waarin opgenomen het NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Zaterdag 18 September 1937
No. 1348 29e Jaargang
Officiéél Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z.L.M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Vereenigingen
ZITDAGEN
Z. L. M.-VERGADERINGEN.
ALG. VERGADERING KRING WALCHEREN
RIJKSLANDBOUWWiNTERSCHOOL - GOES.
Grond- en Pachtprijzen.
LANDBOUW-CRISISMEDEDEELINGEN
ZEELAND.
WEEKOVERZICHT.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
r -.„.V
Dit blad verschijnt eiken ZATERDAG. Overname
slechts geoorloofd met duidelijke vermelding van bron.
Leden van de Z. L. M. ontvangen het blad gratis.
ABONNEMENTSGELD: voor leden der Nd-Br. M. v. L.
ƒ1,25 per jaar. Voor niet-leden der Z. L. M. of Nd-Br.
M. v. L. ƒ5,per jaar.
REDACTEUR
Ir J. D. DORST,
Secretaris Z. L. M.
Landbouwhuis Goes, Telef. 150.
ADVERTENTIETARIEF1—5 regels ƒ1,—; elke
regel meer 20 cent.
Regelabonnementen tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster, N.V.
v/h Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Neuzen, of
aan het Landbouwhuis te Goes.
Boekhoudbureau
en
Accountantsdienst
Z. L. M.
MIDDELBURG: Donderdag 23 September a.s. in
,,De Eendracht".
ZIERIKZEE: Donderdag 23 September a.s. in „Huis
van Nassau".
DER Z. L. M., op .Vrijdag 1 October a.s., des
namiddags 1.30 uur, in Café „De Eendracht"
te Middelburg.
ALG. VERGADERING KRING HULST DER
Z. L. M„ op Maandag 27 September 1937, des
namiddags 2 Va uur (N. T.), in „De Koning van
Engeland" te Hulst.
(Voor uitvoerige Agenda, zie elders in dit Blad.)
Jonge landbouwers, benut de wintermaanden
door het bestudeeren van de theoretische grond
slagen van den landbouw. Bezoekt daarom de
Rijkslandlbouwwinterschool te Goes.
Voor hen, die nog verzuimden hun. zoon als
leerling op te geven, (bestaat hiertoe, alsnog tot
Maandag gelegenheid.
C. J. DROQGBNDIJK.
Het is een bekend verschijnsel, dat er, in het
bijzonder op het oogenblik, een wanverhouding
bestaat tusschen de koopprijzen van den grond
en de gebruikswaarde ervan. Reeds in z.g. nor
male jaren was de koopprijs van den grond
hoog in verhouding tot de daardoor, in den vorm
van pacht, te verkrijgen bate, omdat de grond
o.m. steeds een geliefd beleggingsobject is
geweest voor particulieren en instellingen, die
een solide geldbelegging zochten. Reeds vóór
dat de devaluatie van den gulden een feit was
geworden, heeft men een belangrijke stijging
van de grondprijzen kunnen waarnemen, door
dat de vrees voor mogelijke devaluatie de
belangstelling van de geldbeleggers voor het
koopen van grond deed toenemen. De ver
wachting, dat na de devaluatie dé grondprijzen
niet meer zouden stijgen, omdat o.m. de
devaluatie reeds in den koopprijs was verdiscon
teerd, is ook niet in vervulling gegaan.
Thans kan men het verschijnsel weer waar
nemen, dat sommige buitenlanders, in hoofd
zaak Belgen en Franschen, die blijkbaar het
vertrouwen in binnenlandsche fondsen hebben
verloren, grond koopen in onze provincie. Nu
mag worden geconstateerd, dat deze buiten
landers, althans in onze provincie, gemiddeld
zeker niet tot de slechtste verpachters moeten
worden gerekend, doch voor den Nederland-
schen boerenstand achten wij het koopen van
grond door buitenlanders op eenigszins groote
schaal geen voordeel,, omdat zij er toe mede
helpen de koopprijzen nog verder omhoog te
drijven. Evenmin is het o.i. een voordeel, dat
op groote schaal gronden worden gekocht
uitsluitend voor beleggingsdoeleinden. Men
versta ons in dezen goed. Wij achten hooge
grondprijzen voor den landbouw niet verkeerd
en evenmin voor het Nederlandsche volk als
geheel. Indien de grondprijzen laag waren, zou
het o.i. economisch niet te verdedigen zijn, met
hooge kosten gronden te ontginnen of te ver
beteren of tot gedeeltelijke drooglegging van de
Zuiderzee over te gaan. Doch wèl achten wij
het verkeerd, dat er een groóte wanverhouding
bestaat tusschen de grondprijzen en de
gebruikswaarde.
Dit neemt niet weg, dat de naar verhouding
hooge grondprijzen het verschillende eigenaars
van zwaar met hypotheek belaste bedrijven
mogelijk hebben gemaakt de boerderij te ver-
koopen en toch als pachter op 'het bedrijf te
blijven. Bovendien is het in verschillende
gevallen mogelijk geweest om door verkoop van
den met hypotheek bezwaarden grond in elk
geval een klein kapitaaltje over te houden voor
den ouden dag. Verschillende van deze
gevallen zijn ons bekend en het behoeft geen
betoog, dat dit voor de betrokkenen een zeer
gelukkige omstandigheid is.
Het koopen van gronden door niet-land-
■bouwers tegen, naar verhouding, hooge prijzen
heeft bovendien dit nadeel; dav'-tic pacht-, ook al
stelt de kooper zich met een matige rente van
het voor den grond betaalde bedrag tevreden,
in verhouding tot de gebruikswaarde toch nog
vaak aan den hoog en kant is. Het is vanzelf
sprekend, dat met het verschil tusschen koop
en gebruikswaarde op den duur een zekere
evenwichtstoestand ontstaat, doch uit een
algemeen landbouwstandpunt bezien is het,
zooals reeds eerder opgemerkt, o.i. geen vodr-
deel, dat de belangstelling van het koopen van
gronden door niet-landbouwers abnormaal
groot worde.
De landbouwers worden, o.i. overigens
volkomen ten onrechte, zoo vaak van een soort
egoïsme beschuldigd wanneer zij zich uit een
welbegrepen eigenbelang bezighouden met het
gezamenlijk aankoopen van bedrijfsbenoodigd-
heden of het voor gezamenlijke rekening
verwerken van de producten van het bedrijf.
Men vindt het echter niets abnormaals indien
de boer, bij zijn pogingen een bedrijf te ver
overen, de concurrentie ondervindt van niet-
boeren, die, door als kooper op te treden, de
koop- en daarmede ook de pachtprijzen helpen
opdrijven. Wij willen hiermede niet zeggen,
dat het in de eerste plaats aan de koopers-
niet-landbouwers is te wijten, dat de pacht
prijzen weer een neiging hebben om te stijgen.
De groote vraag naar grond door de velen, die
zich in den landbouw een bestaan willen ver
schaffen, is op zichzelf reeds oorzaak, dat de
pachtprijs te hoog wordt opgedreven. Het
opdrijven van de pachtprijzen wordt bovendien
in de hand gewerkt door personen, die weinig
te verliezen hebben, door gezinnen met veel
eigen werkkrachten waarvoor arbeid wordt
gezocht, terwijl de komende Pachtwet eveneens
aan de verhooging van de pachtprijzen niet
vreemd schijnt te zijn. Het lijkt ons ook om
deze reden van belang, dat de Pachtwet, nu zij
ook door de Eerste Kamer is aanvaard, binnen
kort in werking treedt, opdat aan een thans
bestaanden onzekeren toestand een einde komt.
Hier en daar hoort men fluisteren, dat in de
praktijk de bepalingen in de Pachtwet, waarbij
de pachtovereenkomsten worden getoetst o.a.*
op een redelijk bestaan, en buitensporigheden,
althans ten deele, teniet zullen worden gedaan,
door z.g. sleutelgeld, het betalen van een
inkoopsom of hoe men deze transactie ook
noemen mag. Het geven van een bedrag aan
den verpachter, hetzij in een som gelds of in
welken vorm ook, lijkt ons moeilijk te voor
komen, daar dit onder allerlei vormen kan
geschieden. De vraag is nu maar of dit soort
cadeaustelsel in de praktijk in zoo n mate zal
voorkomen, dat de bedoeling van de Pachtwet,
althans wat den pachtprijs betreft, geheel of ten
deele te niet wordt gedaan. Dit laatste ver
wachten we niet, daar vele pachters en
verpachters van dergelijke transacties niets
moeten hebben en bovendien altijd de kans
bestaat, dat een en ander uitlekt, wanneer de
pachter in moeilijkheden komt. De Pachtkamer
of het Pachtbureau kan hiermede voor de
toekomst rekening houden. Overigens is het
o.i. wel jammer, dat in de nieuwe Pachtwet,
voor zoover ons Eekend, geen bepaling voor
komt om op te treden in die gevallen, dat met
zekerheid is komen vast te staan, dat voor het
tot stand komen der pachtovereenkomst tusschen
pachter en verpachter handelingen zijn
gepleegd, waardoor de doelstelling van de
Pachtwet ten aanzien van den pachtprijs geheel
of gedeeltelijk te niet wordt gedaan.
Wij zullen nadat de Pachtwet eenigen tijd
in werking is, eerst kunnen nagaan of het door
ons uitgesproken vermoeden in de praktijk
inderdaad op eenigszins uitgebreide schaal zal
voorkomen en tevens of de nieuwe Pachtwet
in staat is om aan ongemotiveerd opdrijven
van de pachtprijzen -alsmede van de koopprijzen
van gronden voor geldbelegging, een einde te
maken. D.
LEVERING TARWE.
Den georganiseerden bij de Gewestelijke Tarwe-
Organisatie voor Zeeland wordt medegedeeld, dat
nrtet ingang van beden tot en met 15 December a.s.
in totaal een kwantum tarwe van 1500 kg per met
tarwe beteelde ba aan Ide G.T.Z. mag worden ge
leverd. Deze hoeveelheid mag dus in één keer aan
den G.T.Z. ter levering worden aangeboden.
Op het gebied der sorteering en verpakking van
bodemvoortbrengselen is de laatste jaren een
belangrijke vooruitgang te bespeuren. In de fruit
teelt en bij den afzet van granen, aardappelen en
verschillende andere producten, wordt hieraan hoe
langer hoe meer aandacht besteed en o.i. volkomen
terecht. Het is niet alleen van belang, dat produc
ten van goede hoedanigheid worden geteeld, doch
tevens dienen deze in zoodanigen vorm aan den
verbruiker te worden aangeboden, dat zij ook wat
de aflevering betreft, aan hooger gestelde eischen
voldoen.
Dat men ook in het buitenland het groote belang
van een goede aflevering inziet, bleek ons uit een
mededeeling van Dr. Sevenster, Rijkslandbouw-
consulent te Parijs, in het laatste nummer van
„Economische Voorlichting". Dr. Sevenster wijst er
in genoemd blad op, dat de Franscbe Minister van
Landbouw een studiecommissie heeft ingesteld,
welke tot taak heeft hem advies uit te brengen over
de beste wijze van