nog gewezen op de mo
gelijkheden van een kleine hakselmachine, die voor
de kleine bedrijven economischer zal ziin dan de
Hardel-ndmachine. Ook het ruiteren on dakruiters
of op gewone driepootruiters werd uitvoerig be
sproken.
Het is niet uitgesloten, dat door een geringe
broei het hooi van driepootruiters wat smakelijker
zal ziin. Als nadeel staat hiertegenover verlies aan
I carotine.