Landbouwwerktuigen op Tholen VEETEELT EN -HOUDERIJ op Tholen en St. Philipsland Paardenfokkerij Vertonen en gaan de lasten omhoog. Het kan niet anders, want de onkosten zijn 2 3 maal zo hoog als in 1939, terwijl uitgesteld onderhoud moet gedaan worden. Ook de wegen vragen veel onderhoud door het vele snel vervoer. Door samenwerken worden de slechtste wegen verbe terd waaronder ook de weg SluispolderOud- Vosmeer valt. We rekenen op uw komst op 1 Juli. Scherpenisse. J. HAGE. De Kring Tholen en St. Philipsland organiseert 1 Juli een tentoonstelling van alle daar gebruik te werktuigen, van trekpaarden en zullen verder demonstraties gegeven worden door de Landelijke Rij verenigingen. Nu zal ik wat mededelen over de verschillende hier gebruikte werktuigen. De eerste luchtban denwagen werd hier gemaakt in 1934 en zal op de tentoonstelling aanwezig zijn ter vergelijking met de thans in gebruik zijnde typen. Na een bezoek aan de „Amato" te Amsterdam in 1936, waarop een motorwiedmachine door het Insti tuut te Wageningen was ingezonden, werd deze door verschillende landbouwers met interesse be keken. Een ondernemend landbouwer besloot, in samenwerking met een vakkundig smid, een der gelijke machine te bouwen. De machine uit Wageningen stond op een paar oude maaimachine-wielen; hier begon men direct met luchtbanden aan te brengen. De motor stond midden op het frame van de wiedmachine en duwde zo de voorwielen vooruit. Enkele machines werden zo gemaakt en voldeden goed. Al spoedig ging men een ander type bouwen en wel met de motor op een voorstel, die de ma chine trok; verschillende zijn op deze manier gemaakt en worden nog steeds, tot volle tevre denheid, gebruikt. Het zijn motorwieders met 2 man bediening. Maar de téchniek staat niet stil en zo werd gebouwd een vierwielig raam met op gebouwde motor, zitplaats voor de bestuurder er bovenop en balk met wied-stel achter de voor wielen, zodat de bestuurder een goed overzicht op de messen heeft. De werking is goed en er zijn enkele typen hiervan in gebruik. Nog weer van jongere datum zijn er bijgeko men n.l. de kleine wieltrekkers, zoals de Pony, Al les Chalmers en Farmuil Cup, waarmede ook prachtig werk wordt gedaan ter verpleging van de gewassen, zoals aardappelen oprijden, wieden, suikerbieten en bonen wieden, en andere lichte werkzaamheden. Ook op ander gebied is men niet achter geble ven. In 1946 is door een 12-tal leden der Coöp. Vlasfabriek aangekocht een Normandië vlastrek ker met 1,90 meter trekbreedte en vijf trekele- menten. Het meeste vlas wordt hier te-velde verkocht, zodat men zich er dan verder niet meer mede behoeft in te laten, daar het dan door de kopers zelf wordt getrokken. Anders is het met de leden van de Coöp. Vlas fabriek, die zelf voor trekken, binden en schelven moeten zorgen. Het werk is in niet te zwaar vlas prachtig, grond blijft er niet aan en het ligt mooi op zwaden. In drie jaar is er mede getrokken 38, 41 en 18 ha. Het wachten is nu nog op een goede opraap- en bindmachine om het getrokken vlas te binden. Kudde schapen van de heer Kooijman in de Joanna-Mariapolder. Ook de Werktuigen-coöperatie heeft hier haar intrede gedaan. De Coöperatie Oud-Vossemeer en Omstreken heeft ten behoeve harer leden ver schillende machines, n.l. twee motor-aardappel sproeiers Movi, sproeibreedte 12 meter. Allis Chal mers H. D. 5 Rupstractor met vierscharige ploeg en verschillende eggen. Allis Chalmers wieltrekker W. D., kunstmeststrooier met 5,60 m spoorbreed te, pick-up-balenpers en een zij-aanvoerhark. Dé combinatie telt 17 leden. Verder is er de Combinatie Hollarepolder. Deze heeft eveneens een rupstractor met werktuigen, en een grote 12-voets John Deere combine, welke afgelopen jaar prachtig werk heeft geleverd. Dan is er nog een combinatie te St. Maartens dijk. Ook zij heeft een rupstractor. Verder is er nog een Sproeivereniging, welke een motor-sproei er bezit. Het aantal werkpaarden is door al deze machi nes aanmerkelijk ingekrompen. Vele landbouwers zijn in het bezit van een rups- of wieltrekker met verschillende passende werktuigen. De maaidorser heeft hier ook al aardig ingang gevonden; erfeijn er van van verschillende typen en grootten. Al deze machines zullen op de 1 Juli a.s. te houden tentoonstelling ter bezichtiging zijn. Verder zullen er enkele nieuwigheden te zien zijn, waaronder een stalmestverspreidér, aard- appelpootmachines, half- en vol-automatisch, graanmaaiers, zaaimachines, kunstmeststrooiers, aardappelrooiers, ongeveer 40 verschillende typen tractoren, bietenlichters en nog enkele andere kleine werktuigen. Het geheel zal een indruk geven hoever de mechanisatie op Tholen en St. Philipsland is gevorderd. Het tentoonstellingsterrein ligt tussen Oud- Vossemeer en Tholen en is slechts 2 km van Tho len verwijderd. B. G. FRIDERICHS. Ofschoon het gebied, hetwelk ressorteert onder de Kring Tholen en St. Philipsland van de Z. L. M., hoofdzakelijk een akkerbouwgebied is, is op het eiland Tholen de veeteelt en -houderij toch ook nog van enige betekenis. Dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat er op Tholen land ligt, dat reeds van jaren her weiland is. Dit vaste weiland vinden we voornamelijk op twee plaatsen, n.l. de Schakerlooppolder, onder Tholen, en de „Weihoek," welke midden op het eiland ligt. Na de inundatie is de oppervlakte vast weiland wel wat verminderd. Bij het drdtogvallen was alles „dood" land en zijn enkele boeren ook hier akker bouw gaan toepassen. Dit bracht dikwijls enorm veel zorgen en ook wel misgewas. Veelal is weiland hier het beste op z'n plaats. Het rundvee, dat gehouden wordt, is merendeels aangekocht boven de grote rivieren. Zocht men het een 20-tal jaren terug meer in het vetmesten van ossen, waarvoor dan in het najaar stieren werden aangekocht, die, na castratie, twee win ters op stal stonden en één zomer geweid werden, thans koopt men veel magere schotten voor de mesterij. Enkele boeren kopen in 't voorjaar voor de weide, weer anderen in 't najaar voor de pee koppen, maar in beide gevallen worden de mees te rond Nieuwjaar, vet afgeleverd. De vaarzen worden de laatste jaren meest als kalf vaars afgezet. De kalfjes, die op de bedrijven geboren worden, worden, voor zover het vaarzen betreft („wilde" stiertjes waren de laatste jaren verboden), opgefokt. Ook worden hiervoor nog wel enkele nuchtere kalveren van elders aange voerd. Deze winter waren er ruim 800 vaarsjes, jonger dan 1 jaar. Melkveehouderij. Momenteel worden er ruim 1600 melkkoeien gehouden. Een tiental jaren terug, waren er 300 meer. Er waren toen veel meer oudere koeien. Dit is ook al een gevolg van inundatie en evacuatie. Men is, na terugkeer, weer van voren af, aan moeten beginnen, zowel met de koeien als met het weiland. Van deze ruim 1600 melk koeien wordt jaarlijks 5.500.000 liters melk gewon nen, van welke hoeveelheid er 2.000.000 1 in consump tie komt. De rest wordt, na aftrek van de hoeveel heid voor eigen gebruik en hetgeen benodigd is voor opfok van kalveren, door twee melkverwerkende fa brieken uit Brabant opge haald. In het voorjaar van 1948 is de Thoolse Melkfederatie opgericht. Toen in de na zomer van 1947 de aanvoer - vrachtkosten voor de fa brieken tot 2,75 cent per kg melk opliepen, lieten beide fabrieken ons „netjes" in de steek! De fabrieken gingen toen broederlijk samen. Na het oprichten der Thoolse Melkfede ratie was die broederlijkheid met één slag ver dwenen. Is dit weer niet een mooi bewijs van wat samenwerking vermag? „Boeren, let op uw Saeck!" Vóór de Federatie er was, gingen de fabrieken samen en telden 1000 afzonderlijke boeren net zoveel als één. Toen de Federatie er was, wilden beide fabrieken hier mede handelen en gunden ze elkaar het licht in de ogen niet! Op 3 Februari 1949 is men ook besloten tot het oprichten van de K. I. Vereniging Naar 'produc tief vee op Tholen en St. Philipsland." Het begon de laatste winter met de bevruchting van de koeien bar slecht te gaan. Nadat er enke le stieren onderzocht waren, bleek er veel tricho- monas-besmetting te heersen en men achtte, om de verspreiding van dit kwaad tegen te gaan, K. I. noodzakelijk. Ook uit een oogpunt van vee verbetering is K. I. voor onze Kring iets waarde vols. Er zijn hier toch nooit bloeiende stieren verenigingen, welke eerste klas stieren kunnen gebruiken, in stand te houden. De boeren zien op het verre leiden met hun runderen. Wanneer de stier naar de bedrijven kon geleid worden, zoals Watertoren met grasdroging. zulks met hengsten geschiedt, was er animo ge noeg. Stieren, bestemd voor K.I., zou men twee maanden op stal moeten hebben vóór ze dienst zouden moeten doen. Er schijnen wel stieren te zijn, waarbij verplaatsing funest werkt op de kwaliteit van het sperma. Dat het aantal stieren in onze Kring sterk is ingekrompen door het stichten van een K. I. Ver eniging, spreekt welhaast vanzelf. Wanneer we zien, dat tot 1940 hier ruim 90 stieren waren voor goed 1900 koeien en een,400- tal vaarzen, dan blijkt hier ook wel uit, dat men niet gaarne ver-liep met de runderen. Bij deze 90 stieren zijn dan nog niet de stieren beneden één jaar geteld. Het totaal aantal runderen bedroeg in onze Kring voor 1940, ruim 6000, thans is dit aantal 2000 stuks minder. Verder worden hier enkele kudden schapen ge houden, zowel door zelfstandige herders, als door boeren. Er worden zeedijken, binnendijken en wegkanten mee beweid. De paardenstapel is ook, als in zovele streken, nogal in aantal verminderd. Toch bezitten de boeren een aangeboren genegenheid tot het hou den van levende have, hetgeen ook nog wel k ingegroeid door het verplicht houden van vee voor de vaste weiden. De veehouderij verflauwt niet; integendeel. Dat de boeren in het veehouden liefde en ambitie mogen blijven houden, mede door de gunstige financiële uitkomsten. Oud-Vossemeer. P. J. GOORDEN. De Kring Tholen en St. Philipsland van de Z. L. M. is voornemens ter gelegenheid van de Z. L. M.-dagen een toondag van het stamboek trekpaard te geven op 1 Juli a.s. te Tholen. Het is wel jammer te moeten constateren, dat de kwa liteit van het stamboektrekpaard, tengevolge van de evacuatie in 1944, en de mechanisatie op land bouwgebied, ernstig is teruggelopen, hoewel het laatste jaar door aankoop en aanfok wel verbete ring is ingetreden. Hetgeen de tentoonstelling te Tholen van de Z. L. M. in 1923 voorbracht (vele ouderen zullen zich ook dit nog wel herinneren) toonde, dat naast St. Philipsland, ook Tholen mede aan de spits stond op paardengebied. Toen had men hier de puike stallen van Brooijmans, Stoutjesdijk, Zandee en anderen en uitmuntende hengsten, als Vital de Knocke en Max de Knocke, brachten een keur van premiemerries en hadden met hun afstammelingen op die tentoon stelling aangetoond, wat op dit gebied kon worden gepresteerd. Ook sloegen de paarden uit onze kring op de nationale tentoonstelling een zeer goed figuur. Op 1 Juli zullen worden voorgebracht een ruim honderdtal veulens en merries uit Tholen, die kenner en liefhebber de overtuiging zullen geven, dat nog kan worden hersteld, wat verloren is gegaan. Deze groep wordt aangevuld met de beste fok- merries van de Stallen Stols te St. Philipsland, en de hengst Leon van Hegelsom, eigenaars de Heng- sten-Ass. aldaar en de Vereniging tot verbetering- van het Paardenras West-Brabant. Dit aantal inzendingen is zeker bevredigend, ondanks het verschijnsel dat de fokkerij is in gekrompen. Deze is n.l. teruggelopen van tussen de vijf en zeshonderd gedekte merries per jaar vóór 1944, tot maar ongeveer'250 merries in 1948, terwijl dit aantal dit jaar nog iets minder zal be dragen. Jammer, dat deze merries niet alle van die kwaliteit zijn zoals men gaarne voor een fok- merrie zou wensen. St. Philipsland fokt thans met de hengst Leon

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1949 | | pagina 5