^^eeuwóe 3£erkbode j ZELFMOORD Bedachtzame methode 2Óe JAARGANG No. 20 28 JANUARI 1966 „Ik worstel en ontkom" OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg. Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Abonnementsprijs 4,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 A cÏTleditatie MAISON LYDIA En een zekere vrouw, met name Lydia, een purper- verkoopster uit de stad Thyatira, die God vereerde, hoorde toe en de Here opende haar hart. Hand. 16:14a. Al hebben de Gereformeerde en Roomse dames eens in de krant de pluim ontvangen, dat ze zich zo goed kleden, toch blijft het voor ons een eigenaardige gedachte, dat de eerste kerk in ons werelddeel in een modehuis gesticht werd. Het Evangelie is de blijde boodschap voor de armen en verdrukten. Maar Christus wil ook de rijken bij zich hebben. Als Zijn Geest het hart opent, is ook rijkdom geen verhindering om het Koninkrijk Gods in te gaan. In haar modehuis ontvangt Lydia de dames uit de upper-ten van Filippi. Lydia is op en top een zakenvrouw. De bekering van haar hart moet zich direct in daden laten gelden. Zij stelt haar huis beschikbaar voor Paulus en zijn medewerkers. En zal de Heilige Geest ook deze vrouw niet gebruikt hebben, dat zij contacten legt onder haar voorname klanten Later prijst Paulus de kerk van Filippi om haar activiteit. Heeft het voorbeeld van Lydia een stempel op deze gemeente gezet Het evan gelie heeft in Europa een wonderlijke startbaan. Een rijke dame mag de eerste bekeerlinge zijn. Een vrouw uit het zakenleven, die om haar zaak van Thyatira naar Filippi verhuisd is. Wie kan weten, dat zij niet in de eerste plaats om haar mode-zaak, maar om de zaak van Gods Koninkrijk in Europa te Filippi moet wonen Wie kent de wegen Gods voor Zijn kerk Gaat uit in de heggen en steggen, maar gaat ook uit naar de villa's en de deftige boulevard-hotels. Gaat naar de afgeleefden, maar gaat ook naar hen, die een zaak en een bank en een fabriek beheren. In Christus is geen rang, noch stand, Zijn Geest kent geen verhinderingen. Nooit mogen wij het Evangelie voor één bepaalde groep reserveren. Nooit het evangelie van het volle leven isoleren. Onder de bedelaarsplunje en onder het staatsie-gewaad kan de Heilige Geest harten openen. Als Hij opent, kan niemand sluiten. Geen plaats is Hem te hoog, of te gering, om er Zijn Kerk te stichten. De Kerk kan starten in een krotwoning, maar ook in Maison Lydia. G. S. O. „Zelfmoord in Zeeland" is de titel van een boeiend artikel, dat ik tegen kwam in het Zeeuws Tijdschrift (no. 6, jaargang 1965). De schrijver is de heer D. van Ooyen, inspecteur van politie te Terneuzen, licentiaat criminologie aan de Rijksuniversiteit te Gent. Is 't in 't algemeen reeds zo, dat wij Christenen omdat wij door de bijbel weet hebben gekregen van de diepe zin van leven en dood grote belangstel ling koesteren voor de problematiek rondom de laatste wanhopige daad van een mens in geestelijke'nood, wanneer een expert als de heer Van Ooyen met behulp van een schat aan gegevens ons een inzicht te verschaffen tracht in de situatie in onze eigen provincie, dan kan hij rekenen op onze bijzondere in teresse (èn, mag ik er wel bij zeggen waardering Laat ik eerst enkele feiten, cijfers en ook conclusies, die ik in genoemd arti kel vond, aan U mogen doorgeven, 't Is m'n bedoeling niet met de schrijver in discussie te treden of tegen hem te po lemiseren. Daar is de Zeeuwse Kerk bode 't apparaat niet voor. Wat hij schreef in 't Zeeuws Tijdschrift (zoals U weet, nauw verbonden met het al oude Zeeuws Genootschap) was voor mij eenvoudig de stimulans m'n gedach ten over dit onderwerp eens op papier te zetten, omdat nu toch wel blijkt, dat juist in Zeeland de zelfmoord, relatief gezien, een veel voorkomend gebeuren is en God ons dus in dezen voor een extra grote verantwoordelijkheid plaatst in dit gewest. Die verantwoordelijkheid (zij 't dan ook dat deze nooit een totale, maar altijd slechts een gedeeltelijke is) hebben we te beleven ten aanzien van onze naaste in zijn bijzondere nood. In Nederland ligt, zo lees ik bij Van Ooyen, 't zelfmoordcijfer betrekkelijk laag. Dat wil zeggen, wanneer we 't ver gelijken met dat van andere Westeuro- pese landen. In de periode 1951 1954 stonden Denemarken en Oostenrijk resp. met 235 en 230 zelfmoorden per 1000 000 inwoners aan de top. Voor ons land wordt voor dezelfde periode een getal van 63 opgegeven. Merkwaar dig is daarbij, dat in andere landen de meeste zelfmoorden geconstateerd wor den in de steden, terwijl in Nederland het zelfmoordcijfer hoger blijkt te liggen op het platte land. In dat beeld past onze provincie met z'n uitgesproken agrarisch karakter. Want hier ligt 't zelfmoordcijfer aan de hoge kant. En dit is nog zacht gezegd. Wij bevinden ons in Zeeland zelfs boven 't landelijk gemiddelde. Om dit aan te tonen heeft de schrijver een tabel bijgevoegd van de geconstateerde zelfmoorden gedurende de periode 1945 tot en met 1960. Die neem ik hier niet over daar 't misschien voor velen te ingewikkeld worden zou. Slechts uit de laatste 6 jaar haal ik naar voren dat de verhouding aldus lag 1955 6,6:10,5 (Zeeland-Nederland), 1956 6,7 8,3, 1957 6,9 9,3, 1958 7,4:9,6, 1959 7,4:9,2, 1960 7,2 6,7. U ziet 'tmet uitzondering van 1960 zéér ongunstig voor Zeeland t.o.v. ge heel Nederland. Nu zijn de absolute ge tallen zeker niet van een astronomische grootte in 1960 19 zelfmoorden in onze provincie (830 in 't gehele land) en in de jaren 1955-'59 resp. 29, 23, 26, 27 en 26 maar wat een leed en wanhoop verschuilen zich daarin Ieder, die in eigen kring of door z'n werk, te maken kreeg met ,,een geval" kan getuigen van de intense misère, welke aan een zelfmoord voorafgaat èn er op volgt Hoe zou 't nu komen, dat Zeeland in zo'n ongunstige verhouding staat tot de rest van Nederland De deskundi gen zoeken 't antwoord op deze vraag vooral bij twee factoren godsdienst en leeftijd. Om het de laatste te beginnen daar ben ik op deze plaats 't gauwst mee klaar in 't algemeen blijkt, dat in de hogere leeftijdsgroepen suicide méér voorkomt dan in de lagere. Dat is niet alleen zo in Nederland, maar over al in de wereld. En Zeeland heeft een hoger percentage bejaarden dan de rest van 't land. De vraag, hoe 't te verklaren valt, dat juist bij ouderen zelfmoordgedach ten leven meer dan bij jongeren bewaar ik voor een volgend artikel. Nu eerst de andere factor, de gods dienst. 't Is onder de vakmensen al heel lang bekend, dat weer in 't algemeen in Rooms Katholieke streken relatief minder zelfmoorden worden gepleegd dan in Protestantse. Van Ooyen, die op zijn beurt veel materiaal ontleende aan 't boek van Dr C. S. Kruyt, Zelf moord, Assen 1960, schrijft „Kruyt heeft in zijn studie aangetoond, dat de zelfmoordcijfers in de room-katholieke provincies en landstreken lager liggen dan in de protestantse gedeelten. Lan delijk gezien blijken onder meer de pro vincies Limburg en Noord-Brabant ge bieden te zijn met lage zelfmoordcijfers. Ons onderzoek sluit zich ook ten dezen bij Kruyt aan en laat duidelijk zien, dat de uitgesproken rooms-katholieke ge deelten van de provincie Zeeland een laag zelfmoordcijfer hebben". 't Komt al dichter bij ons. De getal len, die hij geeft liegen er niet om. Want in een duidelijk rooms-katholieke streek als 's Herenhoek-Ovezande lag 't aantal zelfmoorden over een periode van 10 jaar op 0,1 per 1000 inwoners, terwijl 't in West-Zeeuws Vlaanderen in diezelfde periode eveneens per 1000 inwoners op 1,3 kwam, op Schouwen- Duiveland op 1,2, op Walcheren op 1,1 en op het eiland Tholen op 1,0. Dit verbaasde me niet. In het beken de standaardwerk Religion in Geschich- te und Gegenwort geeft H. Saenger een grote hoeveelheid feitenmateriaal. Daaruit blijkt, dat (en dit geldt speci aal voor Duitsland) „75 van alle zelfmoordenaars protestant („evange lisch") zijn, slechts 5 katholiek". 'k Schreef hierboven 't komt al' dichter bij ons. Daar bedoel ik mee, dat 't maar niet om onze provincie gaat, maar klaarblijkelijk ook om „onze" men sen. En dan wil ik 't niet eng-kerkelijk. zien en alleen denken aan leden van de Gereformeerde Kerken, 'k Denk aan wat men wel pleegt aan te duiden met „de Gereformeerde Gezindte". Ook Van Ooyen wijdt daar aandacht aan. In dit verband citeert hij twee auteurs, de reeds genoemde Dr Kruyt en de ons allen zo bekende Dr Meertens. Volgens de eerste ligt in Zeeland 't zelfmoord cijfer voor gereformeerden hoog (148 tegen 59 in het gehele land) en moet er een verband gelegd worden met 't zo genaamde bevindelijke christendom. En volgens Dr. Meertens vindt deze godsdienstige richting de meeste aan hangers onder de sectarische groepen (de gereformeerde gemeenten en de cud-gereformeerden)maar ontmoet men ze ook bij de andere protestantse gezindten (gereformeerden en hervorm den). Van hem is ook de uitspraaak „Er ligt ongetwijfeld verband tussen deze uitzichtloze, in-sombere levensbe schouwing en het grote percentage krankzinnigen en zelfmoorden, vooral op Goeree en Overflakkee, maar ook op de Zeeuwse eilanden". Wie nu meent, dat hij 't beeld van de „Zelfmoord in Zeeland" rond heeft, vergist zich. Natuurlijk krijg je 't nooit helemaal rond, want wat is moeilijker te doorgronden dan de zelfmoord Wie komt ooit achter alle werkelijke De bladen hebben ons gemeld dat de 'Synode der Gereformeerde Kerken geen uitspraak gedaan heeft over wat men kortweg noemt „Assen 1926". 't Is begrijpelijk dat de tongen over dit besluit loskomen, tijdig en ontijdig wellichtvoorbarig en te rechter tijd. Menig scribent die in zijn pen klimt, voor zijn schrijfmachine gaat zitten of als hij een secretaresse tot zijn beschik king mocht hebben haar zijn dictaat op geeft, zit er mee. 'k Vernam van een Hooggeleerde die in een correspondentie schreef ik ben er nog niet uit. M.i. is zulk een uitla ting wijs en voorzichtig mede om deze reden, dat wie zo schrijft er nog niet helemaal in zit ook. Mij dunkt, dat de Synode het ook zo heeft aangevoeld dat ondanks de vol brachte studie en de desbetreffende rapporten men er nog niet uit is omdat men er blijkbaar nog niet voldoende in is niet in voldoende mate in de stof zelf en in de wederzijdse standpunten. De aanhangige kwestie, steeds aan geduid met het korte „Assen 1926", is Ds. J. BOSMAN. Onze medewerker ds. Bosman is j.l. vrijdag met zijn auto in de buurt van Zut- plien geslipt, wat rampzalige gevolgen had. Hij kreeg een zware hersenschudding, zijn vrouw een lichte shock en zijn zoontje brak een been. Ds. Bosman zal minstens 4 weken in het ziekenhuis te Zutphen moe ten blijven. Onze beste wensen gaan naar hen uit De Uitgevers. oorzaken, motieven, situaties, die er iemand toe brachten de hand aan zich zelf te slaan En afgezien daarvan, wie telde de mislukte pogingen In 't alge meen stelt men, dat er tegenover één ge lukte zelfmoordpoging twee mislukte staan. Maar ook met de cijfers, die Van Ooyen geeft zijn we nog niet klaar. Ik licht nog twee categorieën van ge gevens uit 't cijfermateriaal, dat hij biedt. Omdat ik ze beide voor 't ver volg op dit artikel gebruiken wil. De eerste betreft 't overzicht ten aan zien van de vier grootste Zeeuwse ste den. 't Droevig rijtje ziet er zo uit 1 Middelburg 1,4, 2 Vlissingen 0,9, 3 Terneuzen 0,8, 4 Goes 0,4. (Aantal zelfmoorden per 10 jaar per 1000 in woners.) En de tweede betreft eveneens zo'n overzicht, n.l. ten aanzien van vijf ver schillende streken in de provincie 1 West-Zeeuwsch-Vlaanderen 1,3 (met vooral de streek Aardenburg- Oostburg 1,7), 2 de streek Hoek-Bier- vliet-IJzendijke 1,2, 3 het eiland Schou- wen-Duiveland 1,2, 4 het eiland Wal cheren 1,1 en 5 het eiland Tholen 1,0 (alles weer 't aantal zelfmoorden per 10 jaar per 1000 inwoners). 't Zal iedereen opvallen dat vooral de streek Aardenburg-Oostburg een zéér hoog cijfer toont. Dit plaatst de experts voor vragen, op welke ze geen pertinent antwoord weten te geven. Want deze streek is niet zwaar bezet met mensen van 't bevindelijk Christen dom. En ook niet met Gereformeerden. Zelfs moet men zeggen, dat de vrijzin nigheid hier haar stempel op 't gods dienstig denken en voelen der inwoners heeft gezet. Terwijl er heel wat Rooms- Katholieken zijn. Daarnaast valt Tholen op! Slechts 1,0. Op zichzelf nog 1 te veel, maar wie had dat verwacht Zo ergens, dan zou je met de richtlijnen, die de onderzoekers op 't gebied van de zelfmoord-frequentie opstelden aan de hand van hun ontdekkingen, voor ogen, mogen rekenen op een naar verhouding zeer hoog cijfer op 't meest Oostelijk eiland in onze provincie. Maar nee In een volgend artikel gaan we ver der op deze dingen in. G. VAN WILGENBURG. m.i. wel van zoveel gewicht op zich zelf en wat eventude gevolgen ener ontij dige beslissing aangaat, dat een besluit dienaangaande vóór alles heel duidelijk en doorzichtig moet zijn. Om in Asser stijl te spreken als het ware „zintuige- lijk waarneembaar". Zo op de manier van je voelt het met je klompen. Zo moet het zijn met een besluit omtrent Assen. En ons gebed om de Geestesleiding ga die kant uitMen zit ter Synode niet om zekere zelfbevrediging en be vestiging van eigen inzicht en stand punt te genieten, zodat men elkaar uit eindelijk dan maar overstemmen moet en aldus een beslissing forceren. Daarom lijkt me de methode der Sy node in dit stuk instede van een beden kelijke te zijn veeleer bedachtzaam. En kunnen we tegenover wie ergens schreef „geen enkele bewondering voor het Sy nodebesluit te kunnen opbrengen" juist met veel bewondering en dankbaarheid het loven en eerbied hebben voor de moed der Synode tot uitstel. Hier toch is niet de middenman aan

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1966 | | pagina 1