POLITIEKE DISCUSSIES Dogmatische studiën. De Heilige Schrift, MIJN COLLEGA Vier portretten in één lijst 20e JAARGANG No. 41 29 APRIL 1966 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND RedactieDs. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg. Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke jk worstel ^s. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen en ontkom" Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Dr. G. C. Berkouwer. deel I. ,,En de boer hij ploegde voort". - Men kent de uitdrukking, zelfs titel van een dezer dagen verschenen boek. Maar wellicht vindt men het vreemd om met deze zegswijze een bespreking van bovengenoemd werk ingeleid te zien. Niet dat er iets kleinerends in zou schuilen bij Prof. Berkouwers werk en arbeid aan de boer die voortploegt te denken. Waarom toch zou dit zo be hoeven te zijn Ik meen integendeel, dat de vergelijking vleiend is. Allereerst al omdat de boer een zeer achtenswaar dig mens is. En Prof. Berkouwers gedurig voort- schreiende publicaties van dogmatische studiën heeft veel van de stugge en ge stage arbeid van de boer, die de ossen voortdrijft en vore na vore in de akker trekt. Bovendien waren er onder de boeren van ouds theologen van naam, publicerende theologen als b.v. Amos er één was, die schapenherder uit Te- koa. En was David niet een boeren zoon Nu, Prof. B. publiceert maar voortde ene studie na de andere. Hij geeft daarbij zijn lezers volop werk en doet het zo, dat hij u meeneemt als op excursie. Men gevoelt zich als de stu dent op college die stapvoets vordert en probleem na probleem zich ziet en hoort voorgelegd. We lezen b.v. ,,de kerk heeft in een lange traditie de Heilige Schrift als het Woord Gods beleden. De eigentijdse problematiek stelt acuut de vraag of men met een goed geweten dit kerk- belijden nog kan bijvallen". Men kan bij lezing van dit werk den ken aan Job 1:14 ,,de runderen waren aan het ploegen en de ezelinnen dicht er bij aan het grazen". Zo zijn de lezers van B. studiën als die ezelinnen die al maar grazen en dan goede kost krijgen te verteren. Mij dunkt dat velen met grote be langstelling de verschijning van juist dit deel over de H.S. hebben tegemoet gezien. En we krijgen nu nog maar de helft van de koek door Kok te Kampen opgediend. Intussen werd het wel tijd, dat een dergelijke studie werd verricht en gepubliceerd. Sinds 1930, zo luidt een Synode uitspraak, waar Prof. B. aan herinnert, zijn onze kerken in nood. Begrijpelijk als men bedenkt, dat de Schrift haar gezag niet ontleent aan het geloof, maar het geloof rust op de Schrift. Nij zijn Prof. B. studiën niet van dien aard dat men ze in de gauwigheid er een bespreking over kan geven, maar de uitgever die het boek ons toezond kan moeilijk wachten op een bespreking totdat de recensent het door heeft ge nomen. Vandaar onze bespreking nu reeds. Het treft dan met welk een pas torale bewogenheid Prof. B. te werk is gegaan. Hij schrijft ook dat de gemeen te er zo nauw bij is betrokken ja, dat tot in de catechisatieboekjes toe het probleem gesteld wordt. E)e hoogleraar waakt m.i. echt voor het geloof der ge meente, hetwelk ons vertrouwen in de voorzichtigheid van de schrijver niet weinig versterkt. Ik dacht intussen ook wel dat men de schrijver bij de voortgang van diens publicaties niet voortijdig moet storen. Denk aan de broedende kip. Zou men dit wel doen, dan rijzen er misverstanden als tussen Berkhof en Berkouwer over een niet bestaande z.g. derde fase in B. ploegende gedachten- gang. Wat ook zo prettig aandoet is wel het feit, dat men herhaaldelijk aan halingen tegen komt uit Bavincks en Kuypers werken. Deze grote gerefor meerde theologen worden nu eens niet doodgezwegen alsof ze ons niets meer zouden hebben te zeggen. Het tegen deel blijkt het geval te zijn. Zo ziet men dat alles toch weer op zijn pootjes terecht komt, zou ik zeg gen. Als mensen als Berkouwer, Van Ruler en Rothuizen het niet beneden zich achten naar deze oudere dogmatici te luisteren doet ons dit deugd, geeft dit de gereformeerde burger weer moed en zullen mindere goden die oudere boeken niet met een schouderophalen meer kunnen verwaarlozen. ,,Het probleem dat ons bezig houdt wordt op bijzondere wijze verhelderd door de wijze, waarop ook Kuyper de leer van het testimonium heeft behan deld", zo lezen we op bladz. 47. Ik moge een opmerking maken in verband met de constatering hierboven, dat de kerk al lang in nood is een op merking uit het jaar 1930. Dat we sinds dien niet zo heel veel verder zijn geko men heeft althans deze goede zijde, dat de meesprekende theologen in getale zijn vermenigvuldigd. Prof. B. kan na al deze jaren een boekenschat van be tekenis raadplegen, bespreken, toestem men of er mee verschillen. Het probleem kreeg groter duidelijkheid, ofschoon ook de vragen vermeerderden. De lezer zal verstaan dat wat ik hier schrijf al maar opmerkingen aan de buitenkant zijn ze blijven aan de op- prevlakte. Toch weer niet te zeer dunkt me om niet een indruk te kunnen geven van de voorzichtige geest waarin het zo gewichtige probleem benaderd wordt, Ds, A, G. Kornet. nl. niet alsof het probleem louter eigen tijds zou zijn en het niet al eertijds ook aan de orde was, evenzeer acuut eigen lijk. Om de lezer een indruk te geven van het vele dat bij het aanhangige Schrift probleem ter sprake komt, behoeft al leen maar gezegd te worden dat de in houdsopgave (zoals in al B. studiën) zelf een leiddraad biedt bij het geschre vene. En deze zelf is al veel omvattend: acht bladzijden kleine letter, 'k Heb en kele collegae gevraagd of ze deze stu die al gelezen hadden Neen, ze waren er nog mee bezig als de ezelinnen van Job. Hopelijk worden ze niet gestoord door ongewenste Sabeërs. De hoofdstukken moge ik hier ver melden Heilige Schrift en zekerheid Het getuigenis des Geestes De Heilige Schrift als canon gezag en vertolking. Dat hierover 225 bladzijden vol ge schreven zijn en dan niet met ijdele woorden en geijkte termen doet de ar beid van Prof. B. reeds bij voorbaat waarderen, als een grote genade van God. De prijs is 15,75. Een enkele drukfout vind ik op bladz. 142 ermeneuein, moet zijn hermeneuein; op bladz. 227 is de tekst 1 Thess. 1 8 en niets vers 6. De laatste zin in het werk is een woord van Luther „Spiritus Sanctus non est Schepticus", d.w.z. de Heilige Geest is geen Twijfelaar. Brouwershaven B. WENTSEL. Prijs 3,95. Ds. Kornet schreef een boekje onder bovenstaande titel, Han Prins tekende de omslag en Kok drukte het. 't Zijn portretten van mensen zoals we ze in Gods Koninkrijk tegenkomen de bid der de zwoeger de werker en de lo per. Ds. K. hoopt dat deze portretten zul len bekeken worden. Hij heeft ze, zegt hij, nagetekend in de eerste plaats voor hen, die openbare geloofsbelijdenis heb ben gedaan. Toch hoop ik, dat anderen en ouderen er ook eens naar willen kij ken. Ik help het collega K. hopen, maar ben een beetje bang voor belijdenis- J. H. Kok N.V. boekjes van welke de ervaring leert dat ze wel bewaard worden als aandenken, als herinnering, maar wat lezen betreft, blijft het meestal tot een het „even in kijken". Ik weet van een kerkeraad, die dagboeken geeft die dan tenminste een jaar meegaan, 't Is weer eens iets an ders en dat is met dit boekje ook het geval. Wat ons hier wordt geboden is goede kost. Ja, 't is moeilijk om over Martha en Maria zo te schrijven dat beiden tot haar recht komen. 't Is Ds. K. wel gelukt, lijkt me. Aan bevolen. Brouwershaven B. WENTSEL. VAN DE VELUWE Ergens op de Veluwe woont een man, over wie de laatste weken veel gespro ken en geschreven is J3oer Koekoek Hij en zijn partij staan tegenwoordig in het middelpunt van de belangstelling. Sommigen nemen hem serieus, anderen hebben in hem een goed object voor grappen (waar hij het wel naar maakt overigens). Onlangs, tijdens de jaarvergadering van de predikantenconferentie in Utrecht, werd een stemming gehouden. Er was een tweetal, maar bij de uitslag bleek, dat Koekoek ook een paar stem men had gekregen! Hilariteit in de zaal. Wat velen zich wellicht niet herinner den Er is een Ds. Koekkoek in ons predikantencorps Waren de stemmen voor hem Maar goed, de uitslag van de Staten verkiezingen heeft vele discussies op gang gebracht, die nog niet beëindigd zijn. We willen er in dit artikel ook enige aandacht aan schenken, mede omdat andere, nl. de gemeenteraadver kiezingen naderen. Mag dat in een kerkelijk blad In dertijd heb ik enkele malen een politiek onderwerp in de Zteeuwse Kerkbode behandeld. Slechts uit één reactie Bleek mij, dat iemand bezv/aren had, daar tegenover stonden vele andere lezers, die een bespreking van politieke vragen in hoge mate waardeerden. Ik waag het er dus maar weq r eens op in deze periode „tussen de tijden (verkiezingen)". Want ook van de zijde van onze Generale Synode is indertijd uitgesproken, dat de kerken met de meeste zorg dienen vervuld te zijn, dat de ontvangen en nog in te wachten rijke zegen (van de Christelijke organisaties) niet worde prijsgegeven (Zwolle 1946, Groningen 1964). Hier wordt duidelijk, dat aandacht, ook voor de (Christelij ke) politiek niet in strijd is met een goede kerkelijke orde, maar juist wordt gestimuleerd. Ik meen, dat dit nog nodig is. Ik ben blij, dat de doorbraak in onze kringen niet erg ver is gekomen, waarbij uitzon deringen de regel bevestigen. Er zal zo nu en dan nog wel eens een nieuwe P.v.d.A.-stemmer te vinden zijn, maar daarentegen vloeien anderen weer af. De A.R.-partij stabiliseerde zich bij de laatste verkiezingen (tot mijn persoon lijk genoegen), de Chr. Historische Unie boekte zelfs enige winst. In Tijd en Taak (Onafhankelijk weekblad voor evangelie en socialisme) van 16 april schrijft J. v. d. Plasse ten aanzien van de C.H.U.-winst „Voorzichtige door- brakers waarschijnlijk, die bij al dit ru moer dan toch maar weer teruggekro pen zijn naar het oude vertrouwde nest". Zo werd hier een teruggang in de doorbraak gesignaleerd, en we ho pen, dat deze verder gaat en dat weer steeds meer mensen zich voegen in een II Het afscheid van „Mijn ouderling" is wel heel abrupt geweest. We zijn in zo'n vijftig artikeltjes met elkaar bezig geweest en dan wordt het ook wel eens tijd om je op een ander vlak te begeven. Dat wordt dan het inter-collegiale vlak. Ook al weer niet zo'n effen terrein. Ik moet schrijven over lieden, die steeds waarschuwen tegen een toepassing in het algemeen, die bijna in elke preek werken met de zin „Broeder, zuster, dit is persoonlijk voor U bedoeld". Of iets breder, iets nieuwer nog „Jongen, meisje, dit is voor jou". En nu moet ik juist zo schrijven, dat mijn collega zich zelf niet herkent. Men vertelt, dat Jo hanna Breevoort met haar hele familie overhoop lag, omdat elke oom en elke tante, elke neef en elke nicht in de boe ken van deze schrijfster zijn of haar portret kon vinden. Die portretten zijn nu wel verbleekt, want ik geloof niet, dat „Vrouwen-weelde en vrouwen smart", „Karakter-zonde en levens leed" het nog erg doen. Enfin, als dan een vroegere generatie er maar lering uit getrokken heeft. Je moet mensen en boeken en zaken ook wel eens beoor delen naar de smaak van een vroegere tijd. En ook „dominee's-land" ontkomt niet aan de generatie-verschuiving. Ik ben jong predikant geweest in de der tiger jaren, en mijn collega uit de buurt is nu jong predikant. Kunnen we elkaar nog wel verstaan Heeft hij begrip voor onze situatie toen en hebben de deze-tijdse problemen mijn aandacht wel Het cement van de kerkelijke sa menleving, en ook van de collegiale samen-leving is elkaar niet los-laten. Dat betekent toch ooknaar elkaar heen groeien. En elkaar met een flinke korrel zout nemen. Onder I zagen we, dat twee predi kanten elkaar de broeder-kus gaven. We hopen, onder III, daarover meer G. S. O. Christelijke partij-organisatie „die zich ten doel stellen in gebondenheid aan de Heilige Schrift de eis Gods voor heel het leven zich in te denken en in prac- tijk te brengen" (Gen. Synode 1946). En ik blijf me ook maar al te goed de opmerking herinneren in een artikelen van De Pree, enige jaren geleden (ook in Tijd en Taak), dat sommigen in P.v.d.A. kring zelf toegaven, dat bij stemmen op de P.v.d.A. je stem als Christen verloren is. Wij zijn gewaarschuwd van verschil lende kanten. En nu dan de grote ne derlaag van de P.v.d.A., onlangs ge leden. Jammer, dat extreem links en rechts (als je het zo stellen kunt ten minste, misschien zouden andere type ringen beter zijn) in zo sterke mate vooruit zijn gegaan. Immers van de Boerenpartij en de P.S.P. hebben we positief weinig te verwachten. Uit de Kamerdebatten blijkt dit wel. Maar van waar die nederlaag van de P.v.d.A. Ook op dit punt sloeg ik Tijd en Taak eens na, en dan merk je dat men er stevig aan zelfcritiek doet. Zo schrijft J. van den Doel in een ar tikel, dat als ondertitel draagtHet socialisme is god, maar wie is zijn pro feet o.a. het volgende „Door middel van indrukwekkende publiciteitscam pagnes waren in 1964 en 1965 grote verwachtingen gewekt. Het socialisme was weer god, en Vondeling was zijn profeet". Toen kwam de fout z.i. De P.v.d.A. ging aan de regering meedoen. „Het meest rampzalige is echter, dat het politieke vernieuwingsproces van de partij, dat na 1963 was ingezet te vroeg is onderbroken. Op het gebied van de inkomstenverdeling, van de buitenland se politiek en van de woningnood toon de P.v.d.A. steeds minder initiatief." En later schrijft hij „De pardox der kiezers houdt in, dat ze wel de kwaliteit van het bestaan aanvaarden, maar de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1966 | | pagina 1