Kerk
en
Wereld
J7xelaria
ZEEUWSE KERKBODE
negende jaargang No. 52 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 25 juni 1954
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Abonnementsprijs: ƒ2,75 per half-
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds H. Veldkamp, Veldweg C 260i, Telefoon 884, Hattem. jaar (bij vooruitbetaling).
aan de drukkers Littooij Olthoff, rAfzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 10 cent per mm.
In den Haag is de grote bijbeldag ge
houden. Een wereld en een bijbel. Een
bijbel voor de gehele wereld.
Op dit punt worden wij altijd weer
geconfronteerd met Gods bedoeling. Het
verhindert ons 0111 ons op te sluiten in
de enge nationale gemeenschap of in nog
engere, nog nauwere kringen.
Er is een kerk in de wereld, er is een
kerk voor de wereld. Er is geen wereld
kerk. Gelukkig niet misschien. Met enige
aarzeling schrijf ik dit laatste neer. Zou
den wij veel beter er voor staan, zou Je
zus Christus met Zijn Woord meer in
vloed in de wereld kunnen uitoefenen, als
er slechts één kerk werd gevonden?
Ik geloof het niet. Ik meen, dat die
ene kerk in onze tegenwoordige wereld
niet zou passen. Teveel op één lijn zou
gesteld worden met andere machten. Het
is misschien goed, dat er niet één kerk,
de wereldkerk is om te verhinderen, dat
de christenheid zich bevredigt zou gevoe
len in de gedachte, dat het bereikt werd,
dat er niets meer overbleef om na te
streven.
Er is een kerk in de wereld. Maar we
zijn het ons te weinig bewust. I11 de we
reld? Ja dat nemen velen alleen in de
engere zin van temidden der ongelovigen,
temidden van andersdenkenden, in een
vijandige, in een vreemde omgeving.
Maar, er is een kerk in de wereld. Dat
woord nu gewoon genomen. In alle lan
den, onder alle volkeren, over de lengte
en de breedte der aarde.
De horizon van ons leven heeft zich
hoe langer hoé meer verwijdt. De gren
zen, waarin wij meeleven met feiten en
toestanden, worden steeds meer uitgezet.
Alle middelen der vooruitschrijdende
techniek werken aan die gezichtsverrui
ming mede.
Toch is het eigenaardigWij weten van
vreemde landen tegenwoordig allerlei din
gen. De vreemdste en eigenaardigste, de
gewoonste en meest alledaagse. Maar, als
christenen weten wij meestal niet, hoe het
er met de kerk en het christendom voor
staat.
Jarenlang heeft Korea ons bezig ge
houden. We voelden ons door de vele re
portages haast thuis. We hadden zelfs
idee van het klimaat daar en hoe ongun-
Kerk en verloving.
Onder de verse indruk van de lezing-
van 'n boek, verzucht ikwat is verkeerd
verloven toch '11 afbraak van de kerk.
Zeker, we moeten elkander lief hebben'
en die opgedrongen bruiden en bruide
goms, waarvan wij hoorden uit vervlogen
eeuw, neen
Maar, hebben we 't nu, met die zeer
persoonlijke keus allerwegen, met al die
echte liefde zoveel verder gebracht dan
in de tijd toen ouders en kerk althans
nog 'n woordje meespraken.
Want dat het vroeger zó slecht geweest
is als vooral sommige romancières het
willen doen voorkomen, geloof ik niet.
Ook de schrijver Mens in zijn jongste
boek Elizabeth is het m.i. niet gelukt 'n
historisch zuiver beeld te geven van de
wonderlijke huwelijken uit Betsy Wolff's
tijd.
Indien alle christen-ouders thans ten
minste maar op tijd nog 'n woordje spra
ken
Maar het lijkt of ondanks de toene
mende echtscheidingen, de veelvuldige
klacht over mislukte huwelijken, vele
ouders hun kinderen eenvoudig maar la
ten gaanAlsof ze vrezen dat ze met
hun zoon of dochter zullen blijven zitten
Nog niet droog achter de oren raken
ze al min of meer verloofd, worden al
thans ook officiéél in elkanders huis ont
vangen en dat vaak, ofschoon de andere
stig daar oorlog gevoerd kon worden.
Maar vraag nu eens hier en daar: ,,Wat
weet ge van de chr. kerk in Korea?"
Hoe zou daar het antwoord op luiden. In
vele gevallen zou de vrager helemaal geen
antwoord krijgen. Soms misschien de ver
baasde opmerking, of dat nu ook wel no-
dig is om daarvan op de hoogte te zijn.
Prof. Berkouwer, die op de bijbeldag
geweest is en zijn indrukken in „Trouw"
weergeeft en nog wat na mediteert zucht
en constateert: „Wat weten wij er toch
weinig van
Doen wij eigenlijk wel eens bewust
moeite 0111 ons op de hoogte 'te stellen
Begrijp het goed. Ik stel deze vraag
niet met het oog op de Zending. Op be
paalde ogenblikken aanvaarden wij het,
dat we in de wereld moeten omzien. Te
gen en op en kort na het Pinksterfeest.
Dan worden mensen er weer met hun
neus boven opgedrukt. Ze kunnen het
niet ontkomen. God heeft met de uitstor
ting van de H.G. de wereld in het oog.
't Talenwonder is een onontwijkbaar te
ken. „En gij zult mijne getuigen zijn, zo
te Jerusalem als in Judaea en in Samaria
en tot de uiteinden der aarde." Dat hoort
er allemaal bij. We zouden het zelfs mis
sen als het niet genoemd werd.
Maar het is slechts incidenteel, het is
ook éénzijdig. Alleen met de gedachte,
dat het evangelie gepredikt moet worden
aan heel de wereld, aan alle mensen.
Maar de kerk is er altijd. In de wereld.
Overal. Openbaring van het lichaam van
Christus allerwege. Delen van Zijn li
chaam waaraan wij verbonden zijn, waar
buiten wij niet kunnen leven en bestaan.
Neen, niet alleen met die kerken, die met
ons overeenstemmen in belijdenis en kerk
orde, maar ook met alle christelijke ker
ken.
In verband met de pluriformiteit dei-
christelijke kerk hanteren wij de gebrui
kelijke maatstaf, dat een kerk een zuivere
of minder-zuivere openbaring van het li
chaam van Christus is. Meestal menen
wij dan klaar te zijn. De stekken zijn ge
stoken, de afscheidingen bepaald.
Maar vreemd, dat het ons nooit veront
rust. Laat er een kerk zijn, die, vergele
ken bij ons al een heel onzuivere open
baring van het lichaam van Christus is.
partij tot 'n andere of soms ook wel tot
geheel geen kerk behoort.
Dat duurt dan zo'n poos. De één ziet
kans om de veroverde knaap of het ver
overde meisje ook eens in eigen kerk
dienst Zondags mee te brengen.
Uit beleefdheid, uit gezelligheid of
dankbaarheid moet dan ook de volgende
Zondag eens 'n tegenvisite in de andere
kerk worden gebracht, waartoe de niet-
Gereformeerde partij behoort. En zo gaan
we, breed van kerkelijke opvatting het
getrouwe leven tegemoet en zijn straks
lid van de kerk, waartoe de stevigste vol
houder of volhoudster behoort.
Het heeft iets van touwtrekken.
Maar de gedachte dat God Zelf ook
hierin iets te zeggen heeft, neen, dat heeft
dit verliefde paar nu niet bedacht. En ook
de wederzijdse ouders schijnen er dikwijls
niet veel van te weten, dat dit niet 'n
zaak van ons mensen alleen is of van ver
liefdheid of van inschikkelijkheid of van
het vrome praatje: aan de hemelpoort zal
niet gevraagd worden, bij welke kerk je
hebt behoort.
Indien we zelfs niet mogen eten of
drinken dan alleen ter ere Gods, zouden
we dan wel mogen trouwen of ons bij 'n
kerk aansluiten of ons daaraan onttrek
ken, zonder te vragen naar de eer en de
wil des Heren?
Neen, kerkistisch ben ik niet.
Ik houd de Gereformeerde kerk niet
voor de enig ware of voor de enig zalig
makende.
Maar nog altijd de beste gelegenheid
een openbaring van Christus is. Bij het
Het blijft toch zo, dat een openbaring,
geheel hoort, daar niet los van gedacht
kan worden.
Toch leven wij in de rustige levenshou
ding, dat dit wèl kan. Dat wij al die min
der zuivere kerken in de wereld wel met
een gebaar kunnen afdoen. Maar Chris
tus, om dit feit alleen te noemen, maakt
Zich toch niet van een openbaring van
Zijn lichaam af. En zouden wij wijzer
willen zijn dan onze Koning?
Wat is het aan de andere kant troos
tend, dat er een kerk is in de wereld.
Eigen kerkelijk leven kan vaak teleurstel
lend zijn. Zoveel, dat wij niet bereiken,
zoveel, waarin wij nalatig zijn. Hoe zou
het er met Gods koninkrijk voorstaan, als
het werkelijk alleen van ons afhankelijk
was. Als Gods belang, als het werk van
Jezus Christus opgesloten was binnen de
muren van één kerk of een bepaalde
groep van kerken.
Voor velen onzer zou het een verfris
send bad betekenen, als zij zich eens in
tens bezig hielden met de kerk in de we
reld.
Is dat te veel gevraagd Plebben we
daar geen interesse voor? Hoe zullen wij
ons dan eenmaal thuis gevoelen in de
grote schare, die niemand tellen kan, die
door Jezus Christus gekocht zijn uit alle
volkeren der aarde?
Rondom de bijbel komt het uit. Wat
ook in belijden als verschil naar voren
treedt, nergens is een christelijke kerk te
vinden die met de pretentie zou willen
en durven optreden een eigen boodschap
te brengen. Daar, op dat Woord Gods
wordt het beroep gedaan, daaruit wordt
geput voor prediking en getuigenis. Ver
schillend vaak, droevig uiteenlopend dik
wijls. Wij moeten dat erkennen. Maar
het ene Woord bindt die allen, hoe dan
ook.
Daarom is de arbeid van bijbelverta
ling en bijbelverspreiding zo geëigend om
ons het bewustzijn te geven van de ge
meenschappelijke verbondenheid, de ge
meenschappelijke taak, de gemeenschap
pelijke verantwoordelijkheid. Ook dat
Woord heeft God niet aan één kerk ge
geven. Ook niet Zijn Woord aan be
paalde mensen toevertrouwd.
Wij moeten altijd weer blij zijn als we
dat Woord in handen van mensen zien.
Want God waakt over Zijn Woord. Wij
geloven dat niet. Wij zouden dat Woord
willen beschermen met onze belijdenissen,
dat Woord willen omtuinen. Alsof God
niet over Zijn Woord waakt en machtig
blijft over en in Zijn Woord. Die inhoud
van de bijbel moet werken. Daar zorgt
Hij voor. We kunnen dat ook vaak aan
in Nederland om er naar de inspraak van
mijn geweten, en zoveel mogelijk overeen
komstig Gods Woord, de Here te dienen
en mijn kinderen verzorgd te weten, hoe
veel er ook aan die kerk, d.i. vooral aan
ons zelf, ontbreekt.
Hoe dikwijls heb ik nu al in de loop
van mijn predikantschap zo'n gezellig ge
mengd stelletje onder mijn gehoor gezien
maar zelden of nooit op catechisatie
Waaróm, als het dan zo'n bovenstbest
meisje of jongen is, stelt gij vader of
moeder niet van meet af de eisalles
goed en wel: maar ge stelt u onder het
onderricht van ónze predikant. Anders
kan er van 'n verloving, van 'n huwelijk
niets komen.
Niet dus de eis stellen: word gerefor
meerd Of tot 'n geheel onkerkelijke
word gelovig! Dat zou niet kunnen en
dus niet mogen.
Maar wie met uw zoon, met uw doch
ter „gaat", zou tenminste aanstonds mee
naar catechisatie kunnen komen, opdat hij
of zij althans op de hoogte kome van wat
onze leer, onze kerk is.
Nu gaat het helaas maar al te vaak zo
laat de jongelui geworden, spreekt over
kerkelijke aangelegenheden niet of niet
veel, want die schijnen niet zo belangrijk
als de stoffelijke aangelegenheden (baan
en geld). Hij of zij is zo vriendelijk om
ook de dominee van de ander eens te gaan
beluisteren en als hij bevalt, nu dan ko
men ze zelfs graag. Maar catechiseren,
neen. Misschien sluiten ze zich later aan.
Sommigen beloven het zelfs. Maar nu
Hem overlaten. Niet doen, alsof bepaalde
mensen als het ware vanaf de geboorte
met het juiste begrip van dat Woord, met
het juiste inzicht in dat Woord geboren
werden. Alsof God niet alle kerken in
Zijn Waarheid heeft moeten leiden. Geen
kerk is ergens tot openbaring gekomen
met direct de absoluut zuivere en goede
belijdenis. Eeuwen zijn vaak voorbij ge
gaan. Maar het Woord Gods triomfeerde.
Ik geloof, dat wij Jezus Christus te
veel het werk uit handen willen nemen.
Hij heeft Zijn kerk in de wereld. Onder
alle mensen. In allerlei vormen. Aan die
kerk heeft Hij het ene Woord gegeven
en daar blijft Hij machtig over. Om te
doen al wat God welbehagelijk is. In Ko
rea en in Zuid-Amerika, in Rusland en
in Italië.
Wie dat gelooft gaat alles met andere
ogen bezien. Kerkgeschiedenis is er over
al. In alle eeuwen. In alle landen. Niet
enkel in Europa. Dat mag er wel bij ge
zegd worden. Zelfs in de beste kerkge-
schiedenisboeken vindt de lezer het mees
te over de kerk hier in het Westen. Alsof
dat Westen heel de wereld uitmaakt.
In alle eeuwen is er overal in de wereld
een kerk geweest. Eeuwenlang toch een
Woord van God aan die wereld gegeven.
Eeuwenlang ook geworsteld met dat-
Woord. In wanbegrip, in ongehoorzaam
heid, maar niet erger dan ons eigen wan
begrip, erger dan onze eigen ongehoor
zaamheid.
Rijk is dat. Een wonder, dat sterk
maakt, een feit, dat vertroost.
Wij moesten daar veel meer ernst mee
maken. Niet alleen voor ons eigen voor
deel, omdat ons geloof verfrischt zou
worden, maar bovenal ter wille van Gods
eer en de liefde van Jezus Christus.
Klein blijft het werk Gods in onze ogen
en in dat van anderen als wij Zijn werk
moedwillig, enghartig begrenzen. Als wij
niets zien van de eigenlijke werkelijkheid,
als wij Zijn koninkrijk identificeren met
de ene kerk van bepaalde signatuur en
geen oog hebben voor de werkelijke plu
riformiteit der kerk. God is veel groter
dan wij denken en het werk van Jezus
Christus strekt zich veel wijder en ruimer
uit dan de kring, waarin wij Hem en Zijn
werk dikwijls beperken en opsluiten.
Wij moeten vaak gebroken worden uit
de enge cel van onze gedachtenwereld en
overgeplaatst worden in de ruime werke
lijkheid, in de wijde wereld, onder de uit
gestrekte hemel van Hem, die de wereld
in het oog heeft gevat, Zijn Woord aan
die wereld heeft gegeven en Zijn volk
vergadert, hier en daar en overal. Jezus
Christus de Koning der Kerk is ook daar
in Heer der wereld.
Middelburg. W. j. M.
aanstondsnu ze nog jong zijn, nu ze tijd
hebben, neen.
Om dan straks, wanneer ze getrouwd
zijn, op de stoomcursus, die de belijdenis
catechisatie soms wordt, worden moet,
klaargemaakt te worden. Het moet nu
snel. Want het eerste kind is al op komst.
E11 ze willen er toch niet voor Piet Snot
bij staan, straks.
Is het wonder, dat de kerk door één
en ander danig verslapt.
Neen, uw kerk is niet de enig ware.
God zij dank, er worden zelfs millioe-
nen zalig, die nooit tot ónze kerk hebben
behoord.
Maar wij moeten het allerbeste voor
ons zelf en voor onze kinderen zoeken.
En die beste omstandigheden, ondanks
veel ellendige gebreken, vinden we nog
altijd binnen ons Gereformeerd kerkver
band.
Daarom ouders van verliefde of ver
loofde kinderen, stelt eens behalve aller
lei andere eisen omtrent netheid en fat
soen en zoveel inkomen of zo laat thuis,
de eis dat uw zoon of dochter blijft in
de kerk waar ze geboren zijn en dat de
andere partij, wil die uw zoon of dochter
straks trouwen, dan aanstonds zich ook
op de hoogte stelle van wat onze kerk
leert en is. Niet als ze getrouwd zijn eerst
naar de stoomcursus. Maar nu, nu er tijd
en gelegenheid is, naar de catechisatie.
In volle vrijheid.
Want men kan straks altijd terug.
Niet de eisword gereformeerd
Maarstelt u in de weg. D. J. C.