m
t
De Fruitteelt op Noord-Beveland
Jianlrslilicli|li eiland
Er zijn streken, die bezocht worden om
hun natuurschoon. Van Noord-Beveland kan
dat niet gezegd worden- Het eiland bestaat bijna
geheel uit cultuurgrond, en toch zijn er de
MOLENWEG KORTGENE.
4
duinen, de strandjes en schorren, die
in hun ongerepte toestand eigenlijk
zoveel aantrekkelijker zijn dan de
drukbevolkte stranden, waarvan een
hotelindustrie zich heeft meester ge
maakt. Men kan hier nog de stilte
beluisteren en genieten van de wijde
uitzichten over zee en polderland en
van het rijke vogelleven.
Wat is het gezicht vanaf de dijken
op de vruchtbare velden en frisse
dorpen niet een weelde voor de ogen
en welke vreemdeling weet, dat hier
in de nazomer de sloten blauw zien
van de bramen?
Maar niet alleen het landschaps-
schoon maakt het eiland aantrekkelijk.
Een werkzame bevólieing heeft op
tijd de bakens verzet en beoefent met
moderne middelen de landbouw. Ziet,
welk een welvarende indruk de be
drijven maken en hoé mooi «het land
er bij ligt!
Het eiland leeft bjjna uitsluitend
van de landbouw eh daarin schuilt
ook haar zwakke zijde, want die een
zijdigheid is misschien een belemme
ring voor verdere welvaart in de toe
komst.
We denken hier aan de rationaji-
satie in de bedrijver, samengaand met
een ger nger wordende werkgelegen
heid, tengevolge waarvan het eiland
aan steeds minder gezinnen een be-'-
staan zak kunnen verschaffen-
Moge de*"bevoli<ing dtg energie en «e
middelen weten te, v&den om dif gevaar
?te keren, waardoor een verhoogde welvaart,
ook voor de ifendaifbeider, in de toekomst
tegemoet gezien kan worden.
J. J. W- KLOP.
KERK TE KORTGENE
Wanneer wij spreken over de Nederlandse Fruit
teelt, dan spreken wij eigenlijk over de fruitteelt,
welke wordt uitgeoefend in bepaalde streken van
ons land, streken waar hoofdzakelijk die teelt
■wordt uitgeoefend er «v--lke d*K>r dMTjartn heen
zijn uitgegroeid tot fruïtëentra's.
Zulke streken zijn o-a. de Betuwe, Zuid-Beve
land, Limburg, Bangert, IJsseistreek enz-
Elke streek heeft min of meer zijn eigen karak
ter, hetwelk tot uiting komt o-a. in verschil in
variëteitenkeuze, grondbewerking, onderstammen-
keuze en snoei.
Hoewel bepaalde verschillen rustig kunnen weg
vallen, Is het toch zó, dat men terdege rekening
moet houden met de omstandigheden, welke zich
in een bepaald gebied voordoen.
Al deze fruitcentra's vormen dus samen de Ne
derlandse fruitteelt. Ik wil echter schrijven over
de fruitteelt op Noord-Beveland
Wij kunnen moeilijk Noord-Beveland bestem
pelen als een fruitcentra- Noord-Beveland is een
landbouw land en de oppervlakte aan fruit is af
zonderlijk als wel in verhouding tot de oppervlak
te landbouwgrond, nog zeer gering.
Noch kunnen wij de Noord-Bevelandse fruitteelt
beschouwen als een aanhangsel van de Zuid-Be-
velandse fruitteelt, omdat er uiteraard een groot
verschil is, vergeleken met het oude fruitcentrum
op Zuid-Beveiand.
Wel is er overeenkomst met het jonge fruit
centrum op Zuid-Beveland, zoals in de omgeving
van Krabbendijke-
We zien dus, dat de Noord-Bevelandse fruit
teelt zijn eigen karakter heeft.
Hoofdzakelijk komt dit door het feit, dat de
fruitteelt hier nog jong is. Op een enkele uitzon
dering na, trof men een 15-tal jaren terug, nog
geen boomgaarden aan.
Ik wil buiten beschouwing laten de vruchtbo
men bij de boerderijen, welke dienden voor het
fruit voor eigen gebruik-
Het was vroeger ook nog niet zo gemakkelijk
om over te gaan tot het stichten van een fruit-
bedrijf, want het duurde heel wat jaren, vóórdat
het bedrijf rendabel werd en meestal was het
goed voor de erfgenamen- Doordat het weten
schappelijk onderzoek op het gebied van de on
derstammen met succes werd bekroond en het
mogelijk bleek met zwakkere onderlagen jonge
vruchtbomen zeer vlug tot productie te brengen,
is een omwenteling in de fruitteelt ontstaan.
De verschillen tussen zwakkere en sterkere on
derstammen, wat betreft groei en vruchtbaarheid,
werden benut door het wijzigen van het plant-
systeem
De sterkere onderstammen werden gebruikt
voor de blijvende bomen en hier tussen plantte
men bomen veredeld op zwakke onderstammen,
welke bomen klein bleven, maar reeds zeer vroeg
in productie kwamen.
Dit werd dus het intensief fruitteeltbedrijf en
de belangstelling voor de fruitteelt werd aller-
wege groter.
Toen men hier ongeveea in 1937 met het aan
plant er} van boomgaardefc •3e?on- Pn tiet, onder
stammen-vraagstuk in zovetrre was opgelost, deed
men hier direct zijn voordeel nsjee door een inten
sief bedrijf te stichten met wijder en blijvers sy
steem.
Dit was het begin-
De jonge fruittelers begrepen echter zeer goed.
dat, om een intensief fruitteeltbedrijf rendabel te
maken en goed te leiden, het een eerste vereiste
was over de nodige vakkennis te beschikken.
Ook het personeel op cle bedrijven moest wor
den opgeleid tót bekwame vaklieden, wat uiteraard
moeilijk was, omdat Noord-Beveland, buiten een
fruitcentrum liggende, het nodige vakonderwijs
miste- Wij kregen echter al spoedig de steun van
het Rijkstuinbouweonsulentschap en de Planten-
ziektenkundige Dienst, en een begin werd gemaakt
met het geven van enkele cursussen-
Bovendien waren enkele fruittelers lid van de
Nederlandse Pomologische Vereniging en konden
dus veel kennis putten uit de vakbladen dier Ver
eniging.
De wetenschappelijke onderzoekingen op het ge
bied der plantenziekten, de levenswijze van scha
delijke insecten en de bestrijdingswijze hiervan,
vorderden zeer snel in die tijd-
Nieuwe methodes van bestrijding bleken te moe
ten worden toegepast, welke methodes wij, als
jonge fruittelers, onmiddellijk toepasten. Dit was
voor ons misschien gemakkelijker, dan voor veie
fruittelers uit de oude centra's.
Wij immers, behoefden gqen afstand te doen
van oudere bestrijdingswijze^ en eventuële gun
stige ervaringen ook daarmee opgedaan.
Kort na de bevrijding on stond uit de Neder
landse Pomologische Vereniging „De Nederlandse
Fruittelers Organisatie
Overal werden afdelingen gevormd, welke ver
enigd werden tot Kringen- Zo ontstond ook op
Noord-Beveland een afdeling dier organisatie,
welke thans 83 leden telt.
Voor Noord-Beveland is din een groot ledental.
De afdeling heeft sinds da| oprichting veel en
belangrijk werk voor de be angen van leden en
fruitteelt kunnen doen
Bijzondere aandacht werd geschonken aan het
organiseren van cursussen, ezingen, litteratuur.
Dank zij de medewerking van de Rijkstuinbouvv-
consulent en andere instanties, werden wij in de
gelegenheid gesteld verschil], 4de belangrijke cur
sussen op vakgebied te volggn, welke veel heb
ben bijgedragen het peil van ie fruitteeltbedrijven
hoger op te voeren-
Eveneens is zeer belangrijk het contact, dat
hiermede wordt gelegd tusser de fruitteler en con
sulentschap, veilingwezen enz. anderzijds-
KADE TE KORTGENE.
De oppervlakte aan fruitteelt bedraagt thans
Ongeveer/JO ha Deze oppervlakte neemt jaarlijks
nog toe met 10 ha.
Om een goed beeld te krijgen van de verhou-
ding der verschillende aangeplante variëteiten en
gebruiste onderstammen, heeft men in het voor
jaar van 3J947 een vruehtboomtelling gehouden.
De volgende gegevens wil ik hieraan ontlenen:
Totaal geregistreer le oppervlakte 1947 8169 01 ha-
Gemiddelde bedrijft grootte in 1947 2-55.28 ha.
Totaal aantal vruchtbomen 49.488-
Hiervan Appels 35 233 is 71.2 van het totaal-
Peren 13.754 is 27 8 van het totaal.
Pruimen 493 is 1 van het totaal.
Kersen 8 is van Het totaal.
Appels: Van het totaal van 35.233 bomen, zijn
20 047 wijkers op type IX en 15-196 blijvende bo
men op diverse onderstammen.
Van de wijkers voert de Cox Oranje Pippin de
boventoon, gevolgd door Jonathan, Goudreinetten,
James Griève, Ellison's Oranje, Allington Pippin,
Laxton Superbe enz.
Wat de blijvers betreft, is de volgorde: Jona
than, Goudreinette, Cox Oranje, Manh's Codlin,
Zigeunerin, Yellow Transparant, Golden Delicious,
James Grieve, Glorie van Holland, Wintercheer
en verder een onbelangrijk aantal overige soorten-
Peren: Hiervan is de volgorde: Bonne Louisse
d'Arranches,- Comtessen de Paris, Conference,
Précoxe de Trevouse, Beurré Alex Lucas, Clapp's
Favoriete, Gieser Wildeman en verder een onbe
langrijk aantal bomen van andere variëteiten-
De Bonne Louisse, Comtesse de Paris en Con
ference voeren verie de boventoon met resp 22,
19.% en 18 ivan/be.t totaal aantal peren- i,
We zien du;' eed: heel behoorlijk sortiment op
Noord-Beveland- Ia* aanplant is op enkele uitzon
deringen dan, struikvorm wijker en blijversysteem,
terwijl men ook zelfs cordon- en haagsysteem
aantreft.
De grond is over het algemeen heel goed ge
schikt voor boomgaard. Een belangrijke factor
voor Noord-Beveland is dat men voldoende reke
ning houdt met de wind. De populier kunnen wij
niet missen.
Verder hebben vele bedrijven te kampen met
gebrek aan goed water voor de bespuitingen.
Zal hier enkel de waterleiding uitkomst kunnen
brengen? Of wordt Noord-Beveland te sterk, te
diep ontwaterd?
Volgens mij wei, en ik hoop in de toekomst
hierop nog wel eens terug te komen.
De teelt van kleinfruit, zoals bessen, frambozen,
aardbeien wordt sterk geremd door de minder
gemakkelijke vervoersgelegenheid naar de veiling
(hopende dat in de naaste toekomst een paksta-
tion moge verrijzen) hoewel voor het kleinbedrijf
de teelt van kleinfruit voor de toekomst van zeer
veel betekenis kan zijn-
De mechanisatie heeft ook hier ingang gevon
den en wij zien dan ook. dat vele fruittelers en
sproeimachine en kleine trekkertjes aanschaffen.
Zeker er zijn nog veel dingen voor verbetering
vatbaar, maar er wordt hard gewerkt.
Wanneer we echter in het fruitseizoen de vei
ling bezoeken dan kunnen we toch constateren,
dat wij zeker niet achter aankomen dan zien wé
dat wij de goede richting uitgaan-
We mogen hier echter niet bij gaan stilstaan,
want de meeste fruittelers zijn ervan overtuigd,
dat de toekomst nog zeer vele moeilijkheden met
zich mee zal brengen en dat om een plaats op de
wereldmarkt te kunnen veroveren, er hard zal
moeten worden gewerkt om het peil zc hoog mo
gelijk op te voeren en een product te telen van
prima kwaliteit, dat ook na de pluk prima wordt
verzorgd door sorteringen en verpakking. Ei- is
nog zeer veel te doen
De aandacht voor die studie mag niet verslap
pen. In de toekomst zal het er op aankomen wie
vakman is en wie niet.
Er staan nog vele mogelijkheden open voor de
opbouw van de fruitteelt in Noord-Beveland en
wij zullen hopen, dat zich onder de fruittelers een
steeds grotere kern zal ge an vormen die in staat
zal zijn de verschillende problemen welke zich in
de toekomst zeer zeker zullen voordoen, zal hel
pen oplossen en steeds nieuwe wegen te zoeken.
Kortgene, 31 M«i 1948.
J. A. VAN OS VEREN,