Uitmergelingsaftrek Landbouwgronden. rs|ffEEN VERSTANDIG BOUWPLAN. Zijt steeds op Uw hoede! De komende kalltijd. EL - In aansluiting op ons artikel van vorige week volgt hier het restant der artikelen van het Besluit. Art. 3. 1: De aftrek per hectare grond, welke bij het einde van December 1945 of voor de vermogensheffing ineens bij de aanvang van 1946 werd geexploitee. d, bedraagt voor tuinders en kwekers, indien het betreft: a. tuinbouw onder glas ƒ400, b. tuinbouw in de volle grond met één teelt, per jaar 150, echter voor boomgaarden 300, c. tuinbouw in de volle grond met twee of meer teelten per jaar 300, 2. Terzake van waardedaling van opstallen, welke bij de in het eerste lid genoemde gronden behoren, bedraagt de aftrek: a. voor een kas (serre) ƒ0,65 per m2 glas; b. voor een warenhuis ƒ0,80 per m2 glas; c. voor een verwarmingsinstallatie met een capaci teit, voldoende voor een warenhuis van 1200 m2 glas of voor vier kassen van 280 m2 glas 175, voor andere installaties een naar evenredigheid te bepalen bedrag; d. voor platglas ƒ1,per raam; indien hout voor de bakken wordt gebruikt, ƒ1,25 per raam; e. voor rietmatten 1,70 per met rietmatten be dekt raam. 3. Indien aan een kas, een warenhuis of aan broei kassen ramen tijdelijk ontbreken, tellen deze ramen niettemin mee. Art. 4. 1. Aftrek op de voet van art. 2 derde lid, of art. 3 tweede lid, wordt niet verleend, indien aannemelijk is dat de opstallen in weerwil van de oorlogsom standigheden in het belastingtijdvak op de voordien gebruikelijke wijze zijn onderhouden. 2. In de gevallen dat de vermogensaanwas van de belastingplichtige geheel of gedeeltelijk naar het tarief van negentig ten honderd wordt belast, wordt een aftrek op de voet van dit besluit slechts verleend, indien en voorzover wordt aangetoond dat tengevolge van uitmergeling en andere oorlogsomstandigheden en waardedaling is ontstaan, welke van invloed is op dë bedrijfswinst van de belastingplichtige of van zijn rechtsopvolgers onder algemene titel in de jaren né 1945. Art. 5. 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag, volgende op die van zijn afkondiging. 2. Onze Minister van Financiën is beslast met de uitvoering van dit Besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal Worden gezonden aan de Raad van State. Na hetgeen vorige week is opgemerkt kunnen we over de betekenis dezer regeling voor de tuinbouw en fruitteelt kort zijn. De berekeningen kunnen op dezelfde wijze worden uitgevoerd als in het vorige week gegeven voorbeeld. Men vermenigvuldigt de met diverse gewassen beteelde oppervlakte met de gegeven bedragen en vindt dan het voor aftrek in aanmerking komende bedrag. Voorbeeld: A. exploiteert een tuinbouw- en fruitteeltbedrijf vein 10 ha. Berekening uitmergelingsaftrek: a. tuinbouw onder glas ha a ƒ400,- - 200, b. tuinbouw in volle grond met één teelt per jaar 2 ha a 150,300, c. boomgaard 7 ha k 300,2100, d. tuinbouw in volle grond met meer dan één teelt per jaar ha 300,150, Totale aftrek uitmergeling Aftrek voor opstallen. Kas (serre) 2000 m2 ƒ0,65 1300,- vVarenhuis 1440 m2 0,80 1152,— V erwarmingsinstallatie 1.20 x ƒ175 210,— Plat glas (op houten bakken) 1000 m2 èi 1,25 1250,— Plat glas (op stenen bakken) 560 m2 1,— 560,— Rietm. voor 800 ramen a 1,70 1350, 2750,— Totale aftrek voor opstallen Totale aftrek 5832,— 8582,— T.a.v. art. 4 valt op te merken, dat de aftrek voor le opstallen volgens art. 2 lid 3 en art. 3 lid 2 en 3 liet wordt verleend indien, ondanks de oorlogs- imstandigheden, de opstallen in het belastingtijd vak op de voordien gebruikelijke wijze zijn onder houden. In de oorspronkelijke regeling was als eis gesteld, dat de aanwezigheid en de grootte der waarde daling door te weinig onderhoud moest worden aangetoond. Thans moet „aannemelijk" zijn, dat het onder houd ondanks de oorlog toch normaal is geweest wil de aftrek niet verleend worden. Dit is een be tekenende verbetering. Het tweede lid van art. 4 houdt een beperking in van de aftrek, zowel voor uitmergeling gronden als voor achterstallig onderhoud opstallen, voor hen die geheel of gedeeltelijk naar 90 zijn belast. Zij kunnen van dit Besluit slechts profiteren, in dien en voorzover het hun gelukt aan te tonen dat door uitmergeling en andere oorlogsomstandig heden een waardedaling is ontstaan, welke van in vloed is op de bedrijfswinst in de jaren na 1945. Uit de aard der zaak een vrij zware opgave. Met dit en het voorgaand artikel menen wij een zeer eenvoudige en beknopte weergave te hebben gegeven van inhoud en betekenis van het Besluit Uitmergeling Landbouwgronden. Het heeft o.i. weinig zin om over mogelijke twist vragen te gaan schrijven, daar het Besluit voor de meeste practijkgevallen o.i. niet veel moeite behoeft op te leveren. MEIJERS. 'r'v I Op de vergadering van het Hoofdbestuur van de Stichting voor de Landbouw met de vertegenwoor digers van de Provinciale Stichtingen en de Ge- Westelijke Organisaties, welke vergadering op 1 Februari 1951 is gehouden, heeft de voorzitter van de Landelijke Stichting de heer H. D. Louwes, het volgende openingswoord gesproken. Terugziende van de tegenwoordige samenkomst op onze voorgaande, zullen wij moeten erkennen, dat de omstandigheden, waaronder wij leven en werken noch internationaal, noch nationaal zich verbeterd hebben. Wij weten allen, hoe in de wereld buiten Neder land de verhoudingen zich nog steeds toespitsen en in Nederland zelf heeft de Kabinetscrisis veel verschil van mening en onzekerheid aan het licht gebracht. Ik geloof, dat het nu een voorrecht is, dat wij als agrarische bedrijfsgenoten ons niet dood behoeven te hl >iven staren op deze veelzins onprettige ont wikkelingen, maar dat voor ons het voorjaar met een nieuw beroep op onze gezonde activiteit voor de deur staat. Het komende voorjaar roept ons weer tot allerlei werkzaamheden in onze bedrijven; de tuinder, de veehouder, de akkerbouwer en hun medewerkers gaan zich voorbereiden op een nieuwe campagne. Ons werk moet onder alle omstandig heden voortgaan. Het gevleugelde woord zegt het immers: „en de boer, hij ploegde voort". Ik herhaal nog eens, dat het een voorrecht is, dat dit werk ons onttrekt aan allerlei sombere overpein zingen, aan allerlei getob met schier onoplosbare moeilijkheden en ons weer gaat plaatsen temidden van de regenerende krachten der natuur, waarin wij onze arbeid vinden en mogen vólbrengen. De tuinder gaat weer denken aan het nieuwe teeltjaar en is misschien met allerlei uitvoeringen reeds begonnen, de veehouder ziet de tijd naderbij komen, dat het vee weer in de weide gaat en be reidt zich reeds voor op het uitstrooien van kunst mest en allerlei werkzaamheden om van zijn gras land de meeste producten te halen. Ook de akkCV- bouwer zal weer beginnen met kunstmest strooien en straks met zaaien en poten. Uit de aard der zaak zit iedere categorie ook wel met allerlei eigen moeilijkheden, wanneer men zich gaat indenken, hoe men straks zijn land weer zal gebruiken; ik wil hier met name een ogenblik stil staan bij de vragen, waarvoor de akkerbouwer wordt geplaatst. De moeilijkheden, die de akker bouwer ontmoet, zijn van tweeërlei aard: In de eerste plaats is door omstandigheden van het weer en plantenziekten het koolzaad groten deels mislukt en kon er lang niet zoveel winter tarwe uitgezaaid worden als misschien anders was gebeurd. In de tweede plaats is er nog weinig bekend ten aanzien van het regeringsbeleid omtrent de prij zen, terwijl voor vele producten die prijsontwikke ling min of meer wild is geworden. Temidden van deze moeilijkheden wil ik nu de akkerbouwers een raad geven; ik doe dat voor mijn persoonlijke ver antwoordelijkheid. Welnu, deze raad is: weest in de eerste plaats landbouwer en bedrijfsleider. Met het eerste bedoel ik, dat wij ons zoveel mogelijk moeten laten leiden door wat een goed gebruik van de grond vraagt, d.w.z. gewassen verbouwen, die passen in de vruchtopvolging, die passen bij de aard van de grond, die ook voor de toekomst een normale gang van het bedrijf kunnen waarborgen. Met het tweede bedoel ik, gebruik Uw grond zo danig, dat gij niet grote toppen krijet van arbeids- behoefte, waardoor gij in grote moeiliikheden kunt geraken bij het verrichten van de werkzaamheden, terwijl gij daarnaast de arbeidsmarkt en de loon vorming kunt gaan verstoren. Ik zou er tenslotte nog deze waarschuwing aan willen toevoegen, dat er wel een spreekwoord is, dat zegt, dat het geluk is met de stoutmoedigen, maar ook, dat mijn eigen lange boerenervaring mij heeft geleerd, dat de natuur graag het redeh'ike en het verstandige beloont en de overdrijving in een bepaalde richting straft. Als ik het dus nog eens mag samenvatten, dan is mijn mening, dat wij niet te veel moeten vraeen, wat de Regering van plan is te doen, omdat zelfs een Regering in deze zo zeldzaam ongewisse tiiden moeilijk kan waarborgen, dat het beleid, dat zij od het ogenblik nastreeft, ook inderdaad over een half jaar nog verwerkelijkt kan worden. In de tweede plaats wil ik zeggen, dat wii niet te veel moeten kijken naar alle mogeb'ikheden van groter gewin; zoals ik reeds gezegd heb, de prns- ontwikkeling van vele gewassen is min of meer wild. ik denk hier aan viae, ik denk hier aan haver en eerst. Het is verleidelük ziln bouwplan zo in te richten, dat men op grond van wat men nu weet, het grootste geldelijke gewin zou kunnen maken. Hoewei ik de redelijkheid erken, dat ieder met zijn verwachting omtrent het toekomstig geldelijk gewin rekening moet en mag houden, zo wil ik dus voor overdrijving in deze waarschuwen. Wij moe ten wel bedenken, dat of Minister Lieftink al of niet in het nieuwe Kabinet zal terugkeren, zijn be lastingvordering blijft en men van een eenmalig groot gewin een groot deel naar de fiscus zal moe ten brengen doch daarnaast kan blijven zitten met ontredderde arbeidstoestanden en een ontredderd bedrijf. Dit is een persoonlijke raad voor mijn per soonlijke verantwoordelijkheid; ieder kan ervan overnemen, wat hij wil, maar mijn inzicht, ervaring en gevoel voor maat en grenzen brengen mij ertoe U dit nu te zeggen. Tenslotte nog dit: het is mijn stellige overtui ging, dat als wij ons door de eenvoudige en rede lijke eisen van een goed landbouwer en een ver antwoordelijk bedrijfsleider te zijn laten leiden, wij ons ook op de meest juiste wijze inschakelen in de grote krachtsinspanning, welke in de naaste toe komst van ons volk in zijn geheel gevraagd zal worden. Welke nieuwe Regering ook gevormd zal wor den, zij zal steeds vele vraagstukken met een zeer grimmig aanzien moeten oplossen, n.l. onze levens standaard aanpassen aan het feit, dat de Marshall hulp geheel wordt ingezet voor de defensie en dat de grondstoffenprijzen op de wereldmarkt zeer sterk stijgen. Wij willen hiermede maar zeggen, dat, zolang uw auto of tractor bij particuliere maatschappijen is verzekerd, kunt u deze niet verzekeren bij de On derlinge Verzekerings Maatschappij voor Motor voertuigen der Z. L. M. Dubbele verzekering is niet alleen financieel na delig, doch tevens waardeloos Indien u dus plannen koestert om zich in de nabije toekomst bij uw eigen Onderlinge aan te sluiten, dan is het zaak de lopende polissen in de gaten te houden. U weet, dat lopende polissen meestal drie maanden vóór de vervaldag opgezegd moeten wor den. Wij vermelden dit hier even, omdat in uw brein wellicht geen polissen zweven, doch zaaiplannen, sproeiplannen enz. Tóch op uw hoede zijn, Z. L. M.- leden Heeft u reeds informaties ingewonnen omtrent de voorschotpremies voor auto's en tractoren, in dien u verzekert tegen het risico van wagenschade en wettelijke aansprakelijkheid bij de Onderlinge? Nog niet? En bent u tegen deze risico's zelfs niet verzekerd? Dat is toch onverantwoord? U kunt dit voor uzelf nog vlug goed maken door per omgaande inlichtingen en aanvraagformulieren te vragen aan onze vertegenwoordigers in dé dis tricten of op het Secretariaat der Z. L. M., Land- bouwhuis, Goes. De vertegenwoordigers zijn: Voor Tholen: P. Overbeeke, Wal 5, Tholen (Tel. 59); alléén auto's. J. H. van Dijke, Poortvliet (Tel. 55)alléén trac toren. Voor Oost Zeeuws-Vlaanderen: D. J. Dees Jzn, Veerweg B 18, Zaamslag. Voor West Zeeuws-Vlaanderen: Firma Iz. P. Boidin Azn, Oostburg (Tel. 120). Voor Noord- en Zuid-Beveland en Walcheren is 't adres: Secretariaat Onderlinge Verzekerings Maatschappij der Z. L. M., Landbouwhuis, Goes. Noteert u dit even? Loop Dinsdag even aan, u bent dan toch in Goes. Z. L. M.-leden, verzekert uw auto's en tractoren bij de Onderlinge Verzekerings Maatschappij voor Motorvoertuigen der Z. L. M. Voor de meeste delen van ons land breekt de echte kalf tijd weer aan. Van de melkkoeien zal dan wederom Ifet uiterste worden gevergd; het is aan de boer of het dier dit vol kan houden. Nog te vaak ziet men in het voorjaar te schrale dieren de weide ingaan. Met het gezegde: „Och, dat halen de dieren wel weer in" komt men er niet. Wat de con ditie betreft zullen de dieren er zeker wel komen, doch met de productie behoeft dit niet het geval te zijn. Een dier dat op stal goed d.w.z. met vol doende zetmeelwaarde, eiwitten, mineralen en vita minen is gevoederd, zal in de weide langer op de melk blijven. Is de melkklier, door gebrek aan een of ander noodzakelijk voederbestanddeel, de laatste stalmaanden niet meer in volle functie ge weest, dan is het zeer moeilijk zo niet onmogelijk deze nog weer in volle werking te krijgen. In de vorige publicaties hebben we er op gewezen hoe belangrijk het opmaken van een voederrant soen is. Speciaal is dit het geval bij de juist gekalf de dieren. Ons advies is dan ook: Gaat eens na of Uw versmelkse dieren voldoende krijgen! Daarna of zij niet te veel krijgen! Zowel bij te weinig als bij te veel voer, gaat het ten koste van Uw bedrijfsinkomsten. Wie zich zelf niet vertrouwt bii het berekenen ven de rantsoenen wende zich óf rechtstreeks óf via de rayonassistent tot het Provinciaal Veevoederbureau, dat steeds voor U klaar staat met haar w? arde volle edviezen. Stelt dit niet uit, doet dit nü! Hat ie in Uw eigen voordeel.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 4