^eeuic^e 3
Zijn gedachten en woorden tolvrij
Uit het boek JOZUA
Van de Veluwe
MIJN COLLEGA
20e JAARGANG No. 46
10 JUNI 1966
«Ik worstel
en ontkom"
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder
Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke
Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. G. S. Oegema, ArnemuidenDs. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
4,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
,,Een mens mag zich uiten,
hoe dan ook."
Bovenstaande vraag of gedachten en
woorden tolvrij zijn stellen we naar
aanleiding van de eveneens hierboven
geplaatste zin in welke we de laatste
drie woorden cursiveerden. Wat het
eerste beweren aangaat dat een mens
zich mag uiten, zouden we niet graag
tegenspreken, omdat dit dwaas zou zijn.
't Moet zelfs sterker worden gezegd
een mens moet zich wel uiten zo het
hart tot spreken dringt, zo spreek
maak van je hart geen smoorkuil. Dit
laatste te doen is niet alleen onnatuur
lijk, maar ook nog gevaarlijk, omdat er
dan ongelukken gebeuren. Als het over-
kropt gemoed losbreekt geschiedt het
meestal niet op ordentelijke wijze en is
wat men te horen krijgt meestal niet zo
heel fraai. Allerlei explosies veroorza
ken dan twist en tweedracht en bren
gen verwijdering, die bij tijdig spreken
voorkomen hadden kunnen worden. Een
psychiater, een verstandige dominé die
zijn pastorale functie verstaat, laat zijn
.patiënt" in de eerste plaats zich maar
eens uitspreken praten maar; zeg maar
wat je op je hart hebt.
Een pastor, die op de preekstoel mis
schien wel aan een waterval doet den
ken (je hebt er maar weinig meer ge
lukkig) zal toch goed doen in zijn
spreekkamer zijn mond te snoeren en
het luisteren te betrachten. De mens die
bij hem om raad komt moet zich uiten
inderdaad, een mens moet zich uiten.
Het geldt dus voor die psychiater en
die dominé mondje dichtogen en
oren open, om de uitingen die worden
gedaan op te vangen.
Maar of nu een mens bij zijn uitingen
alles maar zeggen mag is nog de vraag.
Ik nam nu het voorbeeld van een pa
tiënt, van een kerklid bij zijn pastor.
Toch ging het daar niet in de eerste
plaats over. Het geplaatste zinnetje
ging over de literatuur, over enkele
boeken, die op de boekenmarkt gewor
pen werden boeken van minder fraai
allooi, zoals de heer Algra ze in pers
en kamer heeft gesignaleerd. Mag een
schrijver maar alles zeggen en schrij
ven Zijn diens gedachten en woorden
tolvrij
In bepaald opzicht verbiedt de wet
reeds maar alles te zeggen en te schrij
ven. Majesteitsschennis b.v. is straf
baar, m.a.w. niet tolvrij. De mens die
zich op beledigende wijze uit over het
koninklijke huis is strafbaar.
Pornografische lectuur wordt achter
haald, is verboden. We hebben dus
reeds een antwoord op de gestelde
vraag met de wet in de hand.
Een mens mag zich uiten, hoe dan
ook. De Boedistische monnik of non
overgiet zich met benzine, steekt een
lucifer aan en verbrandt zich. 't Is tra
gisch verklaart president Johnson van
Amerika. Ik wou zeggen, dat het zon
dige zelfmoord is al is het een mense
lijke uiting hoe dan ook. Ik dacht, dat
het volgens de christelijke zedewet niet
4e stukje.
Achan (fozua 7).
en het dal Achor zal ik
maken tot een deur der hoop.
Hosea 2 14.
Onvergetelijk zal voor mij blijven de
preek, die ik, als knaap, eenmaal hier
over gehoord heb. Trouwens, de ge
schiedenis van Achan is aangrijpend.
Bij Ai wordt het volk van Israël ver
slagen. Denkt u dat in midden in een
vijandig land, terwijl je naar Gods be-
mocht. Die mens mag zich zeker uiten,
maar niet zó, niet hoe dan ook. Wat
onze menselijke uitingen betreft, zijn er
grenzen, die we niet overschrijden zul
len wie zijt gij, o mens, die tegen God
antwoordt Grenzen die biddend doen:
zet, Heer, een wacht voor mijne lippen,
behoed de deuren van mijn mond, op
dat ik mij te genen stond iets onbe
dachtzaams laat ontglippen Een mens
mag zich uiten, maar niet hoe dan ook.
Juist aangaande dit hoe-dan-ook moet
een mens op zijn hoede zijn en is op
passen de boodschap zozeer de bood
schap dat er christenen zijn geweest,
christenen uit de eerste tijd, die hun
heidense boeken op een brandstapel
opeengetast hebben en verbrand. Men
kent het verhaal uit Paulus' zendings-
lectuur door Lukas in de Handelingen
beschreven. Neen, een mens mag zich
niet uiten hoe-dan-ook. Hij dient zich
in te binden ook in zijn uitingen op
straffe van zware tol. We zijn gewaar
schuwd Maar Ik zeg U Van elk ijdel
woord, dat de mensen zullen spreken,
zullen zij rekenschap geven, op de dag
des oordeels, want naar uw woorden
zult gij gerechtvaardigd worden en naar
uw woorden zult gij geoordeeld wor
den (Mattheüs 12:36 en 37).
F. W. Grosheide schrijft hiervan
Jezus predikt, dat ook woorden onder
het oordeel vallen en dat zegt vanzelf
ook de gedachten, want het woord is
naar de gezindheid, vs 3335.
Jezus heeft nogal aandacht geschon
ken aan wat de mensen zo al aan woor
den voortbrachten, aan hun uitingen,
hoe-dan-ook. Hoort en verstaatNiet
wat de mond binnengaat, maakt de
mens onrein, maar wat de mond uit
komt, dat maakt de mens onrein
want wat de mond uitgaat, komt uit het
hart en dat maakt de mens onrein (Mt.
15: 11 en 18).
Als ik deze recentie van Jezus lees
vraag ik me af of onze recensenten in
onze christelijke pers met Zijn bespre
king van menselijke uitingen wel reke
ning houden. Jezus is blijkbaar niet van
mening dat een mens zich mag uiten
hoe-dan-ook. De schrijver wiens woord-
zin ik hierboven plaatste, meent nog te
moeten zeggen dat Job zich ook uiten
mocht hoe-dan-ook. God heeft het Job
niet kwalijk genomen, zegt hij dan.
Pardon, ik meen in het boek Job te
lezen niet dat God Job straft om een
vermeende zonde naar het inzicht van
diens vrienden, maar wel dat God Job
vraagt hoe hij het wagen dorst Gods
raadsbesluit te verduisteren met woor
den zonder verstand. Kijk, die woorden
zonder-verstand-van-zaken had Job niet
mogen spreken. En we concluderen, dat
nog in onze tijd woorden zonder ver
stand niet moeten gesproken worden
evenmin als men boeken zonder ver
stand schrijven moet. Neen, de mens
mag zich niet uiten, hoe-dan-ook. Noch
zijn gedachten, noch zijn woorden zijn
tolvrij.
Brouwershaven B. WENTSEL.
loften verwachten mag overwinning
op overwinning
Er is bij Ai rouw in zes en dertig ge
zinnen. De Here is toornig. Het wordt
onderzocht. Wat aangrijpend voor de
schuldige steeds meer en meer komt
de vinger Gods op hem af en tenslotte
hij is het, Achan.
Is u die bewogen toon van Jozua ook
opgevallen jegens hem Hij zei tot
Achan Mijn zoon, geef toch eer aan
de Here, de God van Israël, en doe
voor Hem belijdenisvertel mij toch
wat gij gedaan hebt, verberg het niet
voor mij". En Achan erkent het. En
ach, wat heeft een mens aan het gesto-
lene, dat nog wel de Here was toege
wijd Hij moet beginnen met het te
verstoppen in zijn tent
Zwaar is de tucht, aan hem uitge
oefend. Achan met heel zijn gezin ge
stenigd En daarna alles verbrand Er
wordt een steenhoop opgericht. Hoe
groot, hoe vreeslijk zijt g' alom, uit uw
verheven heiligdom, aanbid'lijk opper
wezen De Here is recht in al zijn weg
en werk. 't Is erg tegen de Here in te
gaan en ik stort mede mijn gezin in
het ongeluk. Achan had gezondigd te
gen God en mensen. Wat is roepstem
om ons gezin in fret goede voor te gaan
en niet in het kwade. Ik hoor in
Jozua 7 veel geween vanuit het dal
Achor.
Moet het daarbij blijven Moet het
uitlopen op eeuwig geween Neen
Neen De Here is groot in Zijn toorn,
maar ook groot in ontferming. En ik
denk aan die tekst, die is als een bal
sem, als een evangelie ,,Ik zal het dal
Achor stellen tot een deur der hoop".
Want Christus is gedood in zijn Achor,
zijn Golgotha, dragende de ongerech
tigheid van Zijn volk. Dan is er voor
hen geen gericht meer, maar vrijspraak,
en hoop
Nieuwerkerk J. H. BECKER.
P.S. Hoekje voor de jeugd.
Dat was leuk, dat ik briefjes kreeg
over die teksten, van jullie Adrie C.
te K. Jannie D. te K. Joop v. W. te
B. Piet en Jan C. te O.
Allemaal goed De teksten waren
Hebr. 11:31; Jac. 2:25, en Matth.
1 5, over Rachab. Na Pinkster schrijf
ik. jullie een klein briefje terug. Harte
lijk dank al vast. Dag Ds. B.
VOORTGEZETTE DISCUSSIE.
Enige weken geleden gaven we u de
hoofdlijnen door van de discussie in
Gemeentetoerusting, vooral tussen Ds.
B. J. Aalbers en Ds. H. Volten.
Aanleiding was het (wellicht) laatste
boekje van de Achttien „Nieuw Land"
en de bespreking van Ds. Volten daar
van. Hij signaleerde het feit, ,,dat er nog
tientallen predikanten in de Hervormde
kerk zijn (helaas), die van geen opstan
ding van Christus willen weten".
Onder de reacties op het commentaar
van Ds. Volten was ook die van Ds.
Aalbers. Ik roep nog eens (samenvat
tend) in herinnering, wat hij stelde
1. We hebben de Hervormde kerk
op haar papieren te beoordelen.
2. Deze zijn zo voldoende, dat we
ons kunnen verenigen, want er is de
zelfde Schrift, hetzelfde belijden, een
aanvaardbare Kerkorde.
3. Wij zullen niet van buiten af,
maar van binnen uit de Hervormden
moeten helpen.
Hiertegen kwam Ds. Volten fel in
het geweer. Hij wil vechten voor de een
heid, maar
1. Papieren zijn nooit beslissend.
Wel wat we er als kerk mee doen.
2. Binnen de kerk mag geen ander
evangelie worden gebracht dan dat van
de gekruisigde en opgestane Heer.
3. In de Gereformeerde kerken mag
men niet ijveren voor het Hervormde
standpunt.
4. Van vereniging kan op dit mo
ment geen sprake zijn, in verband met
de ontkenning (in een deel van de Her
vormde kerk) van de centrale heilsfei-
ten, waaraan onze zaligheid hangt.
Met grote belangstelling namen we
nu kennis van de „voorlopige finale" in
Gemeentetoerusting van 14 mei, waarin
beide schrijvers nog eens aan het woord
komen in een amicale briefwisseling,
met Beste Henk en Beste Jan Geluk
kig Want waar persoonlijke verhou
dingen kapot zouden zijn of gaan, daar
is veel verloren. Het gaat immers om
de zaak.
We waren erg benieuwd naar de re
actie van Ds. Aalbers op het behoorlijk
VI
Dr de Vrijer was te Odijk beroepen
op een tractement van 900,-—. Bij de
kennismaking stelde Mevrouw aan een
ouderling de schuchtere vraag „Kan
men hier heus van 900,^- leven
Het antwoord was wel heel geruststel
lend. „Mens, hoe zal oe het op kriege?"
In haar „Dertig jaren domineese" maakt
Mevr. de Vrijer deze notitie „Dat niet
op te krijgen tractement, waar men een
dienstbode en een tuinman van moest
houden. Ook werd verondersteld, en
men zou het zelf niet anders willen, dat
alle zieken-soepjes en kostjes voor
kraamvrouwen er van betaald moesten
worden. O, wat heeft dat een hoofd
breken gekost. Maar wij waren jong en
vol moed en geloof, en 1 Corinthe 13
is altijd een grote werkelijkheid voor
ons geweest en gebleven".
Jong en vol moed en geloof zijn ook
mijn collega en zijn vrouw. Er is nood
in hun pastorie. Niet die nood, waar
over Professor Schilder geschreven
heeft „De bindend-verklaring aan de
Synodebesluiten brengt nood in de pas
torieën". Die nood heeft mijn collega
niet, want hij gaat met de synode door
dik en dun. Dóch van een andere nood
heeft hij wel een flinke portie gekregen.
Nog geldt de prachtige theorie, dat de
Dienaar des Woords „zonder zorg"
van het Evangelie moet leven. En clas
sicaal is er een minimum-tractement
vastgesteld. Maar mijn collega heeft het
beroep aangenomen op een tractement,
ver beneden het minimum. Ook nog in
uitbundige dank Als je candidaat bent
in een tijd van veel aanbod en weinig
vraag, wordt elk preek-verzoek ontvan
gen met een sprong naar het plafond,
en elk beroep met een sprong naar de
lucht. Al blijft er van het preek-honora-
rium soms, na aftrek van de reiskosten,
maar vijf gulden over, je hebt toch mo
gen preken. Er zijn kerken, die op de
koopjes lopen en die het zo echt harte
lijk aan de candidaat zeggen, dat preek-
lezen nog goedkoper is. Och, ook dit
zal weer verkeren. Toen waren de ker
ken nog roof-goed, in die tijd van
„Overvloed van werk en werkkrach
ten". Na de kerkstrijd zullen de domi-
nee's weer roof-goed worden. En van
de dominee's wordt verwacht, dat ze
van geen enkele situatie misbruik zullen
maken. Kan echter elke kerk het blank
register tonen, dat ze waardig en ker
kelijk en geestelijk op de candidaten-
overvloed gereageerd heeft Kunnen
de kerken aan haar-zelf en kunnen de
dominee's aan hen-zelf worden over
gelaten
U zult dit een geldelijk praatje vin
den. Maar het geldelijke en het geeste
lijke mengen zich soms eigenaardig door
elkaar heen. We hopen onder VII te
vertellen over de collega, jong en vol
moed en geloof.
G. S. O.
scherpe, zeer duidelijke artikel van Ds.
Volten.
Weer geef ik de belangrijkste punten
uit deze discussie, die ons feitelijk alle
maal aangaat, aan u door.
Dus eerst uit de brief van Ds. Aal
bers Hij meent dat zijn visie in zijn
eerste artikel blijkbaar niet helder was
overgekomen. Over 'het hoofd van Ds.
Volten heen had hij een vraag aan de
18 willen stellen, zelf formulerend, wat
z.i. de 18 zouden behoren te zeggen.
Wat het bestaansrecht van onze ker
ken betreft, schrijft hij, dat het mij in
heel het kerkelijk vraagstuk helemaal
niet gaat om de verhouding Hervormd-
Gereformeerd. Het gaat mij er niet om.
dat wij Hervormd moeten worden of
Hervormden Gereformeerd. Al dat
soort posities zijn onhoudbaar gewor
denIn die zin is het kerkelijk
vraagstuk uitzichtsloos en dus dood
vermoeiend".
„We hadden na de aanvaarding van
de Nieuwe Kerkorde van de Hervormde
Kerk deze kerk met een voorschot van
vertrouwen tegemoet moeten treden en