in de Bijbel Uitgave van de Gereformeerde Kerken in Zeeland met kanttekeningen De Kerk als Moeder ZEEUWSE KERKBODE VIERDE JAARGANG No. 48 Abonnementsprijs2,50 per halfjaar (bij vooruitbetaling) Afzonderlijke nummers 10 cent Advertentiën 10 cent per mm Hoofdredacteur: Ds H. Veldkamp, Langevielesingel 68, Middelburg, Telefoon 2047 RedacteurenDs P. de Bruyn, Ds D. J. Couvée, Ds S. Greving, Drs C. Stam. VRIJDAG 20 MEI 1949 Berichten en opgaven Predik beurten, tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Littooij Olthoff, Middelburg We gaan ons ;nu bezig houden met de laatste moe derfiguur, die in de Bijbel getekend wordt. Ik bedoel in die merkwaardige „geschiedenis" uit het twaalfde hoofdstuk van de Openbaring van Johannes, welk hoofdstuk men eerst eens rustig voor zichzelf moet lezen, alvorens verder te gaan. Johannes vertelt daar iets van de geweldige strijd tussen „de draak" en „de vrouw". De draak stond eerst tegenover de vrouw, om, zodra deze moeder geworden was, haar kind te verslinden, maar dit gelukte niet, want het kind „werd weggerukt voor God en Zijn troon". Woedend gemaakt door deze mislukte aanval op het kind zint nu de draak er op, de vrouw zelf te achter volgen, en zo mogelijk te doden, en van haar vlucht naar de wgestijn, de listige poging van de draak haar te doen omkomen, en de genadige bijstand des Heren, vertelt dan de rest van dit hoofdstuk. W Het is voor de Bijbellezer, die enigszins bekend is met de beeldrijke taal van de „Openbaring" niet zo moeilijk aan de weet te komen, wat hier bedoeld is. x De draak, ook wel de oude slang geheten, her kennen we direct al van de eerste bladzijde uit de Bijbel, het is de duivel zelf. En de vrouw is niet alleen hier, maar ook elders in de Schrift meermalen beeld van de kerk. Zij treedt in de wereld niet op als geharnast ridder, maar als een weerloze, zwakke vrouw. En deze strijd tussen de draak en de vrouw en de aanval op haar kind, brengt ons dus dire.ct midden in de grote oorlog, reeds in 't paradijs aangekondigd, de „vijandschap" die gezet is tussen vrouwenzaad en slangenzaad. Als eerste phase van de strijd meldt Johannes ons, dat de draak (duivel) tegenover de vrouw (kerk) stond, de vrouw, die op het punt stond moeder te worden. Duidelijk laat Johannes dus voelen, dat het dit „beest" om het „kind" te doen was. Herinneren we ons nu, dat Christus in Israël be sloten was als een kind in de moederschoot, dat heel de Oud-Testamentische kerk zwanger was van Mes- siasverwachting, .dan herkennen we in dat „kind" ter stond het „heilig kind Jezus". Van het paradijs af is het de poging geweest de geboorte van dit kind te verhinderen. Elk ogenblik zien we de draak tegenover de vrouw staan. Denkt u maar eens aan Egypte, als alle jongetjes in de Nijl moeten geworpen of aan de strijd van Haman tegen Mordechai twee pogingen om Israël als volk uit te roeien en de geboorte van Christus te verhinderen. Twee pogingen van de vele. Johannes zwijgt in dit hoofdstuk over al deze span nende momenten in de strijd. Hij stipt alleen de geboorte van Christus zelf aan „en zij baarde een mannelijke zoon". Dit is Bethlehem. En weer is de draak er, om zo mogelijk het „kind" nu 't er eenmaal is, te verslindende kindermoord van Bethlehem Met grote vaart springt Johannes dan ineens van Bethlehem over naar de hemelvaarten haar kind werd weggerukt voor God en Zijn troon". Het is de Satan dus niet gelukt de vrouw haar kind, d.w.z. Christus aan de kerk te ontroven. Welnu, dan zal hij nu proberen de kerk aan Chris tus te ontroven, want nu gaat hij de vrouw achter volgen. De Satan achtervolgt deze vrouw niet als vrouw, maar speciaal als moeder. Johannes voegt er nadruk kelijk aan toe „de vrouw die het kind gebaard had" (Openb. 12: 13). Die laatste mededeling is geen over bodige herhaling. Hier wordt de diepste grond bloot gelegd, waaróm de Satan die vrouw haat en achter volgt. Het is om de Christus. Het is om dat heilig kind Jezus. Het is omdat deze vrouw daar de moeder van is. Ik kan u de liefde van een moeder tot haar kind niet beschrijven. Ik kan alleen zeggen, dat ze sterk is als de dood. Het is een liefde voor wie niets te veel is, en die bereid is tot elk offer. Nu, zoals een moeder vol is van haar kind, dat ze gedragen heeft, zo is de kerk vol van Jezus. Voor Hem heeft ze alles over. En het is juist die liefde die de toorn van de duivel gaande maakt. De duivel kan niet tegen liefde. Hij haat de verknochtheid van de kerk aan haar Heiland Hiermee is nog niet alles gezegd. Niet slechts de Oud-Testamentische kerk is „moe der" van het kind Jezus, ook de Nieuw-Testamentische kerk blijft moeder. Niet op het Kerstfeest, maar op het Pinksterfeest wordt de kerk echtmoeder Zij is de schoot der toekomst. Bevrucht door de Heilige Geest brengt zij zonen en dochteren voort, die profeteren. Zij breekt uit in menigte. Zij is „ons aller moeder". Uit haar schoot komen de tallozen voort, die de aarde vervullen met Gods lof en die de hemel zullen bevolken als een schare, die niemand tellen kan. En het is alweer dit moederschap, deze vruchtbaar heid der kerk, die de draak als zijn grote bedreiging voelt, en hem met hete grimmigheid vervult. En nu kunnen wij ons slechts schamen Want dit is de schrikkelijke nood van ons leven, niet dat alles zo bar slecht gaat, maar dat de kerk geen moeder meer wil zijn. Of wilt u soms beweren, dat wij Jezus nog even lief hebben, als de moeder uit de „Openbaring" haar kind En zoals elke moeder haar kind liefheeft, en niets te veel is Eerlijk gezegd, alles is ons te veel We gaan op z'n best nog „trouw" naar de kerk, maar daarmee is onze „godsdienst" vrijwel uitgeput. Dan hebben we alweer heel wat gedaan, en dan gaan we maar weer ploeteren om ons zielig bestaantje op de been te houden, en we willen na een slordig leven dan nog wel door Jezus „bemoederd" worden veilig in Jezus' armen, maar om Hem lief te hebben, zoals een moeder haar kind, en voor Hem alles over te hebben, nee, dat liever niet De kerk moeder Wilt u soms beweren, dat de kerk nog de vrucht bare Pinksterschoot heeft, die zonen en dochteren voortbrengt om te profeteren Dat ze een goede baan krijgen, onze jongens en meisjes, interesseert om veel meer dan dat ze profeteren. U moet heus niet denken, dat ik de zoveel duizend jongens en meisjes vergeet die straks naar de Bonsdagen tijgen. Maar ik vergeet evenmin de zeventig duizend jonge mensen, die elke Zondag de stadions bezoeken bij de voetbalwedstrij den. Zijn dat geen kinderen van ons volk Hebben we daar niets mee te maken Gaat de moederlijke bewogenheid der kerk uit naar al die jongens De kerk moeder Laten we eerlijk wezen het beeld uit Openbaring 12 klopt niet meer op de werkelijkheid. Daar was de kerk zwoegende, strijdende, bezige moeder. Nu is de kerk dame geworden, mevrouw zo gezegd. Ze neemt eenvoudig een meisje voor dag en nacht om al die dingetjes op te knappen in huis het huis des He ren Daar heeft zij geen tijd meer voor. En wat wilt u van de duivel, dat beest vertellen Als u hem goed in de ogen kijkt, ziet hij er aller vriendelijkst uit. De duivel kwispelt met z'n staart. Hij heeft het toch zo goed naar z'n zin tegenwoordig. Want een kerk die geen moeder meer is, en belijdt Zie ik en de kinderen die gij mij gegeven hebt, zo'n kerk zeg ik, haat de draak niet, maar heeft hij lief. Een os kent z'n bezitter en de ezel de kribbe zijns heren. Een leeuwin vecht voor haar jongen, en een hen voor haar kiekens, maarmijn volk verstaat niet Tenzij de kerk weer moeder wil zijn Dan groeit uit een zwakke, kwetsbare, weerloze vrouw een moeder, waar de draken bang voor zijn. Want de zwakheid van de vrouw wordt verslonden door de sterke liefde van de moeder. Past op, draken en allerlei gespuis, past op voor de vervaarlijke moe derliefde der kerk. Schroeit aan de vlam van haar gebeden uw vleugels nietH. V. ONTHEFFING. „Naar wij vernemen hebben 6 ouderlingen van de Geref. Kerk onderhoudende artikel 31 K.O. te Zwolle ontheffing van hun ambt gevraagd, wijl naar hun mening in prediking, catechisatie, pers en jeugd werk theorieën worden verkondigd en daaruit voor het leven der gemeente conclusies getrokken die zij in strijd achten met Gods Woord en waarvoor zij niet langer verantwoordelijkheid kunnen en mogen dragen". Bovenstaand persbericht werd geknipt uit het Zeeuws Dagblad van 14 Mei j.l. Waar ik het nog in geen ander blad tegenkwam, zal het nodig zijn een en ander met enige voorzichtigheid te hanteren. Indien het juist is, geeft het aanleiding tot enige vragen. a. de oorzaak van dit „conflict" is prediking enz. die in strijd is met Gods Woord. Totnogtoe heb ik als grote grief van de „vrijgemaakte broeders" tegen ons steeds vernomende Woordverlating Men was daarom zo blij met de „vrijmaking" omdat men het „Woord" hervonden had, en onze kerken holden zo gezegd berg-afwaarts, omdat op alle punten het Woord werd verlaten. Men wordt er nu toch wel even stil van, als men leest, dat liefst 6 ouderlingen tegelijk het ambt willen neerleggen, omdat zij in eigen kring Woord verlating zien en dat nog wel in prediking, catechisatie, pers en jeugdwerk. Dat is na tuurlijk niet maar zo ineens gekomen. De vraag komt op, waarom men niet naar binnen tegen Woordverlating heeft gewaarschuwd, of als men het al zag, waarom deze grief juist tegen ons op de spits gedreven werd. b. Het persbericht meldt niet, of aan deze vraag om ontheffing iets is voorafgegaan. Dit zal toch wel, want anders doet deze simpele me dedeling nóg vreemder aan. Het is, zoals iedereen weet, de roeping der ouderlingen, om zoals men vroeger zei „op de leer te zit ten", d.w.z. de zuiverheid van de leer te handhaven, niet alleen door vermaan, maar zo nodig door gebruikmaking van de kerke lijke tucht. In zulke gevallen „ontheffing vra gen" omdat men de verantwoordelijkheid niet meer kan en mag dragen, is weglopen van z'n post, en eigen verantwoordelijkheid om hals brengen. Maar zoals gezegd, we weten niet, hoe zich een en ander heeft toegedragen, en moeten derhalve ons oordeel opschorten. Ds B. A. BOS. En Ds B. A. Bos kreeg de volgende brief van de kerkeraad der Geref. Kerk te Assen ir „Gereformeerde Kerk, Assen. Assen, 11 Mei 1949. Den Weleerw. Heer Ds B. A. BOS, Hereweg 101, Groningen. WelEerwaarde Heer en Broeder, De Raad der Gereformeerde Kerk te Assen meent de volgende verklaring ter Uwer kennis te brengenj De Kerkeraad van de Gereformeerde Kerk tè Assen Kennis genomen hebbende van de publicaties en redevoeringen van Ds B. A. Bos, te voren pre dikant der Gereformeerde Kerk te Assen, waaruit blijkt, dat hij de weg tot elkander hartelijk blijkt te zoeken Overwegende, dat Ds .B A. Bos meent dat hij mede geschorst is vanwege de zgn. „Leer der veronderstelde wedergeboorte", die bindend zou zijn opgelegd Van oordeel echter, dat de synode deze leer niet kerkelijk bindend heeft gemaakt in de zin zoals die destijds door Ds B. A. Bos werd verstaan Overwegende voorts dat er allerlei psychologi sche factoren hebben gewerkt in het toenmalige

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1949 | | pagina 1