Het nieuwe Insigne.
Kijoliartfl's ZenuwtaiHetteu
BIGGEL AA [W
STEYAE R
No. 3530
Vrijdag 18 October 1929
44ste Jaargang
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Eerste Blad.
Kiekjes uit
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Zenuwstillend
Kameroverzicht.
VERSCHIJNT ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND
De Amoioniakfabriek te Sluiskil.
f Dat mag niet gebeuren
RENDEZVOUS
POSTREKENING No. 52419.
Dit nummer bestaat uit
TWEE BLADEN.
Een bedrijf dat voor ons gewest een
nieuw verschiet opent.
Ingezonden Mededeeltng(9)
Verschillende interpellatiesWijnkoop
moet wachten. De wet op de winkel-
alnltlDo voorloopig niet aan de orde
Debatten ever de rechtspositie der
ambtenaren.
Ingezonden Mededeeling (49)
DE
KOERIER
Bureaux van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden,
of J 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling -
Advertentiën 20 cent per. regelbij contract lager
ZEER KOOPKRACHT IQ E
LEZERSKRING
ITSTEKEND GESCHIKT
VOOR PUBLICITEIT
In het nieuwe insigne van het R.-K. Werk
liedenverbond zien wij drie zinnebeelden
een tandrad, een hamer en een kruis.
Het tandrad is vooreerst zinnebeeld van de
kracht der organisatie. Ringvormig stelt het
de vereeniging voor en zijn tanden doen den
ken aan de kracht der beweging. Het tandrad
rgijpt in andere raderen en wijst dus ook op
samenwerking of solidariteit met andere dee-
len van het geheel. En dan zien wij de ver
schillende standen, eikender aanvullend, hel
pen en steunend in de maatschappij. Het
tandrad is onderdeel van de machine en kan
dus ook worden beschouwd als symboliek van
het kapitaal.
De hamer is het zinnebeeld van den arbeid.
Niet de organisatie in 't algemeen, maar spe
ciaal de organisatie van de arbeiders wordt
bedoeld. Deze organisatie wil dus samenwer
king met die van andere standen en ook ver
binding tusschen arbeid en kapitaal.
Over alles heen en uitstekend boven de
andere symbolenhet kruis, zinnebeeld des
geloofs. Aan het geloof, aan den godsdienst
ontleenen wij de beginselen, die ons leiden en
die de beteekenis van ons vereenigingsleven
aangeven als boven omschreven. Uit het geloof
putten wij tevens de zedelijke kracht onzer
beweging, de liefde en het rechtsgev6el, die
ons streven beheerschen.
Het kruis wordt voorgesteld in de kleur van
het goud, zinnebeeld van rijkdom. De begin
selen zijn inderdaad de grootste schatten van
onze organisatie. Het zijn rijkdommen van
enorme waarde voor tijd en eeuwigheid, le
vensregel en levensidealen waartegen alle
schatten der wereld niet kunnen opwegen.
Het tandwiel is blauw dé kleur van trouw
en den hamer zien wij in 't rood der liefde.
In deze kleuren teekenen zij de voornaamste
eigenschappen onzer organisatie.
Trouw en liefde zijn de kracht der vereeni
ging, het cement onzer eenheid. V/ie zich bij
anderen aansluit, alléén b.v. om eigen voor
deel, versterkt het vereenigingsleven niet.
Integendeel hij verzwakt het. De vereeni
ging mag niet zijn een organisatie van ego-
I.
Als we onze welhaast vergeten rubriek
»Kiekjes uit Zeeuwsch-Vlaanderen*, welke
wij indertijd met zoo groote animo begonnen,
doch onder den drang der omstandigheden,
gedurende een lange periode moesten op
bergen, weer eens voor het voetlicht brengen,
willen we onzen lezers hiermee niet beduiden,
dat we van stonde af weer geregeld over
het overvloedige merkwaardigs van ons mooie
Zeeuwsch-Vlaamsche land in feuilletonvorm
zullen gaan schrijven. Dit beloven, ware een
èd te roekelooze speculatie op de talrijke
journalistieke en andere bezigheden, welke
schrijver dezes dagelijks aan onvoorziene ver
rassingen doen blootstaan. Wèl willen we
verklaren, dat we de goede intentie hebben
te trachten, het geduld van onze lezers niet
meer zóó lang op de proef te stellen als in
het verleden het geval was en we mogen
veilig daaraan toevoegen, dat de kans groot
is, dat ons voornemen ditmaal tot een daad
zal uitgroeien.
Waarop we die overtuiging baseeren
We zouden daarop willen antwoorden
eenerzijds op onze «oude liefde» voor deze
rubriek, die nog steeds «niet geroest» is,
anderzijds op de hoopgevende perspectieven,
welke zich de laatsten tijd op velerlei gebied
voor ons gewest schijnen te openen en die
voor den «gazetschrijver» evenzoovele prikkels
vormen om z'n lezers er wat van te ver
tellen.
Vooral in economisch opzicht schijnt
ïsten, die met de hebzucht de kiem der ver
deeldheid in zich draagt, maar moet zijn
een broederschap, een gemeenschap, waarin
men elkander steunt, bereid is tot het brengen
van offers pn wil dienen in liefde.
Wij behoeven dit alles niet nader te ver
klaren. Het spreekt vanzelf. Maar wij kunnen
het nu ook laten spreken door een uiterlijk
teeken, door het teeken van ons insigne, d.w.z.
wij kunnen die beginselen, die gedachten en
die idealen toonen in de symboliek van een
klein sieraad.
Natuurlijk moet dit teeken dan geheel over
eenstemmen met onze innerlijke gevoelens.
Insignes hebben evenals woorden op zich
zelf geen waarde de macht zit in het voor
beeld
H.
en Zenuwsterkend is de werking van
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
In de Verslagen en mededeelingen betref
fende de Volksgezondheid* van September
1929 is verschenen het beknopt jaarverslag
van het Rijksbureau voor Drinkwatervoor
ziening over 1928.
Daarin komt o. a. de volgende passage
voor betreffende de waterleidingkwestie in
Zeeuwsch-Vlaanderen
De plannen voor de Zeeuwsch-Vlaam
sche Waterleiding kwamen nog steeds
niet tot uitvoering, niettegenstaande een
talrijke commissie, door het bestuur uit
voor- en tegenstanders benoemd, een
gunstig rapport uitbrachtdeze water
leiding wordt meer en meer een >cause
célèbre* in het land en dreigt meer en
meer een »cause triste* voor de be
trokken streek te 'worden, aldus het
verslag.
Wij kunnen ons zeer goed begrijpen, dat
de heer Krul, directeur van het Rijksbureau,
na de door hem in ons gewest opgedane
ervaringen tot de ietwat somber aandoende
conclusie komt, die in bovenstaande zinsneden
is weergegeven.
Die conclusie onderschrijven, doen we
echter vooralsnog niet.
Nog steeds vertrouwen we, dat de vertegen-
Zeeuwsch-Vlaanderen aan den vooravond te
staan van een machtigen opbloei. Talrijk zijn
de symptomen, welke wijzen op een wellicht
nooit gedachte expansie op industrieel gebied
en wanneer het Zeeuwsch-Vlaamsche volk
straks door aanleg van een waterleiding blijk
zal hebben gegeven, z'n tijd te verstaan, dan
zal, zoo laat -het zich aanzien, wellicht binnen
een betrekkelijk korte spanne tijd deze land
streek als industriecentrum zich een zelfde
vermaardheid verwerven als zij thans op het
gebied van den landbouw geniet.
Reeds heeft de buitenlandsche groot
industrie, de gunstige dispositie van Zeeuwsch-
Vlaanderen voor industrieele vestiging
erkennend, op magistrale wijze het initiatief
genomen en is door het machtige Coppée-
concern nabij Sluiskil een bedrijf geprojecteerd,
dat in grootschheid van opzet wellicht door
geen enkel der in dit gewest gevestigde onder
nemingen die toch waarlijk niet de kleinste
zijn in hare soort zal worden geëvenaard.
De Compagnie Néerlandaise de l'Azote,
opgericht te Brussel met een kapitaal van
1577a millioen francs met als doel den bouw
en de exploitatie eener ammoniakfabriek,
kwam als nummer één het nieuwe tijdperk
inluiden.
Nauw was de beslissing omtrent de oprich
tingvan deze millioenen-onderneming gevallen
of er ging een zucht van verademing door
heel Zeeuwsch-Vlaanderen. Het werkloozén-
vraagstuk, dat zoolang reeds de gemoederen
had verontrust en dat in deze streek chronische
verschijnselen begon te vertoonen, was met
één klap z'n oplossing nabij. Bovendien
opende de bouw der geprojecteerde nieuwe
industrie-stad voor vele moeitevol den »struggle
for life* strijdende bedrijven plots nieuwe
perspectieven. Het zonnetje van economische
welvaart, dat zoolang achter de sombere
wolken van valuta-misère en isolatie-wee was
verscholen geweest, gluurde weer om een
woordigers van ons Zeeuwsch-Vlaamsche volk»
die straks over de &1 of niet doorzetting der
plannen te beslissen zullen hebben, over
voldoende gezond verstand en verantwoorde
lijkheidsbesef zullen blijken te beschikken,
om de zaak der waterleiding ten slotte in
veiligheid te brengen en zoodoende zullen
weten te voorkomen, dat op ons gewest een
odium van achterlijkheid en bekrompenheid
wordt geladen met de fatale gevolgen, daaraan
wellicht in een verre toekomst verbonden.
Zeeuwsch-Vlaanderen's vertrouwensmannen
zullen we mogen niet anders van hen
verwachten toonen, de kunst te verstaan,
een »cause célèbre*, als hier aan de orde is,
op de juiste wijze op te lossen en een open
oog te hebben voor het algemeen belang,
dat met de totstandkoming eener waterleiding
zonder den minsten twijfel in hooge mate
gediend wordt.
Waar groote belangen op het spel staan
dienen kleine belangen te wijken.
Als men dèt in het oog houdt, kan de
eerlang te nemen beslissing met vertrouwen
worden afgewacht.
En dan zal er naar we vurig hopen
van een «cause triste» tendezen nooit gesproken
behoeven te worden.
Na de korte maar formeèle uitingen na den
derden Dinsdag van September is thans de
Tweede Kamer met den regelmatigen arbeid
begonnen. De voorzitter, mr. van Schaick,
begon met een opruiming te houden. Nadat
de heer Duys zijn interpellatie over de rechts
zaak GiessenNieuwkerk had ingetrokken,
omdat er bij de justitie-begrooting ampel ge
legenheid zou zijn, om er op terug te komen,
stelde de voorzitter voor, de interpellaties
Wijnkoop over »het optreden van burge
meesters en rijkspolitie tegen de strijdende
arbeidersbeweging* (de stakingen te Zaandam
en in Groningen), en over »de verhouding
van Nederland tot de Sovjet-Unie*, in verband
met het feit, dat ze niets dringends inhouden
en de aangelegenheid bij de begrootingen
volop ter sprake kan komen, niet toe te staan.
De Kamer was zoo verstandig vrijwel unaniem
met haar voorzitter mee te gaan. Slechts Lou
de Visser, vriend en vijand tevens van den
heer Wijnkoop, schaarde zich aan diens zijde.
Ijefde laat zich 't best vertolken
Op 'n bank bij maneschijn.
'Pijpeman is in de wolken,
juffie Bestevaer vindt het fijn.
Zie maar hoe ze gaarne luistert
'Naar zijn plecht'yen eed van trouw.
Afe hij in haar ooren fluistert:
••Bestevaer ik hou van jou!"
Het vervolg op dit verhaal!
J7 Vertellen we 'n andermaal.
Pzubeert U intusschen maar eens
onze Bestevaer-Rooktabak. U zult
er ook van gaan houden.
hoekje en joeg den energie-doodenden geest
van fatalisme, die zich onder den druk der
na-oorlogsche inzinking van zoovelen had
meester gemaakt, op de vlucht.
Nadat de oprichtingsacte was gepasseerd,
verschenen in de pers de eerste berichten
omtrent de onderhandeling over grondaankoop
De maatschappij had het oog laten vallen op
60 H.A. land onder de gemeente Axel nabij
Sluiskil.
De koop kwam tot stand en nu ging het
in snel tempo op het doel aan. Bij aanbe
steding werd het bouwen van de fabriek
voor f 1.200000 gegund aan de N.V.Interna
tionale gewapend Betonbouw te Breda, wie
hiermede naast een schitterende onderscheiding
een hoogst verantwoordelijke taak ten deel
viel nl om de eer van Neerland's industrie
hoog te houden, de reputatie van Holland's
soliditeit en zakelijke betrouwbaarheid tegen
over den buitenlander te handhaven.
Beide belangen bleken bij deze maatschappij
met wereld-reputatie in uitstekende handen.
Van meet af aan is met groote voortvarend
heid aan dit reuzen-werk gearbeid en zoo kon
het gebeuren, dat reeds na ongeveer zes
maanden een stuk bouwwerk uit den grond
verrees, dat, ver in den omtrek zichtbaar, den
indruk vestigde, dat er daarginds in de polder
landen, Oostwaarts van Sluiskil een nieuwe
stad ging worden geconstrueerd in Ameri-
kaansche stijl en in een tempo, dat in alle
opzichten in het kader van onzen wonderen
eischenden, modernen tijd paste.
Onnoodig wel te zeggen, dat de uitvoering
van zoo een reuzen werk op de arbeidsmarkt
een geweldige reactie teweegbracht. Tal van
arbeidsbeurzen mochten een ongedachte daling
van het aantal werkloozen registreeren. Ge
schoolde en ongeschoolde krachten vonden te
Sluiskil werk en voor zoovelen, die de hoop
op betere tijden reeds hadden opgegeven,
opende zich plots een stralend verschiet.
Dan werd, nadat nog was meegedeeld, dat
de winkelsluitingswet voorloopig wel niet op
de agenda zou kunnen komen, wegens gebrek
aan tijd, een aanvang gemaakt met de
ambtenarenwet, oftewel de wet, regelende den
rechtstoestand van de ambtenaren.
Lang en breed werd er over gesproken, dat
de nieuwe wet de op arbeidscontract in
dienst van de overheid werkzamen uitsluit.
De heeren Boon, Schokking en van Wijn
bergen vonden zulks gelukkig, mits degenen
die op arbeidscontract worden aangesteld
dan ook feitelijk niat tot een categorie van
Want, zoo redeneerde men raèt reden, als
straks de nieuwe fabriek haar poorten zal
hebben geopend en haar geweldig fabricage
proces zal hebben aangevangen zal de werk
gelegenheid nog twee-, driemaal zoo groot
worden. Dan zal het werkloozen-vraagstuk
voorgoed zijn opgelost.
Daarbij kwam, dat ook op het loonpeil de
nieuwe vestiging reeds aanstonds stimuleerend
inwerkte. Tal van landarbeiders prefereerden
het loonender werk aan de nieuwe fabriek
boven den over het algemeen kariger betaalden
landarbeid en aangelokt door de verleidelijke
financieele vooruitzichten, riskeerden velen
een verandering van stiel, zulks met te minder
bezwaar, wijl de dreigende malaise in de
suikerbietencultuur de perspectieven op land
bouwgebied sterk ten ongunste beïnvloedde,
t Is duidelijk, dat ook het loonniveau hiervan
de reactie ondervond en zoo mag zonder
overdrijving gezegd worden, dat de nieuwe
industrieele onderneming reeds bij haar ge
boorte in deze streken een merkwaardige om
wenteling in het leven heeft geroepen.
Het zal geen betoog behoeven, dat een
bedrijf, hetwelk instaat bleek, sociaal en
economisch in Zeeuwsch-Vlaanderen een
dergelijke kentering teweeg te brengen, van
den beginne af ook ónze volle belangstelling
heeft gehad. En zoo is het dan ook alleszins
begrijpelijk, dat we een ons aangeboden
introductie bij den uitvoerder van dit giganteske
bouwwerk, den heer H. Willemse, met graagte
accepteerden, overtuigd als we waren, daar
veel stof te zullen opdoen voor een exposé,
waarvoor wij ons van de belangstelling onzer
lezers bij voorbaat verzekerd weten.
Over hetgeen we in de nieuwé industrie
stad zagen en omtrent den bouw van
den betonnen reus van den administrateur
der I. G. B., den heer S. Spek, vernamen,
hopen we de volgende week een en ander
te vertellen.