ling van de op te richten cursus of school, het
standpunt van de meerderheid der ouders door
slaggevend zal zijn.
Vooral deze laatste bepaling, hoewel eerst thans
voor he: eerst in de statuten opgenomen, heeft
voor de N B. M L steeds als richtsnoer gegolden.
Uiteraard vindt men onder onze ledeti verscha
lende geestelijke schakeringen. Het onderwijs is,
naast het gezin, voor de vorming van onze kinde
ren van groot belang. Over de richting van dat
onderwijs, dienen in de eerste plaats de ouders te
beslissen.
Vandaar werd dan otik reeds jaren vóór de oor
log opgericht te Zevenbergen een Christelijke
Landbouwhuishoudschooi en te Capelle een Chris
telijke Lagere Landbouwschool, terwijl meerdere
scholen in oprichting zijn, die eveneens het Chris
telijk stempel zullen dragen- Deze scholen hebben
een eigen bestuur en voldoen in hun omgeving
tèn volle aan het gestelde doel
Wij meenden hiermee een duidelijke omschrij
ving te hebben gegeven van ons standpunt ir.
dezen, welk standpunt dus meebrengt, dat door
ons ook Christelijke scholen worden opgericht,
ja zelfs, dat de practijk zó is, dat door ons tót nu
toe uitsluitend Chr. scholen werden opgericht. Het
orgaan van de C. B. T- B afd- Holland-Brabant,
maakt zach hierover blijkbaar ongerust en wijdt
hieraan in haar nummer van 12 Mei j.l. een arti
kel onder het opschrift: ,.Wie of wat moet beslis
sen?," terwijl in een volgend nummer verdere
kritiek op onze doelstellingen wordt geleverd-
Hoewel wij het over het algemeen niet gewenst
achten, om, gezien de zo hoogst noodzakelijke sa
menwerking in de landbouw, onze krachten te
Verspillen aan bestrijding van eikaars standpun
ten, doch veel meer met aanvaarding van ieders
zienswijze, willen zoeken naar datgene, wat voor
het algemeen landbouwbelang dienstig is, willen
wij hierop, voor déze keer. rtader ingaan, daar
„Ons Platteland" meent de doelstelling der N. B-
M. L., zoals deze in haar statuten is omschreven,
te moeten aanvechten-
Allereerst acht Ons Platteland'' het onjuist,
dat de eindbeslissing over het karakter der op te
richten school berust bij de meerderheid van de
leden in de betrokken omgeving. De beslissing
wordt hierdoor gelegd in handen van de mens
zelve, terwijl het er niet om gaat, waar de mens
wil, maar wèl wat God van ons vraagt. Volgens
„O- P-" wordt hierdoor de volkssouvereiniteit ten
troon verheven en is het Christelijk onderwijs al
leen veilig bij die organisaties, die zich bij de op
richting van onderwijsinstellingen uitsluitend wil
len laten leiden door de eisen, die Christus in Zijn
Woord voor ons heeft neergelegd en wier in de
Statuten opgenomen grondslag zodanige gedrags-
waarborgt,
Dit lijkt ons wei wat boud gesproken- Iri wer
kelijkheid liggen de zaken toch wel anders-
Allereerst achten wij het voor de hand liggend,
dat de ouders beslissen over de richting van het
onderwijs- Dat wil niet zeggen, zoals „O. P." met
een voorbeeld tracht aan te tonen, dat een plaat
selijke minderheid der bevolking dus geen eigen
school zou kunnen oprichten- Immers de plaatse
lijke meerderheid der leden van een organisatie
is nog iets anders dan de meerderheid der bevol
king. Volgens het voorbeeld van „O- P-" zou dan
immers ook de Chr. landbouwhuishoudschooi te
Zevenbergen, gezien de samenstelling der bevol
king, niet tot stand hebben kunnen komen.
Het is voor de C- B- T- B- vanzelfsprekend, dat
door haar uitsluitend Christelijke scholen worden
opgericht, daar zij alleen gelijkdenkenden omvat
Maar dat betekent ook beperking van mogelijk
heden.
De C. B T- B- zou toch evenmin dan alleen met
behulp van zijn Christelijke leden een Chr- school
kunnen Stichten- In de practijk zal dit dus, en
vooral onder de hier geldende omstandigheden, niet
zoveel verschil maken. Terwijl aan de andere kant
van de algemene landbouworganisatie dit voor
deel staat, dat allen met elkaar verbonden blijven
in de strijd voor de bevordering der landbouwbe
langen en de ontwikkeling van het platteland.
Wat ons verbindt overweegt, zonder dat prin
cipe wordt prijsgegeven. De oprichting van onze
Chr- scholen wijst er op, dat zeer velen onzer le
den voorstander zijn van Christelijk onderwijs. Zij
achten dit naar het Goddelijk gebod Een andere
zaak is echter, of ook voorgeschreven staat, bin
nen welke organisatie zij dit moeten doen
Hier is, naar ons gevoelen, ruimte voor meer
dan één soort beslissing, mits het Christelijk ka
rakter der school volledig gewaarborgd is-
Hierover is „Óns Platteland" blijkbaar niet ge
rust- Voor deze ongerustheid is er echter naar
onze mening geen enkele aanleiding.
Immers de door ons opgerichte scholen zijn
Stichtingen met een eigen Bestuur Alleen de ad
ministratie wordt op het kantoor der N. B. M- L-
gevoerd- In de stichingsacten der betreffende
scholen is vastgelegd, dat de grondslag der school
is de Bijbel al.s Gods Woord en als enige regel
voor geloof en leven. Wij menen, dat dit voor een
Christelijke school voldoende is, doch misschien
eist ,p- P" nog meer?
Het ver-wondert ons trouwens, dat de schrijver
in „O Pals voorstander van het Christelijk on
derwijs, niet veel meer verheugd is, dat naast de
door de C. B T- B. opgerichte Chr scholen, ook
door andere organisaties Christelijke scholen wor
den opgericht.
De Christelijke scholen alleen veilig bij de
C- B. T B-
Dit eist ons inziens toch wel heel veel op voor
het Christelijk, aan deze organisatie verbonden.
Het wordt haast haar monopolie!
Dat het ook anders kan, menen wij met boven
staande te hebben aangetoond- Er is onder Chris
tenen verschil van inzicht óver de' wijze, waarop
men in het maatschappelijk leven georganiseerd
dient te zijn- Een groep hpeft gemeend, Zich in
principiële organisaties te moeten terugtrekken.
Dit feit hebben wij te aanvaarden. Men aanvaarde
dan echter ook anderzijds het standpunt van zeer
veie Christenen, die menen, dat hun plaats in de
algemene organisatie is, mits deze volledige ruim
te laat voor het beleden principe.
Beslissend i& in dezen ons inziens alleen, hoe
men het ziet: verenigen van alle Christelijk ge
zinden en hen desnoods Uit bestaande organisaties
losmaken om een nieuwe té vormen, als zijnde
persé de wil van God, anderzijds: verenigen en
verbonden blijven vooral waar de omstandigheden
dit vereisen, om zo het principe daar uit te dra
gen en hiermee alleen op te houden, wanneer de
onmogelijkheid hiérvan is bewezen, hierbij voor
al oppassende, niét overal een principe, dat is in
waarheid vaak een Hobby van te maken-
Wij zijn voor deze keei wat meer uitvoerig op
het artikel van „O. P ingegaan-, omdat zij recht
streeks het karakter van onze organisatie aantas
ten- Wij maken ons hierbij geen illusies, dat wij
het over deze zaken eens zullen worden. Wèl zou
den wij in alle ernst willen vragen, of er overeen
komstig de Christelijke liefde geen ruimte is voor
meer dan één soort beslissing en voor eerbiediging
van deze beslissing, ook al meent men zelf deze
anders te moeten zien. Willen wij in deze moei
lijke jaren voor onze landbouwende bevolking iets
bereiken, dan zullen de organisaties en hun leden,
die zich de behartiging van deze belangen ten doel
stellen, moeten beginnen met elkaar op zijn best
te nemen, de een zichzelf niet uitnemender ach
tende. dan de ander Alléén op deze wijze zal op
den duur een doeltreffende samenwerking moge
lijk zijn in het belang van onze landbouw en het
gehele Nederlandse volk. Óok wij, als algemene or
ganisatie, hebben hierbij een eigen ideaal, dat wij
nastreven en dat ons inziens in onze statuten vol
komen juist is omschreven- Voor dit ideaal willen
wij pal staan. Ook voor ons standpunt ten aanzien
van het onderwijs- Wij willen hiervoor strijden met
open vizier, échter alleen met toepassing van ge
oorloofde middelen. Oök als algemene organisatie
weten wij ons hierbij gebonden aan de normen
van het Christendom-
RATIONALISATIE VAN ONZE BEDRIJVEN-
„Halen wij uit ons grasland wat er in zit?"
..Wij moeten veel. goed en goedkoon produce
ren" dit was de strekking van een belangrijke
rede, welke onlangs door de Directeur-Generaal
van de Landbouw Ir- C. Staf werd gehouden voor
de Algemene Vergadering der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw
Wij moeten onze bedrijven zo rationeel mogeliik
inrichten. Op twee punten werd hierbij door Ir.
Staf voornamelijk gewezen en wel het gebruik
van het grasland en de verkaveling der percelen.
Onze weilanden vormen vaak tot nu toe het
stiefkind van het bedrijf- De exploitatie van onze
weilanden is nog zeer veel te verbeteren. De
mening van Ir- Staf hierover nemen we hieronder
in zijn geheel over:
Nu is het wel opvallend en merkwaardig, dat
wij in Nederland, waar nu het onderwijs, het on
derzoek en de voorlichting reeds 50 jaar ontwik
keld zijn de Directie van de Landbouw heeft
50 jaar bestaan, heeft van het begin af daarmede
te maken gehad en hee|t daaraan gewerkt; er
is direct ook een goede ontvangst geweest eerst
van het onderwijs, daarna van de voorlichting
met één onderdeel van de landtysuwexploitatie.
het grasland, nog altijd achter zijn- Met het gras
land zijn wij er helemaal nog niet en wij zijn er
zelfs nog niet aan begonnen
Ten opzichte van het grasland doen zich nog
talloze problemen voor. waarmede wij in de akker
bouw al veel verder ziin In dit opzicht zijn er
nog zeer grote mogelijkheden en kunnèn wij nog
een belangrijke verbreding van de basis van ons
landbouwbedrijf krijgen
Moeten wij nu weer terug - en hipr komen
wij weer op internationaal terrein - naar de toe
stand, die wij vroeger hebben gehad, dat de wei
allen was een uitloop voor het. vee en dat wij ver
der het veevoeder importeerden en daarvan ver
edelingsproducten maakten? Als dat lonend zou
zijn. zou het prachtig zijn en zou het moeten ge
beuren. maar de cijfers van de jaren vóór de oor
log tonen duidelijk aan, dat dit helemaal niet het
geval is- Er zijn jaren ge veest, dat men veevoe
der kocht voor prijzen die veel te hoog waren
voor de product ie-vermeerdering, die verkregen
werd. Men deed dat, omdat men met zijn bedrijf
toch wel'kon uitkomen, maar als men het uitge
rekend had, zou gebleken zijn, dat men best wat
minder veevoeder had kunnen kopeh en wat min
der melk had kunnen leveren, omdat dan het
netto-overschot even hoog, misschien zelfs iets
hoger zou zijn geweest. Wij moeten bed enken-
dat wij dit steeds in het oog moeten blijven hou
den Een zekere onafhankelijkheid is natuurlijk
van zeer grote betekenis, dat hebben wij in de
afgelopen jaren wel geleerd, maar men raakt er
gauw af. Het is gemakkelijk om te bestellen
en het te krijgen maa» men denkt er niet aan,
dat dit wel eens kan ophouden en dat bestellen
geen bezorgen inhoudt. Wij kunnen de basis van
ons bedrijf, juist wat het grasland betreft, enorm
verbreden en de exploitatie van ons grasland zo
veel beter maken.
Als ik aan het grasland denk, denk ik ook altijd
aan de veredeling, die in de akkerbouw toch eigen
lijk volledig gemeengoed is geworden- Niemand
denkt er meer aan de goede soorten niet te ver
bouwen. Men ziet, hoe de sortimenten tarwe en
haver wisselen. En welke veranderingen hebben
wij niet in de sortimenten aardappelen? Daarmee
gaat het heel anders. De uitkomsten van de proef
velden geven grote verschillen te zien. Wat wordt
daarvan gevolgd? Daarvan wordt te weinig ge
volgd. Er kan veel meer gebeuren. Datzelfde geldt
voor het onderhoud en de bemesting van het gras
land. Ten aanzien van de bemesting kunnen wii
nog veel bereiken- Er zou nog een belangrijke
productievermeerdering te verkrijgen zijn door
het grasland. In dit verband moeten wij ook den-
ken aan het verwerken van de producten. Op het
ogenblik is de verwerking van de producten van
het grasland al veel beter, maar wij kunnen mis
schien meer gras drogen en inkuilen. Dat moet
nog onderzocht worden.
Wij zullen in het algemeen moeten trachten ons
bedrijf meer te dat woord moet ik toch ook
even noemen rationaliseren. Willen wij onze
kosten verlagen, dan zullen wij tot rationalisatie
komen- Wij staan op dit gebied op allerlei
moeilijkheden en bezwaren- Onze bedrijfsstructuur
is m heel veel gevallen in verschillende delen van
het land uiterst moeilijk. De versnipperde bedrij
ven, waarvan wij er vele vinden, maken de exploi-
u '5ezwaarlUk en het moet mogelijk zijn daarin
verbetering te brengen Aan de vraag, wat het
meer kost dat de bedrijven uiteen lifgen en in
e ff1"061®" Uggjen, ™et voldoende
aandacht worden geschonken. Daarnaar is juist
een onderzoek ingesteld in een gemeente in Lim
burg en een gemeente in Gelderland.
Ook t.a v. de verkaveling van on* percelen,
werden door Ir- Staf belangrijke dingen gezegd-
Wij hopen hierop volgende week terue te kn-
naar aanleiding van hierover intussen
uitgebrachte rapporten.
CENTRALE LANDBOUW ONDERLINGE.
twU14 a""' 1948 werd te Breda in C3fé „De
Beurs onder voorzitterschap van de heer C. van
Dis Azn te Oudenbosch, de jaarlijkse algemene
ledenvergadering gehouden der Afdeling S
Brabant van de Centrale Landbouw-Onderlinge
bedrijfsvereniging ingevolge de Land- en Tu?n-
bouwongevallemvet 1922.
Aan het ter vergadering uitgebrachte versla?
ver het boekjaar 1947, ontlenen wij het volgende-
Het aantal leden, dat aan het einde van het vo-
tót1fWnSnfJaaJ ,1085 bedroe°' lieP m 1947 terug
tot 1050. Deze daling van het ledental is in hoofd
zaak het gevolg van het feit, dat een aLtVteden
werd afgevoerd wegens staking van het verzeke-
nngsplichtig bedrijf. .verzeke-
Door de leden werd in dit jaar 5131640
(vorig jaar 5.068.228.—) vertoond.
In 1947 werd aangifte gedaan van 655 ongeval-
en, waarvan 593 als bedrijfsongeval in behande
ling werden genomen- e
Voor 1946 waren deze getallen resp. 768 en 706.
Door de Rijksverzekeringsbank werd een bijdra
™ii 1946 nageheven voor het Bijzonder Onge
vallenfonds (oorlogsongevallen), welke naheffin"
voor de Afdeling Noord-Brabant «,184 per 100
kxm 1947 bedraagt. Met inbegrip Van dezebijd™
ff i mT f n £??n worden afgerekend op ƒ1,91
per lid 0,184per 100 loon, benevens 1,50
Het verslag en financieel overzicht werden door
de algemene ledenvergadering goedgekeurd.
Tot leden van het bestuur werden herkozen de
heren:
Fr. Hakkers D.Czn te Werkendam en J. P. Dek
kers te Heerle (Wouw).
Tot plaatsvervangende leden werden herbe
noemd de heren:
W- G- de Waard te Werkendam en P. van Nieu-
wenhuijzen te Steenbergen.
Ter vergadering werden de heren M- J. T. Sneep
Czn te Fijnaart en C. Koert Czn te De Heen, die
gedurende 25 jaar in een Plaatselijke Ongevallen-
Commissie hun medewerking aan de Landbouw-
Onderlinge hebben verleend, gehuldigd-
Uit handen van de directie van de Centrale
Landbouw-Onderlinge ontvingen zij als blijk van
waardering een oorkonde met herinnerings
medaille.