^^erkbode
ZELFMOORD
BEZIELD VERBAND
VOORLOPIGE BALANS
20e JAARGANG No. 31
11 FEBRUARI 1966
„Ik worstel
en ontkom"
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen J. Bosman, Vrouwenpolder
Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke
Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
4,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
II
Vele mensen haten statistieken. Niet,
omdat die zo moeilijk te lezen zijn, maar
omdat de statistiek 't leven in z'n rijke
verscheidenheid in de mangel heeft ge
nomen en onherkenbaar heeft gemaakt.
De vraag is dan niet ongewettigd of 't
ten diepste nog wel zin heeft statistie
ken te lezen of ze op te stellen. De wer
kelijkheid laat zich immers toch niet
vangen in een tabelletje
Dit geldt zeker op 't donker terrein
van de zelfmoord.
Wanneer de heer Van Ooyen in
z'n artikel „Zelfmoord in Zeeland"
(Zeeuwsch Tijdschrift, nr 6, jaargang
1965) vooral spreekt over de leeftijd èn
over de godsdienst dergenen, die een
eind aan hun leven maakten, dan is dit
een beperking, die ons in feite 't zicht
op de reële situatie beneemt. Dit wordt
door ons niet als een verwijt tegen ge
noemde auteur bedoeld. Hij heeft en
kele facetten van 't onderwerp willen
belichten. Dat dit, namelijk 't hanteren
van leeftijd (vooral bejaarden komen
naar verhouding veelvuldig tot de wan
hoopsdaad van de zelfmoord) èn van
de godsdienst (de Gereformeerde ge
zindheid levert vele „candidaten" op),
dat dit voor z'n eigen besef onvoldoen
de was, blijkt wel uit 't slot van zijn
artikel, waar hij zich bezig houdt met
't werkelijk opvallend hoog aantal sui-
ciden in de streek Aardenburg-Oost-
burg. Hij schrijft daarover „Vergele
ken met andere gebieden in onze pro
vincie zal deze streek, wat betreft het
cijfer van het aantal bejaarden, niet
veel verschillen met de rest van de pro
vincie, zodat in dit aspect niet naar het
grotere aantal gezocht behoeft te wor
den.
Ook het hierboven genoemde bevin
delijke christendom is niet specifiek
voor West-Zeeuwsch Vlaanderen, in
tegendeel, geconstateerd kan worden
dat juist West-Zeeuwsch Vlaanderen,
vele protestanten kent die meer een vrij
zinnige richting zijn toegedaan. Hier
komt nog bij dat in deze streek daar
naast een niet gering percentage rooms-
katholieken woont.
Ter illustratie vermeldt tabel III een
overzicht naar kerkgenootschap van 49
zelfmoordgevallen in West-Zeeuwsch-
Vlaanderen in de periode 1945 tot en
met 1963.
Kerkgenootschap
Rooms - Katholiek
Gereformeerd
(alle richtingen)
Nederlands-
Hervormd
Overige
Geen
aantal zelfmoord
gevallen
49
13
3
30
3
Nu, regionaal gezien, het relatief
hoge zelfmoord-cijfer voor West-
Zeeuwsch-Vlaanderen noch in het kerk
genootschap, noch in het hoge bejaar-
dencijfers gezocht moet worden, rijst de
vraag welke determinanten ten dezen
dan wel van belang zijn.
Zelf heb ik daarbij gedacht aan het
feit dat juist West-Zeeuwsch-Vlaande-
ren een streek is waar veel Hugenoten
zich in het verleden vestigden. Uitgaan
de van de internationale zelfmoordcij
fers zou men kunnen veronderstellen
dat deze mensen, als zijnde Fransen,
een grotere tendens tot zelfmoord mee
brachten. Het is bekend dat gewoonten
en gebruiken in een streek zeer lang
bewaard kunnen blijven. Hoewel slechts
een veronderstelling, acht ik het niet
uitgesloten, dat dit aspect voor het hoge
suicide-cijfer in West-Zeeuwsch-Vlaan
deren nog steeds van invloed is."
Tot zover de heer Van Ooyen.
Later hoop ik op 't raadsel van West-
Zeeuwsch-Vlaanderen terug te komen.
'k Heb de heer Van Ooyen op dit
punt zo uitvoerig geciteerd om te laten
zien, dat ook hij toch wel duidelijk weet
heeft van de gecompliceerdheid der
factoren, met welke wij te maken krij
gen, als we met 't probleem van de zelf
moord geconfronteerd worden.
Persoonlijk zou ik gaarne zien, dat er
iemand in onze provincie zich zette om
na te gaan, welke laat ik voor 't ge
mak maar zeggen „medische"-factoren
verantwoordelijk moeten worden ge
steld.
In ons werk als predikanten krijgen
we dikwijls de overtuiging, dat we in
de zelfmoordenaar-in-spe te maken heb
ben met iemand, die ernstig ziek is. We
komen heel vaak tot de ontdekking, dat
zulk een mens meestal niet door z'n
godsdienst welke immers als zoda
nig juist sterk remmend werkt op de uit
voering van z'n plannen op de heil
loze weg van z'n dwanggedachten werd
gebracht en voortgedreven, maar door
dat hij op een bepaalde manier 't con-
tact-met-de-ander en met de realiteit
waarin hij leeft, verloren heeft.
Zelf heb ik ettelijke malen van zeer
nabij met „gelukte" zelfmoorden te ma
ken gehad. En velen, die Gode zij dank
niet tot de daad kwamen of die, soms
op 't laatste nippertje gered werden,
heb ik begeleid. Dat en daar zit een
zegen van onze tijd in samen met
zeer kundige doktoren.
Als ik daaraan terug denk, gaat er
een afgrond van misère en verdriet voor
me open.
Wat is er veel kapot gemaakt in deze
wereld. Wie ernst maakt met de woor
den van de bijbel over de vernielende
macht van de duivel en de zonde, denkt
niet alleen meer aan slagvelden en ge
bombardeerde steden, aan de verwoes
ting van ons kostelijke lichaam enzo
voorts, maar zeker ook aan de ziekten
van de geestDe psychologen vertellen
ons over neurose en schizophrine, over
psychose en maniesch depressieve toe
standen en over wat al niet meer.
Dit is zo'n moeilijk terrein, dat H.
Saenger in z'n door mij eerder aange
haalde artikel in Religion in Geschichte
werd Gegen wart moet schrijven „van
de zijde der medici worden heden ten
dage alle pogingen om een diagnose te
stellen opgegeven".
Daarom zal m'n wens, dat er in Zee
land (en niet alleen hier iemand eens
een onderzoek zou instellen naar de
medische factoren, die voerden tot de
zelfmoorden in deze provincie in een
bepaalde tijdsbestek wel niet vervuld
kunnen worden.
Toch zijn we dan niet uitgepraat.
'k Dacht, dat we duidelijk moesten
stellen, dat de godsdienst (wilt U ge
loofsovertuiging) op zichzelf geen be
slissende factor is.
En ook de leeftijd niet.
Dit schijnt, ik ben me dat terdege be
wust, wel heel boud gesproken te zijn.
't Schijnt helemaal niet in overeen
stemming te brengen met de statistie
ken
Denk alleen maar even aan 't cijfer
voor Duitsland, 75 van alle zelfmoor
denaars protestants, slechts 5 °/o rooms-
katholiek.
't Is ook in tegenstelling met de me
ning van de vakmensen, voor wie 't wel
een axioma schijnt te zijn (een stelling,
die bij de opbouw van een theorie zon
der bewijs vooropgesteld wordt), dat er
althans een nauw verband geconstateerd
moet worden.
Meertens schreef dan toch maar in
het standaardwerk „De Nederlandse
volkskarakters" in z'n bijdrage „De
Zeeuwen", dat er ongetwijfeld verband
ligt tussen deze uitzichtloze, in-som-
bere levensbeschouwing en het grote
percentage krankzinnigen en zelfmoor
den vooral op Goeree en Overflakkee,
maar ook op de Zeeuwse eilanden".
De vraag is of we dit verband moe
ten zoeken tussen zelfmoord en levens
beschouwing (Meestens heeft 't over de
bevindelijkheid vooral bij de Gerefor
meerde gezindte) of dat we scherper
moeten onderscheiden. De Duitsers
spreken van „Milieu bedingtheit".
't Milieu, de omgeving waarin iemand
cYYledltatle
y.
„Nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons
hebben." Hebreen 12:1 (ged.)
Het is de klacht van Marsman.
Ik sta alleen.
Geen God, noch maatschappij, die mij betrekt in een bezield verband.
Die klacht mag de kerk des Heren nooit tot de hare maken. Met enige
variatie op de woorden van Napoleon, toen hij met zijn soldaten bij de
pyramiden van Egypte stond „Veertig eeuwen zien op u neer", kan van
de kerk gezegd worden, dat op haar zestig eeuwen neerzien.
De schrijver van de brief aan de Hebreen wil zijn lezers bemoedigen
en hun opwekken tot volharding. Ja, hun moeite is hevig en hun strijd
is zwaar.
Maaris het wel ooit anders voor de kerk Gods op aarde Komen
Gods kinderen niet steeds uit „de grote verdrukking" De strijd van van
daag is de strijd van alle eeuwen. Er is een bezield verband, één strijd is
aller deel. Wie op Christus hoopt, moet de haat der wereld verwachten
„Ze hebben Mij gehaat, ze zullen óók U haten". Wij zien de parade van
de geloofshelden. Zij worden „getuigen" genoemd. Wij zouden bijna
kunnen vertalen bloedgetuigen. Ieder van hen weet bij ervaring, dat de
weg achter Christus de Kruisweg is.
De tribunes zijn overvol. Velen, zeer velen, talloos velen hebben de
strijd des geloofs gestreden en de overwinning des geloofs behaald. Zij
mogen ons als een wolk omgeven. Nu is een wolk op zichzelf niets anders
dan een verzameling water, uit de zee en uit de aarde opgetrokken. De
prachtige, gouden kleuren, waarmee zij dikwijls omzoomd is, ontvangt zij
van het licht der zon. Zo is ook de schoonheid der gelovigen er alleen
door de bestraling van het licht der genade.
Mensen, als wij, zwakke, ernstige, zondige mensen hebben uit Gods
genade en door Gods kracht de kroon der overwinning ontvangen. Hun
God wil onze God zijn, wij mogen als Abraham en David, als Augus-
tinus en Pascal, als vader, die in Christus ontsliep, als moeder, die ons
aan haar hand naar Jezus leidde, hopen op de vreugde en de zaligheid.
Wat zij ontvangen mochten, zal ook ons niet onthouden worden. Met hun
zullen wij, misschien door grote verdrukking tot de zaligheid, niet af te
meten, tot de vreugd, ja de vreugd die alle smart verbant, komen en
daarom mogen wij niet moedeloos zijn en ons niet eenzaam gevoelen. Ik
alleen heb niet de strijd, ik alleen ondervind niet de tegenstand. Mijn weg
is de weg van de kerk in alle eeuwen van Mozes, van Abraham, van
Jakob weet ik, dat ook zij het dikwijls zo moeilijk gehad hebben. In
Christus is er de gemeenschap der heiligen, óók de gemeenschap van de
strijdende met de triomferende kerk.
De zestig eeuwen zien op ons neer, het éne geslacht gaat en het andere
komt. Er is dezelfde strijd, maar er is dezelfde hulp en dezelfde over
winning. Het Woord en de Geest van Christus zullen de kerk in haar
strijd ondersteunen en haar vertroosten met het blijde vooruitzicht van
de „de kerke triumfant".
G. S. O.
leeft en ademt (ook geestelijk!) kan
positief óf negatief, bouwend óf bre
kend, bewarend óf in de vereenzaming
voerend, zijn.
De telkens als tweede aangeduide
mogelijkheid zouden we, volgens som
migen aantreffen op b.v. Goeree en
Overflakkee en ook wel op de Zeeuwse
eilanden. Want daar is de bevindelijk
heid. Daar woont, wat zich laat onder
brengen onder de grote noemer Gere
formeerde gezindte.
Mijn vraag is hoe komt dan Tholen
met zo'n (betrekkelijk) laag cijfer uit
de bus
Tholen past wonderlijk slecht in deze
theorie. En als men voor West-
Zeeuwsch-Vlaanderen een „verklaring"
wil zoeken (al die vrijzinnig hervorm
den en rooms-katholieken, die 't de
den moet men óók zien aan te tonen,
waarom 't „zware" Tholen zich niet
schikt naar de (geconstateerde?) norm.
Van Ooyen wijst voor West-
Zeeuwsch-VIaanderen op de immigra
tie van de Hugenoten. Dat waren Fran
sen. En hij herinnert er aan, dat in
Frankrijk de zelfmoord veel voorkomt.
Wat dat altijd zo Ook in de dagen
van de uittocht der massa's Hugenoten?
Was 't speciaal ook onder hen 't geval?
'k Weet niet of dit nog na te gaan is.
Eerlijk gezegd waag ik 't te betwijfelen.
Maar als 't waar is, welke invloeden
werken dan op Tholen behoudend, be
schermend? Wellicht is daar in de struc
tuur van de gemeenschap een element
aan te wijzen, dat 't zelfmoordcijfer
drukt.
Wellicht is dat niet in z'n werking
beperkt tot een bepaalde godsdienstige
instelling van de leden dier gemeen
schap of tot zekere leeftijdsjaren.
Wellicht kunnen we maar dan is
't ook onze roeping daar alle krachten
voor in te zetten dat element intro-'
duceren daar, waar 't duidelijk ont
breekt. En misschien mogen we dan,
door Gods genade, ergens een klein
beetje meewerken om dit ontzaggelijke
leed en deze onnoemelijke misère in te
perken.
Maar daarvoor heb ik de ruimte van
een volgend artikel nodig.
G. VAN WILGENBURG.
De Synode van Middelburg-Lunteren
heeft de januari-zitting nu ook afgeslo
ten en is voor ongeveer twee maanden
uiteengegaan. In maart hoopt men weer
bijeen te komen en dan zullen de zittin
gen wel beëindigd worden. De eigen
lijke afsluiting moet dus nog plaats
hebben.
Toch kunnen we al wel een voorlo
pige balans opmaken. Zoals ik eerder
al schreef meende iemand de typering
Synode der aarzelingen te kunnen voor
stellen, nadat voorzichtige besluiten wa
ren genomen. Een volgende week meen
de hij, dat deze critische notitie mis
schien een stimulans voor de Synode
was geweestNogal naïef om dit te
veronderstellen. Hier spelen toch wel
andere factoren een rol dan een week
bladartikel. Een „vruchtbare week", de
volgende typering van dezelfde scribent
kan zo maar ontstaan, als bepaalde za
ken duidelijk liggen en om afronding
vragen. Zo was het toevallig ook nog
eens een keer in de laatste periode van
deze zitting.
Deze Synode heeft uitermate belang
rijke beslissingen genomen, met ver
strekkende gevolgen voor de komende
jaren. Niet de aarzeling, maar de be-