waarin opgenomen het NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD Zaterdag 13 November 1937 No. 1336 29e Jaargtng Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z.L.M.) de Noord-Brabantsehe Maatschappij van Landbouv/ en andere Vcreenigingen ZITDAGEN Z. L. M.-VERGADERINGEN. Beschouwingen over de rundveeteeitregeling. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Dit blad verschijnt eiken ZATERDAG. Overname slechts geoorloofd met duidelijke vermelding van bron. Leden van de Z. L. M. ontvangen het blad gratis. ABONNEMENTSGELD: voor leden der Nd-Br. M. v. L. 1,25 per jaar. Voor niet-leden der Z. L. M. of Nd-Br. M. v. L. 5,per jaar. REDACTEUR: Ir J. D. DORST, Secretaris Z. L. M. Land/bouwhuis Goes, Telef. 150. 1—5 regels 1,—; elke ADVERTENTIETARIEF regel meer 20 cent. Regelabonnementen tegen verminderd tarief. Intending van advertentiën aan de Uitgeefster NV V/h Firma P. J. VAIN DE .SANDE te Ter Neuzen, 'of aan .het Landb'ouwhuis te Goes. LET OP U SAECK i Boekhoudbureau en Accountantsdienst Z. L. M HULiST-Maandag 15 November a.s. in „Hotel van Haperen" (G-raanbeurs) MIDDELBURG: Donderdag 18 November a.s. in Café „De Eendracht". ZLERIKZEE: Donderdag 18 November a.s. in Hotel „Huis van Nassau". TER NEUZENWoensdag 17 November a.s. in „Hotel des Pays-Bas". ALG. VERGADERING DER Z. L. M., op Maandag 29 Nov. 1937, des nam. 1 uur, in de Sociëteit „De Vergenoeging" te Middelburg. (Voor uitvoerige Agenda, zie elders in dit Blad.) De prijs van het rundvee heeft thans een behoorlijke hoogte bereikt. Het is echter onjuist te beweren, dat de prijzen te hoog zouden zijn, zooals van bepaalde zijde wordt gesuggereerd, want deze .zijn nog altijd lager dan vóór den oorlog. Voor de veehouders zijn behoorlijke rundveeprijzen van zeer groot belang, zoodat getracht moet worden deze prijzen te hand haven. Wij meenen, dat de landbouw het met dezen gedadhtengang eens kan zijn. De voor naamste oorzaak van de stijging der rundvee- prijzen moet gezocht worden in de teeltbeper king voor het rundvee. In velband met de vele alleszins begrijpelijke bezwaren, die tegen deze teeltbeperking worden ingebracht, is het goed nog eens in ons geheu gen terug te roepen wat de aanleiding was, dat een dergelijke zeer steric in de bedrijven ingrijpende regeling tot stand kwam. In 1933 daalden, zooals bekend is, de rundveeprijzen tot een 'buitengewoon laag peil. Om in dezen zeer slechten toestand der veehouderij verbetering te 'brengen, besloot de Regeering, op advies van de Centrale Landbouworganisaties, tot het uit de markt nemen van vee. In den winter van 1933/34 en van 1934/35 werd een groot aantal stu'ks vee, o.a. vele voor de veehouderij onge- wensehte exemplaren, zooals lijders aan open tuberculose en dergelijke, door de Rundvee- centrale opgekocht. Het was vanzelfsprekend, dat men met het uit de markt nemen van vee alleen er niet was, doch dat ook maatregelen dienden te worden genomen om te voorkomen, dat binnen korten tijd er weer een teveel zou zijn, met alle gevolgen daarvan voor de prijzen. Daarom werd een teeltbeperking voor het rund vee ingesteld, die voor het jaar 1934 voor de eerste maal toepassing vond. Nu de Minister korten tijd geleden besloot om de teeltbeperking ook voor 1938 te handhaven, zal dus straks de vijfde toewijzing volgen, als men het zoo noemen wil het eerste lustrum, van een overigens weinig populairen maatregel. Wat zijn nu de resultaten geweest van de teeltregeling In de eerste plaats wordt dan gedacht aan de zeer Vele bezwaren, die deze maatregel voor de bedrijven heeft, deze zijn zóó bekend, dat het geheel overbodig is daarop in te gaan; de invloed op. de totale melkproductie is o.i. gering g'eweest en als middel om den toenemenden melkstroom in te dammen, heeft de teeltregeling o.i. gefaald; de invloed op de vleeschprijzen is o.i. echter wel groot, hier heeft de teeltbeperking zeer gunstig gewerkt en als nevenvoordeel moge nog worden genoemd, dat de veehouders door de beperking een zeer scherpe selectie hebben uitgeoefend, hetgeen in de toekomst van belang is. Zooals bekend is, heeft de Minister voor 1938 het aantal schetsen voor vaarskalveren met 25000 verhoo-gd, hetgeen op de 353.304 schetsen voor vaarskalveren, die in 1937 totaal in Neder land werden toegewezen, een uitbreiding betee- kent van ruim 7 terwijl het totaal aantal ossen, dat met het oog op de melkproductie ook voor 1938 zal worden toegewezen, evenals voor 1937, 51.500 stuks zal bedragen. De Minister is tot deze beslissing gekomen op grond van het uitvoerig rapport, dat hierover door de 3 C.L.O. en den F.N.Z. werd uitgebracht. Alleen is het ons, even-min als het Friesch Landbouwblad, duidelijk, waarom de uitbreiding óp 7 is vastgesteld en niet op 10 zooals door de genoemde organisaties werd voorgesteld, vooral waar het hier zoo'n klein verschil betreft en niemand met eenige zekerheid kan zeggen hoe groot de uitbreiding nu eigenlijk wel zal moeten zijn. Hoe wordt nu de toewijzing voor Zeeland Voor 1937 waren aan onze provincie toe gewezen 14.091 vaarskalveren en 3.140 ossen. Ook voor 1938 zullen dus 3.140 ossen worden toegewezen. Een uitbreiding van het aantal vaarskalveren met 7 komt voor Zeeland neer op een uitbreiding van 986 vaarskalveren, aan genomen dat ook de vaarskalverentoewij'zin-g met 7 wordt verhoogd. Dit laatste zal wel niet het geval zijn, daar de uitbreiding van 7 over de totaal-toewijzing voor Nederland geldt en de uitbreiding wel allereerst ten goede zal komen aan die streken van ons land, waar door ontginning of anderzins de oppervlakte gras land belangrijk is uitgebreid. Velen zijn, naar ons is gebleken, van oordeel, dat de verruiming van het aantal toegewezen kalveren met 7 direct van invloed zal zijn op het aantal kalveren, dat eiken individueelen vee houder zal worden toegewezen. Dit betwijfelen we echter ten zeerste. Zeeland heeft n.l. ongeveer 6500 rundveehouders, zoodat de uit breiding van het aantal vaarskalveren-schetsen slechts voldoende is om (bestaande groote onbil lijkheden in de toewijzing weg te nemen. Voor verhooging van het aantal schetsen voor eiken vedhouder, kan zeker geen sprake zijn. De groote moeilijkheden, die elke toewijzing medebrengt, worden door de verruiming wel eenigszins verminderd, doch aan den anderen kant is een kalverschets een artikel waaraan elke veehouder groote behoefte heeft, zoodat zoodra er een uitbreiding komt, ieder meent op een hoogere toewijzing aanspraak te kunnen maken. De moeilijkheden voor de toewijzing nemen bovendien voortdurend toe, naarmate men ver der van de 'basis, waarop de oorspronkelijke toewijzing is gebaseerd, af komt en het aantal verschuivingen in de bedrijven vanzelfsprekend grooter wordt. Met name ook in onze provincie, waar de veehouderij niet de richting van de melkproductie doch van de jongvee-opkweek en de mesterij is uitgegaan, heeft de teelt regeling zeer groote bezwaren. Om in de behoefte aan jongvee te voorzien moeten de Zeeuwsche bedrijven geschetste kalveren koopen, die naar verhouding zeer duur zijn en waarvan nog geenszins vaststaat, dat deze hooge prijs straks bij verkoop zal worden goed gemaakt. De bezwaren van de teeltregeling worden bij aankoop dan ook extra gevoeld. Het is van groot 'belang, dat de toewijzing voor 1938. die in de volgende maand wel zal plaats vinden, zoo goed mogelijk plaats heeft. De zeer vele kleine veehouders, die, met name in Walcheren, worden aangetroffen, baart de commissies, die met de toewijzing zijn belast, zeer veel zorg. Daar de toewijzing aan de kleine bedrijven vaak gesdhiedt ten koste van de grootere, moet helaas meermalen worden gecon stateerd, dat de kleine bedrijven de geschetste kalveren slechts korten tijd aanhouden, hetgeen niet de bedoeling is van de toewijzing. Verschillende -malen is ons gevraagd, of het zich bij voortduring uitbreidende mond- en klauwzeer geen aanleiding moet zijn om het aantal toe te wijzen kalveren zeer aanzienlijk uit te breiden. In dat verband -moge er op worden gewezen, dat het aantal stuks rund-vee, dat tengevolge van het mond- en klauwzeer sterft, gering is, hoe hardnekkig de ziekte overigens ook is. Dat de vleeschproductie er door wordt beïnvloed staat wel vast, doch niet in die mate dat zulks tot speciale maatregelen moet leiden. Wel is te verwachten, dat het mond- en klauwzeer oorzaak zal zijn, dat vele koeien wegens uiergeFreken enz. moeten wor den opgeruimd. Welke de gevolgen van het mond- en klauw zeer voor den veestapel zullen zijn, zal o.i. in groote mate afhangen van het verloop der ziekte tijdens de stalperiode en den a.s. zomer. Wij gaan voor 1938 dus opnieuw een jaar in met een teeltbeperking voor het rundvee, waar van na grondige studie gebleken is, dat zij nog niet gemist kan worden. Laten wij 'hopen, dat in 1938 de zuivelpositie en de vleeschpositie zich zoodanig wijzigen, dat de teeltregeling kan worden gemist, er zal dan geen traan om worden gelaten. Doch wij meenen, dat er bij de Regee ring op moet worden aangedrongen, dat aan den invoer van -buitenlandsch vleesch in 1938 een einde wordt gemaakt en de boter in het 'binnenland weer op den stoel wordt gezet waar van de margarine haar met schoone praatjes heeft weteiraf te dringen. D. EEN BELANGRIJKE MEDEDEELING VOOR DE ZEEUWSCHE RUNDVEEFOKKERS. In dit nummer is een artikel opgenomen over de sulbsidieering van de tuberculosebestrijding in Zeeland van de hand van den heer Stehouwer, Inspecteur van den Veeartsenijkundigen Dienst. In alle andere provincies van ons land is de bestrijding van de rundertubereulose al korteren of langeren tijd aan den gang en thans is het ook zoover gekomen, dat ook in Zeeland een organisatie is tot stand gekomen, die de bestrijding van o.m. deze ziekte ten doel heeft. Voor de fokkers en vcor hen, die melkvee houden, is bet thans de tijd om ich bij de opgerichte bestrijdersorganisatie aan te sluiten, daar de rijkssubsidie beperkt is en het volgende jaar beduidende uitbreiding van het aantal deel-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1937 | | pagina 1