^Zeeuwóe EENZAAMHEID en SAMENLEVING 20e JAARGANG No. 42 6 MEI 1966 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg. Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke jk worstel Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen en ontkom" Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. r- Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 V Zeeuwsch-Vlaanderen is een prach tig land. Wie van Holland uit, zoals ondergetekende, op betrekkelijk onver wachte wijze de kennismaking er mee beleeft, weet zich ongemeen geboeid. En dat werkelijk niet alleen door 't oude stedenschoon als dat van Hulst in 't Oostelijk en Aardenburg in 't Weste lijk gedeelte (over Sluis zwijg ik liefst, dat heeft naar mijn gevoelen z'n sfeer van vóór-de-oorlog helemaal verloren!), maar vooral vanwege 't landschap en de mensen. Speciaal in 't Westen van Zeeuwsch-Vlaanderen komt men onder de indruk van de welvaart. Persoonlijk houd ik van de ruigte der ongerepte natuur, waar de mens-in-z'n-arbeid nog geen stempel op heeft gedrukt. Weste lijk Zeeuwsch-Vlaanderen laat ons zien, dat de cultuur -in letterlijke zin niet schoonheidbedervend be hoeft te werken, integendeel. Hier vindt men, als ik 't zo zeggen mag, een sterk en rijk land van sterke en rijke mensen. Dat is zo onze indruk Maar we- weten allen, dat op deze wereld niets volmaakt is. Elke medaille heeft z'n keerzijde. In elk levensgeheel wisselen de licht- en schaduwpartijen elkander af. Zou dat ook niet 't geval zijn aan de Zuidzijde van de brede Scheldemond Wij hoorden spreken van 't hoge zelfmoordcijfer in West-Zeeuwsch- Vlaanderen 1,3 per 10 jaar, per 1000 inwoners, terwijl de streek Aardenburg- Oostburg zelfs een aantal van 1,7 in dezelfde periode (1954 tot en met mei 1963) op eenzelfde aantal te zien gaf (Van Ooyen, a.w.). De auteur van 't artikel .Zelfmoord in Zeeland", Zeeuwsch Tijdschrift nr 6, jaargang 15, 1965, de heer D. van Ooyen, die inspecteur van politie te Terneuzen is, wijst in verband met deze opmerkelijke cijfers op de historie van de streek. Letterlijk schrijft hij ,,Zelf heb ik hierbij gedacht aan het feit, dat juist West-Zeeuwsch-Vlaanderen een streek is waar veel Hugenoten zich in het verleden vestigden. Uitgaande van de internationale zelfmoordcijfers zou men kunnen veronderstellen, dat deze mensen als zijnde Fransen, een grotere tendens tot zelfmoord meebrachten. Het is bekend, dat gewoonten en gebruiken in een streek zeer lang bewaard kunnen blijven. Hoewel slechts een veronder stelling, acht ik het niet uitgesloten, dat dit aspect voor het hoge suicidecijfer in West-Zeeuwsch-Vlaanderen nog steeds van invloed is". Toen ik dit las, dacht ik aan 't be kende adagium in 't verleden ligt het heden Je kunt je met een gemeenschap en de verschijnselen daarin, niet bezig hou den zonder kennis te nemen van de ge schiedenis, waar uit zulk een gemeen schap in de vorm, waarin ze zich van daag aan ons voordoet, te voorschijn trad. Welnu, wanneer men zich verdiept in de historie van Zeeuwsch-Vlaande ren, ondergaat men eenzelfde gewaar wording als de opmerkzame tourist, die deze streek ,,doet". Men voelt zich ge boeid. Door hoevele stormen is dit ge west" heengegaan Wat een verschil lende invloeden hebben er in de loop der eeuwen zich doen gelden. Welk een bonte rij van meesters en machten schreed door z'n bestaan. Altijd was er, als overal in Zeeland en in vele gebieden van Holland, de strijd tegen 't water, de grote vijand en vriend. Dijken werden opgeworpen en weer weggeslagen. Eilanden ('t land van Cadzand, het land van Oostburg, 't eiland van Biervliet, 't Ambacht van Axel) legden zich vóór 't vasteland van Sluis en Aardenburg in 't Westen, Hulst en Hontenisse in 't Oosten. Tegenwoordig moet je met gespitste aandacht door 't landschap trekken, wil je de sporen er van herkennen. Slechts de Braakman, met z'n nog zeer jonge verleden als zee-arm, kan eenvoudig niemand ontgaan. Toen in 1584 Gent en Brugge 't hoofd in de schoot legden, konden Par ma's troepen zich naar 't Noorden wen den, maar stuitten op de onneembare barrière van de inundatie van bijna het gehele gebied, dat thans Zeeuwsch- Vlaanderen heet. Water, water overal, met hier en daar de contouren van een versterkte stad als Sluis, Biervliet, Axel, Terneuzen. Verdronken was 't vrucht bare land, gevlucht elke boer. West- Zeeuwsch-Vlaanderen zag eerst na het sluiten van het Twaalfjarig bestand de herbedijkingen beginnen, 't Waren Zeeuwen en Hollanders, die als nieuwe bewoners van 't gehavende land de gi gantische arbeid aanpakten en de eige naarsrechten verkregen. Toen duurde 't ook niet lang meer of van alle kanten kwamen mensen naar dit gebied. De roem van de zware, vruchtbare klei grond en de hoge lonen lokten hen, uit hun thuisgebieden vandaan Walche ren, Calais en het Waalse- en Vlaamse deel der Zuidelijke Nederlanden. Er waren vele Vlaamse Doopsgezinden en Waalse Hervormden bij, zodat er be hoorlijk grote (kerkelijke) gemeenten ontstonden, b.v. in Groede en Aarden burg. Maar de oorlogen brachten weer ont volking. Toen na 1682 de Hugenoten kwamen, was 't land zo leeg, dat ze door de eigenaren met een warm wel kom werden ingehaald. Na de vrede van Utrecht beleeft West-Zeeuwsch- Vlaanderen de laatste massale intocht van Hugenoten, dan verdunt zich de stroom in aanzienlijke mate, zodat men eigenlijk nog slechts van druppelsge wijze immigratie spreken kan. Een nieuwe golf komt opzetten, wan neer in en na de Franse tijd vele Rooms- Katholieke Vlamingen en Fransen zich vestigen in 't gebied rondom Aarden burg en Sluis. ,,Tot in de le helft der 18e eeuw heeft West-Zeeuwsch-Vlaanderen een vlottende bevolking gehad. Na de pe rioden van hevige verarming in de voorafgaande eeuw, werd in de 2e helft van de 18e eeuw de boerenstand wel varend. De meest-welgestelde boeren geslachten werden stedelijke patriciërs. hun zoons studeerden, hun dochters trouwden in aanzienlijke geslachten in Middelburg en Vlissingen. Deze in heemse aristocratie bezette de magi straatsambten en vrije beroepen en vormde een cultuurdragende laag. Na 1870 kwam hieraan langzamerhand een eind. De jonge generatie zocht zijn car rière in dat deel van Nederland, waar handel en industrie zich ontwikkelden. Dit heeft enerzijds gevolgen gehad voor de grondbezitsverhoudingen, anderzijds verdwenen hierbij degenen, die van oudsher het vertrouwen genoten had den. Tegenwoordig bestaat de intellectue le groep uit immigranten, die weinig contact hebben met de bevolking" (Dr. S. E. Steigenga-Kouwe en Ds. W. J. Fournier in Handboek Pastorale Socio logie, dl I, pg 16, aan wier artikel ik ook enkele gegevens ontleende aan gaande de geschiedenis van Zeeuwsch- Vlaanderen). Voor de kijk op de struc tuur der gemeenschap is voorts van be lang te weten, dat 28 van de grond in West-Zeeuwsch-Vlaanderen eigen dom is van buitenlanders Belgen en Fransen. Dit brengt weer een hoog percentage pachters van vreemde natio naliteit mee, Aardenburg kan maar liefst bogen op 15 Belgen. In dat zelfde Aardenburg is volgens de opga ven van bovengenoemde auteurs, zeer optimistisch gezien, ongeveer 750 van de ruim 5000 ha grond in Protestantse handen, dus hoogstens 15 Ongeveer 35 is in handen van buitenlanders. 72 van de bevolking is Rooms, waaronder dan 15 van de Belgische nationaliteit. Wanneer Van Ooyen wijst op 't al gemeen bekende feit, dat gewoonten en gebruiken in een streek zeer lang be waard blijven, wil ik daar graag tegen over stellen, dat dit alleen waar is voor bepaalde streken. Streken als de Ach terhoek van Gelderland, Salland, de poldergebieden tussen de grote rivieren in Zuid-Holland waar de romans van Herman de Man spelen. Streken, waar door lange tijden heen sprake is van een sterke beslotenheid, een afgesloten heid ook ten opzichte van invloeden van buiten. Zulk een gebied is West-Zeeuwsch- Vlaanderen nu juist niet. Telkens en telkens weer is de continuïteit in de ont wikkeling van dit gebied verbroken. Er zijn verschillende perioden in z'n ge schiedenis aan te wijzen, dat de bevol king feitelijk verdwenen of althans bijna verdwenen was. Anderen kwamen dan, wanneer daar de mogelijkheid zich voor opende, wel de lege plaatsen weer in nemen, maar ze brachten van uit hun thuisgebieden ook andere gewoonten en een andere stijl van leven mee. Als men de bevolkingskaart van West- Zeeuwsch-Vlaanderen bestudeert, komt onherroepelijk de vraag naar boven of er in Nederland nog wel één ander in hoofdzaak agrarisch gebied van zo oude datum aan te wijzen valt, waar zovele groepen van mensen met zulk een ver schillende achtergrond samenwonen. 't Is dacht ik, juist dit facet van de West-Zeeuwsch-Vlaamse samenleving, dat in verband met 't hoge suïcide-cij fer alle aandacht verdient. Immers en dit zien we metterdaad in West- Zeeuwsch-Vlaanderen in zulk een samenleving openbaart zich een zeer sterke tendens naar individualiteit. Men laat elkander maar 't liefste vrij. Een paar uitspraken van kenners van dit gebied mogen dit illustreren. ,,De Doopsgezinde predikant van Aardenburg", zo lezen we in 't Pasto raal Sociologisch Handboek, pg. 24, „Noltheninus, noemt de West- Zeeuwsch-Vlamingen gemoedelijk, goedlachs, gastvrij, wel godsdienstig, maar niet op enigerlei gebied uitgespro ken. Het zijn geen mensen voor 't na streven van idealen of hooggestemde verlangens en zo ook op godsdienstig gebied zijn zij geen mensen voor uiter sten. De fijne onderscheidingen en voor al de scherpe tegenstellingen, die bij anderen voorkomen, kent men hier zo niet." Z'n Hervormde collega Blom. noemt de West-Zeeuwsch-Vlaming liberaal, bijbels-vrijzinnig en irenisch". Op pag. 27 Ieder is opgevoed met het prin cipe ,,Dat moet ieder voor zijn eigen weten"." Een enorm verschil met Tholen, waar we in ons vorig artikel onze blik op richtten. Mij dunkt, je leeft in de streek Aardenburg-Oostburg een stuk makke lijker Geen keurslijf, waar heel 't be staan in ligt gekneld. Geen altijd toe ziende ogen, tientallen of honderdtal len, die scherp speuren of er wellicht niet een afwijking te constateren valt van 't algemeen geldend levenspatroon. Vrijheid ,,Dat moet ieder voor z'n eigen weten." Daar zou ik me best thuis voelen Sterke mensen in een sterk land Maar als er nu eens iemand tussen leeft, die niet sterk is, of die hoe dan ook z'n sterkte verliezen gaat Als iemand wegdrijft in z'n denken, z'n fantasie, z'n geloof in God en in de zin van 't leven Als iemand vereenzaamt en zich isoleert en 't contact met de werkelijkheid niet meer heeft Als de „gemeenschap" mij vrij-laat, laat ze mij dan ook niet al te makkelijk los „West-Zeeuwsch-Vlaanderen heeft over de héle breedte het laagste kinder tal van Zeeland men volstaat door gaans met 1 of hoogstens 2 kinderen. En dit geldt voor Roomsen en on- Roomsen„Dit ene kind van (wel gestelde) boerenouders koos in vrij vele gevallen een intellectueel beroep (Past. Soc. Handb.). Hoevele mensen zouden er, óók in de onderzoekperiode 1954—1963, niet teleurgesteld, verdrietig en zich verlaten voelend, gezeten hebben aan hun avond dis Aan de toekomst dachten ze maar liever niet. Hun bedrijf boeide hen niet meer. Wat had 't eigenlijk allemaal voor zin Eén kind. En dat ene kind een intellectueel beroep... Mooi, maar in de regel betekende dat de vereenza ming van de ouders In m'n Encyclopaedic (Oostroek) lees ik onder 't trefwoord zelfmoord deze zin „de adspirant zelfmoordenaar vertoont een zeer kenmerkend gedrags patroon een toenemende geestelijke vernauwing (waarbij de vitale krachten verlammen en het contact met de om geving gestoord raakt), een geremde agressiviteit (de gestoorde contacten verhinderen ontlading) en een vlucht in het irreële (de zieke houdt zich on onderbroken met zijn zelfmoord-fanta sieën bezig)." 't Moet duidelijk zijn, dat in een leef gemeenschap, waarin mensen heel mak kelijk eilandjes worden, zonder wezen lijk contact met de anderen, óók de zelfmoordneurose extra vele kansen krijgt. 'k Meen, dat we in deze .richting 't antwoord op 't raadsel rondom de hoge zelfmoord-frequentie in 't prachtige land van Aardenburg-Oostburg moeten zoeken. G. VAN WILGENBURG. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1966 | | pagina 1