jVxelaria De Hemelvaartsjapon Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland Waarom^zovee, voor haar?j De EERSTE Schippers-predikantsplaats ZEEUWSE KERKBODE TIENDE JAARGANG No. 21 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. RedacteurenDs D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 19 NOVEMBER 1954 Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 10 cent per mm. Is het wel nodig, dat wij zo speciaal elkaar opwekken tot liefde voor de Kerk Er zijn toch „gelegenheden" genoeg Niet alleen, dat de Kerken in straten en aan pleinen, soms ook in dorpen, haast tegenover elkaar staan, zodat de keus kan worden gemaakt. Maar, ook naast het kerkelijke leven liggen daar de vele en velerlei geestelijke terreinen, waar men tot „vertoeven" wordt genodigd. In sommige plaatsen bestaan straten, waar men in zig-zag-lijn van het ene gees telijke gezelschap bij het andere kan be landen. Keus genoeg. daar niet van. Enmocht het iemand soms ergens niet al te best bevallen, waarom zou hij niet „elders" zoeken? Ofom wat anders te noemen. mocht iemand in de ene kring in de ca tegorie van de „vergeten vrienden" zijn beland, zou het niet mogelijk zijn, dat „ergens elders" de voorste gelederen zich veel vlotter openen? Een pijnlijke kwestie, wilt u zeggen. Wie zal schatten, hoevéél invloed juist zulke dingen hebben? Intussen wordt daarbij het vraagstuk van de Kerk en de dienst van God, wel zeer benauwend. Want, dat is het ten diepste niet de be doeling, om „haar", dat is de Kerk, met onze liefde te verkwikken. Dan speelt een andere liefde een rol, die maar zelden met de naam genoemd wordt: de zelf-liefde, en de streling van het eigene. Zal er van een gezonde ontwikkeling van het geestelijk leven sprake zijn, dan moeten wij véél voor „haar" doen. Voor de gemeente Gods, waar de Heer Zelf ons een plaats gaf, en noemde met de mach tige naam van „Kind". Als wij graag ruim van hart zijn, en liëfst de gemeente Gods ons zo uitge breid mogelijk voorstellenvergeten wij dan, bij onze waardering voor wat „elders" is, toch vooral niet, wat God ons gaf. Heel dicht nabij, in eigen kring, on der de zegen der genademiddelen en de herderlijke zorg. Daar plaatste God eens ons leven, óm redenen, Plem bekend. En, God heeft vanuit dat uitgangspunt, van uit de rijkdom van het Gereformeerd be lijden, onze gang in het leven willen rich ten. Kuypers journalistiek geheim. Nóg zie ik hem voor mij. Het was bij gelegenheid van het veer tig j arig tandaard-jubileum. Hij stond op het verhoog van de con certzaal in het gebouzv voor Kunsten en Wet ens chappen te Utrecht. Kuyper was bezig de veelkleurige feli citaties hem gebracht, te beantwoorden en vertelde daarbij, pakkend als altijd, iets uit de geschiedennis van zijn lijfblad. De grote ruimte was volgestouwd met mannen en vrouwen. Maar vooral, an ders dan in 'n kerkgebouw, vooral man nen, voor wie de Standaard nu al jaren hét genot van hun avonden was. Wier eigen jubileum het gold, dat zij hier kwa men vieren. Wier eigen historie thans werd verhaald door hem, die in Gods kracht daarvan de maker was geweest. Boven op de gaanderijen onder de Ro- meins-rondé bogen hingen ze over de ba lustraden èn over elkaar, als trossn drui ven over de rand van 'n hengselmand, kop op kop als druiven op elkaar. Ergens tussen 'n pilaar en de schouder van één der voorsten zat de verweerde kop van 'n ringbaard klem. Zijn lijf, zijn schouders, zijn armen gingen geheel schuil achter de stenen zuil en het niet-veel-meer-meegevende lichaam van zijn buurman. Telkens daverde de lucht van af- en aanzwellend handgeklap en dreunde de grond van het zwaarder pedaalgeluid der stampende voeten. De ringbaard daarboven, uitbuigend de Kunnen wij Iiem daarvoor nog harte lijk danken? Wanneer zult u het meest in samen werking met anderen betekenen Wan neer u hebt leren waarderen: Gods gave, waarbij gij zijt opgegroeid. Wanneer wij van huis uit, hebben ver staan, tot welk een wonderlijke positie God ons riep. Hij stelde ons door Jezus Christus, in de verhouding tot Hem-zelf, waarin Adam het niet volhield. De positie van Zoon van God Dat moet de diepste vreugde in het paradijsbestaan zijn geweest. De bomen en de planten, de bloesem en de vrucht, de lusthof, de dieren-wereld, het sprak al een taal dat leeft. Alles vertelde van God. EnAdam ging, al luisterende, met een glimlach op het gezicht. Al die heer lijkheid was van zijn Vader, Die in de hemelen is. Al wat daar bloeide en zong, werd door zijn Vader gemaaktEn. dan het be wustzijn te bezittenik ben Zijn zoon Zijn kind! Dat betekent immers: op een terrein staan, waar „rechten" liggen. Hier gold het, anders dan later de Vader het tot de morrende zoon sprakKind, al het Mijne is van u Zó als de wereld heerlijk voortkwam uit de hand van God, zó gaf de Heer die wereld aan Zijn Kind tot een bezit. Een plaats, om te werken en te genieten, en tot de glorie van het Koningschap te ko men. Die heerlijkheid, door de zonde aan het ongehoorzame Kind ontnomen, kwam te rug in Gods genade door Jezus Christus. In Hem neemt God tot zonen aan, die vijanden waren geworden. (Ef. 1:5). Wat dunkt u? Zweeft dat wonder van die aanneming zo maar in de lucht? Of. heeft het God behaagd, op overtuigende wijze in een door Hem bepaalde zveg dit wonder in ons leven tot openbaring te brengen Horen wij nu niet de roepstem, die van het Sacrament van de Doop uitgaat? Ik heb gezegdgij zijt MijneDaarom viel 't Woord als een zaad, een kracht tot nek langs de blanke kolom, als de gebei telde kop uit de gevel van 'n oud Hollands huis, had handen noch voeten tot zijn beschikking. Maar wat hij nog vrij had, dat juichte: zijn oogzijn mond juichten Zijn geluid ging vanzelf verloren in de schal dier tweeduizend. Maar zijn mond opende zich telkens duidelijk tot één of andere juichkreet. En langs zijn wang, in zijn kroezelige baard liep 'n traan die hij niet wegvegen kon, niet eens voelde, wég als hij was in zijn enthousiasme voor de held, die hem op zijn afgelegen dorp door middel van de Standaard kijk had gegeven op mensen en dingen, had rondgevoerd door heel de grote wereld waarin Kuypers genie thuis was, had opgevoed in de beginselen, maar vooral bij zijn liefde ook verstand voor het gedoopte kind had geschonken. Daar beneden stond hij nu, wiens woor den hij dagelijks gegeten, wiens vloeiend woord hij ook nu met open mond in dronk. En wéér riep hij en zijn oog schitterde zijn dankbaarheid uit, terwijl al de an deren handen en voeten bewogen in lang durig applaudissement, zoveel echter, zo veel grootser dan ooit voor de grootste orkestdirigent Hoe komt het zo vroeg Kuyper op eens dat mijn woord bij u ingang vond En zichzelf beantwoordend, verklaarde de sprekerZo dikwerf ik mij voor mijn Standaard-artikelen zet, zie ik u allen vóór mij, zoals gij nu hier vóór mij zit. En wanneer het dan is alsof gij mij toeknikt, dan weet ik dat mijn woord dui delijk is. Dan heb ik de juiste uitdruk- vernieuwing, en de Geest als een dauw. Opdat het naar voren zou komen, dat hier van de aanneming tot kinderen door Jezus Christus mocht gezongen worden. In het eerste begin der wereld werd de weg van die heerlijkheid opgebroken. In Jezus Christus keert dat terug. Ik ben de weg, zo spreekt de Heiland. De terugweg naar het verloren paradijs, maar dan heerlijker, dan Adam het leende. Tot de bewustwording van dit zoon schap heeft God in de weg der Kerk aan ons gearbeid. Véél daarvan is langs ons heenge gaan door eigen schuld. Omdat wij geestelijk zó ver onder de maat bleven, dat wij nauwelijks naar die voorgestelde schatten kekenlaat staan, dat wij ons zelf er in verdiepten Maar, in de weg der Kerk wordt de openbaring van dit Kindschap duidelijk. Houdt nu de bewustwording daarvan bij ons met deze openbaring gelijke tred Dat is het feest in Adam's ziel geweest; ik ben de zoon op dit terrein, de erfge naam. En, tot deze ontroerende ontdek king moeten Evangelie en Sacrament ons brengen. Dan komt het leven „voor haar". Dan zullen we alles voor de gemeente Gods doen, omdat wij door haar het won der Gods mochten ondergaan. Onze gang naar buiten, naar andere kringen, zal dan ook zijneen vertellen van de zegen, welke God zó over ons le ven bracht. En dat mogen wij gerust zó doen, dat wij anderen jaloers maken naar zulk een leven. Dergelijke bewogenheid voor de Kerk sluit in het minst niet uit, dat er waar dering is voor het andere. Paulus' woord is bekend, dat hij zich zelfs verblijden kan, als Christus met een bedoeling ge predikt wordt. Intussen heeft dat de apos tel er toch niet toe gebracht, om zijn me thode van arbeid en van gemeente-bouw er aan te geven. Paulus heeft de overtui ging gehad, dat het „dienen van God" en het „liefhebben van de Heer" verband hield met bepaalde concrete gedragingen. Deze dingen zullen nooit anders worden, al zijn ze, dikwijls genoeg, anders gezegd. Omdat Gods wonderen in de weg der Kerk ons raken, en wij zó de rijkdom der ontferming mogen ondergaan, daar om zullen wij zoveel doen voor haar, die als Moeder der gelovigen mag worden voorgesteld. Het is toch wel een heel fijn iets, als kinderen nogal van moeder houden. En naar buiten maakt dat ook een fijne in king gevonden voor wat in u zelf om ging. Dan gaat het naar de pers. Ge hadt eens moeten zien, hoe opeens de getrouwen Kuyper, elkaar toeknikten. Maar onze ringbaard daarboven kon niet eens met het hoofd knikken. En toch was het, alsof zijn gebeitelde kop, ondanks de moeilijke positie, éven bewoogJa, zó was hetKuyper had hem de woorden uit het hart gehaald Dat moet ook het geheim zijn geweest van Vader Geesink, wanneer hij op zijn Leestafel in de Heraut het boek zelfs van de meest teleurstellende schrijver net zo lang om en om keerde, tot hij iets goeds had gevonden en zelfs de mislukte auteur de olijke Professor tussen zijn tranen door toeknikken moest. Voor 'n krantenman is het niet vol doende te beschikken over 'n schone stijl of rijke inhoud. Een Groen van Prinsterer zelfs is als Van de 35 dienstjaren, die ik nu zeer binnenkort mag vól maken, heb ik geen dagboek bijgehouden. Jammer Want nu zijn er tal van interessante dingen verdwenen achter wat je geen ijzeren gordijn kunt noemen, maar toch een gordijn, waar je niet meer doorheen kunt kijken, en wat je ook niet weg kunt schuiven. Wel ontdek je zo af en toe in dat geheugengordijn (dat is het woord!) een gaatje, zodat je éven een flits op vangt van wat er gebeurd is, maar het druk, als ze kunnen zeggen: wat hangen ze toch aan moeder Daarentegen, wie altijd wegloopt, mist thuis wat. Zou hij iets missen in zijn eigen hart, en met het „als maar" praten over andere kring, over de leegte van eigen leven zoeken heen te komen Wie het eigene heeft leren waarderen, met hem valt te praten bij anderen. Dan kunnen we in de „ontmoeting" wat aan elkaar hebben. En daar zou het kerkelijk leven in de ruimste zin mee gediend zijn. Enmocht iemand van gedachte zijn, dat „het Gereformeerde" daarin „te stijf" is, dan durven wij zeggendat er nauwe lijks één kring is, die meer en ruimer openstaat voor anderen. Informeert u maar eens in de kring van Jeugd en Evan gelie, uit welke kerkelijke kring daar het meeste meedoet. C. St. De samenwerking der Zeeuwse Kerken heeft tot gevolg gehad, dat een predikant voor het werk onder de schippers kon beroepen worden. Wemeldinge is de standplaats, terwijl door een gelukkige combinatie deze kerk ook haar eigen Die naar des Woords ontving. Zondag 7 Nov. j.l. was de datum, waar op de beroepen predikant in het ambt werd bevestigd. Het is te begrijpen, dat de gemeente van Wemeldinge blij en dankbaar tegelijk was. Voor héél Zeeland was deze intrede iets bijzonders, omdat wij van Ds C. de Ruyter mogen spreken als van Zeelands schippersdominee. Dat wil niet zeggen, dat in het verleden niemand naar de schippers omzag. Maar, het is nu zo, dat er een Deputaatschap is ingesteld voor deze arbeid, en dat de Ker ken van Zeeland via deze Deputaten met belangstelling zullen meeleven met de geestelijke verzorging der varende ge meente. We hopen, dat de combinatie: schip- perspredikant en pastor van Wemeldinge, een gelukkige zal zijn. We roepen de jon ge predikant een welkom toe in de kring der kerken. Moge God hem gebruiken tot vruchtbare arbeid onder de gezinnen, die, bij de walbewoners vergeleken, nogal iets moeten missen. C. St. journalist niet geslaagd. Multatuli heeft er zich over op gewon den, dat de mensen van zijn stijl spraken, maar de. inhoud negeerden. Wat dr Kuyper echter schreef, behoort tot het schoonste onzer Nederlandse let teren, maar het is tegelijk „eenvoudig en duidelijk. Nergens vaagheid. Wie Kuyper leest, komt te weten waar Kuyper heen wil. Wat hij zegt, zegt hij scherp belijnd en verstaanbaar." En déze kunstenaar onder de dagblad schrijvers heeft na veertigjarige praktijk dit als zijn journalistiek geheim onthuld: dat hij onder het schrijven zijn lezers vóór zich zag en zich vergewiste of zij hemsnapten Snapt u dat D. J. C. Met grote dank ontvangen ƒ15,van L. te T. „voor Axels kerkbanken". Komt U er zelf eens op zitten Ze „zitten" geweldigD. J. C. beeld is niet helder meer, en spoedig ver dwijnt alles weer in de mist. Net als met de meeste dromen. Toch zijn het geen dromen geweest dat moet u niet geloven. Het was werke lijkheid, afwisselend bar en zonnig, maar altijd werkelijkheid. Hoe graag zou ik in dat dagboek dat helaas niet bestaat, nog eens willen bladeren, nog eens al die do mineesbelevenissen terugbeleven, weer eens terugwandelen langs al die paden die vaak te haastig werden gelopen. Een mens kan soms wonderlijke gedachten krijgen. Soms denk iknu moest ik eens in de bioscoop zitten om heel dat leven van mij verfilmd te zien. Het zou een film wor-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1954 | | pagina 1